ZONDERLINGE LEVENS De K. L. M. weer wijder slaat haar vleugels uit. JOHN LAW. Zomerdienstregeling. BURGERLIJKE STAND De millioenenfoovenaar. Kom springt op klompen en op schoenen Want elk wordt rijk in Quincampoix. Hij zwetst nu niet als van miljoenen. Die korts moest slapen in het strooy. ZOO berijmde onze stadgenoot, de blij speldichter Pieter Langendijk, den dans om het gouden kalf waarin de vloedgolf van aandeelen en bank papier de Franschen had meegesleurd. En. overdrijven deed hij waarlijk niet. 't Was „een goud eeuw voor de snyers" waarin menig kalis een heer werd en de oude meiden kregen vryers, niet om de ketel: maar het smeer'. Holland bleef er ook niet vrij van: het had in 1637 al z'n tulpenspeculatie beleefd, z'n eerste „bubbel" die, zooals zeepbellen plegen te doen, een fata morgana van kleurenweelde spiegelde en dan uitéénspatte. Het kende de John Laio, loterij-leeningen van menige stad, waarop de speelzuchtige burgers hun goklust konden botvieren. Maar de „windhandel" beleefde eerstgouden dagen in het jaar van razernij 1720, toen in de Fransche hoofdstad de rue Quincampoix het tooneel werd van de dolzin nigste speculatie woede. Uit alle Europeesche landen kwamen de speculanten toegestroomd: prinsen en straatslijpers, officieren en lakeien, dichters en prelaten ijlden naar Parijs om aan de beurs van Quincampoix hun aandeel te veroveren in de millioenen-schatten. die het credietsysteem van John Law over Frankrijk uitstrooide. De tarieven van de diligences, die de vreemdelingen uit alle windstreken aan voerden, stegen met den dag en de logemen ten konden, ondanks de fabelachtige verblijf kosten die men durfde in rekening brengen, de gasten nauwelijks herbergen. De „geld gieren" puilden de beurs uit en de handel werd dan ook grootendeels op straat gedreven. De zon stond nog niet aan den hemel of het lieve leven begon: één koortsachtig sjacheren in millioenen, één roes van wilde speculatie, alsof het menschelijk geluk er te koop was. Eerst tegen den avond werd de straat afgesloten om aan de omwonenden tenminste tijdens de nachtelijke uren rust tê verschaffen. Daar in de „Rue" werd men bij toover- slag rijk: een kruideniersvrouw, Mme Cha- meret, die naar Parijs was gekomen om er een proces te voeren, raakt in de Rue verzeild en verwerft er in een handomdraaien een vermo gen van 100 millioen, waarmee zij zich in Ivry-sur-Seine als een vorstin installeert en sindsdien tot de grandes-dames van Frankrijk behoort. Een bultenaar komt op de idee om z'n bochel als lessenaar te verhuren en bin nen korten tijd heeft hij twee en een halve ton vergaard. En de adel laat zich al evenmin onbetuigd: de Hertog van Bourbon ziet kans, aan zijn bezit een 60 millioen toe te voegen. Ja. zoo ging het in de Rue Quincampoix toe! Het zijn sterke beenen, die de weelde kun nen dragen: roof en moord zijn aan de orde van den dag. De Graaf van Hom werd, om een enkel voorbeeld te noemen, ondanks, on danks de smeekbeden van Madame de Para- bère, de maitresse van Frankrijk's Regent den Hertog van Orléans, geradbraakt wegens moord, op den openbaren weg gepleegd. Wel vertelde men, dat de veroordeeling veeleer een persoonlijke wraakneming van den Regent was. die den knappen Graaf van Horn had aange troffen, toen deze Madame de Parabère om helsde. En daarbij kwam nog, dat Frankrijk's eerste minister Dubois en John Law, wiens credietsysteem juist als financieel panacé in gebreke begon te blijven, den papieren schijn- rijkdom meenden te kunnen bestendigen door tegen de uitwassen ervan krachtdadig op te treden. Maar hoe dan ook, de Graaf van Horn en mét hem vele lotgenoten, kwam niet levend uit de handen van den Parijsehen scherp rechter. Sanson. De weeldezucht ging alle perken te buiten: overal verrezen paleizen en, zoo als de Gebroe ders de Goncourt schreven, uit de heffe des volks traden de grandes dames naar voren, die de wereld betooveren en als galante modekoninginnen beheerschen zouden." De Parijsche modehuizen waren uitverkocht en de salons der „nieuwe rijken" prijkten met een overdaad van zilveren en gouden snuisterijen en deden in praal niet onder voor de vorste lijke paleizen. Wie gisteren nog in lompen ging vertoonde zich vandaag met een tooisel van de kostbaarste borduursels; geen spijs was duur genoeg, geen juweel te prijzig. „Het Groot Tafereel der Dwaasheid". De spotprenten en rijmen, in het „Groot Tafereel der Dwaasheit" verzameld, overdre ven misschien wel in hun felle geeseling van den windhandel der „actionisten", die „fraay den beest speelden op de Amsterdamsche beurs en in het Fransche koffyhuis in de Kal- verstraat", maar onverdiend was de hekeling niet. Wil dees negotie noge wat duuren Ik wed' er in de gansche stadt Geen meid of knecht zich zal verhuuren Want ieder droomt van grooter schat Zoo oordeelde Langendijk, die de rampzalige gevolgen van Law's milliardendroom niet on aardig karakteriseerde met z'n historisch ge worden strophe: maar nu regeert een geest van zulk een zotternij die al wat zot was streeft in zottigheid voorbij een kenschets die trouwens op méér dan één tijdvak van de geschiedenis der menschheid van toepassing is TOHN LAW, al even idealistisch als geniaal, had het zóó niet gedroomd noch gewild. Het mag zijn dat een zekere drang tot het avontuurlijke hem in het bloed zat en de speelzucht hem bijna een tweede natuur was, een charlatan was hij allerminst. In Schotland was hij in 1671 geboren als zoon van een gefortuneerd bankier en goud smid. Van jongsaf had hij blijk gegeven van een bijzondere begaafdheid, vooral in de wis kunde. Hoewel van huis-uit rijk men be weerde zelfs dat hij meermalen millionnair was leefde hij uiterst sober en terugge trokken. Alleen in het spel was hij z'n harts tochten niet meester, zooals hij tijdens zijn Londensch verblijf bewees, toen hij z'n halve vermogen aan Fortuna offerde. Of hij het kaartspel naar de regelen der kunst beoefende dan wel, als eens de beruchte Riccaut de la Marlinières, het geluk een handje hielp, is niet met zekerheid te zeggen. Law's afscheid van Engeland was even plot seling als romantisch van oorzaak: hij had terwille van het kaartspel de liefde niet ver geten en het ongeluk gehad, een medemin naar te treffen, die het amoreuze avontuur niet minder ernstig nam dan hijzelf. Een duel was onvermijdelijk. John Law doodde z'n te genstander en nam de wijk naar Schotland, z'n geboorteland. Jarenlang had hij zich verdiept in de studie van het geldwezen; hij ging, naar men zei, met boeken over het monetaire probleem naar bed en stond er mee op; hij had dan ook het Hollandsche en Engelsche geldstelsel terdege bestudeerd, toen hij het Parlement in Edin- burg een volledig uitgewerkt plan voor een hypotheekbank voorlegde, met behulp waar van aan het economisch leven nieuwe sappen zouden kunnen worden toegevoerd. Maar Law was z'n tijd te ver vooruit, men begreep hem niet, men hield hem voor een avonturier, een gelukzoeker, wien het om eigen voordeel te doen was. Zeker, hij stond bekend als ster renwichelaar en horoscooptrekker, zelfs ais alchemist. Men wist verhalen te vertellen van z'n speelzucht, die den „projectenmaker" nu niet bepaald in een gunstig daglicht stelden. Het parlement dacht er dan ook niet aan, de uitvoering van Law's plannen ernstig in over weging te nemen. Een, twee, drie-klaveraas. npOEN Schotland met Engeland werd ver- JL eenigd, was er voor Law geen plaats meer in zijn geboorteland. Zeven jaar lang zwerft hij door Europa, van Venetië naar Genua en Turijn, vandaar naar Florence en Rome, ja zelfs naar Weenen, met het kaartspel in zijn onderhoud voorziend. Omstreeks 1707, nadat hij in den salon van Madame Duclos, de maitresse van den lateren Regent, van zich had doen spreken, zette Parijs hem als onge- wenschten vreemdeling buiten z'n poorten. Nog geen tien jaar later zou hij een der mach tigste mannen van Frankrijk zijn, wiens naam tot in dé verste hoeken van Europa werd ge noemd als die van een milliardengoochelaar: Law de man die, zooals een bekende spot prent hem afbeeldde, het gouden kalf opblies met een blaasbalg. Law droomde. Hij had Frankrijk verlaten, dat aan den rand des afgromds stond; hij had er een armoede gezien waarvan hij nauwelijks het bestaan vermoedde; hij had den woeker, die parasiteerde op de uitgemergelde inkomens der burgerij leeren verafschuwen. De stan dentegenstellingen teekenden zich met het jaar scherper af, terwijl het hof in schrijnende onbezorgdheid en frivoliteit feestte. De belas tingdruk was allengs ondragelijk geworden en de hertog van Orléans, Regent van den vijf jarigen Koning Lodewijk XV, scheen er niet de man naar, Frankrijk uit den poel van el lende op te beuren. En tóch moest dat, meende Law, mogelijk zijn; tóch moest het economisch leven op gang gebracht kunnen worden en de goederenrijkdom binnen het be reik van alle menschenkinderen gebracht kunnen worden. Law had zijn credietsysteem, geniaal uit gewerkt, den Regent voorgelegd. Het was om streeks 1716, dat de Hertog van Orléans hem met alle voorkomendheid ontving en aan hoorde. Neen, het was niet Beëlzebub, dien de Duivel een zwendelplan in het oor gefluis terd had, zooals men wel beweerde. Die man, die Law, was een idealist,'die geloofde in zijn Utopia en met ongeduld de beslissing van den Regent, waarvan naar hij meende, Frankrijks toekomst afhing, afwachtte. Men had het Fransche staatshoofd nadrukkelijk gewaar schuwd tegen den „alchemist" en gelukzoeker Law. Niettemin verleende de Regent bij decreet van 1716 aan John Law het privilege tot de oprichting van de Banque générale. Verrasend snel groeide Law's aanzien en macht. In 1717 werd de Mississippi Co. opge richt ter exploitatie van Louisiana. Fraai was de uitvoering, die de Regeering aan Law's ko loniaal plan gaf, allesbehalve. Het gebied werd bevolkt met misdadigers en lichtekooien, ter wijl men evenmin voor menschenroof en ge welddadige emigratie terugschrok. Twee jaren later had de Campagnie al de Fransche O. Indische Cornp. en de Senegal-Maatschappij opgeslokt, het tabaksmonopolie en het miunt- regaal verkregen, en de pacht der belastingen verworven, kortom ze was bijna een staat in den staat geworden. De tegenstanders van Law, een Samuel Bernard, de bankier van Lodewijk XIV, de vier gebroeders Paris, zonen van een herbergier, die „den Schotschen goochelaar" heftig beconcurreerden, mochten zich nog zoozeer roeren, in 1718 was de Banque générale verheven tot Koninklijke Bank en niet lang daarna zette de hausse in, de grootste zwendel, dien de achttiende eeuw gekend heeft. Law was controleur-generaal der financiën geworden; zijn invloed was duidelijk merkbaar: de verbetering van het wegennet werd ter hand genomen, den arbei ders het recht gegeven zich vrijelijk te ver plaatsen, het hooger onderwijs werd kosteloos opengesteld en zelfs waren plannen in voor bereiding, aan adel en gestelij kheid het pri- vilge vaar belastingvrijdom te ontnemen. Het wonder van Quincampoix. IP N tóch was het oogeniblik niet ver meer ■™-i waarop de catastrophe, bedriegelijk voor afgegaan door een vloedgolf van schijnweelde, over Frankrijk zou komen en tot voorteeken zou worden van de groote omwenteling, die historisch onafwendbaar zou blijken. De „twee-honderd dagen vanLaw" hadden een aanvang genomen; over de rue Quin campoix was de roes gekomen, die, zooals Voltaire het uitdrukte, „Law door de alge- heele dronkenschap, benevelen zou. 't Systeem van Law had z'n stroom van actiën en bank papier- over Frankrijk uitgestort, de specula tiewoede was ten top gestegen. Wat rijk was waagde z'n geld, wat in armoede leefde ijlde naar de „Rue" om z'n geluk te beproeven: och, de geldhonger was algemeen: „Gij weet", spotte Langendijk, „dat een zot terstond veel zotten broeyt, de gekken worden rijk". Te midden van dien zottendans om het gou den kalf stond Law, de uitvinder van de in flatie, zooals men hem wel en niet gansch te recht, noemde, als matig bemiddeld man; zeker, hij bezat millioenen, hij beschikte over 19 heerlijkheden, over grond en huizen, over aandeelen en contanten. Maar wat beteekende dat in dien tijd? Bescheiden was zijn rijkdom De nieuive vogel in het K.L.M.-nest, de Loclc. de bankier Le Blanc was milliardair; André, een aan lager wal geraakt leerlooierszoon toen hij in de Rue belandde, kon zich erop beroe- men, dertig millioen „verdiend" te hebben, die hij in allerijl in Engelsche ponden omzette. Hét duurde niet lang, of de vlucht in de goederen werd algemeen. De regeering mocht den handel in paarlen en diamanten, in gou den en zilveren voorwerpen verbieden, ja zelfs een decreet uitvaardigen, dat het particulier bezit aan metaalgeld beperkte tot een bedrag van 500 ponden het einde der twee-honderd dagen was gekomen, de weeldedroom ten einde gedroomd. Zelfs een gedwongen koers kan een débacle niet meer voorkomen; in tegendeel: het publiek weigerde papiergeld aan te nemen, de Beurs van Quincampoix werd gesloten, na zeven maanden lang den geldhonger gevoed te hebben. Het spel was uit Law, van al zijn functies ontheven en uit het Fransche koninkrijk ver bannen, moet overhaast de vlucht nemen. De karos van de Markiezin de Prie, minnares van den Hertog van Bourbon, brengt hem tot aan de landgrens, die hij mot een valsche pas overschrijdt. Law heeft uitgediend; niemand bekommert zich meer om hem. Achthonderd gouden Fransche ponden, een ring ter waarde van 400.000 ponden en 5 mil lioen aan bankpapier bedroeg het vermogen waarmede de vluchteling' in Brussel aan kwam. Toen hij acht jaar later, in 1729, te Venetië op zijn ziekbed lag, waarvan hij niet meer zou opstaan, was er in zijn woning geen hout meer te vinden, om de kachel aan te maken. Zoo eindigde het avontuurlijke leven van den Schotschen edelman, uitvinder en utopist, eens raadgever des Konings, lid der Fransche Academie van wetenschappen, op richter der eerste Fransche circulatiebank, controleur-generaal van financiën: John Law de Lauriston. C. J. E. DINAUX. Een nieuwe vogel in het vliegtuignest; de Lockheed Super Electra. (Van onzen redacteur) De zomerdienstregeling van het Europeesche luchtverkeer der K.L.M. gaat 27 Maart a.s. in en omvat acht dagelijksche verbindingen van Nederland met Londen, drie met Parijs, drie met Berlijn, drie met Scandinavië, twee met Praag. Weenen en Boedapest, en telkens één met Italië, Midden-Engeland en Hamburg, terwijl ook de nachtpostdienst naar Keulen onderhouden wordt. Over het algemeen kan men zeggen, dat men dezen zomer twintig minuten sneller reist naar de meeste Euro peesche hoofdsteden. Deze zomer worden vijf binnenlandsche luchtverbindingen onderhouden, en wel: Am sterdamRotterdamHaamstedeVlissingen KnockeAmsterdamRotterdamEindho ven AmsterdamLeeuwardenGroningen AmsterdamTwenteAmsterdamTexel. Op 29 Maart treedt de zomerdienstregeling voor den AmsterdamBatavia dienst weer in werking. De route leidt dan over Halle/Leipzig en Boedapest, zoodat dus voorloopig Marseille en Napels als tusschenstations komen te ver vallen. De uitreis wordt weer van 6V2 op 5]/2 dag gebracht door deze kortere route over Europeesch gebied. Het dienstschenia voor de thuisreis blijft onveranderd wat den tijdsduur betreft, dus 53/2 dag. De eenige wijziging is, dat de thuiskomende vliegtuigen aan het einde van den vierden dag te Basra in plaats van te Bagdad blijven. De luchtlijnen naar het buitenland. Dezen zomer leiden van de acht diensten die met Londen-onderhouden worden er uit gaand vijf over Rotterdam en thuiskomend vier. De luchtverbinding met Italië welke dezen zomer weer door de K.L.M. in samenwerking met de Deutsche Lufthansa en de Italiaansche maatschappij Avio Linee Italiane wordt on derhouden, heeft een verandering in de route ondergaan. De route werd over de Maasstad verlegd uitsluitend met het oog op het verkeer met Londen. Het aantal dagelijksche luchtverbindingen met Parijs is op drie teruggebracht. In het BerlijnAmsterdam verkeer zal dezen zomer zeer snel materiaal worden ingezet; de K.L.M. brengt de DC-3 naar Tempelhof. De nachtpostdienst AmsterdamRotter damKeulen wordt het geheele jaar door on derhouden. De Blauwe Donau Expres zal dit jaar èn door de K.L.M, èn door de C.L.S. met Douglas DC-3 vliegtuigen worden onderhouden. De Ne derlanders en de Tsjechen vliegen de lijn één maal per dag-om en om tot 15 Mei; van dien datum af zijn er twee diensten per dag; één van de K.L.M. (ook op Zondag) en één van de C.L.S. Met ingang van 27 Juni heropent de K.L.M. haar éénmaal-daagschen dienst naar Midden- Engeland Amsterdam—DoncasterManches terLiverpool. Nieuw materiaal op de binnen landsche lijnen. Wat de binnenlandsche luchtlijnen betreft zal Leeuwarden gedurende drie maanden in het verkeer worden opgenomen, Men kan in het algemeen zeggen, dat de ta rieven op alle lijnen zijn verlaagd en op onge veer één hoogte gebracht met de tarieven van de 2de kl. trein. Een van de belangrijkste feiten van de zomerdienstregeling binnenland is, dat het ge heele net met het modernste metalen mate- •ieel wordt gevlogen. De Douglas DC-2 en de Lockheed Super Electra zijn standaardvliegtuigen geworden voor het binnenlandsch luchtverkeer. De Lockheed Super Elecfra. De nieuwe Lockheed Super Electra, die pas sagiers kan vervoeren, is een twee-motorige, geheel vrij dragende ééndekker en heeft een spanwijdte van 19.95 M.; de lengte is 13.40 M. en de hoogte bedraagt, wanneer het vliegtuig op den grond staat, 3.50 M. Het vleugelopper vlak bedraagt in totaal 51.2 M2. Het is een middendekker, -d.w.z. de vleugel is niet aan de onderzijde van den romp aange bracht, doch hooger. Hierdoor wordt o.a. aan cle onderzijde van den romp een ruimte toe gankelijk, die als vrachtruim is benut, zoodat het boven 111 den vleugel gelegen rompgedeelte geheel ter beschikking van stuurhut en passa- gierscabine gehouden kon worden. De totaal-inhoud van de vrachtruimen, in clusief het vrachtruim, dat in den rompneus vóór de piloten-cockpit is aangebracht, be draagt ca. 5.5 M3. De Lockheed Super Electra is uitgerust met 2 Wright Cyclone motoren, evenals de Douglas DC-2 vliegtuigen. Deze motoren mogen in den start gedurende één minuut elk een startver- mogen van 875 P.K. leveren, terwijl op volgas hoogte (1770 M.) gedurende langeren tijd een vermogen van 750 P.K. geleverd mag worden. Bij dit vermogen per motor en op deze hoogte bedraagt de maximum snelheid van het vlieg tuig omstreeks 400 K.M. per uur. Hierbij wor den de motoren dan ongeveer op 60% van hun vermogen belast, zoodat elke motor 450 P.K. levert. Onder deze omstandigheden bedraagt de snelheid op zee-niveau omstreeks 300 K.M. per uur, terwijl op een hoogte van 3000 M. een kruissnelheid van ongeveer 325 K.M. per uur kan worden behaald. Ter vermindering van den landingsuitloop en 0111 steil inzweven van een vliegveld mo gelijk te maken, zijn de moderne vliegtuigen voorzien van landingsklappen. Deze bevin- 600.000 passagiers vervoerd. Bij den ingang van den zomerdienst van het jaar 1938 heeft de K.L.M. 50 millioen KM. in haar geregeld lijnverkeer afgelegd en daar bij ruim 600.000 passagiers vervoerd.Sedert de oprichting van de maatschappij zijn voorts 13 millioen K.G. vracht en bijna 3 millioen K.G. post vervoerd. De bedrijfsresultaten over het jaar 1937 wijzen een vermeerdering aan van 6000 pas sagiers 111 vergelijking' met 1936, van ruim 150.000 K.G. vracht en bijna 200.000 K.G. post. De vervoersresultaten op de Amsterdam- Batavia route mogen tot voldoening stem men. De grootste stijging vertoonde het post vervoer met 65% pet., terwijl het passagiers vervoer met 41.3 pet. toenam en het goederen vervoer met 44.3 pet. Hef aanfal toestellen. De K.L.M. zal dit jaar beschikken over 18 Douglas-vliegtuigen van het type DC-3, waar van 11 op de Amsterdam—Batavia route in dienst zijn en zeven voor het verkeer binnen de Europeesche grenzen gebruikt worden. De 12 DC-2 toestelen blijven eveneens op de Europeesche en binnenlandsche lijnen vlie gen. terwijl de drie nieuwe Lockheed vlieg tuigen in dienst worden gesteld op de lucht verbinding met Midden Engeland en op het: binnenlandsche net. „De Zilveren vloot vliegt uit." De K.L.M. kan zich. verheugen in het bezit van een uiterst moderne, snelle en geriefelijke vloot, de grootste en de fraaiste, waarmede ooit het zomerprogramnia van de Nederland- sche burgerluchtvaart werd uitgevoerd. Als symbool hiervan zullen, onder het motto „De zilveren vloot vliegt uit", vijf Douglas-vlieg tuigen op Zondag 27 Maart het luchtruim kiezen om van Schiphol in groepsverband een rondvlucht te maken over de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. Op het oogenblik heeft de K.L.M. 69 vlieg tuigbestuurders in vasten dienst, 42 boord werktuigkundigen. 45 radiotelegrafisten, 20 stewards en 15 stewardessen, terwijl nog 8 stewardessen in opeidingzijn. Van de 69 vlieg tuigbestuurders zijn 26 aangesteld als gezag voerder op de AmsterdamBatavia-route, waaronder 18 luchtmillionnairs. Meer dan 10.000 vlieguren hebben de ge zagvoerders Smirnoff, Frijns, Tepas, Hon- Een overzicht van de luchtlijnen in Europa, die de K.L.M exploiteeren. in haar zomerdienstregeling zal den zich onder aan den vleugelachterkant en worden bij de landingsmanoeuvre omlaag gedraaid, waardoor de weerstand sterk wordt vergroot met het gewenschte resultaat. Interprovinciale routes. Het materieel bestaat uit Douglas DC-2 vliegtuigen. Op 15 Mei wordt de luchtverbinding Am sterdamGroningen heropend met een dub- beldaagschen dienst in beide richtingen, welke alleen op werkdagen wordt uitgevoerd. Op 1 Juli wordt de dienst op Groningen uitgebreid tot een viermaal daagsche verbin ding, daar op dezen datum de lijnen Am sterdam—Leeuwarden'Groningen (twee maal per dag) in exploitatie komen, 11I. één dienst omstreeks het middaguur en één avonddienst. De Lockheed Super Electra zal voor deze lijn het materieel zijn, terwijl ook nog DC-2 zullen worden gebruikt De Twente-lijn wordt eveneens op 15 Mei heropend. Thans wordt een middagdienst en een avonddienst in beide richtingen uitge voerd. De Douglas DC-2 wordt op deze lijn inge zet. De Eindhoven-lijn komt reeds op 28 Maart in exploitatie. Als materieel zal ook de Douglas DC-2 wor den gebruikt. De Texel-lïjn, de jonge aanwinst van het binnenlandsch luchtnet, zal ook dit jaar wor den uitgevoerd, en wel met ingang van 15 Mei. De Lockheed Super Electra, welke ook op deze lijn zal worden ingezet, verkort den vliegduur tot 25 minuten. vergeleken met dien van dé nouveau* riches: luchtlijnen ingezet zal ivorden. heed Super Electradie op de binnenlandsche dong, Van Dijk, Sillevis, Duimelaar, Geysen- dorffer en Scholte Meer dan 30 Indië-vluch- ten maakten de vijf eerstgenoemden. Plannen om het kantoor te Den Haag te verplaatsen. Voor den bouw van een nieuw K.L.M.-kan- toor te Den Haag, dat door den groei der maatschappij noodzakelijk geworden is, heeft de directie het oog laten vallen op het ter rein bij hotel De Witte Brug, waarop momen teel de batterijen staan. Men verkeert thans in afwachting van de beslissingen van het Haagsche Gemeente bestuur t.a.v. dit voornemen. Het is de be doeling dat het passagekantoor aan den Hofweg voorloopig blijft. De financièele perspectieven* Ondanks het feit, dat 1937 een moeilijk jaar was, waarin de KX.M. had te kampen met veel tegenslagen, waarin veel nieuw ma teriaal werd aangeschaft en waarin men den. Indië-dienst had. uitgebreid tot driemaal per week, was men uitgekomen met het regeerings subsidie van f 547.000 en wel met een zeer redelijke afschrijving op het materiaal. Het jaar 1938 zag er echter minder vroolijk uit. De Indiëdienst had verleden jaar f 1.800.000 opgebracht, alleen uit het passagiers- en goederenvervoer. Om de kosten van de uit breiding te dekken, moet deze opbrengst in 1938 stijgen tot f 2.300.000. De omzet moet zich dus met een millioen uitbreiden. HAARLEM, 22 Maart. Bevallen 18 Maart: C. M. H. ReineokeFrans- sen, z.; 20 Maart: M. van VlijmenVerwen, d.; 21 Maart: C. J. VlugWesterman, cL.* P„ J. F. Schoonhoffvan de Bilt. d.; 22 Maart: J. E. Klooster—Bosch, z.; A. Kuitert—Wielen- ga, d.; E. E. Zonneveld—van. Dijk, z.; Overleden 21 Maart: L. W. F. Kanne—Poort 79 j., v. Riebeecklaan; W. I-I, Rinkema, 19 i' Huzepaterslaan; A. M. M, den Tie ter, 34 i„. Verapronckwea-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8