WWl 11 BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Aan allen! Onder de briefjes staat een vertelling af gedrukt met het opschrift: „Het Regenman netje". Deze vertelling is ingezonden door Marietje Verbeek, oud 16 jaar, wonende te Santpoort. Marietje verzocht de vertelling, wanneer ze geschikt werd geacht, in de courant te willen laten opnemen,. Marietje heeft het sprookje niet uit één of ander boek overgeschreven, maar zelf be dacht en gesteld. Ik heb het verhaal met genoegen gelezen en ik geloof zeker dat jullie er ook van zult genieten. Wanneer'Ma rietje Verbeek nog eens geïnspireerd wordt tot het schrijven van een vertelling en zij aan die inspiratie gevolg heeft gegeven, houd ik mij voor toezending ernstig aanbe volen. Tusschen de briefjes bevindt zich een briefje gericht aan Marietje Verbeek. In dit briefje heb ik haar o.m. ook namens jullie voor haar werk bedankt. Volgende week ver neem ik wel uit de briefjes hoe jullie het verhaaltje gevonden hebt. BESTE HECTOR. Vriend, als je erg veel huiswerk hebt of veel piano moet studeeren voor de a.s. openbare muziekles, mag je met schrijven wel een keertje overslaan. Hoofdzaak is, dat je me niet geheel vergeet. Grappig dat je duiven hebt. Als al de eitjes uitgekomen zijn, dan zal het aantal zeker aanmerkelijk zijn toegenomen. Zorg je zelf voor de bees ten? Wie maakt de til of het hok schoon? Wil je je moeder m'n groeten doen en haar vragen haar bezoek nog even te willen uit stellen? De fam. V, heeft mij geschreven. Dag Hector. BESTE POLLY. Jongen, van harte gelukge- wenscht met je moeder. Dat zal een feest ge weest zijn 1.1. Zaterdag zeg. Ik begrijp dat jullie allen naar het ziekenhuis zijn geto gen om haar te halen. Nu ze eenmaal thuis is, zal ze heusch wel vlug op krachten komen. Jij en je broers moeten maar trachten heel lief en gehoorzaam te zijn. Is het noodig dat jullie in de huishouding een beetje behulp zaam bent, opdat alles goed verloopt, dan maar zonder morren flink aanpakken. Ik dank je voor je grappig plaatje. Dag Polly. BESTE BERENDMAN. Jongen, proficiat! Wat heerlijk dat je moeder weer thuis is. Fijn voor haar dat zooveel menschen met haar medeleefden en haar een welkom thuis door middel van bloemen, enz. bereid hebben. Nu maar zorgen dat ze thuis nog was rust kan houden, zoodat ze spoedig weer als voorheen haar werk kan waarnemen. Ja, Maandag en Dinsdag was het weer te IJmuiden ook mooi, maar vandaag, Woensdag is het koud. Het zonnetje heeft zich den geheelen dag schuil gehouden. Ik dank je voor het portret van het oude Geldersche mannetje en voor de tee- kening van de boot, die vaart op de lijn Harderwijk—Amsterdam. Het beste met alles. Dag Berendman. BEST KALFJE. Vriend, ook jij van har te geluk gewenscht. Wil je je moeder en va der ook namens mij feliciteeren? Ik begrijp dat het heel moeilijk voor je is om,, zoolang moeder nog veel rust behoeft, altijd heel stil en rustig te zijn, vooral als je door minder goed weer genoodzaakt bent je met je broers thuis te vermaken. Maar als de wil er is om moeder zooveel mogelijk rust te geven, dan ben je al een heel eind op streek. Als vader of iemand anders, wanneer je vergeet rustig te zijn, je er even attent op maakt, dan doe je dadelijk weer kalm. Het druk zijn is dan maar kort van duur. Ik geloof dat jij met je broer Jan een goeden ruil hebt gedaan. Nu, vriend, het beste met je moeder hoor, Dag Kalfje, LIEF SPARRETJE.Hartelijk dank voor de andere helft van het ei. Prettig dat ik vol gende week een heel ei krijg. Wil je wel aan nemen dat ik me er nu reeds op verheug? Heb je den nieuwen wereldburger en stam houder van de fam. H. gezien? Jammer dat je hem niet mede naar huis mocht nemen, zeg. Een paar dagen geleden kwam een vriendin netje van Jopie H. me achterop. „Dag juf frouw, die Jopie H. is maar goed af hé, met haar broertje, ik wou maar dat ik Jopie H. was". ..Zou je dan ook nog graag een klein ZIE JE HEM, JONGENS? door W. B.Z. Ik weet heusch geen raad, 'k Heb gebald op de straat. Dat zag een agent Ik ben gauw weggerend. Maar hij komt er vast aan, En wat nu toch gedaan? Ik vlucht bij mijn buurtje, Ik spring over 't muurtje En als je hem ziet, Verraad je me niet. boertje of zusje willen hebben!" vroeg ik. „Nou en of, dolgraag". Moppig niet? Je moet me in je volgend briefje maar eens schrijven, hoe je het kindje gevonden hebt. Wat prettig, zeg, dat je nu in de gelegenheid bent be zoeken te maken en niet door ziek zijn aan huis gebonden bent. Nu, meisjelief het beste hoor. Ik reken vast op het ei en zal bij de melkvrouw er één minder dan gewoonlijk bestellen. Stel me dus vooral niet te leur. Dag Sparretje. LIEF GOUDMUILTJE.. Ja, meisje nu is het zaak te zorgen dat het geheim, werkelijk een geheim blijft. Als moeder in je omgeving is, dan er maar niet aan gewerkt, Je hebt nog tijd genoeg om klaar te komen. Tot Woens dag. Dag Goudmuiltje. BESTE MARIETJE VERBEEK. Heel har telijk dank ik je voor de toezending van de, door- je zelf geschreven, vertelling. Zooals je ziet heb ik haar in de kindercourant doen opnemen. M'n vriendinnetjes en vriendjes kunnen er dan ook van genieten. Voor meer dere vertellingen, mits door jezelf geschreven, houd ik mij warm aanbevolen. Nogmaals dank. Dag Marietje. BEST JASMIJNTJE. Natuurlijk mag je weer rubriekertje en clublid worden. Zal je me nu trouw blijven schrijven? A.s. week zal ik zorgen dat je werk krijgt. De club begint om 2 uur en eindigt om 3,15. M'n groeten aan je moeder en zus. Dag Jasmijntje. LIEF ZWARTKOPJE. Het kleedje dat je op de club maakt, mag je aan je Oma op haar verjaardag geven. Breng je handwerkjes, die je op school gemaakt hebt, gerust mede naar de club. Ik zal ze heel graag zien. Of ik eens in je poëzie-album wil schrijven? Breng het album Woensdag maar voor me mede. Wanneer ik gelegenheid heb schrijf ik er den eerstvolgenden Zondag in. Dag Zwartkopje. BESTE KLEINE ZUS. Zeg meisjelief wat ga je nu doen, ziek worden? Ik hoop dat je weer spoedig hersteld zal zijn en a.s. Woensdag op de club kunt komen. Het bes te, hoor. Dag kleine zus. BESTE VERONIKA. Het kleedje dat je op school gemaakt hebt, vind ik snoezig. Het patroon is schattig en je hebt keurig gewerkt. Heb je je zus weer met het werk van de club geholpen? Prettig dat je thuis thans wat aan het werk van de club kunt doen. Als je zijde genoeg hebt, zal je het a.s. Woensdag wel op den rand na klaar hebben. Werk met genoe gen. Dag Veronika. LIEF KRULLEKOPJE. Van harte gefeli citeerd met je overgang. Nu maar extra goed je best blijven doen, zoodat je niet achter komt. Wat prettig dat je zoo'n gezellig reken boek hebt. Lorre denkt „voorgaan doet volgen". „Beb maakt leven met haar mond, laat ik het nu met mijn bek doen". Tot Woensdag. Dag Krullekopje. BEST TEEKENAARSTERTJE. Ook jij ge feliciteerd hoor. Je moeder heeft gelijk. De vier voor rekenen moet voor minstens een zes plaats maken. Goed opletten, niet babbelen of spelen onder de les, is de beste medicijn die ik in dit geval kan. voorschrijven. Thuis lede ren avond een viertal pillen voor het naar bed gaan werkt ook uiterst heilzaam. Je be grijpt zeker wel dat ik met die pillen bedoel? Niet? Ik bedoel dat je 's avonds thuis wat extra zorg aan je rekenen moet besteden. Als je geregeld iederen dag vier of meer sommen thuis maakt, zal je met rekenen heusch wel vorderingen .maken en je rapportcijfer daar door beter worden. Dag Teekenaarstertje. LIEF BOODSCHAPSTERTJE. Ja. je kleedje komt af en over eenige weken ligt het in Indië in het huis van je tante. Grappig hé, dat dat kleedje de eer te beurt valt zoo'n lange reis te maken. Als het praten kon, zou het la ter heel wat kunnen verhalen en allerlei we derwaardigheden kunnen mededeelen. Je cij fers voor je teekeningen vind ik goed. Als je je cahier thuis hebt, mag ik het dan eens zien. Tot Woensdag. Dag Boodschapstertje. BEST CROOUSJE. Wat wordt het Meed je dat je op de club haakt snoezig. Je kunt nu thuis de 12 gele sterretjes afmaken en aan je kleedje bevestigen. A.s. Woensdag zeg ik dan wel wat je verder doen kunt. Voorloopig heb je werk genoeg. Haak met genoegen. Tot Woensdag. Dag Crocusje. BEST ZONDAGSKIND. Het kleedje mag je voor 25 Maart afmaken. Wat zal je zus ter er blij mede zijn. A.s. Woensdag help ik je met de afwerking en krijg je het ruim op tijd af. Op de kleintjes moet je passen. Ze zouden anders leelijk alles kunnen verMappen en maken dat het geheim geen geheim meel is. Maar gelukkig je was nog net op tijd om het onheil te voorkomen. Tot ziens. Dag Zondagskind. BESTE MOEDERS OUDSTE. Ja, zoo is het. Ik ben met de schuilnamen even in de war geweest. Lezeresje bedoelde ik. Wanneer je van de onderwijzeres het album terug hebt, mag je het aan mij geven. Ik zal er graag in schrijven. Heb je slechts een broertje thuis? Hoe oud is je broertje? Gaat de rand van je kleedje naar wensch? Ik ben benieuwd of het werk lukt. Tot Woensdag. Dag Moeders Oudste. LIEF MADELIEFJE. Ja hoor,, je hebt voor 30 Maart je kleedje wel af, tenminste als je ook thuis flink werkt. Aan wie moet je het geven? Is je moeder dan soms jarig? Prettig dat je steeds graag naar de club gaat. Hoe heet je onderwijzer? Zoo'n extra vacantiedag is voor de leerlingen wel fijn. Voor den betrok ken onderwijzer echter heel onaangenaam. Werk thuis maar met pleizier en tot Woens dag. Dag Madeliefje. Krijg ik de volgende week van de andere clubleden ook een briefje? Veel groeten van Mej. E. •'ZIJLBRIEF. HET REGENMANNETJE.. Lientje zat voor het raam en keek naar buiten. Ze trok een beetje een leelijk gezichtje. Weet je waarom? Het regende en als het re gende mocht Lientje niet buiten spelen. En terwijl ze daar zoo zat, werd ze erg slaperig. Ach wat verveelde zij zichLangzaam gin gen Lientjes oogen dicht, maar patswat was dat? Daar viel iets op de vensterbank. Nee het viel niet, het stond. Het leek wel een man netje! Een klein, rond hoofdje, heel dunne armjes en beentjes en z'n lijfjedat was warempel een regendroppel! Plotseling zei het mannetje: „Dag Lientje", „Dag meneertje", zei Lientje verlegen. Ze was wel een beetje ge schrokken, dat dat kleine mannetje kon pra ten. „Weet je wel, wie ik ben?" vroeg het man netje. „Nee...., meneer", zei Lientje. „Nu, ik ben een regenmannetje". „O", zei Lientje. „En ik ben gekomen om je te balen en je te laten zien, hoe we regen maken! Zou je dat wel willen zien?" „O, ja, meneer, heel graag!" zei Lientje. „Nu doe dan maar gauw de cape om en geef me maar een hand. Lientje haalde gauw haar cape je en deed het om. „Zoo kom nu maar", zei het mannetje. En even later zweefde Lientje met het re genmannetje naar de grijze wolken. „Kijk, naar die groote wolk gaan we", zei het mannetje. Even later stonden ze naast nog 3 andere regenmannetjes „Nu moet je eens goed kijken," zei het re genmannetje. Alle drie de mannetjes hadden een groote gieter. Toen kwam er een groote grijze wolk, die pakten ze beet enknepen hem uit bo ven de gieters en toen gingen ze aan het sproeien. Och, och, wat regende het. „O, wat leuk!" riep Lientje, terwijl ze in haar handjes Mapte, „Kom", zei het mannetje, „dan zal ik je eens laten zien, hoe ze hagel maken." „Ja, dat is leuk!" riep Lientje. Toen zweefden ze weer een heelen tijd dooi de lucht. Hoog in de lucht, ver van de aarde en héél dicht bij de wolken. Eindelijk kwamen ze weer bij een gróóte wolk en daar waren weer drie mannetjes. Maar deze mannetjes hadden geen gieter, maar een heel groote zeef. „Dit zijn nu de hagelmannetjes", zei het regenmannetje. VEILIG VERKEER. ingewikkeld wegennet. Toch is 't mogelijk van 't pijltje naar veilig verkeer -te komen. Probee. ren jullie 't eens. IK KEN HEM NIET. door W. B.—Z. Och, wal esii verdriet Ik krijg die som maar niet. De jongens spelen buiten [k zie ze door de ruiten le snapt, dat vind ik naar Tè, was ik nu maar Maar Maar wacht: ik zie 't al Dat is een gek geval. Want drie keer drie is negen 'k zet zoowaar hier zeven >an nog maar weer een keer. Tu krijg ik toch vijf meer. ik schei eruit: 'k ga .-.pelen Die som gaat me vervelen. Misschien dat pa hem ziet, Maar heusch, ik ken hem niet. „Willen jullie eens hagel maken voor dit meisje?" vroeg het mannetje. Toen knikten de drie mannetjes van: „Ja". „Nu moet je goed kijken", zei het regen druppeltje tegen Lientje.. De drie mannetjes pakten een prachtige, witte wolk. Die braken ze in stukken en de den die stukken in hun zeef. Toen brak de wolk neer in tweeën en toen nog eens en nog eens. Net zoo lang tot er nog maar heele kleine stukjes over waren. Die konden toen door de gaatjes van de zeef en daar stoven ze naar de aarde I „O", riep Lientje, „mag ik het ook. eens doen?" „Je kunt die zeef niet vasthouden, die is veel te zwaar". „Och", zei Lientje, „alstublieft maar één keertje!" „Nu, vooruit dan maai'", zei een van de ha gelmannetjes. „Maar ik zal hem ook vasthou den". Nu, dat was maar goed ook, want het was zoo zwaar, zoo zwaar! Ze liet de zeef maar gauw los. „Kom, zei Lientje's vriendje, we moeten gauw naar huis, voordat het donker wordt. Lientje nam afscheid van de hagelmanne tjes en zweefde weer terug naar de regen- makertjes. Deze waren bijna klaar, want „de regen" was bijna op. „Mag ik het laatste beetje schenken?" vroeg Lientje. Dat mocht! En ze deden de laatse restjes bij elkaar in één gieter en gaven die aan Lientje. Maar die gieter was ook zoo zwaar, zoo zwaar! Ze kon zich bijna niet in evenwicht houden en o,daar viel ze van de wolk af en aldoor vlugger, naar beneden. Bom, daar viel ze op aarde of Lientje deed haar oogjes openen ze zat op den grond naast den stoel, die voor het raam stond Ze had dus alles maar ge droomd! Toen liep ze hard naar moeder om haar mooie droom te vertellen. MARIETJE VERBEEK, 'oud 16 jaar. Santpoort. Wat is die Lutine toch voor een schip?" vraagt een jongen „en wat heeft die tinbaggermolen er mee te maken?" De Lutine is een. Franseh oorlogsschip, dat op den 9den Oct. 1799 't was in den tijd van de En- gelschFransche oorlogen en ons bondgenoot schap met Frankrijk tusschen de eilanden Vlieland en Terschelling met man en muis verging. Met dit schip verdween op den bodem der zee voor een waarde aan gouden staven en munten van 15 millioen gulden. Het spreekt vanzelf dat men al heel gauw getracht heeft om iets van dien grooten schat, naar boven te brengen. De hulpmiddelen waarvan men zich voor meer dan 100 jaren kon bedienen bij der gelijke pogingen, waren heel wat eenvoudiger dan die van den tegenwoordigen tijd, maar toch gelukte het reeds in de jaren 1800 en 1801 voor een waarde van f 700.000 aan gou den staven en munten naar boven te brengen. Het schip zakte echter hoe langer hoe dieper in den bodem weg, zoodat het weldra onmoge lijk werd met haken en tangen nog iets naar boven te brengen. Toen de zandzuigers in ge bruik werden genomen, dat was in het midden der vorige eeuw, werden weer pogingen aan gewend om iets voor den dag te brengen en zoo werd in de jaren 1857 tot 1861 voor een waarde van een half millioen gulden naar bo ven gebracht. Maar het schip werd steeds meer onder het zand bedolven zoodat het op 't oogenblik meer dan 10 meter onder het zand zit. Het vorige jaar heeft men nog vergeefsche pogingen aangewend om het zand boven 't schip weg te werken en nu zal men dit jaar weer nieuwe pogingen aanwenden om het zand boven en om het schip weg te zuigen en hiervoor moet nu die nieuwe tinbaggermolen, de Karimata, dienst doen. Als deze baggermo len in ïndië in werking is, dan moet hij ook op op een diepte van 30 meter in den bodem rondom Billiton baggeren. Het is dus niet zoo dwaas om hier te probeeren het zand om en en boven de Lutine weg te baggeren. Laten we hopen, dat het lukken zal. Niet alleen voor onze kust ligt zoo'n schat op den bodem der zee; op tal van plaatsen over de heele wereld zijn in den loop dei- eeuwen schepen met dergelijke kostbare la dingen vergaan en ook steeds zijn er allerlei plannen gemaakt om deze schatten naar bo ven te brengen. Zoo zullen er dit jaar ook pogingen aangewend worden om één der gal joenen van de Spaansche Armada, de hertog van Florence, dat gezonken is in de haven van Tobermory op het eiland Muil aan de west kust van Schotland te lichten. Dit schip had de betaalkas der Armada, ten bedrage van 30 millioen gouden ducaten aan boord, 't Is dus wel de moeite waard om te probeeren deze schat voor den dag te halen. Het schip is maar onder 5 a 6 meter slib bedolven. Ook in Amerika is men zoekende naar de schatten van een gezonken Engelsch oorlogs schip. In 't jaar 1780 moet daar de „Hussar" gezonken zijn in de Oostrivier in het Bronx district van New-York. Naar men meent te we ten had het schip 3 millioen dollars aan boord. Li Zuid-Afrika, in de Tafelbaai, beweert men dat wel 300 schepen aldaar op den bodem dei- zee liggen, waaronder het Nederl. schip „Haar lem" dat in 1648 hier in de diepte verdween, Van een Engelsch schip de „Laurentic" dat in den wereldoorlog in 1917 op de Westkust van Ierland tot zinken werd gebracht, heeft men in den loop der jaren reeds voor 5 millioen pond sterling aan goud geborgen. Je ziet dus dat er over heel de wereld groote schatten op den bodem der zee liggen, W B.—Z. Glazen steenen. In Amerika heeft men in de laatste jaren enkele huizen van glazen steenen gebouwd; de bewoners beweren dat het er zeer prettig in woont. ALS IK JARIG BEN door W. B.Z. „Als ik jarig ben, Piet Dan vraag ik vier vrienden, Maar wie weet ik niet. Zeg', laat ons eens boomen, Jij bent nummer één, Maar dan Wim of Leen? 'k Wou Leendert niet vragen, Want die kan zoo plagen. Dus Wim zal het zijn, Dat lijkt me wel fijn. En dan vraag ik Gerard of Dirk? 'k Weet het niet. Wie van de twee is de leukste nu, Piet." „Vraag Gerard, dat is heusch een eenig' leuk jog. Maar,tel eens, hoeveel blijft er over nu nog. „Piet, Wim en Gerard, dat zijn er drie. Maar wie zal 'k nog vragen, Zeg jij nu maar wie." „Vraag dan Meinen Dolf, Dien we allen vaak plagen," „Ja, 'k maak het weer goed, 'k Zal Dolf 't eerste vragen." VERRASSINGEN IN DE BRIEVENBUS Had je wel gedacht, dat er zulke „gekke" dingen uitkwamen. Iederen dag haalt de postbode heel wat „verrassingen" uit de brievenbus: brieven met goed en met slecht nieuws, prachtige prent kaarten, kranten, tijdschriften, reclame-druk. werkjes, ja wat niet al? Maar dat alles kan slechts voor dengene, waarvoor 't bestemd is, een verrassing zijn; de postbode vertrekt er geen spier om, hij doet alles in z'n grooten zak en brengt het naar 't kantoor om te worden gestempeld en ver zonden. Maarsoms zitten er héél gekke dingen in de brievenbus; dingen, die zelfs voor den postbode verrassingen zijn. Heel vaak zoo vertelde me laatst een post bode, zijn het handschoenen, die bij ongeluk in de bus terecht zijn gekomen. Een enkele keer is eens een leege portemonnaie tusschen de brieven ontdekt en de politie geloofde toen, dat een zakkenroller, die deze beurs „gerold" had, ze gauw geleegd en vervolgens in die bus gegooid had om er maar af te zijn. De beste vondst, die de postbode ooit deed, was een ring ter waarde van 2000 gulden. En als hij alle kerkboekjes, die hij zoo wekelijks uit de bus sen haalt, eens bewaarde, zou hij gemakkelijk een winkeltje kunnen openen. Wat zijn de menschen toch verstrooid! Ze denken: gauw nog even die brief posten! en gooien iets an ders, dat ze toevallig in de hand hebben, ijs koud door de gleuf, zoo b.v. schriften en boek jes van schoolkinderen, enz. enz. Eens vond de postbode ookeen testa ment, een andere keer een paspoort. Gelukkig konden deze aan de eigenaars worden terug bezorgd, omdat de naam erop stond. Maar is dit niet het geval, dan is 't moeilijk zoekenWant de menschen komen bijna nooit op het snuggere idee, of ze misschien ook iets, dat ze kwijt zijn, in de brievenbus hebben ge stopt. Brillen, sleutelbossen en tabakszakjes zijn heel gewone gasten in de brievenbus. Maar niet alleen de menschen' bereiden den postbode allerhande verrassingen, de dieren nelpen ook mee! Vogels bouwen soms in 't voorjaar een nestje in de bus en zoeken hun toevlucht tusschen 't warme papier. En eens beet een rat den bode in de hand, toen hij de bus opendeed. Die was zeker voor een kat ge vlucht en zoo in de gleuf terecht gekomen! Een eigenaardige deurwachter. In Oost- Londen had een bijenzwerm zich zoo aan de deurpost neergezet, dat niemand er uit of in durfde gaan. De politie maakte een eind aan dezen ongewenschten toestand door den zwera» over te brengen naai' den dierentuin.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 12