De Raad van State jubileert.
Spellingschaos moet
verdwijnen.
Ileoe Betteken.
noot... HEYDT
DINSDAG 12 APRIL' 1938
Daarom wil regeering thans ingrijpen
Over geslachts-aanduiding laatste
woord nog niet gesproken.
In zijn Memorie van Antwoord aan de
Eerste kamer zegt minister Slotemaker
Bruine omtrent de spelling o.m. nog:
Met betrekking tot woordgeslacht
voornaamwoordelijke aanduiding acht de re
geering terugkeer tot De Vries en Te Winkel
op een aantal gronden van paedagogie er
taal geboden. Zij bereidt dan ook een wijzi
ging voor van het bestaande besluit 1936,
waardoor regel 5 en 6 vervallen. Automatisch
zal hierdoor voor geslacht en voornaam
woord De Vries en Te Winkel weder gelden,
Dat de regeering reeds thans deze beslis
sing genomen heeft, dus zonder af te wach
ten de voorlichting van een commissie en het
tot stand komen van een wet, vindt zijn oor
zaak in hare overtuiging, dat er aan de on
zekerheid gelijk ook in het voorloopig
verslag wordt gewenscht zoo spoedig mo
gelijk een einde komen moet zoowel om pae
dagogische als om economische redenen.
Dat tegen een regeling bij Kon. besluit, die
van de als wettig erkende spelling afwijkt en
niet op een wet berust, bezwaren kunnen
worden ingebracht, ontkent de regeering
niet. Maar zij acht thans een voortgaan op
den bereids in 1934 ingeslagen weg. in af
wachting van een tot stand te brengen wet,
voorshands geboden, zulks om met spoed
zekerheid te verschaffen en verwarring te
doen eindigen en om niet door het scheppen
van een vacuum nieuwe onzekerheid en ver
warring te doen ontstaan.
Intusschen is hiermede de overbodigheid
van een commissie geenszins aangewezen
integendeel blijft deze onmisbaar.
Ten eerste toch vergen de regels inzake het
woordbeeld een technische toetsing. Dit blijkt
duidelijk uit de aanschrijving, die de toen
malige minister van Onderwijs, K. en W. op
1 November 1934 heeft doen uitgaan, welke
aanschrijving In kracht nog toegenomen is
door hetgeen in den jongsten tijd met be
trekking tot de schrijfwijze der aardrijks
kundige namen is geschied.
Ten tweede Is reeds destijds blijkens een
beschikking van den toenmaligen minister
van 17 December 1934, nr. 188, de behoefte
gebleken aan een onderzoek omtrent de
schrijfwijze van de bastaardwoorden en de
samengestelde woorden, evenals van de
woorden, wier spelling onzeker is.
Ten derde zal volgens aller overtuiging het
aanvaarden van de Vries en Te Winkel, met
betrekking tot geslacht en voornaamwoorde
lijke aanduiding niet kunnen beteekenen,
dat aldus het laatste woord gesproken is;
een gewenschte ontwikkeling zal echter, vol
gens de overtuiging van den minister bewust
moeten worden geleid; en ook daarvoor is
het werk van een commissie zeer gewenscht.
De regeering bereidt dan ook de samen
stelling van een commissie voor. die deze
driedubbele taak zal hebben.
Nadat deze commissie een rapport inzake
de technische toetsing der regels 1 tot 3 de
bastaardwoorden, de samengestelde woorden
en de aardrijkskundige namen heeft uitge
bracht en de regeering dienaangaande haar
standpunt heeft bepaald, zal zij in de van
haar uitgaande stukken het nieuwe voorbeeld
volgen.
Dat met betrekking tot een en ander een
intens overleg met België heeft plaats ge
grepen, lag in den aard der zaak.
De Belgische regeering heeft zich inzake
het woordbeeld echter hare volledige vrijheid
voorbehouden.
Het strekt der Nederlandsche regeering
evenwel tot groote voldoening dat de Belgi
sche regeering met betrekking tot de punten,
waaromtrent overeenstemming bestaat, tot
samenwerking of parallelle werking volkomen
bereid is.
VRIJWILLIGE BIJDRAGEN VOOR VERSTER
KING DER DEFENSIE.
f 100 J. M. J. Limburger oud-milicien; f 50
Oude dame Enschedé; f 50 Tak te H.; f 100
Soc. An. Cargadoors. Rotterdam; f 1 C. C. V.
O.—U., Aerdenhout; f 1 J. K. Driehuis; f 59.71
bij ..De Standaard" ingekomen giften; f 10
W. F. B., Haarlem; f 250 F. B. de C. van W.,
Antibes; f 100 D. R„ Wassenaar; f 50 C M.
M., den Haag; f 200 Ned. Ind. Handelsbank
namens cliënt den Haag; f 250 E. A. van M.,
Doorn; f 100 H. Oyens en Zn.. Amsterdam
namens mevr. H. M. R.—G. Haarlem; f 400
fa. Guépin en v. d. Vlugt Haarlem namens
E. J. C. de C. van W.; f 50 oprecht vaderlan
der. Rolde; f 100 (en f 100 werkloozen, overge
maakt aan financiën.) W. W. F. D. den Haag;
f 150 G. van H., Brussel; f 50Ö Nederl. echt
paar; f 1 mej. A. C. van O. Aerdenhout; f 1000
D. L. R. van R. Zeist; 1590.70 Belg. francs en
50 Zwitsersclie francs Hollandsch Weekblad
namens Hollanders in België en een Hollan
der in Zwitserland.
Ontvangen werd tot en met deze afrekening
f 94.167,46 V2.
Bij het bureau van de Ver. voor Nationale
veiligheid is in totaal voor dit doel thans
f 9.688,68 ontvangen.
Tegen „excessen" in de
leerlingenscliaal.
Enkele maatregelen van den Minister van
Onderwijs.
Van den minister van onderwijs is geen
voorstel tot wijziging van de leerlingenscliaal
voor het oogenblik te verwachten. Wel zal de
minister zich beijveren uitvoering te geven aan
zijn op 22 December 1937 in de Tweede Kamer
vermelde voornemen, om aan artikel 56, tweede
lid, der Lager-onderwijswet een loyale toepas
sing te geven. Hij vertrouwt, dat daardoor be
reikt zal worden, dat ..excessen", die in ver
band met de werking der huidige schaal voor
komen. verdwijnen.
Men moet zich intusschen niet voorstelen,
dat als de scholen, die dit noodig hebben, vol
doende van extra-leerkrachten zijn voorzien,
daarmede alle werklooze onderwijzers een be
trekking zullen hebben gevonden. Zelfs bij
een zeer groote verruiming van de leerlingen-
schaal zou dat nog niet liet géval zijn. De stel
ling in het voorloopig verslag, dat de werklooze
onderwijzers slechts op één wijze afdoende ge
holpen jhinnen worden, pl. door ljun eep plaats
to geven in de §chooj, ipoet dan ook, in
strijd met <je feiten, verworpen woredn,
Dat het leerlingenaantal in vele schoolloka
len in strijd is met art. 23 van het bouwbesluit
en art. 9 der Lager-onderwijswet. is een bewe
ring. waarvan de juistheid niet bewezen is.
Kinderpostzegels met de beeltenis
van prinses Beatrix.
Verzoek aan II. M. de Koningin.
Naar wij vernemen heeft de commissie
voor de kinderpostzegels tot I-I.M. de Ko
ningin het verzoek gericht, om haar toe
stemming te willen verleenen tot het uitge
ven van kinderpostzegels met de beeltenis
van H.K.H. Prinses Beatrix, zoo mogelijk met
die van H.K.H. Prinses Juliana, voor de uit
gifte December 1938 tot begin Januari 1939.
Omtrent dit verzoek is tot dusver nog geen
beslissing genomen.
NEDERLANDSCHE UNIE VAN SPEELTUIN-
ORGANISATIES.
Op Maandag 18 April, den tweeden Paasch-
dag, houdt de Nederlandsche Unie van speel
tuin-organisaties haar 6e jaarvergadering te
Eindhoven.
Door het „Philipsde Jongh ontspannings
fonds" is hiertoe geheel belangeloos de „aula"
van de Philips-kleuterschool ter beschikking,
gesteld.
De agenda bevat o.m. de volgende belangrijke
punten
Mededeelingen inzake de uitgave van Nuso-
wereldbiblïotheek kinderboeken, waarvan bin
nenkort het eerste deel zal verschijnen. Mede
werking van eerste klas kinderboeken-auteurs
is verkregen.
Voorstellen inzake een wijziging der con
tributie-regeling.
Voorstel door het Amsterdamsch Speeltuin
Verbond ingediend inzake het centraal orga-
niseeren van kinderkampen.
De aftredende bestuursleden zijn alle bij
enkeüe oandidaatstelling herkozen, t.w. W.
Klaren (Haarlem) le seer... G. Bosch (Rot
terdam) 2e voorzitter. F. J. Bergman en W.
A. Pleysier fbeiden Groningen) commissaris
sen, terwijl in de vacature C. Dubbeld Jr. (Wor-
merveer) wegens bedanken moet worden voor
zien.
De tusschentïjds in overleg met de Amster-
damsche centrale aangewezen voorzitter
(wegens overlijden van den heer J. Verreyck)
J. du Bois is eveneens bij enkele candidaat-
stelling herkozen.
Vereenigingen welke nog niet zijn aangeslo
ten en welke belang stellen in de te houden
jaarvergadering, kunnen introducties bekomen
bij den secretaris W. Klaren, Cederstraat 28,
Haarlem.
Zware straf tegen liandigen dief
geëischt.
Geld uit bestelauto's gestolen.
Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft
Maandagmiddag terecht gestaan de 30-jarige
chauffeur J. H. wonende te Rotterdam en
thans gedetineerd, die zich voor een serie
diefstallen had te verantwoorden. De man
ging daarbij aldus te werk: zag hij ergens een
bestelauto onbeheerd staan, dan sneed hij
een der banden door en reed dan op zijn
fiets een eindje de straat in. Kwam de chauf
feur van de bewuste auto naar buiten, dan
kwam deze al heer gauw tot de minder aan
gename ontdekking, dat er een band lek was.
Er zat dan in de meeste gevallen niets an
ders op, dan het wiel met den lekken band
van de as af te halen en er een wiel met
reserveband op te zetten. Tijdens dit karwei
legde de chauffeur zijn geldtaseh, die hij om
den schouder droeg', zoolang in de cabine,
om zich daardoor gemakkelijker te kunnen
bewegen. Dan werd er meestal nog een jas
of hoed overheen gelegd, om te voorkomen,
dat voorbijgangers de tasch met inhoud zou
den zien en van de gelegenheid zouden ge
bruik maken, de tasch te stelen.
H. bleek met deze wijze van doen volkomen
op de hoogte te zijn, want was de chauffeur
met de reparatie bezig, dan kwam hij voor
zichtig nader, opende de deur van de cabine
en kaapte de geldtaseh met inhoud. Was de
chauffeur klaar met zijn werk, dan kwam
hij tot de ontstellende ontdekking, dat zijn
tasch gestolen was. Hij heeft zich van Juni
1937 tot Februari 1938 met deze minderwaar
dige practijken bezig gehouden waarbij hem
ongeveer f 26C0 in handen viel. H bekende de
feiten volmondig.
De officier van justitie meende dat een
strenge straf op zijn plaats was, en eischte
derhalve een gevangenisstraf voor den tijd
van twee jaar.
Bij liet spel 0111 liet leven gekomen.
In de Lage Bothofstraat te Enschedé was
Maandagavond een aantal jongens aan het
voetballen. Een van hen, de negenjarige J. G.
Geverink. liep daarbij plotseling voor een
vrachtauto. De knaap werd aangereden en
zóó ernstig ge-wond, dat hij vrijwel op slag
dood was.
Op 12 April 1588 namen onze nationale
Staatsinstellingen een aanvang.
Wie de voortreffelijke eigenschappen
van Waarborg-KIeeding eenmaal ként,
wil van geen gewone kleeding meer
weten.
o/leen bij KREYMBORG
(Adv.
Med.)
Kantoorarbeid bij tuinbouw
veilingen.
Gerechsthof te Amsterdam zal kwestie nader
onderzoeken.
Maandag heeft de Hooge Raad arrest-
wezen in de zaak van W. de G., die heeft
terecht gestaan voor den kantonrechter ter
zake dat hjj als hoofd van een veilingson
derneming niet heeft gezorgd, dat in die in
lichting een arbeidslijst en een arbeidsre-
gister aanwezig waren. Het ging hier om de
toepassing der Arbeidswet op kantoorarbeid
bij tuinbouwveilingen.
De Kantonrechter heeft de verdachte van
■echtsvervolging ontslagen, onder meer op
grond, dat het hier geen afzonderlijk bedrijf
jold, maar een onmisbaar onderdeel van de
veiling. Het betrof hier dus een onderneming
van tuinbouw en niet een arbeid als bedoeld
in art. 1 der Arbeidswet.
De ambtenaar van het O.M. kwam van dit
vonnis in hoogër beroep, waarna de recht
bank te Haarlem de zienswijze van den Kan
tonrechter niet deelde. De rechtbank oor
deelde, dat uit het werktijdenbesluit 1937
blijkt, dat besloten ruimten voor administra
tieve werkzaamheden in verband met veilin
gen van land- of tuinbouwproducten plegen
te worden verricht, zijn „kantoren" en deze
werkzaamheden derhalve zijn „arbeid" in
den zin der Arbeidswet 1919.
De verdachte werd deswege tot twee geld
boeten veroordeeld, doch ging van het vonnis
in cassatie.
Naar het oordeel van den procureur-ge
neraal moest ontslag van rechtsvervolging
worden uitgesproken. De Hooge Raad zou
echter niet ten principale kunnen recht
doen, aangezien de feiten nauwkeuriger die
nen te worden vastgesteld. Geconcludeerd
werd mitsdien tot vernietiging van het von
nis en verwijzing der zaak naar het gerechts
hof te Amsterdam.
De Hooge Raad overwoog' dat alle werk
zaamheden, welke voor den afzet der produc
ten noodig zijn, de administratieve werk
zaamheden inbegrepen, behooren tot die,
welke in een onderneming van tuinbouw ge
schieden en mitsdien niet zijn .arbeid" in den
zin van de Arbeidswet 1919. De rechtbank
had, indien de door requirant gegeven fei
telijke uiteenzetting juist zou zijn, naar het
oordeel van den Hoogen Raad niet tot een
veroordeeling mogen komen en zij heeft ten
onrechte die voorstelling niet nader onder
zocht.
De Hooge Raad heeft thans de zaak ter
erdere berechting naar het Amsterdamsche
lerechtshof verwezen.
Sybrancl Kuiper overleden.
Een vail de oude garde der Ilcldci'schc
redders.
In het Marine-hospitaal te Den Helder, is
in den ouderdom van 78 jaar overleden Sij-
brand Kuiper, een van de roemrijke oude
garde der oude redders uit de Heldersche
vereeniging „Moed, volharding, zelfopoffe
ring".
Sijbrand Kuiper behoort niet tot die red
ders in de kringen der blauwe zeeridders, die
een collectie medailles op nahield. Ge
dwongen door de levensomstandigheden koos
hij liever de geldelijke belooning voor zijn
eddingen in plaats van een medaille. In de
tijden van Dorus Rijkers cn Janus Kuiper,
behoorde hij menigmaal tot de koene beman
ning van de reddingboot, die de haven van
Nieuwediep uitging, als er op de gevaarlijke
gronden van de Haaks een schip in nood
zat.
Hij maakte tal van moedige reddingen mee,
aarvoor hij op lateren leeftijd onderschei
den werd met de bronzen medaille van de
Oranje-Nassau-Ordt,
Loonsverliooging in de sigaren-
industrie.
Nadere bijzonderheden over de voorloopige
afspraak.
Over de Vrijdagavond bereikte voorloopige
afspraak in het sigarenbedrijf, op grond waar
van de aangekondigde-..staking werd opge
schort vernamen wij, dat de loonen- als; volgt
zullen worden gewijzigd-:.
Voor de sigarenmakers zullen de doorsnee-
minimuimloonen per week voor sigaren en
kleine sigaren f 20.64 bij normale werkweek
worden, voor senoritas f 19.20.
Voor sorteerders zal het doorsneemhiimoim-
loon bij noranale werkweek f 21.60 gaan be
dragen.
Voor de sigarenmakers en kleine-sigaren
makers be teekent dit een lóonsverhooging van
gemiddeld f 2.25 tot f 2.50 per week en voor
de sorteerders van gemiddeld ruim 3 gulden
per week.
De loonen der sigarenmakers, werkende aan
gewone sigaren zullen als volgt worden ver
hoogd:
Sigaren in prijs: per 1000
boven 15 cent van 16.op f 16.50
van 13, 14 en 15 cent van 15.op 15.75
van 11, 12 en 12V2 cent van
van 9 en 10 cent van
van 7 en 8 cent van
van 6 cent van
van 5 cent van
van 4 cent van
van 3 cent van
De overeengekomen vacantie blijft op zes
dagen bepaald.
De hoofdbesturen der werknemers zullen dit
voorstel zoo spoedig mogelijk aan de ledenver
gaderingen voorleggen.
14.25 op
13.25 op
12.75 op
11.75 op
11.25 op
10.75 op
10.25 op
15.—
14.25
13.50
12.75
12.25
11.50
11
Dr. Adler veroordeeld.
Vandaag is het, op den kop af, drie en een
halve eeuw geleden, dat werd vastgesteld, dat
in de Nederlandsche staatsgemeenschap, die
voortaan zichzelf wilde zijn. de Regeering zou
berusten bij een daartoe in te richten Raad
van State.
Zeker, al heel wat vroeger kan men in onze
geschiedenis iets van een Raad van State aan
treffen, te weten in 1531, toen Karei V zijn
zustej Maria, weduwe van Lodelijk II van
Hongarije, welke hij tot Landvoogdes had aan
gesteld o.m. door een college van dezen naam
liet bijstaan. Maarwel beschouwd was er
op dat tijdstip nog geenszins sprake van een
zelfstandig' zijnd of optredend Nederland.
Toch heeft er in 1931, zij het op bescheiden
schaal een herdenking plaats gevonden in
verband niet het 400 jarig bestaan van den
Raad van State. Meteen, is bij die gelegenheid
echter beslist, dat er pas iets van een werke
lijk wat meer beteekenend jubileum kon ko
men, als dat met een echt nationalen Raad
van State zou samenhangen.
Als zoodanig nu geldt het college, waarvoor
de instructie werd vastgesteld op 12 April 1588.
Ofschoon in dien Raad van State een tweetal
Engelsche leden zitting kregen en eerst in 1627
voor goed een einde is gekomen aan het Brit-
sche lidmaatschap, bestaat er toch wel reden
om van een nationaal orgaan gewag te maken.
Tot goed begrip van een en ander zij even iets
uit de voorgescheidenis in herinnering ge
bracht.
Nog tijdens het leven van Willem de Zwijger
was men doende geweest met een poging om
in den strijd tegen Spanje op buitenlandsche
hulp te kunnen steunen en met het oog
daarop was aan den Franscliman Anjou de
positie van landheer over de Nederlandsche
opstandige gewesten aangeboden. Nadat in-
tuschen het experiment met Anjou op een
fiasco was uitgeloopen en nadat vervolgens
Prins Willem, kort voor zijn verheffing tot1
Graaf een feit zou worden, was vermoord 1
zocht men opnieuw buitenlandsche hulp. Zoo
kwam er een. verdrag met Koningin Elisabeth
van Engeland tot stand (1585), waarbij de
vorstin het zenden van troepen toezeide. Van
Nederlandschen kant zou men de kosten ver
goeden en zoolang dat nog niet geschied zou
zijn, mocht Engeland's monarche Vlissingen,
Rammekens en den Briel in pand houden, ter
wijl de opperbevelhebber van haar hulptroe
pen en nog twee andere Britten zitting in den
Raad van State zouden hebben. De opperbe
velhebber Leicester, liet zich echter tot land
voogd benoemen, doch heel veel pleizier heeft
hij hiervan niet beloefd evenmin als de Sta-
ten-Generaal. Over en weer ontstond er heel
wat strijd o.m. over de macht, welke de Land
voogd zou bezitten. En het eind van het lied
was, dat Leicester in December 1587 voor goed
naar Engeland terugkeerde.
Nu zag de Raad van State, die, zoolang er
een landsheer aanwezig was, alleen een raad
gevende taak te vervullen had, zich voor de
noodzaak geplaa.tst het uitvoerend bewind te
voeren, want daarmee was hij in geval van
ontbreken van den landvoogd belast.
Op 5 Februari 1588 kwam toen al een, laat
het wezen nog voorloopig, besluit tot stand
betreffende den Raad van State als orgaan,
dat de centrale Regeering had uit te oefenen
en wanneer dan ten langen leste op 28 Maart
bij de Staten-Generaal de officieele mededeé-
ling is binnengekomen, dat Leicester voor goed
zijn baantje hier te' lande heeft neergelegd, be
sluit men meteen nu verder door te gaan in
de richting van wat provisorisch al op 5 Fe
bruari was vastgesteld.
Zoodoende komt dan een tweetal weken la
ter, op 12 April, de instructie tot stand en te
vens het plakkaat, waarbij wordt vastgelegd,
dat het algemeene bestuur van de Republiek,
dat men nu niet meer aan een buitenlander
wil toevertrouwen, komt te berusten bij den
Raad van State.
Hierin ligt de voornaamste reden besloten voor
herdenking van dit feit, want aldus blijft men
dan een oogenblik stil staan bij het gebeuren
van 12 April 1588 toen voor genoemd college
de instructie haar beslag kreeg. "Wat nog niet
wil zeggen, dat er na dien datum over die in
structie niets meer te doen is geweest!
Het stemmen in den Raad geschiedde bij
meerderheid, zoodat alles te zamen genomen
in de praktijk de aanwezigheid van 2 Engel-
schen (als de Britsche opperbevelhebber hier
ondergeschikt wordt aan Maurits, gaat die
Britsche zetel in den Raad verloren)geen be
letsel behoefde te vormen voor het nemen van
nationale beslissingen. Zij konden makkelijk
overstemd worden in een college, waarin de
stadhouders der provincies en voorts 12 door
de Staten-Generaal op provinciale voordrach
ten aangestelde leden zitting kregen. Overi
gens zij hier even aangeteekend, dat Olden-
barneveldt er in 1616 in slaagde de pandste
den in te lossen en daarmee het recht van En
geland op 2 zetels in den Raad van State te
doen beëindigen; den toenmaligen gezant in
den Haag handhaafde men echter bij wijze
van lioffelijken overgang in den Raad, tot
hij, in 1627 ons land verliet.
De Raad van State van nu vertoont met dien
van 1588 over het algemeen weinig overeen
stemming'. Dit neemt niet weg, dat er zeker
termen bestaan om den dag van 12 April 1583
te herdenken als dag, waarop in feite onze na
tionale staatsinstellingen een aanvang namen.
Dr. E. v. RAALTE.
44 ANEGANG 44
De speciaalzaak in Broeken
(Adv. Ingez. Med.)
De beperking van verlof en
bewegingsvrijheid.
Valsche pas in zijn bezit aangetroffen.
's-GRAVENHAGE, 11 April. Wegens het
gebruik maken van een valschen reispas
was de secretaris van de Socialistische Ar
beiders-Internationale, dr. Friedrich Wolf
gang Adler, door de Rotterdamsche recht
bank veroordeeld tot een gevangenisstraf
van vier maanden.
Dr. Adler gebruikte dezen valschen pas,
wanneer hij in fascistische landen zijn iden
titeit niet wilde bekend maken. Hij was even
wel ook in het bezit van een geldigen pas.
Per ongeluk heeft hij bij aankomst op Waal
haven den valschen pas getoond, waarvoor
hij later te Roosendaal werd aangehouden.
De procureur-generaal bij het Haagsche
gerechtshof vond de door de Rotterdamsche
rechtbank opgelegde gevangenisstraf te
zwaar in verband met de omstandigheden,
waaronder het misdrijf was gepleegd en
heeft een geldboete van f 250 subs. 50 dagen
hechtenis gevorderd.
Het gerechtshof wees heden conform de
zen eisch arrest.
STAKING BIJ HEINEKEN'S GLAZEN-
WASSCHERIJ TE AMSTERDAM.
AMSTERDAM, 11 April. Vanmorgen is
onder het buitenper.soneel van Heineken's
Amsterdamsche glazenwasscherij een wilde
staking uitgebroken, die 48 man'omvat.
Van de zijde der directie vernemen wij, dat
dit arbeidsconflict veroorzaakt is, doordat
Zaterdag een glazenwasscher wegens dienst
weigering werd ontslagen. De man had zijn
werk in den steek gelaten om een zijner kin
deren naar het ziekenhuis te brengen. Bij
onderzoek van de zijdé der directie bleek dit
niet juist te zijn en de glazenwasscher, die
vooraf gewaarschuwd was, werd onmiddel
lijk ontslagen. Van arbeiderszijde stelde men
den eisch, dat de. ontslagen arbeider weer
zou worden aangesteld. Toen de directie dit
weigerde ging het geheele glazenwasschers-
personeel in staking.
Minister Slotemaker verdedigt zicli
In periode van twee jaar wel wat.
bereikt.
Geen fragmentarisme.
Verschenen is de memorie van antwoord aan
de Eerste Kamer van den minister van Onder
wijs, betreffende de begrooting' voor 1938 van
zijn departement. Daarin wordt gezegd:
De mededeeling in het voorloopig verslag,
dat in sterke mate betwijfeld moet worden, of
de resultaten van het door den minister in
gestelde onderzoek naar verschillende onder
werpen van veel beteekenis zullen zijn, zou
indien zij niet voorbarig en ongefundeerd ge
noemd moet worden slechts gemotiveerd
kunnen heeten, indien juist ware, dat. de
voorafgaande ambtsperiode van den minister
min vruchtbaar geweest is, gelijk sommige le
den stellen. De stelling is echter met alge
meen bekende feiten in strijd.
In een periode van ongeveer twee jaar
verscheidene leden vestigen daarop terecht de
aandacht zijn verschillende wetten tot stand
gekomen. Bezuiniging en concentratie wier
neteligheid algemeen bekend ls; In twee wet
ten een onderwerp het economisch onder
wijs waarmede regeering en Staten-Gene
raal sinds 1921 zijn bezig geweest zonder dat
eenig' resultaat bereikt werd.
Bovendien lette men op een aantal alge
meene maatregelen van bestuur, die tot stand
gekomen zijn en waarvan de voorbereiding
ten deele zeer tijdroovend is. Op 18 Februari
1938 is een wetsontwerp inzake de onderwij
zers-opleiding ingediend. Kenners weten, om
trent welk een aantal speciale punten de mi
nister zijn aanvankelijk standpunt moet be
paald hebben alvorens den tekst van het ont
werp te kunnen arresteeren.
Het stellen van de vraag, of het beleid van
den minister wel vruchtbaar geweest is in het
verleden en vruchtbaar zijn zal in de toe
komst, blijkt in het licht van een en ander
de opsomming boogt niet op volledigheid
niet geheel van vrijmoedigheid gespeend.
De klacht, dat het gevoerde beleid fragmen
tarisch was cn groote lijn miste, beduidt con
creet genomen waarschijnlijk, dat de minis
ter uit zeer veel-omvattende ontwerpen, doch
die het in jaren niet tot openbare behandeling
brachten, de materie heeft uitgekozen, die in
korte periode van ten hoogste twee jaar suc
ces beloofde. De uitkomst heeft den minister
volledig in het gelijk gesteld. Het verwijt van
fragmentarisme vermag hem daarom niet al
te zeer te treffen.
Nieuwe regeling getroffen.
De minister van Defensie heeft bepaald, dat
'het verleenen van verlof en van bewegings
vrijheid tot nader order moet worden beperkt,
in dier voege, dat van de sterkte volgens het
dagelijksch rapport steeds de helft van het
aantal officieren, onder-officieren, korporaals
en soldaten (ook van de subsistenten), voor
diensten bij de compagnie of het overeenkom
stig onderdeel beschikbaar is.
Deze regeling geldt eveneens met betrekking
tot te verleenen verlof of bewegingsvrijheid
ter gelegenheid van het a.s. Paasch- en Pink
sterfeest.
Den militairen, aan wie, op grond van
vorenstaande regeling, ter gelegenheid van
het Paaschfeest of van het Pinksterfeest ver
lof wordt verleend, kan zulks worden toege
staan:
a. Voor het Paaschfeest van 15 April tot en
met 18 April, met terugkeer per eerste reis
gelegenheid op 19 April 1938 of
b. voor het Pinksterfeest van 3 Juni tot en
met 6 Juni met terugkeer per eerste reis
gelegenheid op 7 Juni 1938.
Van het verlof, bedoeld sub a en b, komt voor
de dienstplichtigen met uitzondering van
de onderofficieren-eapitulant één dag in
mindering' van het algemeen verlof.
Voorts 'is ten aanzien van het reizen voor
rijksregeling o.m. het volgende bepaald.
Vervoer voor rijksregeling bij verlof of be
wegingsvrijheid tegen afgifte van vervoer-
bewijzen kan worden verleend:
le. aan dienstplichtigen, aan de militairen
die behooren tot het reservepersoneel en
aan de militairen, bedoeld in het eerste
lid van artikel 4, onder ten 2e. van punt f, van
het „Reglement voor de militaire ambtenaren
der Koninklijke landmacht", voor wat alle ge
noemde categorieën van militairen betreft, be
neden den rang.van adjudant-onderofficier
(vaandrig, kornet»:
a. die onafgebroken ten minste vijf tót ten
hoogste acht maanden in werkelijken dienst
moeten verblijven: tweemaal; (vroeger één
maal);
b. die onafgebroken ten minste acht tot-
ten hoogste twaalf maanden verplicht in wer
kelijken dienst moeten verblijven: viermaal;
(vroeger tweemaal)
c. die onafgebroken langer dan twaalf maan
den verplicht in werkelijken dienst moeten
verblijven: vijfmaal, (vroeger driemaal);
d. Die ten minste zes maanden onafgebroken
vrijwillig in werkelijken dienst zijn geweest
onder het genot van soldij of zakgeld (geen
jaarwedde)eenmaal na afloop van elk tijd
vak van zes maanden;
2e. aan sold ij genietende beroepsmilitairen:
viermaal per kalenderjaar, waarvan tweemaal
(vroeger éénmaal) in het tijdvak van I
Januari tot en met 30 Juni en tweemaal
(vroeger éénmaal) in het tijdvak van 1 Juli tot
en met 31 December, met dien verstande, dat
zij. die na 31 Maart doch vóór 1 Juni, onder
scheidenlijk na 30 September doch vóór 1 De
cember als beroepsmilitair in dienst treden, in
het eerste, onderscheidenlijk in het tweede
halfjaar van het betrokken kalenderjaar één
maal aanspraak hebben op vervoer voor rijks
rekening en zij die op of na 1 Juni of op of na
1 December als beroepsmilitair in dienst tre
den in die maanden géén aanspraak hebben
op vervoer voor rijksrekening;
3e. aan dienstplichtigen die als onderofficier -
capitulant vrijwillig in werkelijken dienst
zijn: viermaal (vroeger tweemaal) per jaar,
waarvan tweemaal in het tijdvak van 1 April
tot en met 30 September en tweemaal in het
tijdvak van 1 October tot en met 31 Maart
met dien verstande, dat zij. die na 30 Juni
doch vóór 1 September, onderscheidenlijk na
31 December doch vóór 1 Maart, als onder-
officier-capitulant in dienst treden, in het be
trokken halfjaarlijksche tijdvak éénmaal aan
spraak hebben op vervoer voor rijksrekening
en zij, die op of na 1 September of op of na
1 Maart als onderofficier-capitulant in dienst
treden, in die maanden géén aanspraak heb
ben op vervoer voor rijksrekening.
DE POST VERGETEN.
SEMARANG, - Zaterdag
De piloot van de K.N.I.L.M. heeft heden
ochtend vergeten uit Semarang de luchtpost
mee te nemen, bestemd voor het naar Neder
land vertrekkende vliegtuig. Hij heeft echter
de aansluiting met het vliegtuig gemist (dus
waarschijnlijk heeft hij onderweg zijn vergis
sing bemerkt en is hij naar Semarang terug
gekeerd). zoodat de post uit Semarang tot een
volgend vliegtuig moet worden aangehouden.
PRINS BËRNHARD BESCHERMHEER
VAN STUDENTENVEREENIGING.
's GR^VENHAQE, 11 April. Z. K. H.
Prins Bernhard heeft het beschermheerschap
van de Leidsche studenvereeniging tot vrij
willige oefening in den wapenhanudel „Pro
Patria" aanvaard.