>M<U doetUittlhv tüd?" Hi KORT VERHAAL VAN EEN SCHOOLJUFFROUW.- Litteraire Kantteekeningen. Een serie reportages over de vraag: Tweede anfwoord „Tooneel en Cabaret". NU, ze lijkt heelemaal niet op 'n ouder wetsche „schoolfrik" mejuffrouw Annie Hensen. En als ze tegenover me zit en honderduit praat over school, tooneel en de vele andere onderwerpen waarin een. jong meisje nu eenmaal belang stelt dan lijkt ze nog minder op een in dilet tanten kringen zeer gewaardeerde tooneel- speelster en cabaretière. ..Zoen" die ik geregeld met succes voordraag Thans staan weer twee nieuwe „oude" voor drachten op mijn repertoire van Dirk Witte en zoo ben je steeds aan het zoeken naar wat nieuws en naar afwisseling. Maar als u me nu niet kwalijk neemt ik heb al zooveel verteld en mijn studie voor mijn acte Engelsch L. O. mag onder mijn liefheb berij niet lijden. De interviewer haast zich om aan dit ver standige inzicht alle recht te laten weder varen en even later neemt Annie Hensen met een glimlach en 'n hartelijke handdruk af scheid, de herinnering achterlatend aan een schooljuffrouw die zoowel op het tooneel als in het gewone leven haar publiek weet te boeien en te onderhouden. Ik benijd de leerlingen der derde klas van de school aan de Botermarkt. B. K. Inwoner uit Enschedé verdwenen. Een ingezetene uit Enschedé, die vroeger een steenfabriek in het Duitsche grensgebied had, ontving de vorige week bericht, dat hij in Munster werd verwacht ten einde een en ander te regelen in verband met de liquida tie van zijn bedrijf. Hij heeft zich daarop Zaterdagmorgen per auto naar Munster be geven en is sindsdien niet teruggekeerd. Volgens te Enschedé ontvangen berichten is hij door de Duitsche politie aangehouden. De reden hiervan is niet bekend. Een schooljuffrouw temidden van haar klas Een charmante gastvrouw die u op echt Hollandsche wijze onthaald en waaraan niets gekunstelds is Voor men 't weet is een geanimeerd gesprek aan de gang dat niets van het traditioneele interview heeft. Het moet prettig zijn om van *n dergelijke onderwijzeres les te hebben. Op 16-jarïgen leeftijd debuteerde ik op een bonte avond van Jacob van Lennep, vertelt de jeugdige amateur tooneelspeelster. Mijn moe der was erg zenuwaevhtig en deed niets dan huilen, ik voelde me echter volkomen kalm en dat is altijd zoo gebleven. Van plankenkoorts heb ik nooit last gehad. Wat zijn uw ervaringen, hoe reageert het publiek op buitenlandsche en hoe op Holland sche voordrachten? Wel en wat ik nu zeg hehben vele van mijn collega's ook reeds herhaaldelijk geconsta teerd, zegt Annie Hensen, de Hollandsche liedjes hebben over het algemeen het meeste succes. Natuurlijk er zijn enkele buitenland sche „schlagers" die het altijd doen, maar het Hollandsche publiek heeft gelukkig nog steeds waardeering voor de Hollandsche kunst. Na dit eerste optreden zoo vertelt Annie Hen sen verder, ben ik eenige jaren niet veel op de planken geweest daar mijn studie natuur lijk op de eerste plaats kwam. Nadat de onderwijzersacte echter gehaald was, hen ik weer flink aan den gang gegaan. Voordat we verder praten, graag een vraag: hoe bent u tot deze „liefhebberij" ge komen Wel, dat zat er eigenlijk al van kinds been in, eerst voordrachten op familiefeest jes, daarna in grooteren kring en zoo kwam van het een het ander. Dat tooneelspelen is zeker nogal een tijd- roovende bezigheid? Nou voor het tooneel komen natuurlijk altijd de repetities veel tijd vragen, voor mijn optreden als cabaretière heb ik echter niet veel extra tijd noodig, ik repeteer namelijk iederen dag een half uur of langer aan de piano en dat is mijn grootste plezier. Wat doet u eigenlijk het liefst? Het prettigste werk vind ik imiteeren, doch ook tooneelspelen vind ik heerlijk. Zoo gauw ais het doek opgaat, begin ik pas te leven en ik vind het altijd jammer als het weer voorbij is Natuurlijk hebt u succes gehad, maar merk te u nooit dat het publiek op een avond niet zoo snel mee te krijgen was, om 't maar 'ns populair uit te drukken? Ja dat is een eigenaardige kwestie zegt Annie Hensen en er trekt even 'n rimpel in haar voorhoofd, natuurlijk hou je met de sa menstelling van je repertoire rekening met het publiek, maar 'n enkele maal kom je toch wel 'ns voor verrassingen te staan. Als ik zie dat de stemming er nog niet is dan begin ik maar wat te praten, vertel een humoristische geschiedenis en meestal is dan de aandacht voor de volgende liedjes veel grooter. Aan welke rollen hebt u de prettigste her inneringen? Een lievelingsrol van me is Ellen Heu- veling in Cissy van Marxveld, in de Ridder van den Kousenband van Henk Bakker heb ik schoonmama van Bommel mogen spelen, ook hieraan bewaar ik prettige herinneringen. En Annie Hensen vertelt verder, over de recensies die trouw in een schrift opgeplakt en bewaard worden, over de invloed die de critiek op haar lieeft en ook over haar. klas. Onderwijs dat is iets waar je je eigen persoonlijkheid in kunt leggen vooral als je een tijdlang een vaste klas hebt. Wat doet u liever onderwijs geven of> tooneelspelen? Tooneelspelen is altijd mijn liefste wensch geweest, maar ja zooals het zoo vaak gaat, mijn ouders wilden er niets van hooren en daarom ben ik onderwijzeres geworden en tracht in mijn vrijen tijd zooveel mogelijk mijn tooneelzucht bot te vieren. Maar weet u wat zoo lastig is? Om als dil- lettante aan een goed cabaret programma te komen, je zou eigenlijk iemand moeten heb ben die een Hollandsche tekst bij aardige Fransche, Duitsche of Engelsche liedjes schreef. Natuurlijk niet bij de populaire schlagers" die worden zoo uitgebuit, dat ze spoedig gaan vervelen. Of ik voorkeur heb voor bepaalde liedjes. Ja, vooral Clmge Doorenbos heeft verschillen de liedjes gecomponeerd o.a. de bekende Volksstemmingen worden afzonderlijk behandeld. Om misverstand te voorkomen wordt er te Berlijn van bevoegde zijde op gewezen dat de volksstemmingen in het oude rijksgebied en in het land Oostenrijk, hoewel ze op denzelf den dag gehouden worden en er dezelfde vraag aan ten grondslag ligt, geheel afzonder lijk behandeld worden. Er kan dus geen sprake van zijn, dat de volksstemming in Oostenrijk een onujuist beeld zou geven door deelneming van stemgerechtigden uit het oude rijksgebied. Er zal vóór het geheele Rijks slechts één candidatenlijst zijn. De strijd in het Verre Oosten. Chinccsche tegenaanvallen. PEKING, 21 Maart (D.N.B.) Chineesche te genaanvallen ten Oosten en ten Westen van den spoorweg Tientsin-Poelcau toonen dat de Chmeezen een beslissenden slag willen uitlok ken. Volgens mededeelingen van Japansche zijde hebben de Chineezen tot dit doel aan den Loenghai-spoorweg de volgende troepen massa's geconcentreerd: 16 divisies tusschen Haitsjau en Kweiteh, 20 divisies tusschen Kweiteh en Loyang, en 10 divisies tusschen Loyang en Sianfoe. Al deze divisies zouden echter slechts halve sterkte hebben en het zonder moderne bewapening moeten stellen, terwijl de numeriek veel zwakkere Japansche troepen over alle moderne wapens met inbe grip van zwaar geschut beschikken. HANKAU, 21 Mrt. (D.N.B.) Van Chinee sche zijde wordt over de tegenwoordige posi tie medegedeeld dat Chineesche troepen, welke aanvankelijk voor den Japanschen opmarsch geweken waren, thans de Japansche achter hoede- aanvallen. Bij den strijd om Tehsien is een commandant van een Chineesche divisie en de chef van den staf gevallen. Modern uit geruste Chineesche troepen zijn opgerukt tot bij de stad Tsining. Japansche versterkingen zijn onderweg. Domei verneemt uit Peking, dat Japansche af deelingen uit Lintsjeng reeds in Soetsjaufoe zouden zijn binnengedrongen. Een Chineesche tegenaanval in de provincie Wangwei werd met reusachtige verliezen voor de aanvallers afgeslagen. De Japansche troepen berichten dat zij zich meester hebben gemaakt van Hantsjwang, 25 Mijl ten Noorden van Soetsjau. SAMENWERKING IN ZUID-KENNEMER- LAND TER BEVORDERING VAN VREEMDE- LINGENBEZOEK EN STREEKBELANGEN. HAARLEM Maandag. In Zuid-Kennemerland, dat wil neggen Kennemerland ten Zuiden van het Noord-zee- Kanaal, zal wanneer het initiatief van „Haar- lean's Bloei" verwezenlijkt wordt een nauwe gewestelijke samenwerking tusschen de V. V. V.'s tot stand komen ter bevordering van het vreemdelingenverkeer in Kennemerland en ter behartiging van de Streekbelangen. Zooals Wethouder Van Liemt, voorzitter van .Haarlem's Bloei", reeds met enkele woorden in de Gemeenteraadvergadering bij de behan deling van de begrooting mededeelde, heb ben voorzitter en directeur van deze Stich ting met de' burgemeesters van eenige Zuid- Kennemerlandsche gemeenten, deze gelegen heid reeds besproken en daar warme sympa thie voor het plan ontmoet. Binnenkort zullen de definitieve besprekin gen tusschen de belanghebbenden plaats heb ben en dan kan het plan voor Kennemerland een der mooiste streken uit het Westen van ons land, regelmatig propaganda te maken, worden verwezenlijkt, waarbij alle Kennemer- landsche Gemeenten ten zeerste gebaat zul len zijn. Een cabaretière aan de piano. Mej. Annie Hensen geeft antwoord op de vraag Wat doet U in uw vrijen tijd? Werk in de Haarlemmermeer belemmerd. Landbouwer door den Kanton rechter veroordeeld. Obstructie tegen werkverschaffing zal niet worden geduld, aldus Ambtenaar van het O. M. De Nederlandsche Heidemaatschappij tracht door het uitvoeren van werken de werkloos heid eenigszins te bestrijden. Nu zou men denken dat het uitvoeren van dergelijke werk verschaffingsobjecten de onverdeelde sym pathie van eiken Nederlander zou genieten. Een 28 jarige landbouwer uit den Haarlem mermeer dacht er echter anders over. De Heide Maatschappij had op verzoek van de dijkgraven en de hoogheemraden van de Haarlemmermeer de IJ-tocht laten uitbagge ren. Dit werk werd in gedeelten verricht. Op den IJ-tocht kwamen een vijftal slooten uit die, daar de tocht moest worden drooggelegd, werden afgedamd, De landbouwer was nu be vreesd dat bij eventueel vriezend weer door den hoogen waterstand zijn winterkoren zou bedorven worden. Hij probeerde daarom op 24 Januari om de dammen door te steken doch dit werd hem belemmerd door een op perman die tevens het poldertoestuur verwit tigde. Drie dagen later was de bevreesde land bouwer echter gelukkiger want toen stak hij de dammen van drie slooten door. Bij de vierde werd hij net door een opperman ge snapt die hem de drietand waarmede de man de dammen doorprikte, ontrukte. Het water stroomde nu in de IJ-tocht en het had niet veel gescheeld of het heele werk had stop ge legd moeten worden. Veertig werkloozen waren dan wees naar huis teruggekeerd. Voor deze feiten moest hij thans voor den Haarlemschen kantonrechter terechtstaan. Als eerste getuige in deze zaak werd een opzichter gehoord, die verklaarde dat door een en ander veel ongerief was veroorzaakt. Ambtenaar van het O.M.: Is het inderdaad waar dat bij vriezend weer aan 't Winter koren schade zou worden toegebracht? GetuigeAls er vorst optreedt is dit zeer wel mogelijk, verdachte had dan echter bij het polderbestuur een verzoek tot schadevergoe ding kunnen indienen. Ambtenaar: Is er misschien animositeit on der de landbouwers tegen de tewerkgestelden, omdat deze niet uit de Haarlemmermeer zijn. Getuige: Neen, want de meeste tewerkge stelden zijn werkloozen uit de Haarlemmer meer. Vervolgens werden nog de twee voormannen gehoord die verdachte belemmerd hadden de dijken door te steken. Een getuige a décharge wilde alle schuld op zich nemen docli er kwam alleen vast te staan dat hij meegeholpen had. De ambtenaar van het O.M. mr. Broersen zeide in zijn requisitoir voortaan iedere land bouwer te vervolgen die het werk van dezen werkloozen belemmerd. Wordt er schade geleden, dan is men altijd geneigd om die te vergoeden. Een dergelijke obstructie kan niet worden geduld. Spr. eischte een geldboete van f 20 of 10 dagen. De kantonrechter zeide dat het algemeen belang voor het persoonlijk gaat en veroor deelde verdachte tot f 15 of 10 dagen. BILJARTEN. Barrage tusschen Van Belle en Cote. Uit Lyon: De beslissing in het tournooi om het wereldkampioenschap 712 is nog niet ge vallen. Van Belle, die ongeslagen was, verloor zijn laatste partij van den Franschman Cote, zoodat een barrage hier de beslissing voor den titel moet brengen BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 21 Maart. Bevallen 18 Maart: M. PieterseEijskoot, z.; M. de Zwart—Nierse, z.; 19 Maart: J. C. de Boer—Heeremans, d.; A. S. Le Fèvre—Elf ring, z.; G. VergersLangenberg, z.; 20 Maart: J. Beumer—Veenhuis, d.; E. M. W. Zandbergen. —Gouw, d.; J. G. J. M. van den Haak- Schackman, d.; 21 Maart: E. C. Hoogland- Marehand, d.; E. Valster—de Graaf, d.; J. M. W. Koster—van der Vloot, z. Overleden 18 Maart: S. HogendijkSteen huizen, 69 j.; Hazepaterslaan; 19 Maart: A. v. d. Lande, 81 j., Nieuwe Raamstraat; A. H. A. Bakker, 19 j., Pegasusstraat; 20 Maart: H. C. van der Pols, 60 j., Hazepaterslaan; A. SpitsBronk, 80 j., Kinkerstraat; M. Treur Reijneveld, 58 j., Hazepaterslaan; J. v. d. Pol, 56 j., Hazepaterslaan. Mannen in 'f wit. door HANS DE LA RIVE BOX. ET noodlottige spoorwegongeval in Augustus '35 nabij het viaduct van L. veroorzaakte zelfs op 18 mijl afstand van de plek van de ramp eenige ver warring. Het kwam omdat het Zaterdagavond omstreeks 8 uur was, toen het bericht van het ongeluk telefonisch werd doorgegeven aan het stadsziekenhuis in Bradford. Ik was toe vallig aanwezig, toen dr. Huter de tijding op ving en ik zie hem nog bij het telefoontaf eitje in de portiersloge staan. Slank, ernstig en on bewogen. Hoewel ik toentertijd assistent van professor Guilbert was, legde Hunter onmid- delijk beslag op mij. Ongeveer een kwartier later reden wij met ons zessen naar het station, waar een snelle locomotief en een wagon reeds gereed ston den. Nauwelijks waren de kisten verbandstof- fen en een aantal draagbaren ingeladen of de korte trein vertrok. Terwijl de twee ver pleegsters die ons vergezelden zich in een an der compartiment ophielden, namen wij in de voorste coupé plaats en van uit mijn hoek plaatsje had ik alle gelegenheid de gezichten van mijn metgezellen op mijn gemak te be- studeeren. De stemming was, hoe kon het anders, ge drukt. Wij wisten alleen, dat het ongeluk aan D-trein 48 was overkomen en dat twee wagons in den afgrond waren gestort. Van vier zijden was medische en militaire hulp onderweg'. Er werd gesproken van een dozijn dooden en ruim dertig gewonden. Dr. Hunter zat het verst van mij af, vlak naast de schuifdeur van den doorloop. Terwijl de twee artsen naast hem fluisterend met el kaar spraken en rustig hun sigaar rookten, liet Hunter de minuten passeeren met strak naar buiten te kijken. Er was een diepe plooi in zijn voorhoofd, doch die plooi was er zoo vaak. Hunter was geen vroolijk mensch, zelden kon men hem zien lachen. Ik zelf was nog zeer jong en onervaren. Toch maakte het doel van deze onverwachte reis weinig indruk op mij. al zou het mijn eerste groote ramp worden. Ik geloof, dat ik toen reeds het ware doktersbloed in de aderen had. In elk geval wist ik, dat ik onder alle. omstan digheden mijn kalmte zou bewaren; een ver- eischte trouwens voor den chirurg! Naast mij zaten de jonge dokter White, die met een dochter van den ijzermagnaat Hilman verloofd was en dokter Dekoning, een geboren Hollander, die echter reeds twintig .jaar in Engeland woonde. Zij waren in een luchtig ge sprek gewikkeld. Ik ving woorden als „film" en „bekoorlijk" en „aardig snoetje" op. Het lag voor de hand, dat zij met hun gedachten verre van het ongeluk waren. Maar ook de beide col lega's naast Hunter hadden het over een of ander interessant onderwerp. De oudste van hen, de bekende patholoog-anatoom Raymond glimlachte af en toe en zijn metgezel maakte tot twee keer toe de beweging van geld tellen. En terwijl ik het vijftal bestudeerde ging het door mijn hoofd, hoe wonderlijk dit alles fei telijk was. Hier zaten we met ons zessen en we waren op weg naar een tooneel van af schuwelijke verschrikking. Over enkele minu ten zou de trein stoppen, maar voor hij stil Ja, hsusch, er zijn automobilisten, die hun wagen niet afsluiten als ze hem onbeheerd laten" staan Ideaal, zooietsvoor los- loopende Jongens om zoon auto even te „leenen"' voor "n „vroolijken avond i" En wat erop volgt IPolitie rechtbank Brengt hen niet in verleiding: sluit uw auto af II zou staan, zouden we reeds onze witte jassen aan hebben en de noodzakelijkste instrumen ten hebben uitgezocht. Hét trof mij fel als eén naaldenprik, hoe wonderlijk wij op wat ons wachtte, reageerden. En ik moest bekennen dat ik zelf ook niet, aan wat komen ging, zat te denken. Waren wij anders dan normale stervelingen? Of kwam het misschien omdat wij eenigszins afgestompt waren van ellende en narigheid? Was het wel verklaarbaar, dat deze vier medici op weg naar een ongeluk over geld en films en andere luchtige zaken zaten te keuvelen? Was het voor hen heel gewoon of speelden zij comedie? Ik zou het op dat oogenblik onmogelijk hebben kunnen zeggen. Neen, als ik eerlijk moest zijn, deed hun optreden niet sympathiek aan, hoeveel waar deering ik overigens voor deze collega's voelde. Ik vestigde mijn aandacht weer op Dr. Hun- ter. Tot mijn verbazing sloeg hij onmiddellijk de oogen neer en ik voelde instinctief dat hij me een tijdje had zitten bestudeeren. Tege lijkertijd begreep ik echter ook, dat hij gera den had wat er in mij was omgegaan En alsof hij zich schaamde over het optre den van zijn vier collega's, stond hij plotseling op en verdween in de zijgang. Acht oogen vestigden zich op de deurope ning, waardoor hij zich laad verwijderd. Toen keken ze elkaar aan en zwegen een moment. Maar toen Hunter even later onze coupé pas seerde met de handen op den rug gevouwen en het hoofd van ons afgewend, hervatten zij hun gesprek, alsof dit kleine incident van geen beteekenis was. De trein begon vaart te minderen. Ik stond op en begaf mij naar de verpleegsters, die reeds ijverig bezig waren met de verschillende toebereidselen voor onze komende taak. Dr. Hunter stond aan het eind van de gang. Hij stond doodstil en tuurde in gedachten ver zonken naar buiten. „Dr. Hunter heeft geen haast", merkte ik glimlachend op. terwijl ik mijn witte jas uit vouwde. Een der verpleegsters richtte zich op en keek mij onderzoekend aan. Toen sloot zij, alsof zij vermoeid was, de oogen. „Zijn zoon zou met D-trein 48 thuis komen vanavond", antwoordde ze met stil verwijt in haar stem. (Nadruk verboden. Auteursrechten voorbehouden) Vincent van Gogh. Brieven aan A. G. A. Ridder van Rap- pard. 234 pag. A dam, Wereld- biblotheek. De briefwisseling die er in de jaren 1881 tot 85 tusschen de beide schilders Vincent van Gogh en A. G. A. van Rappard gevoerd is, ligt thans,, voor zoover het de epistels door Van Gogh geschreven betreft door de W.B. keurig uitgegeven en van illustraties voor zien, voor ons. Eis is slechts één brief van Van Rappard bij opgenomen en wel die, welke aanleiding werd tot een sterk verkoelde verhouding tus schen beide artisten in den zomer van '85, verhouding, die, al werd het misverstand ook bijgelegd, toch niet meer in den ouden plooi gebracht zou worden. Die enkele brief doet echter wel eenigszins het gemis voelen dat wij vaak ook bij de lezing van Vincent's brie ven aan zijn broer Theo (in drie deelen even eens bij de W.B. verschenen) ondervonden: namelijk het ontbreken van de geschriften, waarop Vincent antwoordt. Al wordt door de belangrijkheid van de positie die de schilder Van Gogh later zou innemen de belangstel ling voor diens uitingen niet ontkend, niet steeds, doch vaak zou men ook de geschriften willen kennen, waarop hij reageert. De brieven aan Van Rappard zijn in die ja- ren deels uit Den Haag, deels uit Nunen aan den Utrechtsehen schilder ge richt, die ook in het Haarlemsche kunstleven een verschijning geweest is, doordat hij eenige jaren op Linneveld aan de Jan Gijzenvaart te Santpoort gewoond heeft en ook lid was van Kunst Zij Ons Doel te Haarlem. Van Rappard was daar in Santpoort vriend en buurman van L. W. R. Wenckebach en in. Van Gogh's brieven wordt die naam ook her haaldelijk genoemd. De thans gepubliceerde brieven zijn vele jaren in het bezit gebleven van Johan de Meester, wien Van Rappard ze bij zijn dood vermaakt had. Tragisch was wel hqt sterven van Johan de Meester zelf,, eenige oogienblik- ken nadat hij te Utrecht een tentoonstelling van de werken van zijn jeugdvriend Van Rappard niet een rede, vol herinnering aan die vriendschap, geopend had. Als ik mij niet bedrieg heeft ook Plasschaert al eens enkele dier brieven herdrukt in één dier kleine kunsttijdschriftjes die hij een dertig jaar geleden placht uit te geven (met e:en rooden eekhoorn op den omslag, getee- kend door Thorn Prikker). Maar nu liggen ze dan in hun geheel voor ons, terwijl er al zelfs een Amerikaansche ver taling van versohenen is. Uit den aard der zaak correspondeert veel in deze brieven met uitlatingen van Vincent, tot Theo gericht. Ze zijn er niet minder belangwekkend om, want juist al die brieven uit Van Gogh's Holland sche jaren geven een kijk op hemzelf niet al leen, maar ook op de kunstwereld en de kunstbeschouwing van die dagen, waartegen hij voelde te moeten ageeren. Hij is koppig en eenzijdig voor zichzelf maar door alles heen een „goed" mensch. Hij uit zoo nu en dan een vurige bewondering voor kunstenaars en kunstwerken, die ons thans een beetje onbe grijpelijk voorkomt en schrijft geen zin die onberispelijk is, wat stijl en vorm betreft. Maar hij is een gepassioneerde, zich nog vol maakt onbewust van de grootheid die hem na jaren zal worden toegemeten en volmaakt eerlijk in het een zoowel als in het ander. Als hij in de strubbeling met Van Rappard dezen toevoegt dat diens vriendschap altijd „erg droog" is geweest klinkt dat niet prettig na al de hartelijkheden, die hij hem jaren lang heeft geschreven en bewijst hij slechts, meer in zijn wiek geschoten te zijn dan hij wil doen voorkomen. En dan wil het ons wel toeschij nen dat zijn sympathie voor Van Rappard in hoofdzaak berustte op het feit, dat hij in dezen een medestander zag in de voorkeur voor bepaalde onderwerpen ter uitbeelding en niet zoozeer in de gelijksoortige begaafdheid. Vincent vindt het prettig als Rappard ar beiders, arbeid, armoe en ellende in zijn be langstelling betrekt, maar wanneer wij ons voor oogen halen wat- Van Rappard maakte van zijn steenbakkerijen en katoenfabrieken en wat v. Gogh in eenzelfde jaar maakte van zijn weesmannen, ellende-vrouwtjes en achter buurtjes, dan zal de afstand tusschen beide kunstenaars ons even groot voorkomen als die welke er tusschen Vincent en de andere Ha genaars bestond. Van Gogh, een vreemde kos mos op zichzelfVan Rappard, een klein sterretje aan een fonkelend firmament dat was ook toen al de feitelijke verhouding. Eén ding neemt in deze brieven veel plaats in beslag en is zeer interessant voor hem, die het kunstleven van een halve eeuw geleden bestudeert. Het is Vincent's voorliefde voor de groote houtgraveurs en illustrators uit die dagen. Vooral uit de Engelsche weekbladen als Graphic, London News, etc. uit die jaren voor 1880 en den eigen tijd verzamelt hij prenten, ruilt die, als hij ze dubbel heeft, met v. Rappard en deze doet hetzelfde. Namen die het groote publiek thans niets meer zeggen, herleven bij bosjes in deze brieven, die met een jongensachtig enthousiasme de nieuwe aanwinsten vermelden, voor enkele stuivers op de markt gekocht en graeieuselijk den vriend als ruilobject of geschenk aangeboden. Alleen reeds als introductie in deze materie zijn Van Gogh's brieven de moeite waard, al blijven wij soms even verbaasd stilstaan bij het enthousiastme voor deze kunstsoort bij den kunstenaar, die later een „sterrenacht aan de Rhone" of het portret van den Père Tanguy zou schilderen. Vincent heeft er zelfs van gedroomd, zelf voor die Engelsche bladen te mogen teekenen! Hoe bijzonder blijft de loop der dingen! Wat zat er achter dat enthousiasme? Was het onwillekeurig juist „dat wat je niet hebt" of is in die hevige bewondering juist veel van het latere, het overweldigende al in kiem aanwezig? Al zou door dezen brievenuitgaaf slechts onze aan dacht naar dat curieuse punt in Vincent's ontwikkeling gericht zijn, dan zou de lectuur ervan reeds loonend geweest zijn. In de Van Gogh-litteratuur kan ze niet meer gemist worden. J. H. DE BOIS. Brand in het Naalden veld. HAARLEM Maandag. Zondagmorgen werd de brandweer gealar meerd voor een boschbrand in het Naalden- denveld te Bentveld. In den kortst mogelijken tijd was zij met de auto en het noodige ma teriaal ter plaatse. De onderbrandmeester te Bentveld, de heer Korstenbroek, had intus- sehen reeds de noodige maatregelen getrof fen, waardoor het mogelijk was den brand tot een minimum te beperken. Ondanks het snelle ingrijpen van de brandweer is de schade toch nog vrij aanzienlijk. De oorzaak van den brand is onbekend. Vermoedelijk is hij ontstaan door een achte loos weggeworpen sigaret. Ook is het niet uitgesloten, dat de brand ontstaan is. door het spelen van jongens met een vergrootglas, dat zij als „brandglas" gebruiken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8