Rijksmiddelen brachten in Maart
veel op.
KREYMBORG
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
MAGGIS ASPERGE-SOEP
WOENSDAG 20 A PR IE 1938
Directe belastingen zullen in 1938 raming
vermoedelijk overtreffen.
Omzetbelasting sterk stijgend
Inkomstenbelasting reeds 24 millioen
boven 1937.
De opbrengst van de directe belas
tingen heeft tot ultimo Maart ,1.1.
bedragen f 46.080.187,33 tegenover
41.082.733,96 op ultimo Maart van het
vorig jaar, hetgeen derhalve een lioo-
gere opbrengst beteekent van bijna 5
millioen gulden.
De totale raming voor het dienst
jaar 1938 van deze middelen bedraagt
f 116,4 millioen, zoodat thans 39,75
pet. daarvan is binnengekomen, welk
percentage het vorig jaar einde
Maart bijna 37,25 bedroeg, toen echter
het totaal geraamde bedrag f 6,1 mil
lioen lager was.
Van de hoogere raming voor 1938
ad laatstgenoemd bedrag is thans
derhalve reeds 5 millioen gulden inge-
loopen, zoodat de verwachting mag
worden uitgesproken, dat de uiteinde
lijke opbrengst over 1938 de raming
zal overtreffen.
Tot de verhooging hebben thans alle belas
tingen bijgedragen, dus ook de grondbelas
ting, die tot en met Februari bij het vorig
jaar ver ten achter bleef, doch thans reeds
ruim 3 ton meer heeft opgebracht dan ultimo
Maart 1937.
In ronde cijfers leverde voorts de inkoms
tenbelasting 2,4 millioen meer op, de vermo
gensbelasting f 980.000, de verdedigingsbe
lasting ruim 1 millioen en de belasting op de
doode hand 1/4 millioen.
Wat de overige middelen betreft,
deze hebben over de maand Maart
opgebracht f37.315.087,76 (vorig jaar
f35.495.021,41) tegenover f33.378.911,48
in Februari en f 33.340.612,52 in
Januari.
De maand Maart toont dus een aanmerke-
lijken vooruitgang, zoowel in vergelijking met
de beide vorige maanden als met de overeen
komstige maand van het vorig jaar. Maar
daarnaast is het een verheugend verschijnsel,
dat thans ook voor het eerst in dit jaar de
maandelijksche raming ad f35.768.750.is
overschreden en wel met ruim ll& millioen
gulden.
De opbrengst over de eerste drie maanden
van 1938 heeft bedragen f 104.034.611,76 welk
bedrag nog 3,27 millioen beneden de raming
voor het eerste kwartaal blijft. In 1937 was de
opbrengst in deze periode f99.215.220,58 zoo
dat we in vergelijking hiermede toch nog
ruim 4,8 millioen gulden zijn vooruitgegaan.
Bij de beoordeeling van deze cijfers moet
ook in aanmerking worden genomen, dat het
totaal bedrag der raming voor deze middelen
voor het loopende jaar 55 milioen gulden hoo-
ger is gesteld dan voor 1937.
Hoewel de dividend- en tantiemebelasting
in het eerste kwartaal bijna 1 millioen meer
heeft opgebracht dan het vorig jaar, bleef
dit middel toch nog 2,36 millioen beneden de
raming.
Een zelfde beeld vertoonen de rechten op
den invoer, welke bijna 2,18 millioen bij de
raming ten achter bleven.
Ook de omzetbelasting heeft nog
niet ten volle aan de verwachtingen
beantwoord, alhoewel er in de op
brengst van dit middel een sterke
stijging valt te bespeuren: in Januari
4,36 millioen, in Februari 6,18 millioen
en thans in Maart zelfs ruim 7,43 mil
lioen tegenover een maandelijksche
raming van f 6,25 millioen. De totale
opbrengst in het eerste kwartaal was
ruim 1 millioen meer dan het vorig
jaar, doch nog 782.000 gulden beneden
de raming.
Voorts bleven onder de* kwartaalraming:
het statïstiekrecht met 13.W0 gulden, de ac
cijns op het gedistilleerd met 254.000 gulden,
de accijns op het bier met 65.000 gulden, de
accijns op suiker met 317.000 gulden en de be
lasting op gouden en zilveren werken met
12.000 gulden.
De overige middelen overschreden alle de
raming voor het eerste kwartaal en wel tot
een totaal bedrag van ruim f 2,7 millioen.
Baron Mackay onderscheiden.
Bij zijn aftreden als burgemeester van Ermelo.
Onder zeer groote belangstelling heeft Dins
dagmiddag de burgemeester der gemeente Er
melo, de heer C. W. F. baron Mackay. na
een ambtsperiode van precies dertig jaar, af
scheid genomen van den gemeenteaad.
De oud-wethouder, de heer Bikkers, bood
den burgemeester namens den raad een zil
veren schaal met inscriptie aan.
Hij deelde den scheidenden burgemeester
mede, dat het H.M. de Koningin behaagd
heeft, hem te benoemen tot Officier in de
Orde van Oranje Nassau.
Deze onderscheiding werd door de aanwe
zigen met luid applaus begroet.
Namens de verschillende fracties voerden
nog eenige raadsleden het woord. Zij roemden
het krachtige bestuur en de groote onpartij
digheid, waarmede de burgemeester steeds
de belangen der gemeente heeft gediend.
Wat voorts de inkomsten ten bate van het
gemeentefonds betreft, deze waren tot en met
Maart f 65.478.816,86.of f4.065.255,68 meer dan
het vorig jaar en bijna f 2,34 millioen meer
dan de loopende raming.
De inkomsten ten bate van het werkloos-
heidssubsidiefonds hebben voor den dienst
1937 het bedrag van de raming ad f 51.525.000
nog niet gehaald. Tot ultimo Maart waren
deze inkomsten voor dat dienstjaar
f 50.107.979,61 voor den dienst 1938 is van de
raming ad f 52.300.000, tot en met Maart
f 14.742.882,52 ontvangen.
De inkomsten ten bate van het verkeers-
fonds waren over het eerste kwartaal
f 4.265.251,66 aan motorrijtuigenbelasting en
f 58.105 aan rijwielbelasting. De maand Maart
droeg daartoe resp. f 1.409.896,04 en f 30.537,50
bij. De raming voor 1938 van deze inkomsten
is 31 millioen.
Wat ten slotte de uitkomsten van
alle middelen voor het dienstjaar 1937
aangaat, kan worden medegedeeld,
dat de zuivere opbrengst over het tijd
vak van 1 Januari 1937 tot en met de
maand Maart 1938 heeft bedragen
f 551.458.374,47 waardoor tot dusver de
raming met f 67.433.374,47 is over
schreden.
orden op aanvraag
gaarne toegezonden
GROOTE MARKT 5—7 - HAARLEM.
(Adv. Ingez. Med.)
Kegcoriug wil hotel „De Abdij'* u
Middelburg onteigenen.
Om abdijgebouwen in haar bezit te
krijgen.
De regeering heeft bij de Tweede
Kamer een wetsontwerp ingediend
tot onteigening van het bekende hotel
..De Abdij" met zijn dépendance, ge
legen in de Oostelijke vleugel van het
complex der abdijgebouwen te Mid
delburg.
De regeering voert in haar toelichting voor
deze onteigening drie argumenten aan. De
eerste is. een nijpend gebrek aan ruimte, noo-
dig en geschikt voor den dienst der provin
ciale griffie van Zeeland, welke gevestigd is
in een aantal localiteiten, deel uitmakende
van genoemd complex. Het aantal lokalen en
de in ieder lokaal beschikbare nuttige ruimte
is onvoldoende. De bestaande toestand spot
met alle begrippen van „efficiency".
In de tweede plaats zal de onteigening aan
het bestaande ruimtegebrek in het rijks
archiefgebouw te Middelburg dat even
eens in het ahdijcomplex is gevestigd de
noodzakelijke oplossing geven.
Als derde argument noemt de regeering het
feit, dat het complex der abdijgebouwen het
belangrijke en meest indrukwekkende
voorbeeld is van een groote middeleeuwsche
kloosteraanleg, dat hier te lande nog aanwe
zig is. Uit een oogpunt van monumentenzorg
is het gunstig, dat het grootste gedeelte van
het complex rijkseigendom is en zich daar
door ook voor de toekomst in veilige handen
bevindt. Slechts met de oostelijke vleugel is
dat niet het geval en het gebruik van die
vleugel als hotel stempelt deze ongetwijfeld
tot het zwakste deel van het monumentale
complex. De tegenwoordige staat van deze
vleugel doet afbreuk aan de treffende indruk
van de geheele gebouwengroep.
De pogingen, welke van rijkswege zijn on
dernomen om het hotelgebouw langs minne
lijke weg voor de staat in eigendom te ver
krijgen, hebben niet tot het gewenschte resul
taat geleid.
Bezwaren.
Tegen de onteigening zijn onder meer be
zwaarschriften ingekomen van den eigenaar
van het hotel „De Abdij", de vereeniging tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer in
Walcheren, en van mr. Anne Bolle, mede na
mens ruim 300 andere ingezetenen van Mid
delburg-.
De regeering meent, dat de ingekomen be
zwaren geen voldoenden grond opleveren om
van onteigening af te zien.
Ingekomen is ook een adres van den ge
meenteraad van Middelburg, waarin de re
geering wordt verzocht de exploitatie van het
hotel na de onteigening, zoo lang als mogelijk
is, niet te verhinderen in het belang der ge
meente. De regeering is bereid voor zooveel
mogelijk, zij het ook niet voor het geheele
hotel, in de door den raad van Middelburg
aangegeven zin met de belangen der gemeente
rekening te houden.
Kachel brandt door een vloer heen.
In een dier vele oude, smalle straatjes
in het centrum van de hoofdstad de Sint
Jansstraat werd Dinsdagavond omstreeks
elf uur op de 2e verdieping van perceel 22
een felle uitslaande brand ontdekt.
In verband met de dichte bebouwing in dit
oude stadsgedeelte rukte de brandweer met
groot materiaal uit. Men was gelukkig tijdig
ter plaatse, waardoor het vuur, dat met drie
stralen werd aangetast, in den kiem kon wor
den gesmoord. Niettemin brandde het ach
terste gedeelte van de tweede étage, benevens
de zolder geheel af. Ook het dak van een
aangrenzend perceel kreeg eenige brandscha
de.
Uit het onmiddellijk ingesteld onderzoek
bleek, dat de bewoonster van de tweede ver
dieping, die afwezig was, waschgoed had
hangen te drogen bij een kachel, welke zij
blijkbaar fel had opgestookt. Door nog onbe
kende oorzaak was de vloer onder de kachel
gaan branden waardoor een groot gat ontstond
De kachel was tenslotte door den vloer heen
gezakt en op de eerste verdieping terecht
gekomen. Daar werd uiteraard een groote
ruïne aangericht, Deze verdieping kreeg bo
vendien veel waterschade. Geen der bewoners
is tegen brandschade verzekerd.
EEN NARCIS „PRINSES BEATRIX".
HKJH. Prinses Juliana heeft er, naar de
Tel. meldt, Haar goedkeuring aan gehecht dat
een nieuwe narcis den naam Prinses Beatrix
zal dragen. De commissie voor nomenclatuur
der Algemeene vereeniging voor bloembollen
cultuur heeft voor eenigen tijd besloten, dat
zij haar goedkeuring er aan zou onthouden,
wanneer door een kweeker een nieuwe narcis
variëteit Prinses Beatrix werd genoemd zonder
voorafgaand overleg. Dit om te voorkomen dat
een minderwaardige variëteit dezen naam zou
dragen. Op de bloemenkeuring te Haarlem ge
houden op 4 April jJ. werd door de firma P.
van Deursen te Sassenheim een nieuwe va
riëteit ingezonden, met het verzoek deze Prin
ses Beatrix te mogen noemen De commissie
verleende hieraan eenparig haar goedkeuring.
De nieuwe variëteit behoort tot het Barrii-ge-
slacht. Het bloemdek is crêmegeel, het platte
kroontje helder oranje, prachtig afstekend
tegen het dekblad.
ZESJARIG JONGETJE OVERREDEN EN
GEDOOD.
Dinsdagmiddag kort na vier uur is bij het
Sarphatipark te Amsterdam een zesjarig
knaapje door een auto overreden en gedood.
De jongen wilde den rijweg oversteken, toen
van de eene zijde een vrachtauto naderde,
welke hij eerst liet passeeren. Vlak achter
deze vrachtauto liep hij den rijweg over, juist
op het moment, dat van de andere zijde een
personenauto naderde. Hoewel de bestuurder
van dezen wagen onmiddellijk remde, kon hij
een aanrijding niet meer voorkomen. De bot
sing was zóó hevig, dat de jongen op slag werd
gedood.
DE „TROMP" GAAT SNELHEIDSPROEVEN
NEMEN.
De flottieljeleider ..Tromp" is Dinsdagmid
dag van Amsterdam naar Schotland vertrok
ken, waar ter hoogte van Glasgow in diep
water snelheidsproeven worden genomen.
Commandant van het schip is kolonel L. A. C.
M. Doorman.
De ..Tromp" wordt met een week, hoogstens
tien dpi-^n in Amsterdam terugverwacht voor
v:rwerking.
Een teekening van Gerard
Kerklioff (uit de verzame
ling J. C. Tadema).
Een bijna veertigjarig verblijf in de Spaar-
nestad heeft Gerard Kerkhoff tot Haarlem
mer gemaakt, terwijl een werkzaamheid van
bijna twintig jaar daarvan, als leeraar aan
de vroegere school voor Kunstnijverheid aan
den Dreef, hem onder de bekende inwoners
deed rangschikken.
De vorige week was er, onder de auspiciën
van de Vereeniging Haerlem in het gebouw
van de oude Hoofdwacht een tentoonstelling
ingericht, die uit teekeningen en portretten
van Haarlem en Haarlemmers bestond, in
den loop der jaren door Kerkhoff vervaar
digd en nimmer, in zoo grooten getale bij
eengebracht, te bezichtigen geweest.
Die tentoonstelling werd ons een aanlei
ding iets over het leven en werken van dezen
teekenaar in onze aanteekeningen vast te
leggen, omdat men zijn naam in de bestaan
de kunstenaars-lexica vergeefs zoeken zou
en men toch later, het werk in verzamelin
gen ontmoetend, wel iets over den maker er
van zal willen weten. Wij togen dus bij den
exposant uit op informatie, die voorkomend
verstrekt werd en waarmee we het plaatje
van deze week willen omranken dat wij lie
ten maken naar een teekening die ons door
haar speelsche pittigheid had getroffen.
Het is een blad door Kerkhoff een kwart
eeuw geleden gemaakt naar een hoekje van
het thans zoo goed als verdwenen Bruinings-
hofje achter de Botermarkt.
Het was juist die speelschheid. dat aardige
weglaten van overtolligheden en het rake
aanbrengen van de accenten en effecten die
ons naar dit, zoo ge wilt: schetsmatige, blad.
trokken. Ze wezen op een bestaande artisti
citeit, die in veel opgedragen arbeid, van de
coratieven of utilitairen aard moest blijven
sluimeren. Waar het juist die eigenschap is,
die ons het meeste belang inboezemt, was het
interessant de bronnen te kennen, waaruit ze
kon zijn ontsproten.
Veel kunstenaarslevens loopen langs an
dere wegen dan die waarop aanvankelijk de
eerste schreden gezet zijn. Maar toch duikt
steeds iets op van wat door het eerste en
thousiasme werd in het leven geroepen.
Daarom is de biographie van den beelden
den kunstenaar vaak van belang voor het
begrip van een levensarbeid.
Als de in '72 te Utrecht geboren Gerard
nog een knaap is. wil hij beeldhouwer wor
den en boetseert op zijne wijze kleine din
gen. die zijn vader aanleiding geven raad te
gaan inwinnen bij den ouden Mengelberg,
den vader van den dirigent, die te Utrecht
een zeer gezocht atelier voor kerkelijke kunst
bestuurde en een knap beeldhouwer was. Die
kan van die jeugdprobeersels niet zoo heel
veel zeggen doch geeft den raad mee, den
jongen naar Amsterdam te sturen en daar op
de Normaalschool te doen. Daar regeert dan
nog de oude Molkenboer dien de ouderen on
der ons zich nog kunnen herinneren om den
grooten neus op den prachtigen kop, die een
treffende gelijkenis met de portretten van
den filosoof Renan vertoonde. Kerkhoff werd
er een uitstekend leerling die op zijn 19e jaar
al de middelbaar acte" teekenen in den zak
had. Dan gaat hij de avondklasse op de
Academie, toen onder Allebé's directoraat,
volgen en vindt er als medeleerlingen, on
der anderen. Monnickendam en Theo Mol
kenboer, den zoon van W. B. G., bovenge
noemd.
Reeds in '93 verwisselt Kerkhoff de Am-
sterdamsche Academie voor die te Rotterdam
waar dan Jan Strieming hoofdleeraar, en
Miedema (beeldhouwer), en van Maasdijk
(schilderkunst) docenten zijn. Drie namen
die, tegen 1900, in het Rotterdamsrii kuust-
G. Kerkhoff. Hoekje van het Bruiningshofje.
leven een klank van beteekenis hadden en
daar buiten reeds weer vergeten zullen zijn.
Maar dan wordt het tijd dat de verworven
kundigheden productief gemaakt worden, en
volgt een benoeming tot leeraar aan de tee-
kenschool te Edam waarna weer Amsterdam
aan de beurt is. waar hij in '98 de leiding
heeft van de teekenschool „Hendrik de Key-
zer".
De jaren van Edam en Amsterdam leveren
onzen stadgenoot eenmaal aan het praten
gebracht, vele en prettige herinneringen. Het
naburige Volendam was nog niet volslagen
ver-Amerikaniseerd en de bevolking er nog
niet op een dienstbaarheid aan teekenstift
en Kodak gedresseerd.
Paul Rink werkte er en Tholen en ontel
bare buitenlanders van naam als Cottet, de
Franschman en de Duitscher Calissendorf.
En het hotel Spaander was nog een broertje
van dat van Hamdorff in Laren, wat eenvoud
van bedoening betreft. Ik zelf heb dat ook
nog zoo gekend werd er door mijn praatje
met Kerkhoff weer levendig aan herinnerd.
Maar de levendigste jaren voor onzen tee
kenaar zijn misschien toch wel de Amster-
damsche geweest, die aan zijn benoeming te
Haarlem in 1901, direct voorafgingen. Als
men vijf- zes en twintig jaar oud is en men
mag dan in een groote stad deel hebben aan
het openbare leven door in kranten te schrij
ven of te teekenen, of. door andere hekke-
sprongen maar nu en dan genoemd te wor
den, och, dan ziet het leven er zoo heel an
ders uit dan later, als de conclusie gearri
veerd is, dat de belangrijkheid van je zelf
en die hekkesprongen niet zijn geweest, wat
het toen wel leek. Doch desondanks.ge
lukkig hij. die dat gevoel gekend heeft. Die is
niet als een droogpruim door het leven ge
sjokt en in de herinnering vermeit hij zich
zijn leven lang.
Zoo ging het velen; zoo zal het ook Kerk
hoff gegaan zijn. Hij werd teekenaar van het
Amsterdamsch Politienieuws, toen een veel
gelezen orgaan der kleine burgerij: hij kreeg
contact met Nico van Harpen den redac+eur
van de oude Amsterdamsche Courant, in den
volksmond Het Geeltje genoemd, en deze liet
hem portretten van bekende tijdgenoote.n
teekenen, een opdracht die wei In verband
gestaan zal hebben met soortgelijk werk door
Jan Veth. Hart Nibbrig en anderen voor an
dere bladen verricht. Een bijzonderheid uit
die werkzaamheid: het was Kerkhoff die het
eerste portret van Willem Mengelberg, den
tijdgenoot der Utreohtsche jeugdjaren mocht
teekenen, toen deze in Amsterdam als Kes'
opvolger benoemd was. Quelle gloire! En zoo
was er nog wel meer dat stimuleerend kon
werken op een arbeidzaam en vroolijk jonk
man in de kunst en Kerkhoff deed er gaar
ne een greep naar. Toen de bekende Baron
Tindal, eigenaar van De Courant, een prijs
vraag voor een teekening had uitgeschreven
en voor dien tijd belangrijke bedragen voor
de winnaars had uitgeloofd, ging George
Rueter met den eersten enKerkhoff met
den tweeden prijs strijken. En toen de be
kende revue-schrijver Reyding, de man van
„De Doofpot" zaliger nagedachtenis, den
grooten historischen optocht voor de Kro
ningsfeesten van '98 moest in elkaar zetten,
was het weer Kerkhoff, die in een reeks
aquarellen dat geheele geval tevoren op pa
pier bracht en alles wat met schikking, kleur
arrangement, etc., te maken had, kon voor
schrijven. Die aquarellenreeks, met een Ro-
chussen-aehtige vlotheid vervaardigd, zag ik
thans voor het eerst en waren een verras
sing voor mij. Uit die Amsterdamsche bewe
gelijkheid naar de school van Von Saher op
den Dreef in het rustige Haarlem toen
zeker rustiger dan thans moet wel een
groote overgang geweest zijn. Doch Kerkhoff
heeft in deze stad achttien jaar gewerkt. De
reorganisatie na Von (Saher's dood bracht
nieuwe mensohen en nieuwe inzichten op den
voorgrond, en dat het afscheid van de school
minder rustig geweest is dan de kennisma
king. dat is iets, dat onzen teekenaar na
jaren nog hinderen kan, en waarover wij
hier niet te praten hebben. Doch ook dat
heeft zijn arbeidslust niet gebroken.
Van de laatste jaren dateeren zijn eigen
aardige portretteekeningen op gebrand glas.
waarvan een reeks op de laatste expositie
was bijeengebracht en die door de bijzon
dere techniek en de goede gelifkenis der sil
houetten zich in een groote belangstelling
kunnen verheugen Het experimenteeren zit
Kerkhoff in het bloed en zal hem een vreug
de blijven.
J. H, DE BOLS.
Bijzonder f ijl
is MAGGI' Asperge-soep.
De heerlijke, karakteristieke smaak
van asperges komt in deze soep vol
komen tot zijn recht en geeft hier
aan een bijzonder cachet.
MAGGI' Asperge-soep een ware
delicatesse! Per tablet 8 cent.
(Adv. Ingez. Medj
De uitvaarlregeling voor de haring,
drijfnetvisscherij teelt 1938.
De Nederlandsche Visscherij centrale heeft
thans aan de reeders van haringdrijfnet-
vissohersvaartuigen bekend gemaakt, dat
voor regeling der haringdrijfnetvisscherij de
vaartuigen zullen worden onderscheiden in
drie klassen, te weten:
Klasse a: motorloggers met een lengte vol
gens den meetbrief van kleiner dan 28 me-
ter en met een machinevermogen van min
der dan 125 E.P.K.
Klasse bmotorloggers met een lengte vol
gens den meetbrief van ten minste 28 meter
en met een machinevermogen van minder
dan 125 E.P.K.
Klasse c: stoomscheepen en voorts alle mo
torloggers of motorbooten met een machine
vermogen van ten minste 125 E.P.K.
Voorloopig zal het tot eind Juni geoorloofd
zijn ter haringvangst mede te nemen een
vleet, waarvan de totale bovenspeerreepleng-
te, droog gemeten, ten hoogste mag bedragen
het aantal meters voor iedere klasse, vermeld
in onderstaande lijst:
klasse a klasse b klasse c
11 Mei 1.216 1.265 1.313
7 Juni 1.520 1.581 1.641
22 Juni 1.824 1.897 1.970
De uitvaartregeling is voorts zoo gekozen,
dat ieder schip bij het einde van de teelt zoo
na mogelijk een even groot aantal dagen zal
hebben kunnen visschen. Voor de een-sehips-
reederijen is echter een eenigszins andere
verdeeling noodig.
De zijpeeslengte van de netten mag ten
hoogste 14 meter bedragen. Het is verboden
reserve-speerreepen of -netten mede te ne
men. Indien deze aan boord worden aange
troffen. wordt gerekend, dat het betrokken
schip met die netten ter visscherij is uitge
varen. Aanvulling van in het ongereede ge
raakte bovenspeerreepen of netten mogen
door een ander vaartuig voor het betrokken
vaartuig worden medegenomen, indien de
toestemming daartoe vooral van de Neder
landsche Visscherijcentrale zal zijn verkre
gen.
De reeders zijn verplicht binnen 3 maal 24
uur na binnenkomst aan de Nederlandsche
Visscherijcentrale opgave te doen van het
aantal aangevoerde kantjes pekel- en steur-
haring, te onderscheiden in maatjes-, volle
of ijleharing, alsmede van de aangevoerde
hoeveelheid versche haring in kilogrammen.
Op 16 Mei mag er voor het eerst haring
worden aangevoerd. Jagen is geoorloofd tus-
schen 16 Mei en 1 Juli. Tussohen 2 opeen
volgende reizen van een schip moet een
tijdsverloop liggen van ten minste 5 maal 24
uur.
Op 11 Mei mogen reederijen van 4 t.m. 11
schepen één schip, van 12 t.m. ,20 schepen 2
schepen en van meer dan 20 schepen 3 sche
pen doen uitvaren. Op 18 Mei mogen 5 sche
pen van z.g. één schipsreederijen vertrekken.
De verdere data van uitvaren zijn 25 Mei, 7,
14, 22 en 30 Juni, 8 en 16 Juli.
De buitenlandscke reis van Prins
Bernhard.
In verband met berichten in buiten-
landsche bladen omtrent een aan
Z.KJH. Prins Bernhard Dinsdag over
komen automobielongeval, vernemen
wij, dat de prins ten gevolge van een
motorstoornis nabij Cannes eenig op
onthoud heeft gehad, doch sindsdien
de terugreis in de richting Lyon heeft
voortgezet.
CONGRES KONINKLIJKE BOND VAN
CHRISTELIJKE ZANG- EN ORATORIUM-
VEREENIGINGEN.
Te Rotterdam is de vergadering van den
Koninklijken Bond van Christelijke Zang- en
Oratoriumvereenigingen gehouden.
In zijn openingsrede herdacht de bondsvoor
zitter, de heer J. Pieterson-Moens den over
leden oud-secretaris van den bond, den heer
M. Jalink, wien de bond zooveel verschuldigd
is. Telegrammen van hulde werden aan de
leden van het Koninklijk huis gezonden.
Uit het jaarverslag van den secretaris den
heer H. J. v. d. Munnik bleek, dat in 1937
553 vereenigingen aangesloten waren met ge
zamenlijk 27.413 leden. Het financieel verslag
van den bondspenningmeester den heer T. D.
C. Meyneke, gaf een batig saldo te zien van
f 783
De „Nieuw Amsterdam" door de
bouwers opgeleverd.
Dinsdag is het vlaggeschip van de Holland-
Amerika Lijn, de „Nieuw Amsterdam" door de
Rotterdamsche Droogdok Maatschappij aan de
eigenaars afgeleverd. Dit had feitelijk op 15
April moeten geschieden en het schip was toen
ook reeds gereed, maar de nieuwe steigers
"an de F A L. w°ren nr»rr n1°t erpr»e/'
om enkele dagen uitstel werd gevraagd. Zoo
kwam het. dat de „Nieuw Amsterdam" eerst
gisteravond voor het gebouw van de Holland-
Am erika Lijn is gearriveerd.. Zaterdag a.s. zal
de officieele proefvaart plaats hebben.