DE LUCHTLIJN AMSTERDAM-EINDHOVEN. OPENING DER „PRIMA VERA".
Een goede zakenvrouw
De algemeen secretaris van het Gouvernement van Ned. Indië, de
heer J. M. Kiveron, is Donderdag na een verblijf Yan eenigen tijd in
ons land, naar Indië teruggekeerd. De heer en mevr. Kiveron in den
boottrein bij hun vertrek uit Den Haag
De voorbereiding der wereldberoemde vijfjaarlijksche
Gentsche bloemententoonstelling is in vollen gang
Den leden van den Raad van State werd Donderdagavond door H. M. de
Koningin ten paleize Noordeinde te Den Haag een diner aangeboden ter ge
legenheid van het 350-jarig bestaan van den Raad. De vice-president, jhr. mr.
F. Beelaerts van Blokland, arriveert aan het paleis
FEUILLETON
door HEKMAN ANTONSEN,
„Verdraaid!" bromde Jonathan. Dat werd
me :n zaakje!
Hij stond in spanning af te wachten, toen
Valentine bij de officieren en kwartiermees
ters begon, hun een voor een de hand druk
kend, met enkele woorden toesprekend, glim-
lachtend van den een naar den ander gaande.
Hoe dichter ze bij hem kwam, des te erger
voelde hij zijn slapen bonzen.
Ze stond nu voor zijn nevenman. Hij hoor
de haar diens naam vragen, dien herhalen
en dan haar waardeering uitdrukken voor
zijn dienst. Toen stapte ze naar hem toe, en
stak haar gehandschoende Ihand uit. Met
open mond, maar zonder - een woord te uiten,
staarde ze hem aan.
Ze deed net, alsof ze van een paard af
geworpen werd, een oogenblikje in de lucht
zweefde in onzekerheid, hoe ze terecht zou
komen en dan de eerste doffe pijn van den
smak voelde. Ze vroeg zich opeens af, of de
krankzinnige drukte van dien dag haar her
sens misschien aan het malen had gebracht.
Die groote, gebruinde matroos met zijn vast
besloten mond en zijn op haar rustende spot
tende grijze oogen geleek op Jonathan Blair
als een tweelingbroeder. Het was onmogelijk.
Het kon gewoonweg niet zoo zijn. Voor de
tweede maal binnen twee dagen stond ae
roerloos van schrik.
„Ohzei ze heel zachtjes en kleintjes,
en dan beheerschte ze zichzelf met geweldige
krachtinspanning. „En hoe is je naam, beste
kerel?" vroeg ze bruusk.
„Wel, dat is Bliss, Abias Bliss", kwam
Macey verwonderd tusschenbeide. „,U weet
toch nog welik heb hem naar u toege
stuurdde man, die mijn sloep van de
Dolinda afgehouden heeft, toen ze dreigde
versplinterd te worden".
Wimple, die vlak naast hem stond, keek
heel schuldig voor zich en werd vuurrood.
Hij had de tien dollars in Bermuda opge
maakt en nu zag hij een lange rij van bier-
fleschjes als in een droom op hem afstormen.
Maar Valentine schonk Wimple geen oogen-
blik aandacht. Haar bos rozen viel uit haar
arm op het dek. Abias Bliss bukte beleefd en
raapte hem voor haar op. Ze nam hem bijna
werktuigelijk van hem aan.
„Abias Bliss", herhaalde ze. naar adem
snakkend, en probeerde iets te vinden, om
tegen Abias Bliss, die haar met een spotten-
den glimlach aanzag, te zeggen: „Hap daar
nou maar eens in, jonge dame!"
De feestelijke ontvangst, de serpentines,
het fluiten en de microfoon, wat beteekende
dat alle.? op dit oogenblik voor haar! En ze
zouden niets blijven beteekenen, zoolang ze
hem niet had kunnen zeggen, hoe verschrik
kelijk alles haar speet. Want vóór haar, tus-
schen eigen bemanning, onder zijn eigen vlag
stoer in zijn werk noodig in zijn daden
dezelfde krankzinnige vroolijke jonge man,
die de Limited had ingehaald en er uit het
zadel ingesprongen was.
Ze begreep, dat ze daar zoo niet langer kon
blijven staan. Maar, goeie genade, wat voel
de ze zich idioot bespottelijk!
„Driemaal hoezee voor jou!" zei ze met on
vaste stem en drukte hem de hand. Ze kon
op dat oogenbltfc gsen woord meer uitbren
gen. Ze moest de rij verder langs gaan en
dat deed ze ook.... maar het schemerde
haar voor de oogen en iedere man scheen
spottende grijze oogen te hebben en 0011 drei
genden kin.
Opeens besefte ze, hoeveel afkeer Jonathan
Blair van haar hebben moest. Dat zou haar
vroeger geen steek hebben kunnen schelen.
Nu trok ze zich dat heel erg aan.
Maar het deed haar in zekeren zin toch
ook goed. Die jonge man was razend. Hij
was op het oorlogspad.
XV.
Kolonel George Ransome, in keurig avond-
costuum, stond in zijn woonkamer voor den
haard en voelde zich goed gestemd tegenover
de heele wereld. Door de terrasdeuren heen
zag hij de maan laag boven de groote eiken
met hun mosfestoenen aan den hemel staan,
boven de katoenbosschen en palmboschjes,
die weelderig op zijn uitgestrekte landgoed
groeiden. Het was een van die zeldzame
oogenblikken. waarop alles goed en vreed
zaam lijkt te'zijn. Waarop een telefoon eigen
lijk een ongeoorloofde storing veroorzaakte.
Maar zijn negerhuisknecht kwam met een
draagbaar toestel naar hem toe.
.New-York belt op, mijnheer".
„ew-York?" herhaalde kolonel Ransome
vragend. „Goed, ik zal hier we] antwoord
geven".
De huisknecht stak den stekker in het
stopcontact en de kolonel ging er op zijn ge
mak bij zitten.
„Hallo!" zei hij. „Met wie? O. ben jij het
Ohauncey? Heb ik' het goed gehoord?" Hij
ging plotseling rechtop zitten. „Wordt Valen
tine morgen op het stadhuis gehuldigd?
Waarom?Groote goedheid, wat deed ze
op dat schip?Hoort die schuit van
haar?" De oogen van den kolonel begonnen
uit zijn hoofd te puilen.
Blijkbaar daalde mijnheer Chauncey ietwat
in bijzonderheden af, want tegen dat hij met
zijn verhaal klaar was, had de kolonsl een
paars gezicht gekregen. Hij zette het toestal
neer, haalde diep adem en haastte zich. dan
naar boven, om zijn zoon op diens kamer op
te zoeken.
Ned was bezig zich in galacostuum te ste
ken en zijn knecht stond bij hem met zijn
hoogen hoed en overjas en witte handschoe
nen, toen de kolonel naar binnen kwam ge
stormd. f
„Valentine!" riep hij uit.
Ned keek hem verbluft aan. „Waar ergens?"
vroeg hij.
„Chauncey heeft me net uit New-York op
gebeld. ze is eigenares van een reederij, die
juist een moeilijke redding op zee door een
harer schepen heeft verricht".
Ned floot eens tusschen zijn tanden. „Ik
heb er iets over gelezen. Val was op die boot,
is het niet?"
,Dat zal waar zijn!" zei de kolonel trotsch.
„En ze is op het stadhuis plechtig ontvan
gen en houdt morgenochtend een groote ra
diotoespraak".
.Dat is me ook een grap!" grijnsde Ned.
„Ze gaat naar New-York om kleeren te koo-
pen en een paar tooneelstukken te zien en
ze schaft zich een reederij aan!"
Dat bracht den kolonel weer tot nadenken.
Hij verloor een groot deel van zijn uitbun
digheid. Fatsoen en waardigheid! Geen
steek!
„Dat is zoo", bromde hij. ,.En een reederij.
die bovendien op springen staat ook nog!
Dat vertelde Chauncey me ten minste. Ze
kan zich in meer wespennesten steken dan
wie ter wereld ook! Een failliete reederij!"
De kolonel knikte een paar maal heftig en
beslist. „Ik ga regelrecht naar New-York om
eens te zien, -hoe dat geval 111 elkaar zit! Het
komt toch niet te pas voor een vrouw, om
dergelijke dingen te doen!"
Valentine zat drie dagen te wachten op
Jonathan, of hij soms op kantoor zou ver
schijnen en toen hij dat niet deed, belde ze
het havenkantoor op. Abias Bliss was afge
monsterd, zoodra het schip was aangekomen,
vertelde men haar. Meer wisten ze niet van
hem af.
Het meisje wilde het daarbij echter niet
laten. Dus zette ze Meggs aan het zoeken. De
kleine secretaris was goed op de hoogte met
het doen en laten van Jonathan en kende
de meesten zijner vrienden. Hij besteedde er
uren aan om allerlei menschen op te bellen
en plaatsen te bedenken, waar Jonathan met
eenige mogelijkheid zijn kon. Hij kreeg maar
tweemaal eenig resultaat. De Princeton Club
deelde hem mee, dat mijnheer Blair daar een
nacht gelogeerd had en toen vertrokken was
zonder adres achter te laten. En de kennel
op Long Island wist te vertellen, dat hij twee
dagen geleden er een kort bezoek had ge
bracht, om te zien, of zijn hond goed werd
verzorgd. Een man en zijn club. Een man
en zijn hond. En danstilzwijgen!
In dien hopeloos spannenden tijd kwam
kolonel Ransome in New-York aan met ge
mengde gevoelens van gestrengheid en op
rechte radeloosheid bij het vinden van zijn
dochter op een kantoor in het Blair Ge
bouw. Maar het viel hem uiterst moeilijk zijn
gestrenge houding te -bewaren, toen een slank
vlug ding op hem toe vloog, haar armen om
zijn hals sloeg en jubelde: „Vadertje! Lieve
oude schat!" Ze hield hem op armslengte
van zich af en nam hem aandachtig op.
„Drommels, wat ziet u er patent uit!" riep
zé lachend uit, „Heeft een of andere we
duwe hier u nog niet ingepalmd?"
„Och!" gromde de kolonel. „Hm!.... Ik
ben anders ook erg blij, jou te zien, Valen
tine.... maar
„Bent u al gekozen?"
„Pieker nu maar niet over mij", zei de
kolonel. „Hoe staat het met jou?' Wat moet
dat met die reederij? Hoe ben je daaraan ge
komen?"
„Afgepakt van een jongmensch, die hier in
de hoofdstad numero drie in hét skatspel
was!"
„Nou", ried hij haar aan. „Geef hem dat
zaakje terug en ga mee naar huis",
„Teruggeven?" riep zijn dochter veront
waardigd. „Ik denk er niet aan! Ik ga van
d«ze reederij iets groots maken en
„Je schijnt er veel plezier in te hebben, om
Je goeie geld aan een faiiliete stoomvaart
lijn weg te gooien, wat?"
ÜWord-t vervolgd).
Burgemeester en wethouders van Eindhoven arriveerden Donderdag
op Schiphol in verband met de heropening van de luchtlijn Amsterdam
-Eindhoven en voor de bezichtiging van de op Schiphol aangebrachte
verbeteringen. Burgemeester A. Verdijk verlaat het vliegtuig
De 7de voorjaarsbloemententoonstelling „Prima Vera" is Donderdag i« d«
Nenyto-hal te Rotterdam door den minister van Economische Zaken, mr. M.
P. L. Steenberghe, officieel geopend, waarna de minister de expositie bezichtigde
In de fraaie oude St. Maartenskerk te^ Zaftbommel is Donderdag
avond een uitvoering gegeven van Bach's Matthaeus Passion. Een
stem miriflsbfield
Mrs. Ikgo Simon, de wereldkampi
oene boogschieten, in actie tijdens
.dje internationale wedstrijden te
Bavswater