Het Nichtje van buiten Hore Belisha, de populaire Engelsche minister pe bouw der derde en laatste electrische basculebrug over de Oosterdoksluis te Amsterdam van XJorlog, na zijn aankomst op net vliegveld Le Bourget te Parijs, op terugreis naar Engeland ,s zoover gevorderd, dat Maandag de drie bruggen tegelijk konden „proefdraaien Greote boschbranden woedden nabij Durance (Fr.). Een sug gestieve opname tijdens het nachtelijk blusschingswerk In den in aanleg zijnden nieuwen snelverkeersweg Amsterdam Schiphol-Den Haag wordt te Sassenheim over de spoorlijn Amsterdam-Rotterdam een brug gebouwd. Kijkje op den stand der werkzaamheden Op de Keizersgracht te Amsterdam geraakte Maandag een auto, die ge parkeerd stond, in beweging en reed te water. Persoonlijke ongelukken kwamen niet yoor FEUILLETON LADY TROUBRIDGE. 5) Heimelijk was Linet het met haar eens. Wat voor zin had het om de deur te openen en haar eindelijk een beetje beleefdheid te be wijzen, nadat hij van te voren het ideale beeld, dat zij zich van hem gevormd had, volmaakt te niet had gedaan; het ideale beeld dat haar de foto had doen uitknippen en mee naar Londen nemen, ingeval zij hem eens zou ontmoeten! Nu, zij had hem ontmoet en zij zou zoo snel mogelijk die dwaze opwelling vergeten, die haar tot zooiets had gebracht. Hij had dui delijk laten merken, dat hij haar een boersch kind vond, dat over geen enkele charme be schikte. Hij had want daar kwam het toch op neer haar gezelschap heelemaal niet noodig. „En ik", dacht Linet trots, „ik heb hem niet noodig. „Werkelijk", zei tante Beatrice op goedkeu renden toon, „je ziet er alleraardigst uit". Linet was al vroeg klaar en wachtte m clen grooten salon, waar mrs. Winsley in een glin sterende zwarte japon met een grooten tak orchideeën en veel juweelen voor de komst van haar gasten haar beide meisjes inspec- teerde. Zij begon bij Linet en zij was werkelijk ten zeerste getroffen. Die mislukte modeljapon yan Tanis, van een eenvoudige gele stof scheen de natuurlijke bekoorlijkheid van het meisje nog te verhoogen. Haar bruine haren, in het halve uur dat er over was tusschen de thee en het diner, haastig opgemaakt door monsieur Jean, haar Fransche kapper, hadden een gouden glans en vormden een charmante omlijsting voor het aantrekkelijke gezichtje. Wie had kunnen denken, dat een beetje zorg aan coiffure en kleeding zooveel verschil zou maken? „Het kind is geen schoonheid", dacht mrs. Winsley met een scherpen blik, „doch zij zal heelemaal geen slecht figuur maken". Toen gleden haar oogen naar haar schoone Tanis, gehuld in een gewaad van roode tulle, dat haar uitdagende charme nog sterker deed uitkomen. Aan haar slanke, elegante voetjes droeg zij Etruskische sandalen met heele hooge hakken en.over het geheel bood zij een beeld van uiterste geraffineerdheid. Mrs. Winsley was niet heelemaal gerust op dit punt, doch zij wist heel goed, dat Ta nis zich niets liet zeggen. Tanis behoorde niet tot het type dochter dat zich eritiek laat welgevallen. Zij nam dus het roodleeren ovaal ter hand, waarin zich de dinerkaarten bevonden en de ze door haar schildpadden lorgnon bestu- deerend (geen onflatteuse bril voor Beatrice Winsley) begon zij de meisjes te vertellen, waar zij zouden zitten. „Lord Rowant zit aan jouw linkerhand, lie veling", zei zij op veelbeteekenenden toon te gen Tanis, „maar ik zou graag, willen, dat je er niet zoo op stond Eldred Byrne aan je andere zijde te hebben. Ik mag dien man ab soluut niet lijden, hoewel jij me gedwongen hebt hem te inviteeren". Tanis' mond toonde opstandigheid, „Oh, praat daar toch niet over, moeder", zei zij kribbig. „Dat is alles geregeld". Mrs. Winsley zweeg, maar Linet kreeg den indruk dat zij het heelemaal niet prettig vond. „Ik heb jou tusschen Bobbie Vereker en Marcus Standish gezet", deelde zij Linet nog even snel mede, toen de deur openging en de eerste gasten, elegant en druk pratend, binnenkwamen. Allen werden vlug aan Linet voorgesteld en knikten even voor zij verder gingen, terwijl de meisjes druk converseerden en lachten met de jongemannen, die bij groepjes van twee of drie arriveerden. Linet stond in een boekje bij de piano en werd getroffen door de buitengewone zelf verzekerdheid en het gedecideerde optreden van al deze jonge meisjes. Toch was het voor verscheidene van haar het eerste seizoen, dat zij meemaakten. „Zoo zal ik nooit kunnen zijn", dacht Li net en haar minderwaardigheidscomplex scheen haar te machtig te zullen worden. Zij had nooit geweten, dat zij er een bezat tot het oogenblik, waarop lord Rowant haar meis jestrots een slag toebracht, maar nu dook zij letterlijk weg in haar hoekje en deed geen moeite zich te mengen in het gepraat en ge lach, dat den L-vonnigen salon vulde. Er waren zeven paren, waaronder een ge neraal van middelbaren leeftijd, die nu met de gastvrouw stond te praten. Linet keek tersluiks eens naar de jonge mannen en glimlachten een beetje nerveus toen haar tafelheer Marcus Standish door Tanis aan haar werd voorgesteld. Hij was een knappe jongen, met gitzwarte haren en don kere oogen; in zijn soort minstens even knap als lord Rowant en veel gemakkelijker om mee te praten. Van het eerste oogenblik af scheen hij zich over mrs. Winsley's nichtje te ontfermen en zij betrapte zich er op, dat zij met hem heel gezellig liep te babbelen en zelfs met kleine teugjes van den cocktail genoot, die hij haar bezorgd had, „want, daar moet u natuurlijk zoo gauw mogelijk aaai wennen". „Maar mijn hoofd is niet heel sterk", pro testeerde Linet. die hem liever niet vertelde dat dit haar allereerste was. Marcus Stanrish glimlachte. „Charmant", antwoordde hij vroolijk. „Ein delijk heb ik dan eens een „rozenknopje" ge vonden, dat nog niet al de antwoorden kent". En zijn glimlach werkte zoo aanstekelijk, dat Linet meelachte, zonder dat zij eigenlijk begreep wat hij bedoelde. „Vertelt u me eens" vervolgde hij, toen zij naast elkaar de groote trap op liepen, die naar de eetzaal leidde, en daar langs de lange, met rozen versierde tafel hun plaatsje zochten, „u speelt toch geen comedie?" „Comedie?" vroeg zij verbijsterd. „Dat doen zooveel meisjes", legde hij uit, toen zij gezeten waren en de soep werd rond gediend. „Zij denken, dat wij de voorkeur ge ven aan het onschuldige madeliefje en dan doen zij, alsof zij nog nooit ergens geweest zijn en nog nooit iets gezien hebben. Maar ik ben werkelijk nog nooit ergens ge weest en ik heb heusch nog niets gezien", ant woordde Linet met een verlegen glimlachje, „ik kom regelrecht van het platteland". Marcus Standish zei: „En ik kom regel recht uit de wereldstad. Wij zouden dus reusachtig goed met elkaar moeten kunnen opschieten." Na deze ontboezeming praatten zij als oude vrienden en Marcus bracht haar op de hoogte van alles was hij wist omtrent de verschil- nende gasten. Linet zette groote oogen op bij al die cynische opmerkingen, maar amuseerde zich uitstekend. Ook over zichzelf was hij zeer openhartig. Hij was een van de meest on- gewenschte partijen in Londen, deelde hij haar mede, en hopeloos arm, doch daar scheen hij zich niets van aan te trekken. In ieder geval had het geen invloed op zijn eet lust. Aan haar andere zijde zat Bobbie Vereker, een blonde jongen met een babygezichtje en een beetje verlegen, maar heel goedig. Linet praatte met hem op het oogenblik, dat haar blik getrokken werd naar de leege plaats aan Tanis' linkerzijde. Haar blik volgend merkte Bobbie op: „Torquil Rowant is natuurlijk weer te laat. Ik wou, dat ik zoo rijk en 200 onafhankelijk was als hij en pas halverwege een diner durfde opdagen." Gedreven door dat vage gevoel van erger nis, dat haar sedert dien middag was bijgeble ven, klonkt Linet's zachte stem, plotseling scherp: „Het is onhebbelijk van hem zoo laat te komen en ik denk, dat tante Beatrice wel heel boos zal zijn." Op dat moment kwam lord Rowant, volko men op zijn gemak de eetzaal binnen, prevel de een woord van verontschuldiging tegen tante Beatrice, die, naar Linet opmerkte, dit met een beminnelijken glimlach aanvaardde. Snel trok de butler den stoel achteruit en de bediende kwam haastig de soep brengen, terwijl Tanis zich van den interessanten man met het jeugdige gelaat en de grijze haren, met wien zij tot nu toe geganimeerd had zitten praten, afwendde en zich geheel aan den nieuwen gast wijdde. Zijn laatkomen werd geheel over het hoofd gezien en terwijl hij naar enkele anderen knikte, glimlachte een ieder en knikte terug, alsof hij de spil was, waar alles om draaide. Een oogenblik boog hij zijn blonde hoofd in de richting van Linet, maar zij wendde op kinderachtige wijze het hoofd af en gaf voor druk bezig te zijn met haar eten. Zij was niet van plan, dat neerbuigende knikje te be antwoorden, al schenen de anderen daar zoo verschrikkelijk op gesteld. Wat deed het er in vredesnaam toe, dacht zij opstandig en vergat heelemaal, dat er bo ven een foto lag, die zorgvuldig tusschen haar mooiste zakdoeken in een doos was gepakt. Marcus, die deze onbeantwoovdde groet ge zien had, vroeg: „Hebt u Rowant al ontmoet? Dat is iets waar heel veel „rozenknopjes" u hartgrondig om zullen benijden, dat verzeker ik u. Het is maar zelden, dat hij zich voor haar interes seert' „Hij interesseert zich voor mij ook niet", be kende Linet. „Ik vond hem nogal verwaand." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 5