HET NIEUWE AVONDBLAD
Visschen op de Westkust van Groenland.
Het jaarverslag der Reedersvereeniging.
Indi
lanen.
23e JAARGANG No. 143
WOENSDAG 20 APRIL 1938
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN per week 12'/2 ets., per
maand 52'/| cents, per kwartaal ƒ1.55. Geen
incassokosten. Losse nummers 3 cents.
Kantoor Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301
VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN.
UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V.
DIRECTIE P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM.
ADVERTENTIëN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN- EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
POSTGIRO 310791
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.—, overlijden ƒ400.—, verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim 100.—één lid duim 50.—alle leden wijsvinger 60.—
één twee leden wijsvmger ƒ25.—, alle leden anderen vinger 15.—, één of twee leden anderen vinger ƒ5.arm- of beenbreuk 30.enkelbreuk 15.polsbreuk 15.Opvarenden van vissehers-, marine vaartuigen enz.'
f400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés tengevolge mocht hebben.
Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
IJMUIDEN
Taeringerhaven, de haven der toekomst.
Ook voor de groote trawlers
van IJmuiden
00 63 gr. 41 min. N.B. en 51 gr. 31 min W.L.,
«mill ten Zuiden ran Godthaab, de hoofd-
ïl van zuid-Groenland ligt Faermgerhaven.
n»haven heeft een groote uitgestrektheid,
.en voldoende diepte, is vrij van drijfijs en 'be
schut door hooge heuvels, zoowel aan zee-
als aan landzijde.
Onze lezers zullen misschien zeggen „aan
genaam" en zich voorts afvragen, wat of zij
s.armee te maken hebben.
Dat is misschien niets, misschien heel veel:
ast hangt af van de wijze waarop zij die dit
fecen aan den kost komen. Als ze niets met
liet visscherijbedrijf van doen hebben, heb-
Uen ze er ook niets mee te maken.
Maar zijn er wel dezulken in IJmuiden? Ik
o-loof niet veel. Daar zijn in de eerste plaats
rie direct geïnteresseerden, reeders, vissehers,
vischlossers, ijsfabrikanten. ijswerkers, enz.;
aan ziin er indirect geïnteresseerd barbiers,
sóarenwinkeliers, kasteleins, kruideniers,
.roenteliandelaars, melkslijters en verder alle
middenstanders, die reeders, vissehers visch
lossers en andere direct-geinteresseerden tot
klant hebben.
Bliiven dus als niet-belanghebbenden over
onderwijzers en politie-agenten, maar onder
deze categorieën bevinden zich nog velen, die
zoo al geen belanghebbende dan toch belang
stellende zijn. -
En zoo kom ik weer op de Faeringerhaven
terug de haven die ligt op de Westkust van
Groenland, een haven die voor IJmuiden ont
sloten is sedert onze vloot eenige eenheden
telt van 350 ton en meer, d.w.z. schepen, waar
voor geen vischgronden te ver liggen wanneer
deze maar binnen een tiental dagen bereikt
kunnen worden.
En daarbij behoort ook de Westkust van
Groenland, die althans wat het Zuidelijkste
deel betreft, dat niet verder van IJmuiden ver
wijderd ligt dan de Barentszee.
Faeringerhaven is een haven, die van groot
belang is voor de visscherij in de Davisstraat,
zooals de inham heet, waaraan Greenland's
fjordenrijke en vischrijke Westkust is gelegen
en omdat men het nooit kan weten wil ik eens
iets meer van de haven en de visscherij ver
tellen.
De haven is open van Mei tot October. Dat-
zijn, wanneer de trawlharingvisscherij eens
haar beteekenis mocht verliezen, bijvoorbeeld
door gebrek aan afzetgebied, juist voor onze
groote trawlers eenige kritieke maanden, het
geen dan ook de reden is, dat ik de aandacht
op deze visscherij vestig. Er is een station voor
draadlooze telegrafie en er is, in de zomer
maanden een klein hospitaal, waar een ge
neesheer, geassisteerd door eenige verpleeg
sters hulp verleenen aan zieke of gewonde
vissehers.
Reeds thans wordt dit gebied, waar overigens
alle scheepvaart onbekend is, bevischt door
Deensche, Amerikaansche, Fransche en Portu-
geache vischers, maar vooral van de Faroer-
eilfnden. De schepen, die door genoemde lan
den naar de Westkust van Groenland worden
uitgezonden zijn in den regel zeilschepen van
600 tot 800 ton, voorzien van hulpmotoren, die
in den regel niet zelf vischen, maar de vissche
rij doen uitoefenen door de z.g. dories. Ook
wordt er veel gevischt met de beug, zoowel
met de lange als met de handlijn.
Van den vischrijkdom deze wateren hoort
men ongelooflijke staaltjes. Vele kotters vingen
verleden jaar in veertien dagen van 40.000
tot 50.000 kabeljauwen en een trawler van de
Faroer-eilanden had in veertien dagen hon
derd ton kabeljauw aan boord. Een beug-
visscher ving per dag 3000 tot 5000 kabel
jauwen!
De visch wordt verwerkt tot zoutevisch, die
door vrachtschepen wordt afgehaald of wel
door de schepen zelf wordt aangevoerd. De
visscherij is natuurlijk het meest loonend
wanneer de visschersvaartuigen het geheele
seizoen door kunnen blijven visschen en er
carriers komen om de vangst over te nemen.
En daarvoor is Faeringerhaven zoo belang
rijk, omdat er een kolen- en een oliestation
Is en er ook geproviandeerd kan worden.
Er wordt jaarlijks in ons land meer dan één
millioen Kg. zoutevisch ingevoerd ter waarde
van ca. 125.000 gulden, waarvan 625.000 Kg.
ter waarde van 90.000 gld. uit Engeland, dat
een recht van 10% heft op alle visch, aange
voerd door Nederlandsche schepen of inge
voerd uit ons land.
Ligt hierin geen vingerwijzing voor de Ne
derlandsche Visscherij Centrale, die een nauw
contact onderhoudt met het IJmuidensche
visscherij be drijf, in het bijzonder met die
reederijen welke de beschikking hebben over
groote trawlers? Kunnen we die één millioen
Kg- zoutevisch wat misschien 11/4 millioen
Kg. versche visch vertegenwoordigt, niet zelf
gaan visschen? Er is in ons land een voort
durend tekort aan versche zee visch, getuige
de periodieke noodkreten van den groot- en
kleinhandel. Zulke perioden van visch-
schaarschte zij nu eenmaal onvermijdelijk.
Maar daarvoor is dan de zoutevisch uitstekend
geschikt om in perioden van vischschaarschte
m de behoeften te voorzien. Dat er thans in
ons land zoo weinig zoutevisch wordt gegeten
komt omdat dit artikel veel te duur is voor
kleine beurzen: zoutevisch, een volksvoedsel
m andere landen mot een groote visscherij,
is in ons land een dure lekkernij en dat zou
anders kunnen worden, wanneer onze reeders
zich opnieuw op het zouten aan boord gingen
toeleggen. Maar dan dient er van regeerings-
zijde iets gedaan te worden tegen den Engel-
schen invoer, want zoolang die onbelemmerd
kan worden voortgezet is de kans op een eigen
zoutevischindustrie niet groot.
Is dit alles toekomstmuziek?
Ongetwijfeld. Het zal nog wel even duren
voordat de Haarlem, de Delft, de Erin of welke
andere trawler ook naar deze nieuwe West
kust gezonden wordt om kabeljauw te visschen
en te zouten. Maar we leven in een tijdperk
van evolutie in het visscherijbedrijf. Wie zou
een paar jaar geleden gedacht hebben, dat
IJmuidensche stoomtrawlers in den winter van
19371938 zonden gaan visschen in de Ba
rentszee, of dat IJmuidensche reeders traw
lers kochten van 400 a 450 ton? Dat was toen
toekomstmuziek. We leven snel tegenwoordig
en het visscherijbedrijf van IJmuiden heeft
behoefte aan nieuwe bronnen, om daaruit de
zoo noodige levenssappen te kunnen putten.
En de IJmuidensche reeders hebben onder
nemingsgeest, de vissehers durf genoeg om na
de Noordkaap „omzeild" te hebben ook Kaap
Vaarwel te ronden.
S. B.
Arb. To oneel vereeniging Pal vu.
Opvoering van „Een Boete".
Een zeer goed bezette Thalia-zaal heeft
Dinsdagavond met groote belangstelling- de
verrichtingen van de arbeiders- tooneelver-
eeniging PALVU in het tooneelspel ..Een Boe
te" gevolgd.
Dit werk van Suze la Chapelle—Roobol
heeft in zijn tijd een grooten aftrek gevon
den bij het vak zoowel als het dilettanten-
tooneel en velen hebben de verwikkelingen
door de schrijfster om de hoofdpersonen broer
Jacob en zuster Lize geweven, een paar uur
in spanning gehouden.
De pen van Suze la Chapelle is waar het
't hekelen van misstanden, wanbegrippen en
bekrompenheid in sommige kringen betreft,
een zeer scherpe. De figuur van den ouderling
Jacob van Hoek is zoodanig geteekend, dat
deze man van af z'n eerste scène reeds anti
pathie wekt. En de opluchting, welke over het
publiek komt als Lize geholpen door Dora
c.s„ den ban van Jacob verbreekt en haar
geheim openbaart, typeert de kracht van de
autrice als tooneelschrijfster.
De regisseur de heer H. van Dokkum an
nonceerde in zijn openingswoord (voor zoo
ver bij al de luidruchtig binnenkomende be-
zoekers verstaanbaar)dat het volgende sei
zoen Palvu wederom 3 Heijermanswerken zal
opvoeren w.o. vrijwel een primeur voor het
dilettantentooneel in deze omgeving.
De heer A. Peek sprak daarna een propa-
gandawoord ten bate der T.B.C.-bestrijding.
Spr. bracht hartelijk dank aan de vereeni
ging' voor het afstaan van de baten der he
denavond te houden verloting aan de plaatse
lijke afdeeling.
Hij was het bestuur zeer erkentelijk voor
dit edele gebaar en verzocht om den steun
van allen bij de a.s. Donderdag te houden
Emmabloemcollecte.
De twee centrale figuren in „Een Boete",
zijn, zooals we reeds hierboven zeiden, broer
Jacob en -zus Lize. Met de „incarnatie" van
deze twee -personen staat en valt een groot
gedeelte van het artistieke welslagen van de
voorstelling. Mevrouw Heiligers is een la-acht,
waar Palvu op bouwen kan, hebben we meer
malen opgemerkt. En dit bleek ook nu weer.
Dit wil niet zeggen, dat ze ons voldaan heeft
als Lize. De persoon van deze door het lot (en
Jacob) zwaar beproefde vrouw is er een van
gedweeheid en ootmoedigheid, eigenschappen,
welke mevrouw Heiligers ons in den loop dei-
jaren niet overtuigd heeft gemakkelijk ten
tooneele te kunnen brengen. Haar aard is
meer het sterke, stoere en onbuigzame, dat
Lize geheel en al mist. Niettemin heeft zij
zich geheel aan deze creatie gegeven, waar
voor Palvu haar dank verschuldigd is.
Jacob (de heer Broeren) was qua figuur
sterker. Hij had bedaarder, vlij mender en
meer afgemeten kunnen zijn, daar werd im
mers steeds over gesproken in het stuk? Hij
groeide in kracht en overwicht met het voort
schrijden der tooneelen, zoodat 't de ontknoo
ping niet aan gezonde spanning ontbrak.
Zeer wel kon ons mevr. ter Haar als Cor vol
doen; zij had hier een rol naar haar hart
gevonden. Dat was een geslaagde creatie.
Ook mej. Alders als zuster Anna had aardige
scènes op haar rekening; zoo o.m. in 1. Frans
vulde als derde in dit edele familieledenstel de
anderen vrij waardig aan. Dora en Floor, het
verliefde jonge paar, gaven hun beste krach
ten; Palvu is hier vermoedelijk op de moei
lijkheid gestuit van het niet tegen elkander
afgewogen zijn van de capaciteiten van bei
den. Floor is als jeune premier weliswaar een
man van routine -en gemakkelijk spel, maar
is niettemin immer ietwat gereserveerd en
bezadigd waar we het gaarne spontaan en
jeugdig-impulsief zouden zien, iets wat we
bijv. wel aantreffen in z'n tegenspeelster
Dora, die wanneer ze mettertijd zich meer
met de uit te beelden personen vereenzelvigt,
zeker een sterke kracht van Palvu zal blijken
te zijn. Verschijning, stem en gebaar heeft
ze mee; nu ook nog ziel geven aan de too-
neelfiguur (dat kwam b.v. midden in 2).
Juffrouw Dalers verdient als oude jeugd
vriendin van Lize een extra pluim voor de
vertolking van dit eenvoudige vrouwtje. Een
loopmeisje completeerde de rolbezetting.
Het stuk ging er bij de bezoekers van
Palvu zeker wel in; hoe zou dit ook anders
kunnen.
En de vereeniging heeft er weer een sei
zoen mee afgesloten, waarin ze haar dona
teurs veel genoegen geschonken heeft. Al zul
len de wenschen van den heer van Dokkum
wellicht in het algemeen meer uitgegaan zijn
naar het Heijermans-repertoire, dat zijn (en
veler) hart gestolen heeft. En waarin de
Palvu-menschen zich toch maar 't meest thuis
voelen.
Een verzoek hebben we nog: zouden we
een volgende keer bij open doek maar geen
bezoekers meer toelaten? Het was ditmaal, nu
zulk een regeling met bestaat, heel hinder
lijk, dat men maar binnenliep alsof het geen
uitvoering van serieus werkende dilettanten
betrof, maar een cineac.
W.
„Pro Juventute".
iken verzoekt ons plaatsing van het vol
gende
Er is reeds veel geschreven over de leegloo-
perij, de baldadigheid, de misdadigheid van
jeugdige personen. Het -kwaad neemt zoodanige
vormen aan, dat in den laatsten tijd in ver
schillende steden ernstig naar middelen wordt
gezocht óm het te stuiten.
De opgroeiende jeugd in Velsen is niet beter
dan elders; ook hier worden dingen uitge
haald, die, wanneer we ze allemaal wisten,
ons met schrik zouden vervullen. Ook met me
delijden, want de omstandigheden, waaronder
de tegenwoordige jeugd opgroeit, zijn vaak zeer
moeilijk,
Er zijn ook hier reeds vele pogingen gedaan,
om de jeugd van de straat te houden en be
zigheid te versohaffen. Naast de bereikte re
sultaten bij de goedwillende elementen blijft
de moeilijkheid bestaan, dat diegenen, die het
meest hulp en leiding noodig hebben, in den
regel het moeilijkst te bereiken zijn.
Het komt ons wenschelijk voor, in dit ver
band de aandacht te vestigen op de vereeni
ging „Pro Juventute" en haar werkwijze meer
algemeen bekend te maken.
De vereeniging „Pro Juventute" te Haarlem
heeft een brochure doen verschijnen, waaraan
we het volgende ontleenen.
De vereeniging „Pro Juventute" te Haarlem
heeft haar zetel aldaar en strekt haar werk
kring uit tot alle gemeenten in liet Arrondis
sement Haarlem.
Zij heeft ten doel:
a. bestrijding en voorkoming van de crimi
naliteit van jeugdige personen, en wel beneden
den strafrechterlijk meerder jar en leeftijd van
18 jaar.
b. Duurzame verzorging, zoowel in als bui
ten gestichten van minderjarigen, wier han
delingen hebben geleid of gevaar loopen te lei
den tot strafrechterlijk onderzoek, vervolging
of straf.
c. reclasseering van voorwaardelijk veroor
deelden en voorwaardelijk in vrijheid ge stelden
Ter bereiking van dat doel stelt zij zich tot
taak
Door het uitoefenen van toezicht, het plaat
sen in opvoedingsgestichten, in gezinnen of in
betrekkingen en het verleenen van zedelijken
en stoffelijken steun te behartigen de zedelijke
en maatschappelijke belangen dier jeugdige
personen, zoowel jongens als meisjes, zonder
onderscheid van gezindte.
De vereeniging houdt daarvoor voeling met
autoriteiten en met vereenigingen die een ge
lijksoortig doel beoogen.
Behalve donateurs en gewone leden kent de
vereeniging werkende leden. Dit zijn meerder
jarige personen, dig zich bereid hebben ver
klaard het bestuur in de boven omschreven
taak daadwerkelijk ter zijde te staan, en die
daartoe door het bestuur worden aangezocht.
Ieder particulier kan zich om raad en advies
wenden tot de vereeniging. Wanneer het in
zulk geval noodig blijkt en ouders of voogden
dat wenschen, wordt blijvend contact gehou
den met de(n) betrokken minderjarige. Dit
geldt dus ook voor kinderen, die moeilijkheden
geven met de opvoeding zonder met de poli
tie of strafrechter in aanraking geweest te zijn.
Aangezien het aantal gevallen, waarvoor de
hulp der vereeniging wordt ingeroepen, steeds
toeneemt, heeft het bestuur op sommige plaat
sen binnen het Arrondissement Haarlem com
missies m het leven geroepen, die een deel van
het werk overnemen. Het is bovendien zeer
gewenscht, dat ieder zich op gemakkelijke
wijze tot de vereeniging kan wenden.
De kort geleden opgerichte commissie van
„Pro Juventute" te Velsen zal van Mei af
daartoe geregeld spreekuur houden in het bu
reau van den Gemeentelijken Geneeskundigen
en Gezondheidsdienst in het Raadhuis te Vel
sen, dat daartoe welwillend door het gemeen
tebestuur is afgestaan, en wel op den eersten
en derden Woensdag van de maand. De eerste
Woensdag' is meer in het bijzonder bestemd
voor jongens van 12 jaar en ouder en de derde
Woensdag voor jongens beneden 12 jaar en-
voor meisjes van eiken leeftijd.
De besprekingen dragen een strikt vertrou
welijk karakter en ieder kan er kosteloos ge
bruik van maken.
Tenslotte nog een opwekking tot al degenen,
die belang stellen in dit buitengewoon nut
tige werk en zich mede verantwoordelijk voe
len om het instand te houden en zoo mogelijk
uit te breiden in onze gemeente.
De commissie is dankbaar te kunnen reke
nen op de medewerking van een 14-tal wer
kende leden, maar moet tot haar spijt con-
stateeren, dat het aantal donateurs en gewone
contribueerende leden hier nog zeer gering is,
Daar de vereeniging haar onkosten grooten.
deels moet bestrijden uit giften en contribu
ties, hopen we zeer, dat het bovenstaande voor
deze en gene aanleiding mag zijn om jaarlijks
iets bij te dragen. De minimum-contributie
bedraagt f 1 per jaar.
De plaatselijke commissie is samengesteld
als volgt:
Dr, L. S. Limborgh Meijer, voorzitter, Zee
weg 337, IJmuiden-Oost, E„ Kessler-Stoop, se
cretaresse, Slingerduin, Zeeweg, IJmuiden-O.,
S. W. van Walraven-Wackie Eysten, penning
meesteres. J. Kostelijklaan l, Velsen. giro
nr. 48709.
De crisis-aangelegenheden hebben ook in
1937 wederom aanleiding gegeven tot veel be
moeienissen van de Reedersvereeniging. doch
om de reeds vroeger genoemde reden, dat vele
van de gehouden besprekingen een vertrouwe
lijk karakter moesten dragen, kan daaromtrent
in dit Jaarverslag weinig worden vermeld.
In hoofdzaak betroffen de besprekingen
weder de Nederlandsche Visscherij centrale, de
Afdeeling Visscherij en en de Commissie van
Advies Crisis-Invoerwet.
In het vorig Jaarverslag werden reeds uit
voerige mededeelingen omtrent het contact
dat met verschillende organisaties wordt on
derhouden, in overleg met en onder leiding van
Mr. J. H. Kiewiet de Jonge, die nu sinds enkele
jaren als adviseur aan onze Vereeniging is
verbonden, gedaan.
In 1937 is hierin geen verandering gekomen,
maar is op dezelfde wijze voortgegaan samen
te werken in* de Vereenigde Visscherij Organi
saties en ons te doen vertegenwoordigen in
het Centraal Instituut ter bevordering van het
Normale Handelsverkeer tusschen Nederland
en andere landen.
In de samenstelling van de Subcommissie
voor de Groote Trawl- en Beugvisscherij. waar
in zes leden van de Reedersvereeniging zitting
hebben, is geen verandering gekomen.
De voldoening, in ons vorig Jaarverslag uit
jesproken, over de totstandkoming van een
nieuw Departement van Landbouw en Vissche
rij, mocht slechts van korten duur zijn, daar
dit Departement in 1937 reeds weder is opge
lost in het Departement van Economische
Zaken.
Dit behoeft evenwel niet te beteekenen, dat
daarom aan de visscherij minder aandacht
zou worden besteed en in bedrijfskringen wordt
ten zeerste gehoopt en ook wel verwacht, dat
dit niet zal leiden tot mindere belangstelling
van de Regeering voor dit oud-Vaderlandsche
bedrijf.
Omtrent hetgeen door de Regeering in 1937
is gedaan op het gebied van bevordering van
het sloopen van visschersvaartuigen, van het
fileeren van visch en van steun aan de propa
ganda voor het vischgebruik, is hiervoor reeds
een en ander medegedeeld, waarom het niet"
noodig is in den breede hierop nu nog weder
terug te komen.
Ook in het afgeloopen jaar is de gewenschte
soepelheid betracht bij het verstrekken van
uitvaarcertificaten bij overdracht van sche
pen, die van een certificaat voorzien waren
of van vervanging van schepen, die een uit
vaarcertificaat hadden, door schepen, die niet
in het bezit waren van zulk een certificaat,
doch met intrekking van de certificaten der
schepen, die vervangen werden, zoodat van
uitbreiding van het productieapparaat, wat
het getal schepen betreft, geen sprake was.
De maatregelen, die getroffen zijn met be
trekking tot de contingenteeering van den in-
uit- en aanvoer van versche zeevisch, en de
uitgifte van consenten daarvoor, geven geen
aanleiding tot bijzondere opmerkingen.
De uitvoering dier maatregelen liet niet te
wenschen over en ook bij het verleenen van
verdragscontingenten werd rekening gehou
den met de moeilijke positie, waarin het be
drijf nog steeds verkeert.
Deze moeilijke positie vloeit nog steeds voor
een belangrijk deel voort uit de belemmeringen
die de export ondervindt en waarbij ook thans
weer moet worden geconstateerd, dat de Re
geering in het belang van onze visscherij, met
uitzondering van den export van versche ha
ring naar Tsjecho-Slowakije, helaas weinig of
geen resultaat heeft kunnen boeken, zooals
o.m. reeds is gebleken bij hetgeen wij mede
deelden met betrekking tot de houding van
België.
Hiermede wordt in geen enkel opzicht be
doeld critiek uit te oefenen op de officiëele
instanties als de Commissie Crisis-Invoerwet
en de Nederlandsche Visscherij centrale, van
welke niet anders kan worden geconstateerd,
dan dat zij steeds op de meest welwillende
wijze aandacht hebben, geschonken aan de
wenschen, die dezerzijds naar voren werden
gebracht en de vervulling' daarvan hebben
bevorderd.
Ook ten aanzien van de uitgifte van con
senten voor in- en aanvoer alsmede uitvoer,
waarvan de regeling aan de goede zorgen van
de Nederlandsche Visscherij centrale is toever
trouwd, mag hetzelfde worden erkend.
Helaas moet ook aan het einde van het jaar
1937 opnieuw de ldacht worden geslaakt, dat
niets is gedaan aan de contingenteering van
den invoer van zoutevisch.
Hierbij rijst de vraag of er toch niet voor de
Regeering aanleiding bestaat om dit vraag
stuk opnieuw onder de oogen te zien met het
oog op de wijzigingen, die zich in dezen invoer
voltrekken.
Er is een moment geweest waarop onze
markt geheel werd ingenomen door de En
ge 1 s c h e zoutevisch, maar blijkbaar heeft
hier een verschuiving plaats gehad, waarmede
nog niet voldoende is rekening gehouden.
De invoer van zoutevisch uit IJsland, die
in 1936 46.000 K.G. bedroeg', is in 1937 gestegen
tot 331.000 K.G., een verschuiving waardoor de
Engelsche invoer tot 2/3 werd gereduceerd en
de vraag is gewettigd of hetgeen misschien
vroeger alleen moest worden bezien met het
oog op onze handelsbalans met Engeland, nu
ook niet zou moeten worden bezien met het
oog op onze handelsbalans met IJsland en of
daaruit niet de mogelijkheid kon worden ge
boren, om ook voor dit vischproduct tot con
tingenteering te geraken.
Op een andere plaats in dit verslag is er
reeds melding van gemaakt, dat ten behoeve
van de visscherij aan de Westkust wederom
uitzonderingsbepalingen zijn gemaakt met het
oog op het kunnen zouten van haring.
Ook voor de haringtrawlvisscherij op de
t Noordzee is door de Regeering een regeling'
I getroffen., dat beperkte hoeveelheden steur -
haring door de haringtrawlers mochten wor
den aangevoerd.
Met het oog op den yooruit.gang van deze
visscherij; werd de mogelijkheid daartoe voor
een grooter aantal schepen opengesteld dan
in 1936. In hoeverre daarvan gebruik werd
i'emaakt, blijkt uit de terzake in het verslag
opgenomen statistiek.
De heffingen op den export van tong heb
ben in het jaar 1937 veel minder beteekeud
dan in het voorafgaande jaar,
Zooals reeds werd gememoreerd, wordt er
evenwel van de zijde van het bedrijf zeer prijs
op gesteld, dat dit tongenmonopolie gehand
haafd blijft, al zou ook niet meer tot heffing
behoeven te worden overgegaan, aangezien
van dezen maatregel ongetwijfeld een goede
preventieve werking uitgaat.
Dat de Regeering overtuigd is van het feit,
dat het trawlvisscherijbedrijf nog steeds in
zeer moeilijke omstandigheden verkeert, is ook
wel gebleken uit het feit, dat de steunregeling
gehandhaafd is gebleven.
In het totaal-bedrag van den verleenden
steun is geen wijziging gekomen, evenmin als
in de verdeeling tusschen beide groepen, de
stoomtrawlers en motorloggers.
De pogingen, die zijn aangewend, om ver
hooging van dezen directen steun te verkrij
gen, niet het oog op de noodlijdende positie
van het bedrijf, hebben nog geen resultaat
gehad en het bedrijf verkeert te dien aanzien
nog in afwachting.
Volgens statistische opgaven neemt
het aantal Indianen in de Vereenig
de Staten sindseenigen tijd weer
beduidend toe).
De Indianen, zegt de krant.
Zijn weer in aantal toegenomen,
Dat nieuwtje is wel intressant,
Wie had dat nu nog durven droomen.
Verjaagd van prairie, woud en meer.
Gedoemd tot afzien van het zwerven.
Slachtoffers van 't modern verkeer.
Bleef hun toch slechts om uit te sterven.
Zoo dacht ik altijd, en met spijt.
Door jeugdherinnering aan boeken.
Van vredespijp en dappren strijd.
Van berenjacht en sporen zoeken;
Van wigwams en van veerentooi,
Van tomahawks en pijl-en-bogen
Mocassins, squaws, betoovrend mooi.
Zij staan mij -allen nog voor oogen.
Hoe konden wij Amerika,
Om deze dapperen benijden,
Hoe speelden wij die boeken na.
Al bleef scalpeeren te vermijden.
Maar ach, die tijd is lang -voorbij,
De Indiaan moest rustig worden,
Het zwerven stond hem niet meer vrij,
De blanke riep hem tot de orde
Hun oude vrijheid werd gesmoord,
De wet beperkte wat zij mochten,
Zij dragen schoenen en een. boord,
Behalve dan op circustochten.
Is hun getal stijgend in lijn?
Nou ja, ze zijn toch uitgezworven.
De echte Indianen zijn
Voorgoed volkomen uitgestorven.
P. GASUS.
GYMNASTIEKVEREEN. GRATIA-PLATO.
De jaarlijksche onderlinge gymnastiekwed-
strijden, welke in de afgeloopen week heb
ben plaats gehad en waarbij als jurleden op
traden de heeren Th. Bank, Arpacl en J.
Timmermans, hebben het volgende resultaat
Jongste meisjes:
le gelid, le pr. Mijntje v. d. Braber 48.5 p„
2e pr. Corrie Wey 45.5 p., 3e pr. Ada Sint 44.5
p.. 4e pr. Anna van Riesen 43.5 p.
2e gelid: le pr. Tini Luppens 44.5 p., 2e pr.
Lilian Besse 44 p., 3e pr. Anneke Heiligers
42.5 p., 4e pr. Miesje Loendersloot 41.5 p.
3e gelid: le pr. Annie Bleeker 48.5 p„ 2e pr.
Dorie Schermer 46.5 p„ 3e pr. Lena v. d.
Molen 44 p.
Oudste meisjes:
le gelid: le pr, Bertha Snel 46 p.. 2e pr.
Agatha v. d. Braber 42.5 p., 3e pr. Corrie Piers
39 p.
2e gelid: 1 pr. Rie v, '.t Veer 39.5 -p„ 2e pr.
Ali Kramer 39 p.
Jongens:
le gelid: le pr. Jan Kramer 50.5 p.. 2e pr.
Gerrit Zegel 48 p., 3e pr. IJsbrand' Scheeres
47 p.
2e gelid: le pr. Gerrit Baljet 47 p., 2e pr.
Philip Hillebrink 42.5 p.. 3e pr. Leen Timmer
40.5 p.. 4e pr. Jan Troost 39.5 p.
Er moesten 6 onderdeelen verwerkt wor
den, zoodat het hoogst aantal te behalen
punten 60 bedrofeg.
BURGERLIJKE STAND.
Bevallen: M. Gootjes-Wagenaar, d., Kor-
tenaerstraat 38, IJmuiden. W. L. Cordia-
Speet, d„ Julianakade 3, IJmuiden. J.
Krab-Visser, d„ D. Hartoghdw.str. 2, IJmui
den. J. H. Haak-Lammers, d., Casembroot-
zijstraat 22, IJmuiden. C. Veldmeijer-Zijp,
d., Meeuwenlaan 19, IJmuiden. J. van
Hedel-Jak, z., Kanaalstraat 146, IJmuiden.
M. J. J. Groen-Esser, d„ Passtoorstraat 35,
Santpoort, M, A. Schipper-Middelteoop, z.,
Duinvlietstraat 54, Velsen (N.) J. M. Hol-
lenberg-van Gelder, -z., Julianakade 1. IJmui
den. L. Klinkenberg-Glas, d., Kompas
straat 33, IJmuiden. J. Commandeur-Mij
nen, z., Berkenstraat 16, IJmuiden.
Overleden: J. Kok, 68 j., echtgen. van M.
Wernke, Wij'kerstraatweg 280, Velsen-N.
H. Berlee. 31 j., echtgen. van_C. Duineveld,
Beverwijk. P. van Andel, -54. j., echtgen-.e
van J. Koning,- Weg .langs -.Zij-kanaal C 15, -
Velsen.