Een goede zakenvrouw Het kranige P.S.V.-elftal, dat Zondag door een 6-0 overwinning op Blijerheide het kampioenschap van de Zuidelijke 1ste klasse van den K.N.V.B. behaalde De Britsche legervlieger Clouston en de journalist Rickets arriveerden Zaterdag op het vliegveld Croydon bij Londen na hun retourvlucht Engeland - Nieuw Zeeland in recordtijd te hebben volbracht Hr. Ms. „Hertog Hendrik" onder schot tijdens zijn verblijf in de Spaansche wateren. Een matroos van den Engelschen oorlogsbodem ..Encounter" brengt door middel van een schietlijn de verbinding tusschen beide oorlogsbodems tot stand Het 5000 ton metende m.s. „Socrates", voor de 'm aanbouw, is Zaterdag te Krimpen aan den IJssel tewater gelaten. Het schip verlaat de helling m.s. „Ruys" op de Noordzee Kolonel H. D. S. Hasselman, die met zijn bevordering tot generaal-majoor* benoemd is tot directeur van het materieel der landmacht Met 6 0 won P.S.V. Zondag den wedstrijd tegen Blijerheide en daarmede het af- deelingskampioen- schap. Een spel moment De heer A. Lieven tijdens zijn geslaagde recordpoging, welke hij Zondag met zijn door hem zelf ontworpen type motorboot te 's Hertogenbosch heeft gedaan FEUILLETON door HERMAN ANTONSEN. 13) „Ga je bij den bootsman melden!' grom de hij norsch. .Dank u meneer", zei Abias Bliss. ..Wel be dankt, meneer". Hij verliet het kantoortje en liep naar de havenloods. Daar hing de geur van touw. teer. olie en zoutwater: bootwerkers versleep ten lading, sjorden met rammelende kipkar retjes over den versplinterden planken vloei en aan boord van de Marinoco knersten en ratelden de stoomlieren in onregelmatïgen cadans. Abias Bliss ging de loopplank naar het voordek op en bleef daar een oogenblik besluiteloos staan. Enkele leden der beman ning zaten op den rand van een openstaand luid. Abias Bliss vroeg naar den bootsman en werd naar voren gestuurd, waarbij hij tel kens neerdalende balen moest ontwijken, voorzichtig over staalkabels stappen, en ver doofd als hij werd door het lawaai van de stoomlier, moest oppassen, dat hij niet een der rondslierende kettingen tegen zijn hoofd kreeg. De bootsman nam hem rustig op. Abias Bliss haalde een matrozenpet te voorschijn en een paar oude truien en beloofde den volgenden morgen om zeven uur aan het werk te gaan. Hij ging naar het waschlokaal om zijn pet op te passen. Voor den spiege.1 staande zette hij de pet op. trok die goed diep in zij noogen en knikte tegen zijn spie gelbeeld met een tevreden lachje. ..Je bent een gek zei hij. ..Maai zij moet nu eenmaal naar Texas terug Abias en hier gaat het spul beginnen!" De vreemde alleenspraak voor den spiegel in het waschlokaal van het vooronder zou minder bevreemdend zijn geweest, als me neer Clancy gezien had, dat de handteeke- ning van den directeur Jonathan Blair en die van den matroos Abias Bliss vrij veel over eenkomst vertoonden. De voornaamste reden, waarom ze niet meer op elkaar geleken, lag in liet feit, dat iemand, volgens de schrift kundigen nooit tweemaal precies eenzelfde handteekening zetten kan. Dat is te pro beer en. De Marinoco voer op zeven en twintig Octo ber precies om drie uur 's middags uit. Ze stoomde de North River op en zette koers naar zee. met alle vlaggen in top en, op be vel van de directie, onder de tonen van een orkest, omdat dit aan het geheel een feeste lijke tint gaf. Op den steiger stond een klein groepje menschen vaarwel te wuiven naar het rijtje passagiers langs de verschansing. Maar de hofmeesters waren zóó druk be zig. alsof het geheele schip vol met million- nairs zat. De officieren zagen er keurig en frisch uit in hun blauwe uniformen en witte petten. Het was mogelijk, dat de Marinoco niet veel langer onder de vlag van de Blair Lijn zou varen, maar daarvan was aan boord niet de minste aanduiding. Daar was reden voor. En die reden stond geleund tegen de reeling van het sloependek, met in den wind fladderende roodgouden haren onder uit een sportief hoedje, gehuld in een ruimen ka meelharen mantel. Naast haar stond Bart Calhoun een pijp te rooken en hij dacht schandelijk weinig aan de belangen van de Blair Lijn, Een jonge man in een blauwe trui en met een zeilpet achterstevoren op zijn hoofd, was op het voordek bezig een ankerkabel op te winden. Niemand lette op hem. De passa giers bemoeiden zich weinig met de beman ning. Wat precies naar den zin was van den jongen man op het voordek. Een en vijftig procent der aandeelen in de -.^atschappij stond op het sloependek en ne gen en veertig procent stond een ankerkabel op het voordek op te winden. De Marinoco voerde noch de zwarte vlag met doodskop en beenderen der zeeschuimers, noch de roode vlag die een lading springstoffen aanduid de, en toch zouden die beide vlaggen daar heel goed op haar plaats zijn geweest. IX. Voor een zeemeeuw, die toevallig over het dek van de Marinoco zou gescheerd hebben, toen ze al twee dagen van New-York weg op zee voer. zou alles er heel vreedzaam en kalm hebben uitgezien en het diertje zou er geen vermoeden van gehad kunnen hebben, dat het boven twee dreigende vulkanen zweefde. Er bestond een groot verschil in rang tus schen die twee vulkanen. De eene was ver persoonlijkt in den kapitein Thomas Marston die heen en weer liep op de brug in de buurt van zijn hut en de andere in de gedaante van een gewoon matroos. Abias Bliss ge naamd, die roest aan het afschrappen was en zwoer, zich bitter te zullen wreken, toen die roest onophoudelijk in zijn neus terecht kwam. Marston die zoo stoer, witharig en zwaar van kin was als een Engelsche bulldog, was uit zijn humeur over de aanwezigheid aan boord van de rossige Valentine Ransome Marston had zich nooit kunnen verbeelden, dat hij nog eens onder een vrouw als voor zitster der directie zou moeten varen. De oude Marston had meer zeewater dan bloed in zijn aderen. Hij was aan de zeekust ge boren en was opgegroeid op een schommelend en stampend dek, van zeil- en stoom- en mo torschepen in dienst van de Blairs. „Niet meer de Blair Lijn!" gromde hij bin nensmonds. ..En zoo'n vrouw wil nou leiding gaan geven' Al? ze zich verbeeldt, dat ze op mijn brug kan klimmen en me vertellen, welken koers ik moet houden, dan gooi ik haar overboord, al kost het mii mijn com mando. Het wordt tijd. dat ik aan wal ga zitten, als ik me door rokken moet laten re- geeren!" En dat meende hij eerlijk. Maar Valentine kwam de brug niet op klimmen. Ze kwam er zelfs niet in de buurt. En den tweeden dag buitengaats was de oude Marston wel genoodzaakt zelf naar haar toe te gaan. Ook al was het een vrouw, tegenover de directrice behoorden toch zekere plichts- plegingen in acht genomen te worden en de stoere zeeman hield zich steeds aan die on geschreven wetten. Valentine was in haar hut druk bezig met een woordenboek van scheepstermen te be- studeeron. Die hatelijke Jonathan Blair had haar een paar malen een steek onder water gegeven en ze was niet van zins. hem daar toe nog eens gelegenheid te laten. Dat zou niemand haar meer leveren. Valentine had een goede vechttactiek. Zoodra zij een bres in haar linie ontdekte, versterkte ze die op slag. .Doeg", mompede ze, „dat is de voorpunt van het schipStuurboord"dat is dus rechts en ..bakboord" dat is linksde „Loeftzij" is de kant, waar de wind van daan komt en de „lijkant" is de tegenover gestelde zijde van het schipen een ven ster is een „patrijspoort" ende achter bak Ze hield op om den kapitein te groeten. Hij zei op barschen toon. dat als ze onderweg soms iets graag hebben wilde, ze het hem slechts te zeggen had. ..Dan moest u me eens uitnoodigen op de brug", zei Valentine met een lief glimlachje Hij stond even verbluft. Ze wou dus tocb op de brug' komen, maar was verstandig' ge noeg om op zijn uitnoodiging te wachten. Nou, dat toonde tenminste eenige scherp zinnigheid. „Wanneer u maar wilt", bromde hij. ,.U hebt het voor het zeggen". Hii knikte en wilde heengaan, blij. dat het voorbij was. Zij vijandige stemming was duidelijk genoeg' merkbaar. Valentine nam hem scherp op en weerhield hem bij de deur met een enkel woord. Hij bleef onbewogen wachten. Het meisje stak een sigaret op, ging zitten en blies peinzend een blauwe rookwolk naar de zoldering der hut. „Toe, kapitein", zei ze vriendelijk. „Zegt u maar gerust, wat u op het hart hebt. Ik geloof dat het voor ons allebei beter zal zijn". De oude Marston had geen tweede uit noodiging noodig. ..Nu u het me vraagt, wil ik u het wel zeggen, miss Ransome", zei hij. „Ik weet niet- wat u eigenlijk in zoo'n mannenbaantje uit voert en ik snap niets van uw plannen: maar om het ronduit te zeggenHij hield op en keek haar heel strak aan. Ze knikte bemoedigend. „Gaat u door, kapitein, ik heb graag, dat u ronduit praat. Ik zou u lang zoo graag niet mogen lijden, als u het niet deedt. Ik kan er best tegen". „Nou", zei hij. „Iaat ik u dan maar zeg gen, dat ik niks van al die slappe thee moet hebben. Ik ben zeeman, geen diretceur van een verfijnd reisgezelschap. Ik doe mijn werk dat bestaat in het schip veilig in de haven brengen, passagiers en lading goed in orde, maar ik heb geen zin me in een apenpakje te steken en tegen mijn passagiers te grijn- zen. ik voor mij stond' net zoo lief op de brug van een vrachtboot, waar ik in mijn hemds mouwen kon rondloopen. En", voegde hij er grimmig aan toe. „als u soms op dat punt er andere ideeën op na houdt, miss Ransome. dan kunt u mijn ontslagaanvrage op het eind' van deze reis krijgen". Miss Ransome zat een oogenblik na te den ken, maar maakte met haar gewone bruusk heid een besluit. „Kapitein" zei ze ..van uw ontslagaan vrage moet lk niets hebben. Als u deze boot beter in uw hemd kunt besturen, ga uw gang dan maar". (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10