ZONDERLINGE LEVENS
De K. L. M.
weer wijder
slaat haar vleugels
uit.
JOHN LAW.
Zomerdienstregeling.
BURGERLIJKE STAND
De millioenenfoovenaar.
Kom springt op klompen en op schoenen
Want elk wordt rijk in Quincampoix.
Hij zwetst nu niet als van miljoenen.
Die korts moest slapen in het strooy.
ZOO berijmde onze stadgenoot, de blij
speldichter Pieter Langendijk, den
dans om het gouden kalf waarin de
vloedgolf van aandeelen en bank
papier de Franschen had meegesleurd. En.
overdrijven deed hij waarlijk niet. 't Was „een
goud eeuw voor de snyers" waarin menig kalis
een heer werd en de oude meiden kregen
vryers, niet om de ketel: maar het smeer'.
Holland bleef er ook niet vrij van: het had
in 1637 al z'n tulpenspeculatie beleefd, z'n
eerste „bubbel" die, zooals zeepbellen plegen
te doen, een fata morgana van kleurenweelde
spiegelde en dan uitéénspatte. Het kende de
John Laio,
loterij-leeningen van menige stad, waarop de
speelzuchtige burgers hun goklust konden
botvieren. Maar de „windhandel" beleefde
eerstgouden dagen in het jaar van razernij
1720, toen in de Fransche hoofdstad de rue
Quincampoix het tooneel werd van de dolzin
nigste speculatie woede. Uit alle Europeesche
landen kwamen de speculanten toegestroomd:
prinsen en straatslijpers, officieren en lakeien,
dichters en prelaten ijlden naar Parijs om aan
de beurs van Quincampoix hun aandeel te
veroveren in de millioenen-schatten. die het
credietsysteem van John Law over Frankrijk
uitstrooide. De tarieven van de diligences, die
de vreemdelingen uit alle windstreken aan
voerden, stegen met den dag en de logemen
ten konden, ondanks de fabelachtige verblijf
kosten die men durfde in rekening brengen,
de gasten nauwelijks herbergen. De „geld
gieren" puilden de beurs uit en de handel werd
dan ook grootendeels op straat gedreven. De
zon stond nog niet aan den hemel of het lieve
leven begon: één koortsachtig sjacheren in
millioenen, één roes van wilde speculatie, alsof
het menschelijk geluk er te koop was. Eerst
tegen den avond werd de straat afgesloten om
aan de omwonenden tenminste tijdens de
nachtelijke uren rust tê verschaffen.
Daar in de „Rue" werd men bij toover-
slag rijk: een kruideniersvrouw, Mme Cha-
meret, die naar Parijs was gekomen om er een
proces te voeren, raakt in de Rue verzeild en
verwerft er in een handomdraaien een vermo
gen van 100 millioen, waarmee zij zich in
Ivry-sur-Seine als een vorstin installeert en
sindsdien tot de grandes-dames van Frankrijk
behoort. Een bultenaar komt op de idee om
z'n bochel als lessenaar te verhuren en bin
nen korten tijd heeft hij twee en een halve
ton vergaard. En de adel laat zich al evenmin
onbetuigd: de Hertog van Bourbon ziet kans,
aan zijn bezit een 60 millioen toe te voegen.
Ja. zoo ging het in de Rue Quincampoix toe!
Het zijn sterke beenen, die de weelde kun
nen dragen: roof en moord zijn aan de orde
van den dag. De Graaf van Hom werd, om
een enkel voorbeeld te noemen, ondanks, on
danks de smeekbeden van Madame de Para-
bère, de maitresse van Frankrijk's Regent den
Hertog van Orléans, geradbraakt wegens
moord, op den openbaren weg gepleegd. Wel
vertelde men, dat de veroordeeling veeleer een
persoonlijke wraakneming van den Regent was.
die den knappen Graaf van Horn had aange
troffen, toen deze Madame de Parabère om
helsde. En daarbij kwam nog, dat Frankrijk's
eerste minister Dubois en John Law, wiens
credietsysteem juist als financieel panacé in
gebreke begon te blijven, den papieren schijn-
rijkdom meenden te kunnen bestendigen door
tegen de uitwassen ervan krachtdadig op te
treden. Maar hoe dan ook, de Graaf van Horn
en mét hem vele lotgenoten, kwam niet levend
uit de handen van den Parijsehen scherp
rechter. Sanson.
De weeldezucht ging alle perken te buiten:
overal verrezen paleizen en, zoo als de Gebroe
ders de Goncourt schreven, uit de heffe des
volks traden de grandes dames naar voren,
die de wereld betooveren en als galante
modekoninginnen beheerschen zouden." De
Parijsche modehuizen waren uitverkocht en de
salons der „nieuwe rijken" prijkten met een
overdaad van zilveren en gouden snuisterijen
en deden in praal niet onder voor de vorste
lijke paleizen. Wie gisteren nog in lompen ging
vertoonde zich vandaag met een tooisel van
de kostbaarste borduursels; geen spijs was
duur genoeg, geen juweel te prijzig.
„Het Groot Tafereel der Dwaasheid".
De spotprenten en rijmen, in het „Groot
Tafereel der Dwaasheit" verzameld, overdre
ven misschien wel in hun felle geeseling van
den windhandel der „actionisten", die „fraay
den beest speelden op de Amsterdamsche
beurs en in het Fransche koffyhuis in de Kal-
verstraat", maar onverdiend was de hekeling
niet.
Wil dees negotie noge wat duuren
Ik wed' er in de gansche stadt
Geen meid of knecht zich zal verhuuren
Want ieder droomt van grooter schat
Zoo oordeelde Langendijk, die de rampzalige
gevolgen van Law's milliardendroom niet on
aardig karakteriseerde met z'n historisch ge
worden strophe:
maar nu regeert een geest van zulk een
zotternij
die al wat zot was streeft in zottigheid
voorbij
een kenschets die trouwens op méér dan één
tijdvak van de geschiedenis der menschheid
van toepassing is
TOHN LAW, al even idealistisch als geniaal,
had het zóó niet gedroomd noch gewild.
Het mag zijn dat een zekere drang tot het
avontuurlijke hem in het bloed zat en de
speelzucht hem bijna een tweede natuur was,
een charlatan was hij allerminst.
In Schotland was hij in 1671 geboren als
zoon van een gefortuneerd bankier en goud
smid. Van jongsaf had hij blijk gegeven van
een bijzondere begaafdheid, vooral in de wis
kunde. Hoewel van huis-uit rijk men be
weerde zelfs dat hij meermalen millionnair
was leefde hij uiterst sober en terugge
trokken. Alleen in het spel was hij z'n harts
tochten niet meester, zooals hij tijdens zijn
Londensch verblijf bewees, toen hij z'n halve
vermogen aan Fortuna offerde. Of hij het
kaartspel naar de regelen der kunst beoefende
dan wel, als eens de beruchte Riccaut de la
Marlinières, het geluk een handje hielp, is niet
met zekerheid te zeggen.
Law's afscheid van Engeland was even plot
seling als romantisch van oorzaak: hij had
terwille van het kaartspel de liefde niet ver
geten en het ongeluk gehad, een medemin
naar te treffen, die het amoreuze avontuur
niet minder ernstig nam dan hijzelf. Een duel
was onvermijdelijk. John Law doodde z'n te
genstander en nam de wijk naar Schotland,
z'n geboorteland.
Jarenlang had hij zich verdiept in de studie
van het geldwezen; hij ging, naar men zei,
met boeken over het monetaire probleem naar
bed en stond er mee op; hij had dan ook het
Hollandsche en Engelsche geldstelsel terdege
bestudeerd, toen hij het Parlement in Edin-
burg een volledig uitgewerkt plan voor een
hypotheekbank voorlegde, met behulp waar
van aan het economisch leven nieuwe sappen
zouden kunnen worden toegevoerd. Maar
Law was z'n tijd te ver vooruit, men begreep
hem niet, men hield hem voor een avonturier,
een gelukzoeker, wien het om eigen voordeel
te doen was. Zeker, hij stond bekend als ster
renwichelaar en horoscooptrekker, zelfs ais
alchemist. Men wist verhalen te vertellen van
z'n speelzucht, die den „projectenmaker" nu
niet bepaald in een gunstig daglicht stelden.
Het parlement dacht er dan ook niet aan, de
uitvoering van Law's plannen ernstig in over
weging te nemen.
Een, twee, drie-klaveraas.
npOEN Schotland met Engeland werd ver-
JL eenigd, was er voor Law geen plaats meer
in zijn geboorteland. Zeven jaar lang zwerft
hij door Europa, van Venetië naar Genua en
Turijn, vandaar naar Florence en Rome, ja
zelfs naar Weenen, met het kaartspel in zijn
onderhoud voorziend. Omstreeks 1707, nadat
hij in den salon van Madame Duclos, de
maitresse van den lateren Regent, van zich
had doen spreken, zette Parijs hem als onge-
wenschten vreemdeling buiten z'n poorten.
Nog geen tien jaar later zou hij een der mach
tigste mannen van Frankrijk zijn, wiens naam
tot in dé verste hoeken van Europa werd ge
noemd als die van een milliardengoochelaar:
Law de man die, zooals een bekende spot
prent hem afbeeldde, het gouden kalf opblies
met een blaasbalg.
Law droomde. Hij had Frankrijk verlaten,
dat aan den rand des afgromds stond; hij had
er een armoede gezien waarvan hij nauwelijks
het bestaan vermoedde; hij had den woeker,
die parasiteerde op de uitgemergelde inkomens
der burgerij leeren verafschuwen. De stan
dentegenstellingen teekenden zich met het
jaar scherper af, terwijl het hof in schrijnende
onbezorgdheid en frivoliteit feestte. De belas
tingdruk was allengs ondragelijk geworden en
de hertog van Orléans, Regent van den vijf
jarigen Koning Lodewijk XV, scheen er niet
de man naar, Frankrijk uit den poel van el
lende op te beuren. En tóch moest dat,
meende Law, mogelijk zijn; tóch moest het
economisch leven op gang gebracht kunnen
worden en de goederenrijkdom binnen het be
reik van alle menschenkinderen gebracht
kunnen worden.
Law had zijn credietsysteem, geniaal uit
gewerkt, den Regent voorgelegd. Het was om
streeks 1716, dat de Hertog van Orléans hem
met alle voorkomendheid ontving en aan
hoorde. Neen, het was niet Beëlzebub, dien
de Duivel een zwendelplan in het oor gefluis
terd had, zooals men wel beweerde. Die man,
die Law, was een idealist,'die geloofde in zijn
Utopia en met ongeduld de beslissing van den
Regent, waarvan naar hij meende, Frankrijks
toekomst afhing, afwachtte. Men had het
Fransche staatshoofd nadrukkelijk gewaar
schuwd tegen den „alchemist" en gelukzoeker
Law.
Niettemin verleende de Regent bij decreet
van 1716 aan John Law het privilege tot de
oprichting van de Banque générale.
Verrasend snel groeide Law's aanzien en
macht. In 1717 werd de Mississippi Co. opge
richt ter exploitatie van Louisiana. Fraai was
de uitvoering, die de Regeering aan Law's ko
loniaal plan gaf, allesbehalve. Het gebied werd
bevolkt met misdadigers en lichtekooien, ter
wijl men evenmin voor menschenroof en ge
welddadige emigratie terugschrok. Twee jaren
later had de Campagnie al de Fransche O.
Indische Cornp. en de Senegal-Maatschappij
opgeslokt, het tabaksmonopolie en het miunt-
regaal verkregen, en de pacht der belastingen
verworven, kortom ze was bijna een staat in
den staat geworden. De tegenstanders van
Law, een Samuel Bernard, de bankier van
Lodewijk XIV, de vier gebroeders Paris, zonen
van een herbergier, die „den Schotschen
goochelaar" heftig beconcurreerden, mochten
zich nog zoozeer roeren, in 1718 was de Banque
générale verheven tot Koninklijke Bank en
niet lang daarna zette de hausse in, de
grootste zwendel, dien de achttiende eeuw
gekend heeft. Law was controleur-generaal
der financiën geworden; zijn invloed was
duidelijk merkbaar: de verbetering van het
wegennet werd ter hand genomen, den arbei
ders het recht gegeven zich vrijelijk te ver
plaatsen, het hooger onderwijs werd kosteloos
opengesteld en zelfs waren plannen in voor
bereiding, aan adel en gestelij kheid het pri-
vilge vaar belastingvrijdom te ontnemen.
Het wonder van Quincampoix.
IP N tóch was het oogeniblik niet ver meer
■™-i waarop de catastrophe, bedriegelijk voor
afgegaan door een vloedgolf van schijnweelde,
over Frankrijk zou komen en tot voorteeken
zou worden van de groote omwenteling, die
historisch onafwendbaar zou blijken.
De „twee-honderd dagen vanLaw" hadden
een aanvang genomen; over de rue Quin
campoix was de roes gekomen, die, zooals
Voltaire het uitdrukte, „Law door de alge-
heele dronkenschap, benevelen zou. 't Systeem
van Law had z'n stroom van actiën en bank
papier- over Frankrijk uitgestort, de specula
tiewoede was ten top gestegen. Wat rijk was
waagde z'n geld, wat in armoede leefde ijlde
naar de „Rue" om z'n geluk te beproeven:
och, de geldhonger was algemeen: „Gij weet",
spotte Langendijk, „dat een zot terstond veel
zotten broeyt, de gekken worden rijk".
Te midden van dien zottendans om het gou
den kalf stond Law, de uitvinder van de in
flatie, zooals men hem wel en niet gansch te
recht, noemde, als matig bemiddeld man;
zeker, hij bezat millioenen, hij beschikte over
19 heerlijkheden, over grond en huizen, over
aandeelen en contanten. Maar wat beteekende
dat in dien tijd? Bescheiden was zijn rijkdom De nieuive vogel in het K.L.M.-nest, de Loclc.
de bankier Le Blanc was milliardair; André,
een aan lager wal geraakt leerlooierszoon toen
hij in de Rue belandde, kon zich erop beroe-
men, dertig millioen „verdiend" te hebben, die
hij in allerijl in Engelsche ponden omzette.
Hét duurde niet lang, of de vlucht in de
goederen werd algemeen. De regeering mocht
den handel in paarlen en diamanten, in gou
den en zilveren voorwerpen verbieden, ja zelfs
een decreet uitvaardigen, dat het particulier
bezit aan metaalgeld beperkte tot een bedrag
van 500 ponden het einde der twee-honderd
dagen was gekomen, de weeldedroom ten einde
gedroomd. Zelfs een gedwongen koers kan een
débacle niet meer voorkomen; in tegendeel:
het publiek weigerde papiergeld aan te nemen,
de Beurs van Quincampoix werd gesloten, na
zeven maanden lang den geldhonger gevoed
te hebben.
Het spel was uit Law, van al zijn functies
ontheven en uit het Fransche koninkrijk ver
bannen, moet overhaast de vlucht nemen. De
karos van de Markiezin de Prie, minnares van
den Hertog van Bourbon, brengt hem tot aan
de landgrens, die hij mot een valsche pas
overschrijdt. Law heeft uitgediend; niemand
bekommert zich meer om hem.
Achthonderd gouden Fransche ponden, een
ring ter waarde van 400.000 ponden en 5 mil
lioen aan bankpapier bedroeg het vermogen
waarmede de vluchteling' in Brussel aan
kwam. Toen hij acht jaar later, in 1729, te
Venetië op zijn ziekbed lag, waarvan hij niet
meer zou opstaan, was er in zijn woning geen
hout meer te vinden, om de kachel aan te
maken. Zoo eindigde het avontuurlijke leven
van den Schotschen edelman, uitvinder en
utopist, eens raadgever des Konings, lid der
Fransche Academie van wetenschappen, op
richter der eerste Fransche circulatiebank,
controleur-generaal van financiën: John Law
de Lauriston.
C. J. E. DINAUX.
Een nieuwe vogel in het vliegtuignest;
de Lockheed Super Electra.
(Van onzen redacteur)
De zomerdienstregeling van het Europeesche
luchtverkeer der K.L.M. gaat 27 Maart a.s. in
en omvat acht dagelijksche verbindingen van
Nederland met Londen, drie met Parijs, drie
met Berlijn, drie met Scandinavië, twee met
Praag. Weenen en Boedapest, en telkens één
met Italië, Midden-Engeland en Hamburg,
terwijl ook de nachtpostdienst naar Keulen
onderhouden wordt. Over het algemeen kan
men zeggen, dat men dezen zomer twintig
minuten sneller reist naar de meeste Euro
peesche hoofdsteden.
Deze zomer worden vijf binnenlandsche
luchtverbindingen onderhouden, en wel: Am
sterdamRotterdamHaamstedeVlissingen
KnockeAmsterdamRotterdamEindho
ven AmsterdamLeeuwardenGroningen
AmsterdamTwenteAmsterdamTexel.
Op 29 Maart treedt de zomerdienstregeling
voor den AmsterdamBatavia dienst weer in
werking. De route leidt dan over Halle/Leipzig
en Boedapest, zoodat dus voorloopig Marseille
en Napels als tusschenstations komen te ver
vallen. De uitreis wordt weer van 6V2 op 5]/2
dag gebracht door deze kortere route over
Europeesch gebied. Het dienstschenia voor de
thuisreis blijft onveranderd wat den tijdsduur
betreft, dus 53/2 dag. De eenige wijziging is,
dat de thuiskomende vliegtuigen aan het einde
van den vierden dag te Basra in plaats van
te Bagdad blijven.
De luchtlijnen naar het buitenland.
Dezen zomer leiden van de acht diensten
die met Londen-onderhouden worden er uit
gaand vijf over Rotterdam en thuiskomend
vier.
De luchtverbinding met Italië welke dezen
zomer weer door de K.L.M. in samenwerking
met de Deutsche Lufthansa en de Italiaansche
maatschappij Avio Linee Italiane wordt on
derhouden, heeft een verandering in de route
ondergaan. De route werd over de Maasstad
verlegd uitsluitend met het oog op het verkeer
met Londen.
Het aantal dagelijksche luchtverbindingen
met Parijs is op drie teruggebracht.
In het BerlijnAmsterdam verkeer zal dezen
zomer zeer snel materiaal worden ingezet; de
K.L.M. brengt de DC-3 naar Tempelhof.
De nachtpostdienst AmsterdamRotter
damKeulen wordt het geheele jaar door on
derhouden.
De Blauwe Donau Expres zal dit jaar èn
door de K.L.M, èn door de C.L.S. met Douglas
DC-3 vliegtuigen worden onderhouden. De Ne
derlanders en de Tsjechen vliegen de lijn één
maal per dag-om en om tot 15 Mei; van dien
datum af zijn er twee diensten per dag; één
van de K.L.M. (ook op Zondag) en één van de
C.L.S.
Met ingang van 27 Juni heropent de K.L.M.
haar éénmaal-daagschen dienst naar Midden-
Engeland Amsterdam—DoncasterManches
terLiverpool.
Nieuw materiaal op de binnen
landsche lijnen.
Wat de binnenlandsche luchtlijnen betreft
zal Leeuwarden gedurende drie maanden in
het verkeer worden opgenomen,
Men kan in het algemeen zeggen, dat de ta
rieven op alle lijnen zijn verlaagd en op onge
veer één hoogte gebracht met de tarieven
van de 2de kl. trein.
Een van de belangrijkste feiten van de
zomerdienstregeling binnenland is, dat het ge
heele net met het modernste metalen mate-
•ieel wordt gevlogen.
De Douglas DC-2 en de Lockheed Super
Electra zijn standaardvliegtuigen geworden
voor het binnenlandsch luchtverkeer.
De Lockheed Super Elecfra.
De nieuwe Lockheed Super Electra, die pas
sagiers kan vervoeren, is een twee-motorige,
geheel vrij dragende ééndekker en heeft een
spanwijdte van 19.95 M.; de lengte is 13.40 M.
en de hoogte bedraagt, wanneer het vliegtuig
op den grond staat, 3.50 M. Het vleugelopper
vlak bedraagt in totaal 51.2 M2.
Het is een middendekker, -d.w.z. de vleugel is
niet aan de onderzijde van den romp aange
bracht, doch hooger. Hierdoor wordt o.a. aan
cle onderzijde van den romp een ruimte toe
gankelijk, die als vrachtruim is benut, zoodat
het boven 111 den vleugel gelegen rompgedeelte
geheel ter beschikking van stuurhut en passa-
gierscabine gehouden kon worden.
De totaal-inhoud van de vrachtruimen, in
clusief het vrachtruim, dat in den rompneus
vóór de piloten-cockpit is aangebracht, be
draagt ca. 5.5 M3.
De Lockheed Super Electra is uitgerust met
2 Wright Cyclone motoren, evenals de Douglas
DC-2 vliegtuigen. Deze motoren mogen in den
start gedurende één minuut elk een startver-
mogen van 875 P.K. leveren, terwijl op volgas
hoogte (1770 M.) gedurende langeren tijd een
vermogen van 750 P.K. geleverd mag worden.
Bij dit vermogen per motor en op deze hoogte
bedraagt de maximum snelheid van het vlieg
tuig omstreeks 400 K.M. per uur. Hierbij wor
den de motoren dan ongeveer op 60% van hun
vermogen belast, zoodat elke motor 450 P.K.
levert. Onder deze omstandigheden bedraagt
de snelheid op zee-niveau omstreeks 300 K.M.
per uur, terwijl op een hoogte van 3000 M. een
kruissnelheid van ongeveer 325 K.M. per uur
kan worden behaald.
Ter vermindering van den landingsuitloop
en 0111 steil inzweven van een vliegveld mo
gelijk te maken, zijn de moderne vliegtuigen
voorzien van landingsklappen. Deze bevin-
600.000 passagiers vervoerd.
Bij den ingang van den zomerdienst van
het jaar 1938 heeft de K.L.M. 50 millioen KM.
in haar geregeld lijnverkeer afgelegd en daar
bij ruim 600.000 passagiers vervoerd.Sedert
de oprichting van de maatschappij zijn
voorts 13 millioen K.G. vracht en bijna 3
millioen K.G. post vervoerd.
De bedrijfsresultaten over het jaar 1937
wijzen een vermeerdering aan van 6000 pas
sagiers 111 vergelijking' met 1936, van ruim
150.000 K.G. vracht en bijna 200.000 K.G.
post.
De vervoersresultaten op de Amsterdam-
Batavia route mogen tot voldoening stem
men. De grootste stijging vertoonde het post
vervoer met 65% pet., terwijl het passagiers
vervoer met 41.3 pet. toenam en het goederen
vervoer met 44.3 pet.
Hef aanfal toestellen.
De K.L.M. zal dit jaar beschikken over 18
Douglas-vliegtuigen van het type DC-3, waar
van 11 op de Amsterdam—Batavia route in
dienst zijn en zeven voor het verkeer binnen
de Europeesche grenzen gebruikt worden. De
12 DC-2 toestelen blijven eveneens op de
Europeesche en binnenlandsche lijnen vlie
gen. terwijl de drie nieuwe Lockheed vlieg
tuigen in dienst worden gesteld op de lucht
verbinding met Midden Engeland en op het:
binnenlandsche net.
„De Zilveren vloot vliegt uit."
De K.L.M. kan zich. verheugen in het bezit
van een uiterst moderne, snelle en geriefelijke
vloot, de grootste en de fraaiste, waarmede
ooit het zomerprogramnia van de Nederland-
sche burgerluchtvaart werd uitgevoerd. Als
symbool hiervan zullen, onder het motto „De
zilveren vloot vliegt uit", vijf Douglas-vlieg
tuigen op Zondag 27 Maart het luchtruim
kiezen om van Schiphol in groepsverband
een rondvlucht te maken over de provincies
Noord- en Zuid-Holland en Utrecht.
Op het oogenblik heeft de K.L.M. 69 vlieg
tuigbestuurders in vasten dienst, 42 boord
werktuigkundigen. 45 radiotelegrafisten, 20
stewards en 15 stewardessen, terwijl nog 8
stewardessen in opeidingzijn. Van de 69 vlieg
tuigbestuurders zijn 26 aangesteld als gezag
voerder op de AmsterdamBatavia-route,
waaronder 18 luchtmillionnairs.
Meer dan 10.000 vlieguren hebben de ge
zagvoerders Smirnoff, Frijns, Tepas, Hon-
Een overzicht van de luchtlijnen in Europa, die de K.L.M
exploiteeren.
in haar zomerdienstregeling zal
den zich onder aan den vleugelachterkant
en worden bij de landingsmanoeuvre omlaag
gedraaid, waardoor de weerstand sterk wordt
vergroot met het gewenschte resultaat.
Interprovinciale routes.
Het materieel bestaat uit Douglas DC-2
vliegtuigen.
Op 15 Mei wordt de luchtverbinding Am
sterdamGroningen heropend met een dub-
beldaagschen dienst in beide richtingen,
welke alleen op werkdagen wordt uitgevoerd.
Op 1 Juli wordt de dienst op Groningen
uitgebreid tot een viermaal daagsche verbin
ding, daar op dezen datum de lijnen Am
sterdam—Leeuwarden'Groningen (twee
maal per dag) in exploitatie komen, 11I. één
dienst omstreeks het middaguur en één
avonddienst.
De Lockheed Super Electra zal voor deze
lijn het materieel zijn, terwijl ook nog DC-2
zullen worden gebruikt
De Twente-lijn wordt eveneens op 15 Mei
heropend. Thans wordt een middagdienst en
een avonddienst in beide richtingen uitge
voerd.
De Douglas DC-2 wordt op deze lijn inge
zet.
De Eindhoven-lijn komt reeds op 28 Maart
in exploitatie.
Als materieel zal ook de Douglas DC-2 wor
den gebruikt.
De Texel-lïjn, de jonge aanwinst van het
binnenlandsch luchtnet, zal ook dit jaar wor
den uitgevoerd, en wel met ingang van 15
Mei. De Lockheed Super Electra, welke ook
op deze lijn zal worden ingezet, verkort den
vliegduur tot 25 minuten.
vergeleken met dien van dé nouveau* riches:
luchtlijnen ingezet zal ivorden.
heed Super Electradie op de binnenlandsche
dong, Van Dijk, Sillevis, Duimelaar, Geysen-
dorffer en Scholte Meer dan 30 Indië-vluch-
ten maakten de vijf eerstgenoemden.
Plannen om het kantoor te
Den Haag te verplaatsen.
Voor den bouw van een nieuw K.L.M.-kan-
toor te Den Haag, dat door den groei der
maatschappij noodzakelijk geworden is, heeft
de directie het oog laten vallen op het ter
rein bij hotel De Witte Brug, waarop momen
teel de batterijen staan.
Men verkeert thans in afwachting van de
beslissingen van het Haagsche Gemeente
bestuur t.a.v. dit voornemen. Het is de be
doeling dat het passagekantoor aan den
Hofweg voorloopig blijft.
De financièele perspectieven*
Ondanks het feit, dat 1937 een moeilijk
jaar was, waarin de KX.M. had te kampen
met veel tegenslagen, waarin veel nieuw ma
teriaal werd aangeschaft en waarin men den.
Indië-dienst had. uitgebreid tot driemaal per
week, was men uitgekomen met het regeerings
subsidie van f 547.000 en wel met een zeer
redelijke afschrijving op het materiaal.
Het jaar 1938 zag er echter minder vroolijk
uit.
De Indiëdienst had verleden jaar f 1.800.000
opgebracht, alleen uit het passagiers- en
goederenvervoer. Om de kosten van de uit
breiding te dekken, moet deze opbrengst in
1938 stijgen tot f 2.300.000.
De omzet moet zich dus met een millioen
uitbreiden.
HAARLEM, 22 Maart.
Bevallen 18 Maart: C. M. H. ReineokeFrans-
sen, z.; 20 Maart: M. van VlijmenVerwen,
d.; 21 Maart: C. J. VlugWesterman, cL.* P„
J. F. Schoonhoffvan de Bilt. d.; 22 Maart:
J. E. Klooster—Bosch, z.; A. Kuitert—Wielen-
ga, d.; E. E. Zonneveld—van. Dijk, z.;
Overleden 21 Maart: L. W. F. Kanne—Poort
79 j., v. Riebeecklaan; W. I-I, Rinkema, 19 i'
Huzepaterslaan; A. M. M, den Tie ter, 34 i„.
Verapronckwea-