HET NIEUWE AVONDBLAD Visschen op de Westkust van Groenland. Het jaarverslag der Reedersvereeniging. Indi lanen. 23e JAARGANG No. 143 WOENSDAG 20 APRIL 1938 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN per week 12'/2 ets., per maand 52'/| cents, per kwartaal ƒ1.55. Geen incassokosten. Losse nummers 3 cents. Kantoor Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM. ADVERTENTIëN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN- EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. POSTGIRO 310791 Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.—, overlijden ƒ400.—, verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim 100.—één lid duim 50.—alle leden wijsvinger 60.— één twee leden wijsvmger ƒ25.—, alle leden anderen vinger 15.—, één of twee leden anderen vinger ƒ5.arm- of beenbreuk 30.enkelbreuk 15.polsbreuk 15.Opvarenden van vissehers-, marine vaartuigen enz.' f400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés tengevolge mocht hebben. Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. IJMUIDEN Taeringerhaven, de haven der toekomst. Ook voor de groote trawlers van IJmuiden 00 63 gr. 41 min. N.B. en 51 gr. 31 min W.L., «mill ten Zuiden ran Godthaab, de hoofd- ïl van zuid-Groenland ligt Faermgerhaven. n»haven heeft een groote uitgestrektheid, .en voldoende diepte, is vrij van drijfijs en 'be schut door hooge heuvels, zoowel aan zee- als aan landzijde. Onze lezers zullen misschien zeggen „aan genaam" en zich voorts afvragen, wat of zij s.armee te maken hebben. Dat is misschien niets, misschien heel veel: ast hangt af van de wijze waarop zij die dit fecen aan den kost komen. Als ze niets met liet visscherijbedrijf van doen hebben, heb- Uen ze er ook niets mee te maken. Maar zijn er wel dezulken in IJmuiden? Ik o-loof niet veel. Daar zijn in de eerste plaats rie direct geïnteresseerden, reeders, vissehers, vischlossers, ijsfabrikanten. ijswerkers, enz.; aan ziin er indirect geïnteresseerd barbiers, sóarenwinkeliers, kasteleins, kruideniers, .roenteliandelaars, melkslijters en verder alle middenstanders, die reeders, vissehers visch lossers en andere direct-geinteresseerden tot klant hebben. Bliiven dus als niet-belanghebbenden over onderwijzers en politie-agenten, maar onder deze categorieën bevinden zich nog velen, die zoo al geen belanghebbende dan toch belang stellende zijn. - En zoo kom ik weer op de Faeringerhaven terug de haven die ligt op de Westkust van Groenland, een haven die voor IJmuiden ont sloten is sedert onze vloot eenige eenheden telt van 350 ton en meer, d.w.z. schepen, waar voor geen vischgronden te ver liggen wanneer deze maar binnen een tiental dagen bereikt kunnen worden. En daarbij behoort ook de Westkust van Groenland, die althans wat het Zuidelijkste deel betreft, dat niet verder van IJmuiden ver wijderd ligt dan de Barentszee. Faeringerhaven is een haven, die van groot belang is voor de visscherij in de Davisstraat, zooals de inham heet, waaraan Greenland's fjordenrijke en vischrijke Westkust is gelegen en omdat men het nooit kan weten wil ik eens iets meer van de haven en de visscherij ver tellen. De haven is open van Mei tot October. Dat- zijn, wanneer de trawlharingvisscherij eens haar beteekenis mocht verliezen, bijvoorbeeld door gebrek aan afzetgebied, juist voor onze groote trawlers eenige kritieke maanden, het geen dan ook de reden is, dat ik de aandacht op deze visscherij vestig. Er is een station voor draadlooze telegrafie en er is, in de zomer maanden een klein hospitaal, waar een ge neesheer, geassisteerd door eenige verpleeg sters hulp verleenen aan zieke of gewonde vissehers. Reeds thans wordt dit gebied, waar overigens alle scheepvaart onbekend is, bevischt door Deensche, Amerikaansche, Fransche en Portu- geache vischers, maar vooral van de Faroer- eilfnden. De schepen, die door genoemde lan den naar de Westkust van Groenland worden uitgezonden zijn in den regel zeilschepen van 600 tot 800 ton, voorzien van hulpmotoren, die in den regel niet zelf vischen, maar de vissche rij doen uitoefenen door de z.g. dories. Ook wordt er veel gevischt met de beug, zoowel met de lange als met de handlijn. Van den vischrijkdom deze wateren hoort men ongelooflijke staaltjes. Vele kotters vingen verleden jaar in veertien dagen van 40.000 tot 50.000 kabeljauwen en een trawler van de Faroer-eilanden had in veertien dagen hon derd ton kabeljauw aan boord. Een beug- visscher ving per dag 3000 tot 5000 kabel jauwen! De visch wordt verwerkt tot zoutevisch, die door vrachtschepen wordt afgehaald of wel door de schepen zelf wordt aangevoerd. De visscherij is natuurlijk het meest loonend wanneer de visschersvaartuigen het geheele seizoen door kunnen blijven visschen en er carriers komen om de vangst over te nemen. En daarvoor is Faeringerhaven zoo belang rijk, omdat er een kolen- en een oliestation Is en er ook geproviandeerd kan worden. Er wordt jaarlijks in ons land meer dan één millioen Kg. zoutevisch ingevoerd ter waarde van ca. 125.000 gulden, waarvan 625.000 Kg. ter waarde van 90.000 gld. uit Engeland, dat een recht van 10% heft op alle visch, aange voerd door Nederlandsche schepen of inge voerd uit ons land. Ligt hierin geen vingerwijzing voor de Ne derlandsche Visscherij Centrale, die een nauw contact onderhoudt met het IJmuidensche visscherij be drijf, in het bijzonder met die reederijen welke de beschikking hebben over groote trawlers? Kunnen we die één millioen Kg- zoutevisch wat misschien 11/4 millioen Kg. versche visch vertegenwoordigt, niet zelf gaan visschen? Er is in ons land een voort durend tekort aan versche zee visch, getuige de periodieke noodkreten van den groot- en kleinhandel. Zulke perioden van visch- schaarschte zij nu eenmaal onvermijdelijk. Maar daarvoor is dan de zoutevisch uitstekend geschikt om in perioden van vischschaarschte m de behoeften te voorzien. Dat er thans in ons land zoo weinig zoutevisch wordt gegeten komt omdat dit artikel veel te duur is voor kleine beurzen: zoutevisch, een volksvoedsel m andere landen mot een groote visscherij, is in ons land een dure lekkernij en dat zou anders kunnen worden, wanneer onze reeders zich opnieuw op het zouten aan boord gingen toeleggen. Maar dan dient er van regeerings- zijde iets gedaan te worden tegen den Engel- schen invoer, want zoolang die onbelemmerd kan worden voortgezet is de kans op een eigen zoutevischindustrie niet groot. Is dit alles toekomstmuziek? Ongetwijfeld. Het zal nog wel even duren voordat de Haarlem, de Delft, de Erin of welke andere trawler ook naar deze nieuwe West kust gezonden wordt om kabeljauw te visschen en te zouten. Maar we leven in een tijdperk van evolutie in het visscherijbedrijf. Wie zou een paar jaar geleden gedacht hebben, dat IJmuidensche stoomtrawlers in den winter van 19371938 zonden gaan visschen in de Ba rentszee, of dat IJmuidensche reeders traw lers kochten van 400 a 450 ton? Dat was toen toekomstmuziek. We leven snel tegenwoordig en het visscherijbedrijf van IJmuiden heeft behoefte aan nieuwe bronnen, om daaruit de zoo noodige levenssappen te kunnen putten. En de IJmuidensche reeders hebben onder nemingsgeest, de vissehers durf genoeg om na de Noordkaap „omzeild" te hebben ook Kaap Vaarwel te ronden. S. B. Arb. To oneel vereeniging Pal vu. Opvoering van „Een Boete". Een zeer goed bezette Thalia-zaal heeft Dinsdagavond met groote belangstelling- de verrichtingen van de arbeiders- tooneelver- eeniging PALVU in het tooneelspel ..Een Boe te" gevolgd. Dit werk van Suze la Chapelle—Roobol heeft in zijn tijd een grooten aftrek gevon den bij het vak zoowel als het dilettanten- tooneel en velen hebben de verwikkelingen door de schrijfster om de hoofdpersonen broer Jacob en zuster Lize geweven, een paar uur in spanning gehouden. De pen van Suze la Chapelle is waar het 't hekelen van misstanden, wanbegrippen en bekrompenheid in sommige kringen betreft, een zeer scherpe. De figuur van den ouderling Jacob van Hoek is zoodanig geteekend, dat deze man van af z'n eerste scène reeds anti pathie wekt. En de opluchting, welke over het publiek komt als Lize geholpen door Dora c.s„ den ban van Jacob verbreekt en haar geheim openbaart, typeert de kracht van de autrice als tooneelschrijfster. De regisseur de heer H. van Dokkum an nonceerde in zijn openingswoord (voor zoo ver bij al de luidruchtig binnenkomende be- zoekers verstaanbaar)dat het volgende sei zoen Palvu wederom 3 Heijermanswerken zal opvoeren w.o. vrijwel een primeur voor het dilettantentooneel in deze omgeving. De heer A. Peek sprak daarna een propa- gandawoord ten bate der T.B.C.-bestrijding. Spr. bracht hartelijk dank aan de vereeni ging' voor het afstaan van de baten der he denavond te houden verloting aan de plaatse lijke afdeeling. Hij was het bestuur zeer erkentelijk voor dit edele gebaar en verzocht om den steun van allen bij de a.s. Donderdag te houden Emmabloemcollecte. De twee centrale figuren in „Een Boete", zijn, zooals we reeds hierboven zeiden, broer Jacob en -zus Lize. Met de „incarnatie" van deze twee -personen staat en valt een groot gedeelte van het artistieke welslagen van de voorstelling. Mevrouw Heiligers is een la-acht, waar Palvu op bouwen kan, hebben we meer malen opgemerkt. En dit bleek ook nu weer. Dit wil niet zeggen, dat ze ons voldaan heeft als Lize. De persoon van deze door het lot (en Jacob) zwaar beproefde vrouw is er een van gedweeheid en ootmoedigheid, eigenschappen, welke mevrouw Heiligers ons in den loop dei- jaren niet overtuigd heeft gemakkelijk ten tooneele te kunnen brengen. Haar aard is meer het sterke, stoere en onbuigzame, dat Lize geheel en al mist. Niettemin heeft zij zich geheel aan deze creatie gegeven, waar voor Palvu haar dank verschuldigd is. Jacob (de heer Broeren) was qua figuur sterker. Hij had bedaarder, vlij mender en meer afgemeten kunnen zijn, daar werd im mers steeds over gesproken in het stuk? Hij groeide in kracht en overwicht met het voort schrijden der tooneelen, zoodat 't de ontknoo ping niet aan gezonde spanning ontbrak. Zeer wel kon ons mevr. ter Haar als Cor vol doen; zij had hier een rol naar haar hart gevonden. Dat was een geslaagde creatie. Ook mej. Alders als zuster Anna had aardige scènes op haar rekening; zoo o.m. in 1. Frans vulde als derde in dit edele familieledenstel de anderen vrij waardig aan. Dora en Floor, het verliefde jonge paar, gaven hun beste krach ten; Palvu is hier vermoedelijk op de moei lijkheid gestuit van het niet tegen elkander afgewogen zijn van de capaciteiten van bei den. Floor is als jeune premier weliswaar een man van routine -en gemakkelijk spel, maar is niettemin immer ietwat gereserveerd en bezadigd waar we het gaarne spontaan en jeugdig-impulsief zouden zien, iets wat we bijv. wel aantreffen in z'n tegenspeelster Dora, die wanneer ze mettertijd zich meer met de uit te beelden personen vereenzelvigt, zeker een sterke kracht van Palvu zal blijken te zijn. Verschijning, stem en gebaar heeft ze mee; nu ook nog ziel geven aan de too- neelfiguur (dat kwam b.v. midden in 2). Juffrouw Dalers verdient als oude jeugd vriendin van Lize een extra pluim voor de vertolking van dit eenvoudige vrouwtje. Een loopmeisje completeerde de rolbezetting. Het stuk ging er bij de bezoekers van Palvu zeker wel in; hoe zou dit ook anders kunnen. En de vereeniging heeft er weer een sei zoen mee afgesloten, waarin ze haar dona teurs veel genoegen geschonken heeft. Al zul len de wenschen van den heer van Dokkum wellicht in het algemeen meer uitgegaan zijn naar het Heijermans-repertoire, dat zijn (en veler) hart gestolen heeft. En waarin de Palvu-menschen zich toch maar 't meest thuis voelen. Een verzoek hebben we nog: zouden we een volgende keer bij open doek maar geen bezoekers meer toelaten? Het was ditmaal, nu zulk een regeling met bestaat, heel hinder lijk, dat men maar binnenliep alsof het geen uitvoering van serieus werkende dilettanten betrof, maar een cineac. W. „Pro Juventute". iken verzoekt ons plaatsing van het vol gende Er is reeds veel geschreven over de leegloo- perij, de baldadigheid, de misdadigheid van jeugdige personen. Het -kwaad neemt zoodanige vormen aan, dat in den laatsten tijd in ver schillende steden ernstig naar middelen wordt gezocht óm het te stuiten. De opgroeiende jeugd in Velsen is niet beter dan elders; ook hier worden dingen uitge haald, die, wanneer we ze allemaal wisten, ons met schrik zouden vervullen. Ook met me delijden, want de omstandigheden, waaronder de tegenwoordige jeugd opgroeit, zijn vaak zeer moeilijk, Er zijn ook hier reeds vele pogingen gedaan, om de jeugd van de straat te houden en be zigheid te versohaffen. Naast de bereikte re sultaten bij de goedwillende elementen blijft de moeilijkheid bestaan, dat diegenen, die het meest hulp en leiding noodig hebben, in den regel het moeilijkst te bereiken zijn. Het komt ons wenschelijk voor, in dit ver band de aandacht te vestigen op de vereeni ging „Pro Juventute" en haar werkwijze meer algemeen bekend te maken. De vereeniging „Pro Juventute" te Haarlem heeft een brochure doen verschijnen, waaraan we het volgende ontleenen. De vereeniging „Pro Juventute" te Haarlem heeft haar zetel aldaar en strekt haar werk kring uit tot alle gemeenten in liet Arrondis sement Haarlem. Zij heeft ten doel: a. bestrijding en voorkoming van de crimi naliteit van jeugdige personen, en wel beneden den strafrechterlijk meerder jar en leeftijd van 18 jaar. b. Duurzame verzorging, zoowel in als bui ten gestichten van minderjarigen, wier han delingen hebben geleid of gevaar loopen te lei den tot strafrechterlijk onderzoek, vervolging of straf. c. reclasseering van voorwaardelijk veroor deelden en voorwaardelijk in vrijheid ge stelden Ter bereiking van dat doel stelt zij zich tot taak Door het uitoefenen van toezicht, het plaat sen in opvoedingsgestichten, in gezinnen of in betrekkingen en het verleenen van zedelijken en stoffelijken steun te behartigen de zedelijke en maatschappelijke belangen dier jeugdige personen, zoowel jongens als meisjes, zonder onderscheid van gezindte. De vereeniging houdt daarvoor voeling met autoriteiten en met vereenigingen die een ge lijksoortig doel beoogen. Behalve donateurs en gewone leden kent de vereeniging werkende leden. Dit zijn meerder jarige personen, dig zich bereid hebben ver klaard het bestuur in de boven omschreven taak daadwerkelijk ter zijde te staan, en die daartoe door het bestuur worden aangezocht. Ieder particulier kan zich om raad en advies wenden tot de vereeniging. Wanneer het in zulk geval noodig blijkt en ouders of voogden dat wenschen, wordt blijvend contact gehou den met de(n) betrokken minderjarige. Dit geldt dus ook voor kinderen, die moeilijkheden geven met de opvoeding zonder met de poli tie of strafrechter in aanraking geweest te zijn. Aangezien het aantal gevallen, waarvoor de hulp der vereeniging wordt ingeroepen, steeds toeneemt, heeft het bestuur op sommige plaat sen binnen het Arrondissement Haarlem com missies m het leven geroepen, die een deel van het werk overnemen. Het is bovendien zeer gewenscht, dat ieder zich op gemakkelijke wijze tot de vereeniging kan wenden. De kort geleden opgerichte commissie van „Pro Juventute" te Velsen zal van Mei af daartoe geregeld spreekuur houden in het bu reau van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst in het Raadhuis te Vel sen, dat daartoe welwillend door het gemeen tebestuur is afgestaan, en wel op den eersten en derden Woensdag van de maand. De eerste Woensdag' is meer in het bijzonder bestemd voor jongens van 12 jaar en ouder en de derde Woensdag voor jongens beneden 12 jaar en- voor meisjes van eiken leeftijd. De besprekingen dragen een strikt vertrou welijk karakter en ieder kan er kosteloos ge bruik van maken. Tenslotte nog een opwekking tot al degenen, die belang stellen in dit buitengewoon nut tige werk en zich mede verantwoordelijk voe len om het instand te houden en zoo mogelijk uit te breiden in onze gemeente. De commissie is dankbaar te kunnen reke nen op de medewerking van een 14-tal wer kende leden, maar moet tot haar spijt con- stateeren, dat het aantal donateurs en gewone contribueerende leden hier nog zeer gering is, Daar de vereeniging haar onkosten grooten. deels moet bestrijden uit giften en contribu ties, hopen we zeer, dat het bovenstaande voor deze en gene aanleiding mag zijn om jaarlijks iets bij te dragen. De minimum-contributie bedraagt f 1 per jaar. De plaatselijke commissie is samengesteld als volgt: Dr, L. S. Limborgh Meijer, voorzitter, Zee weg 337, IJmuiden-Oost, E„ Kessler-Stoop, se cretaresse, Slingerduin, Zeeweg, IJmuiden-O., S. W. van Walraven-Wackie Eysten, penning meesteres. J. Kostelijklaan l, Velsen. giro nr. 48709. De crisis-aangelegenheden hebben ook in 1937 wederom aanleiding gegeven tot veel be moeienissen van de Reedersvereeniging. doch om de reeds vroeger genoemde reden, dat vele van de gehouden besprekingen een vertrouwe lijk karakter moesten dragen, kan daaromtrent in dit Jaarverslag weinig worden vermeld. In hoofdzaak betroffen de besprekingen weder de Nederlandsche Visscherij centrale, de Afdeeling Visscherij en en de Commissie van Advies Crisis-Invoerwet. In het vorig Jaarverslag werden reeds uit voerige mededeelingen omtrent het contact dat met verschillende organisaties wordt on derhouden, in overleg met en onder leiding van Mr. J. H. Kiewiet de Jonge, die nu sinds enkele jaren als adviseur aan onze Vereeniging is verbonden, gedaan. In 1937 is hierin geen verandering gekomen, maar is op dezelfde wijze voortgegaan samen te werken in* de Vereenigde Visscherij Organi saties en ons te doen vertegenwoordigen in het Centraal Instituut ter bevordering van het Normale Handelsverkeer tusschen Nederland en andere landen. In de samenstelling van de Subcommissie voor de Groote Trawl- en Beugvisscherij. waar in zes leden van de Reedersvereeniging zitting hebben, is geen verandering gekomen. De voldoening, in ons vorig Jaarverslag uit jesproken, over de totstandkoming van een nieuw Departement van Landbouw en Vissche rij, mocht slechts van korten duur zijn, daar dit Departement in 1937 reeds weder is opge lost in het Departement van Economische Zaken. Dit behoeft evenwel niet te beteekenen, dat daarom aan de visscherij minder aandacht zou worden besteed en in bedrijfskringen wordt ten zeerste gehoopt en ook wel verwacht, dat dit niet zal leiden tot mindere belangstelling van de Regeering voor dit oud-Vaderlandsche bedrijf. Omtrent hetgeen door de Regeering in 1937 is gedaan op het gebied van bevordering van het sloopen van visschersvaartuigen, van het fileeren van visch en van steun aan de propa ganda voor het vischgebruik, is hiervoor reeds een en ander medegedeeld, waarom het niet" noodig is in den breede hierop nu nog weder terug te komen. Ook in het afgeloopen jaar is de gewenschte soepelheid betracht bij het verstrekken van uitvaarcertificaten bij overdracht van sche pen, die van een certificaat voorzien waren of van vervanging van schepen, die een uit vaarcertificaat hadden, door schepen, die niet in het bezit waren van zulk een certificaat, doch met intrekking van de certificaten der schepen, die vervangen werden, zoodat van uitbreiding van het productieapparaat, wat het getal schepen betreft, geen sprake was. De maatregelen, die getroffen zijn met be trekking tot de contingenteeering van den in- uit- en aanvoer van versche zeevisch, en de uitgifte van consenten daarvoor, geven geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. De uitvoering dier maatregelen liet niet te wenschen over en ook bij het verleenen van verdragscontingenten werd rekening gehou den met de moeilijke positie, waarin het be drijf nog steeds verkeert. Deze moeilijke positie vloeit nog steeds voor een belangrijk deel voort uit de belemmeringen die de export ondervindt en waarbij ook thans weer moet worden geconstateerd, dat de Re geering in het belang van onze visscherij, met uitzondering van den export van versche ha ring naar Tsjecho-Slowakije, helaas weinig of geen resultaat heeft kunnen boeken, zooals o.m. reeds is gebleken bij hetgeen wij mede deelden met betrekking tot de houding van België. Hiermede wordt in geen enkel opzicht be doeld critiek uit te oefenen op de officiëele instanties als de Commissie Crisis-Invoerwet en de Nederlandsche Visscherij centrale, van welke niet anders kan worden geconstateerd, dan dat zij steeds op de meest welwillende wijze aandacht hebben, geschonken aan de wenschen, die dezerzijds naar voren werden gebracht en de vervulling' daarvan hebben bevorderd. Ook ten aanzien van de uitgifte van con senten voor in- en aanvoer alsmede uitvoer, waarvan de regeling aan de goede zorgen van de Nederlandsche Visscherij centrale is toever trouwd, mag hetzelfde worden erkend. Helaas moet ook aan het einde van het jaar 1937 opnieuw de ldacht worden geslaakt, dat niets is gedaan aan de contingenteering van den invoer van zoutevisch. Hierbij rijst de vraag of er toch niet voor de Regeering aanleiding bestaat om dit vraag stuk opnieuw onder de oogen te zien met het oog op de wijzigingen, die zich in dezen invoer voltrekken. Er is een moment geweest waarop onze markt geheel werd ingenomen door de En ge 1 s c h e zoutevisch, maar blijkbaar heeft hier een verschuiving plaats gehad, waarmede nog niet voldoende is rekening gehouden. De invoer van zoutevisch uit IJsland, die in 1936 46.000 K.G. bedroeg', is in 1937 gestegen tot 331.000 K.G., een verschuiving waardoor de Engelsche invoer tot 2/3 werd gereduceerd en de vraag is gewettigd of hetgeen misschien vroeger alleen moest worden bezien met het oog op onze handelsbalans met Engeland, nu ook niet zou moeten worden bezien met het oog op onze handelsbalans met IJsland en of daaruit niet de mogelijkheid kon worden ge boren, om ook voor dit vischproduct tot con tingenteering te geraken. Op een andere plaats in dit verslag is er reeds melding van gemaakt, dat ten behoeve van de visscherij aan de Westkust wederom uitzonderingsbepalingen zijn gemaakt met het oog op het kunnen zouten van haring. Ook voor de haringtrawlvisscherij op de t Noordzee is door de Regeering een regeling' I getroffen., dat beperkte hoeveelheden steur - haring door de haringtrawlers mochten wor den aangevoerd. Met het oog op den yooruit.gang van deze visscherij; werd de mogelijkheid daartoe voor een grooter aantal schepen opengesteld dan in 1936. In hoeverre daarvan gebruik werd i'emaakt, blijkt uit de terzake in het verslag opgenomen statistiek. De heffingen op den export van tong heb ben in het jaar 1937 veel minder beteekeud dan in het voorafgaande jaar, Zooals reeds werd gememoreerd, wordt er evenwel van de zijde van het bedrijf zeer prijs op gesteld, dat dit tongenmonopolie gehand haafd blijft, al zou ook niet meer tot heffing behoeven te worden overgegaan, aangezien van dezen maatregel ongetwijfeld een goede preventieve werking uitgaat. Dat de Regeering overtuigd is van het feit, dat het trawlvisscherijbedrijf nog steeds in zeer moeilijke omstandigheden verkeert, is ook wel gebleken uit het feit, dat de steunregeling gehandhaafd is gebleven. In het totaal-bedrag van den verleenden steun is geen wijziging gekomen, evenmin als in de verdeeling tusschen beide groepen, de stoomtrawlers en motorloggers. De pogingen, die zijn aangewend, om ver hooging van dezen directen steun te verkrij gen, niet het oog op de noodlijdende positie van het bedrijf, hebben nog geen resultaat gehad en het bedrijf verkeert te dien aanzien nog in afwachting. Volgens statistische opgaven neemt het aantal Indianen in de Vereenig de Staten sindseenigen tijd weer beduidend toe). De Indianen, zegt de krant. Zijn weer in aantal toegenomen, Dat nieuwtje is wel intressant, Wie had dat nu nog durven droomen. Verjaagd van prairie, woud en meer. Gedoemd tot afzien van het zwerven. Slachtoffers van 't modern verkeer. Bleef hun toch slechts om uit te sterven. Zoo dacht ik altijd, en met spijt. Door jeugdherinnering aan boeken. Van vredespijp en dappren strijd. Van berenjacht en sporen zoeken; Van wigwams en van veerentooi, Van tomahawks en pijl-en-bogen Mocassins, squaws, betoovrend mooi. Zij staan mij -allen nog voor oogen. Hoe konden wij Amerika, Om deze dapperen benijden, Hoe speelden wij die boeken na. Al bleef scalpeeren te vermijden. Maar ach, die tijd is lang -voorbij, De Indiaan moest rustig worden, Het zwerven stond hem niet meer vrij, De blanke riep hem tot de orde Hun oude vrijheid werd gesmoord, De wet beperkte wat zij mochten, Zij dragen schoenen en een. boord, Behalve dan op circustochten. Is hun getal stijgend in lijn? Nou ja, ze zijn toch uitgezworven. De echte Indianen zijn Voorgoed volkomen uitgestorven. P. GASUS. GYMNASTIEKVEREEN. GRATIA-PLATO. De jaarlijksche onderlinge gymnastiekwed- strijden, welke in de afgeloopen week heb ben plaats gehad en waarbij als jurleden op traden de heeren Th. Bank, Arpacl en J. Timmermans, hebben het volgende resultaat Jongste meisjes: le gelid, le pr. Mijntje v. d. Braber 48.5 p„ 2e pr. Corrie Wey 45.5 p., 3e pr. Ada Sint 44.5 p.. 4e pr. Anna van Riesen 43.5 p. 2e gelid: le pr. Tini Luppens 44.5 p., 2e pr. Lilian Besse 44 p., 3e pr. Anneke Heiligers 42.5 p., 4e pr. Miesje Loendersloot 41.5 p. 3e gelid: le pr. Annie Bleeker 48.5 p„ 2e pr. Dorie Schermer 46.5 p„ 3e pr. Lena v. d. Molen 44 p. Oudste meisjes: le gelid: le pr, Bertha Snel 46 p.. 2e pr. Agatha v. d. Braber 42.5 p., 3e pr. Corrie Piers 39 p. 2e gelid: 1 pr. Rie v, '.t Veer 39.5 -p„ 2e pr. Ali Kramer 39 p. Jongens: le gelid: le pr. Jan Kramer 50.5 p.. 2e pr. Gerrit Zegel 48 p., 3e pr. IJsbrand' Scheeres 47 p. 2e gelid: le pr. Gerrit Baljet 47 p., 2e pr. Philip Hillebrink 42.5 p.. 3e pr. Leen Timmer 40.5 p.. 4e pr. Jan Troost 39.5 p. Er moesten 6 onderdeelen verwerkt wor den, zoodat het hoogst aantal te behalen punten 60 bedrofeg. BURGERLIJKE STAND. Bevallen: M. Gootjes-Wagenaar, d., Kor- tenaerstraat 38, IJmuiden. W. L. Cordia- Speet, d„ Julianakade 3, IJmuiden. J. Krab-Visser, d„ D. Hartoghdw.str. 2, IJmui den. J. H. Haak-Lammers, d., Casembroot- zijstraat 22, IJmuiden. C. Veldmeijer-Zijp, d., Meeuwenlaan 19, IJmuiden. J. van Hedel-Jak, z., Kanaalstraat 146, IJmuiden. M. J. J. Groen-Esser, d„ Passtoorstraat 35, Santpoort, M, A. Schipper-Middelteoop, z., Duinvlietstraat 54, Velsen (N.) J. M. Hol- lenberg-van Gelder, -z., Julianakade 1. IJmui den. L. Klinkenberg-Glas, d., Kompas straat 33, IJmuiden. J. Commandeur-Mij nen, z., Berkenstraat 16, IJmuiden. Overleden: J. Kok, 68 j., echtgen. van M. Wernke, Wij'kerstraatweg 280, Velsen-N. H. Berlee. 31 j., echtgen. van_C. Duineveld, Beverwijk. P. van Andel, -54. j., echtgen-.e van J. Koning,- Weg .langs -.Zij-kanaal C 15, - Velsen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 1