W1 BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Aan allen! Deze week heb ik geen bijzondere nieuwtjes. He Schrijf dus geen briefje vooraf. Lief KRULLEKOPJE. De uitvoering waarvoor ik twee programma's heb gekocht, heb ik niet kunnen bijwonen. Ongeveer op het laatste moment kwam er verhinderinj Ook had ik geen gelegenheid meer de pro gramma's weg te geven, zoodat ze in de prul- lebak terecht zijn gekomen. Je moeder schreef mij dat je ziek bent en het bed moet houden. Als ik gelegenheid heb kom ik je even opzoe ken. 'k Hoop dat je spoedig weer hersteld zult zijn en van het zonnetje kunt genieten. Het beste hoor en 'k hoop tot een spoedig ziens. Dag Krullekopje. Best TEEKENAARSTERTJE. Logeer jij tijdens het ziek zijn van je zus bij je groot ouders? Dat is een wijs besluit. Als men wer kelijk ziek is en rust noodig heeft kan men Beppie heusch wel missen. Je bent thuis een te drukke jonge dame. Dat je voor school tijd even bij je moeder aanwipt begrijp ik vol komen. Zal je op de fiets voorzichtig zijn Het beste met je zus en m'n groeten aan je grootouders. Dag Teekenaarstertje. Lief ZWEMSTERTJE. Ja', meisjelief ik kom heusch eens aan, maar weet nog niet wanneer. De weken vliegen om en steeds kom ik tijd te kort. Voor m'n huishouding heb ik het ook erg druk. Het is schoonmaaktijd. De behanger en stucadoor moeten komen, enz. Je begrijpt dat alles met elkander mij veel te doen geeft, vooral daar het meeste werk eerst 's middags na 3 uur kan aanvangen Maar heb ik een avondje over, dan ziet je moeder me wel verschijnen, dat beloof ik. Het 25-jarig onderwijs jubileum van den Hr. V. zal een feest worden zeg. Veel succes met de instudeering van de voordrachtstukjes. M'n groeten aan allen. Dag Zwemstertje. Best CROCUSJE. Prettig dat je haak werk zoo flink vordert. Het zal een groote toer geworden zijn met heel veel sterretjes. Als je niet verder kunt. mag je Donderdag middag tusschen 5 en 5.30 even bij me komen. Gaat de Esperantocursus 's zomers ook door? Studeer maar met genoegen. Dag Crocusje. Lief ZONNESTRAALTJE. En of jij lui bent zeg. Maar dat is niet zoo erg hoor. Als je behoefte aan rust hebt, moet je rust ne men. Dag Zonnestraaltje. Best ZONDAGSKIND. De film, die je gezien hebt. was dus hoogst interessant. Grappig dat men eenige King-atlassen ging verloten. Je vriendin behoorde tot één van de gelukki- GA JE MEE TOO VEREN? Een leuk kunstje voor een verjaarspai'tijtjè. Met het volgende eenvoudige kunstje zul je op een ver jaarspartijtje veel succes hebben. Je vertelt, dat je een tooverschaar hebt, waar mee je allerlei wonderlijke kunsten kunt uit halen en als je vriendjes en vriendinnetjes flink nieuwsgierig zijn, ga je de schaar (een doodgewone natuurlijk) uit je tasch halen. Je haalt tegelijkertijd uit je tasch nog iets anders, n.l. vier ringen van stevig pakpapier, die je thuis in orde liebt gemaakt. Luister maar. hoe je dat doen moet: neem vier strooken papier van 3 cM. breed en 50 cM. lang. Neem één van deze strooken en plak de einden aan elkaar, zoodat een ring zonder eind gevormd wordt. Zorg echter dat het papier niet draait. Doe 't zelfde met de tweede strook, doch draai een der einden een halven slag om voor je het vastplakt. Bij de derde strook draai je 't eene eind een heelen slag om en bij de vierde an- derhalven slag. We hebben nu vier ringen, die er op 't oog vrijwel gelijk uitzien. Om ze van elkaar te on derscheiden kun je ze bijna ongemerkt merken met de cijfertjes 1, 2, 3 en 4. Nu gaat de kunst met de tooverschaar beginnen! Je komt bin nen met de ringen op volgorde aan je arm en de tooverschaar in de hand. Je kondigt aan, dat je met deze buitenge wone schaar allerlei verschillende figuren kunt maken uit 4 gewone ringen. Eerst neem je nu ring no. 1, maakt ergens in 't midden van de breedt 'n klein gaatje en knipt den ring voor zichtig over de volle lengte door. Er ontstaan dan twee precies gelijke smallere ringen, op de teekening aangeduid met a. a. ,Dat is niets bijzonders" zeg je „maar nu gaat de toover schaar wonderen verrichten! Je neemt dan ring no. 2 en knipt dezen op precies dezelfde manier door. En wrat zie je? Er ontstaan weer twee ringen, maar nu zitten ze aan elkaar vast (b). Nóg iets wonderlijks: je neemt ring no. 3 en knipt deze ook op dezelfde manier door en nu ontstaan geen twee ringen, maar één lange, smalle ring (ci „En nu komt nog het allervreemdste", zeg je. „Ik zal u thans laten zien. boeren, burgers en buitenlui, een ring met een knoop erin!" Stomme verbazing en aandacht! Je knipt dan ring no. 4 door en figuur d ontstaat. Niemand begrijpt er natuurlijk iets van. En als je een handig toovenaartje bent. heb je door al je gepraat over de tooverschaar de aandacht van de kleine kronkelingen in de ringen voldoende afgeleid. Probeer 't maar eensi gen. Wat zal ze nu voortaan haar aardrijks kunde op school goed kennen. Wat zal het Mei gezellig in je klas geweest zijn. Keurig met je zus de vaat wasschen en niets bre ken hoor. Dag Zondagskind. Lief ZWARTKOPJE. Het kwartje heb ik in je briefje gevonden. Ik heb het van het bedrag, dat je nog betalen moest, afgetrok ken. Ook ik heb 1.1. Zaterdag geen vrijaf ge had. De bijzondere scholen hadden wel vrij In Haarlem hebben ook alle scholen vrij ge had. Wanneer je met je kussen verder ge holpen moet worden, mag je Donderdag" tus schen 5 en 5.30 bij me komen. Je nachtzak mag je dan tevens medebrengen. Ik wil het werk graag zien. Dag Zwartkopje. Best GOUDMUILTJE. Dat je loge's de omgeving van Velsen mooi vinden neem ik graag aan. Hoewel de wind koud is, kunnen zij toch van de buitenlucht genieten. Was mijnheer D. M. niet erg verrukt over de ver sierde klas? Fijn zoo'n tractatie onder school tijd. Dag Goudmuiltje. Lief BIJDEHANDJE. Gelukkig dat je van den dokter met zonnig weer naar buiten mag. Nu nog maar wat voorzichtig zijn, want de wind is nog verbazend koud. Hoe gaat het met den inhoud van je ark van Droste? Zijn al de chocolaadjes al naar je maag ver huisd? Dag Bijdehandje. Best BOODSCHAPSTERTJE. Als ik even gelegenheid heb dan bezoek ik Krullekopje. Ze is ziek. Heb ik na m'n bezoek aan haar nog even tijd over, dan wip ik even aan en hoop dan je mooie poppenjurk te zien. Prettig dat je een 8 voor teekenen hebt. Zijn je andere cijfers nog steeds ook goed? M'n groeten aan allen. Dag Boodschapstertje. Beste HECTOR. Jij bent in de vacantie fijn uit geweest zeg. Grappig dat jij ook naar Noord-Brabant geweest bent. In Helmond ben ik met de groote vacantie geweest. Heb jij te Helmond ook het fabriekencomplex van de „Edah" gezien. Toen ik in Helmond was heb ik er een bezoek gebracht. Een kennis had mij geïnviteerd. Het is een kolossale on derneming en de bezichtiging waard. Wil je m'n groeten aan je moeder doen. Dag Hector. Best REPELSTEELTJE. Heeft de kou jou ook al gevat? Je kunt je troosten met de ze kerheid dat je lang de eenige niet bent. Neen van school thuis te moeten blijven lijkt me geen pretje. Gelukkig valt- het mij tot op he den niet veel ten deel. Sedert 5 Jan. 1909 heb ik slechts één maal een poosje moeten ver zuimen n.l. zeven weken, 'k Was dolblij toen ik m'n werk weer mocht hervatten, hoewel ik toen nog lang geen 100 pet. was en na school tijd blij was te kunnen rusten, 'k Hoop dat jij ook weer spoedig naar school kunt gaan. Hat beste hoor. Dag Repelsteeltje. Lief GOUDHAARTJE. Ja, ook ik brand 's avonds de haard nog. Als de zon verdwe nen is wordt het in huis echt koud. Thans zit ik (Woensdagmiddag) heerlijk in het zonnetje te werken. In m'n studeerkamertje heb ik vanaf des middags ongeveer 2 uur tot zonsondergang de zon. In den zomer wel eens wat te warm, maar in voor- en najaar ver- ■ukkelijk. Haar laten knippen met guur weer is niet verstandig. Je kunt beter nog eenige dagen wachten. Het weer zal wel eens beter worden. Dag Goudhaartje. Beste ANEMOON. Je bent van harte wel kom. Ik hoop dat je een trouw vriendinnetje an me blijft, evenals je nichtjes die van het begin van de rubriek reeds vriendinnetjes zijn, trouw schrijven en 's winters geregeld het clubwerk bezoeken. Je zus Atie mag ook ru- briekertje worden. Dag Anemoon. Lieve BENJAMIN. Ook jij bent van harte „elkom. Je wordt natuurlijk een trouw vriendinnetje van me en bezoekt met Octo ber evenals de andere rubriekertjes het club werk. Dag Benjamin. Lief MADELIEFJE. Dat je me verleden week niet geschreven hebt, neem ik je niet kwalijk. Je hebt het met al je huiswerk en je Fransche les erbij natuurlijk erg druk. Je kwartje heb ik gevonden en van het bedrag dat je nog betalen moet afgetrokken, 'k Wensch je met het versieren van je fiets veel succes en hoop dat je een prijs wint. Doet Jeannette Beatrix N. ook mede? Ze heeft er mij niets van geschreven. Als je met je werk niet ver der kunt, dan mag je Donderdag tusschen 55.30 even bij me aankomen. Dag Madeliefje Lief ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Pret tig dat je iederen dag met het kindje V. mag rijden. Je doet een nuttig werk en geniet te vens zelf van de buitenlucht. Na 6 uur zal je flink met je werk moeten aanpakken, wil je niet te laat naar bed gaan. Laat naar bed gaan en op school flink bij je werk zijn gaat niet samen. Hoe gaat het anders op school? k Ben benieuwd naar je eerste U. L. O. rap port. Dag Zusjesbeschermstertje. Best HANDWERKSTERTJE. Ja, op school hebben de kinderen weer iets voor Moederdag gemaakt. Ik heb het werk van morgen keurig verpakt mede gegeven, met de boodschap er bij dat ze het pakje thuis moe ten weg stoppen en Zondagmorgen pas mo gen geven. Zooals je gezien hebt, he-b ik aan jou ook gedacht. Je zus zal je wel even hei- oen zoodat je het ook morgenochtend aan e moeder kan geven. Om de wol zal ik den ken. Het beste hoor met je vermoeidheid. Dag Handwerkstertje. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. Paddestoclcnkwcckcrs onder de dieren. In Zuid-Amerika leeft een mierensoort, die zich onledig houdt met het kweeken van padde stoelen. In bepaalde ruimten worden bladdee- len opgeslagen om ze te laten vergaan tot bladaarde. In deze warm-vochtige rottende lagen ontwikkelen zich zwammen, waarmee de jonge mieren gevoed worden. Het merkwaar dige is, dat ze heel goed weten dat de oude ommel af en toe eens opgeruimd moet wor den en daarvoor houden ze er torren op na, die met hun larven deze bladaarde als een lekkernij verorberen, waarna ze de ruimte op nieuw met bladdeelen vullen. Een Japansch wapen met Hollandsche voor stellingen. In 1797 strandde een schip dat in dienst van de Oost-Indische Compagnie op Decima voer op één der Japansche eilanden. Een eenvoudig Japansch visscher wist het schip met zijn kostbare lading te behouden en kreeg toen van den keizer van Japan het recht twee sabels te mogen dragen en een wa pen te voeren. Hierop werden afgebeeld een IIohancLsche hoed en twee Goudsdie pijpen. S MEI IS HET MOEDERDAG „Eróp", vond Trees, „en de bloemen er naast". „Ja goed, afgesproken". O, wat heerlijk gaan die twee kinderen vanavond slapen! Want worgen is 't Moeder dag en ze verlangen nu al naar het stralende gezicht van hun moedertje, als ze die fijne verrassing ziet! R. DE RUYTER-V. d. FEER JAN HIEEi OOK HANDJE MEE TREES liep heel in haar eentje naai school. Haar oude regenhoedje had ze diep in de oogen gedrukt en met haar stevige, een beetje grove rijg schoenen, stapte ze dapper langs de plassen en zoo nu en dan er middenin. Ze had heelemaal geen haast, want ze was mooi vroeg en spelen voor schooltijd deed ze toch nooit, want ze had nu eenmaal geen enkele vriendin. Nou, en dan speel je niet veel, zoo in je eentje! Gezellig, vond Trees, die weg naar school! Er was zoo van alles en nog wat te zien: winkels met leuke vazen en pulletjes, kopjes en schoteltjes, beeldjes en allerlei andere snuisterijen, winkels met ket tinkjes en broches, clips en andere goed- koope sieraden, die meisjes zoo mooi vinden, winkels met gezellige jurken en blouses en mantelpakjes voor den zomer, Trees keek graag naar dit alles, al kon ze bijna nooit iets er van koopen, omdat haar vader al jaren geleden gestorven was en moeder heel, héél zuinig moest huishouden om met haar twee kinderen rond te komen. Trees zuchtte wel eens een keertje, maar meestal kon ze dit gemis nogal gemakkelijk dragen. Ze liep dan, als ze er soms eens een beetje verdrietig on der werd, maar vlug door en bleef staan voor een bloemenwinkel. De bloemenwinkels.dat waren de echte lichtpuntjes op Trees' weg naar school! Daar bleef ze altijd naar hartelust kijken, want bloemen maakten je nooit "verdrietig. Bloe men zagen er uit of ze voor iedereen waren, dacht Trees. En zoo nu en dan kocht ze wel eens van haar zakgeld een bescheiden bosje narcisjes of tulpjes voor moeder. Vandaag liep ze ook al te verlangen naai de Breestraat waar de groote, mooie bloe menwinkel was, net op den hoek. Vlug even kijken! Prachtige bossen seringen, een weelde van azalea's en hortensias in potten, tulpen, rozen en die aardige gekleurde fresia's en danhè. wat stond er op die kaart, die midden in de etalage hing? 8 Mei Moederdag! 't Was Trees eventjes of er een steen op haar hart viel! Daar had ze heelemaal nog niet aan gedacht, dat 't de volgende week al Moederdag was! Hè, jammer! Ze wist wel, dat moeder niets om gaf (had ze 't vorige jaar nog niet gezegd, dat ze met twee zulke lieve behulpzame kinderen 't gevoel had, dat het iederen dag Moederdag was? maar tocho, hoe dolgraag had Trees haar lief moedertje, dat altijd zoo hard voor haar en Jan werkte, eens ten extra vergassing be reid! En nu zou 't vast niet gaan, want ze had maar één dubbeltje zakgeld. Nou en wat doe je daar nu mee! In een eenigszins gedrukte stemming kwam Trees op school, zette vlug haar hoed af, trok haar regenjas uit en liep de klas in, zonder veel complimenten een troepje luid babbe lende meisjes, dat precies in de deuropening stond, opzij duwend. ..Hè, pas op, staart!" riep er één hatelijk. „Staart" was de gewone bijnaam van Trees, omdat ze in tegenstelling met de korte kopjes van de meeste meisjes, een ge wone lange vlecht droeg. .Sta dan ook niet precies voor de deur!" mopperde Trees en schoof in de bank. Ze keek nog even opzij: waar zouden ze 't toch zoo druk over hebben? O. 't ging na tuurlijk over moederdag. ,Ik geeft een groote, roze azalea", hoorde WIE ZOEKT ER MEE? Jantje heelt een fototoestel gekregen en nu fotografeert hij iedereen en alles. Ook vader die zat te visschen, heeft hij „genomen". Twee keer achter elkaar zelfs. Toen hij het kiekje echter ontwikkeld had, moest hij er hard om lachen. Hij had beide foto's over elkaar genomen. Aan de eene foto ontbrak vaders hoofd. De andere foto. die er doorschemerde, vertoonde vaders gezicht ech ter wel. Maar je moest er goed naar zoeken. Kunnen jullie het vinden? ze Nel Wichers zeggen. „En ik een taart met zilveren letters er op: voor moeder" zei Mies Bankema. „En -wat geef jij, Trees?" vroeg haar buur meisje, die ook juist in de bank schoof, fluis terend. „Ik? O, ik zal nog weieens zien'k weet nog niet!" Maar telkens onder de rekenles door moest Trees aan Moederdag denken. Ze ging het hoe langer hoe vreeselijker vinden, dat zij de eenige zou zijn, die op Moederdag niets zou kunnen doen! 't Was nu 3 Mei en ze bezat geen cent meer! Ze kon dus alleen rekenen op haar dubbeltje van Zaterdag en dan mis schien nog vlug een klein bosje bloemen koopen. Maar dat was niets echt, hoor! Neen, ze had zoo graag iets heel bijzonder ge geven Trees was zóó in gedachten verdiept, dat ze niet eens bemerkte, dat de rekenles uit was en Annie haar moest aanstooten om haar te beduiden, dat ze haar schrift moest opbergen. Na 't rekenen hadden ze taal. Dat vond Trees altijd fijn, want daar was ze echt goed in. De juffrouw had zelfs eens gezegd, dat zij Trees, de beste opstellen maakte van de heele klas. Dan kwam Ellie Riemens en dan kwam er een heelen tijd niets en dan pas de ande ren, want die konden er nog niet veel van. Nu, vóór de taalles was 't een oogenblik doodstil in de klas, want aller oogen keken in gespannen verwachting naar het stapeltje opstelschriften naas de juffrouw. En Wies je Otterloo, die op de voorste bank zat, rekte haar hals uit om den naam op het bovenste schrift te ontcijferen en riep dan fluisterend naar Trees: „Staart, van jou!" En ditmaal was Trees' bijnaam heelemaal niet hatelijk bedoeld. Trees kreeg een schokje van pleizier: ja hoor, het eerst kwam haar opstel aan de beurt, en wat altijd een heele eer was de juf frouw ging het voorlezen. De juffrouw kuchte even en begon dan: Lente. O wat zijn we allemaal blij, dat het weer lente is! De lente is de allerheerlijkste tijd van het jaar. Weet je waarom? Nu, omdat alle struiken in ons tuintje nu uitgeloopen zijn en de ribes is zelfs alweer uitgebloeid, maar de sering komt nog En ook omdat er nu zooveel jonge diertjes zijn. We hebben twee schattige kleine poesjes thuis, die spelen toch zoo lief met een ieeg klosje. Grappig om te zien! En dan zijn er onze kuikentjes en kleine gele eendjes, o zoo snoezig, net gele balletjes dons! En dan, dat zou ik haast vergeten, zij er mooie witte lammetjes in de wei, veel witter dan het groote schaap. Ze loopen maar steeds om hun moedér heen. Ze houden zeker erg veel van haar. Jan en ik houden ook erg veel van moeder, maar we zijn toch geen lammetjes. We zijn blij, dat de bloemen nu niet zoo duur zijn, nu koopen we een mooi boeketje voor haar. „Ik vind dit een keurig opstel", zei de juf frouw. „Trees heeft echt de blijheid van' de lente gevoeld, dat kun je merken als je het leest. Goed zoo, meisje". Trees kreeg een vuurroode kleur toen de juf frouw met lezen klaar was. Niet uit verlegen heid hoor, maar half uit blijdschap en half door een heel vreemden, blijden inval dien ze op eens kreeg. Ja, dat zou ze doen! Als Jan nu maar wou meehelpen, dan kon moeder tóch nog een heel aardige verrassing krijgen op Moederdag! ,Jan", vroeg Trees om twaalf uur, zoodra ze haar broer in de straat zag aankomen, „Jan, wil je me helpen?" „Wat nou weer?" vroeg Jan, eerst niet zoo bar vriendelijk, maar toen hij Trees' planne tje hoorde, draaide hij al gauw bij en zei, dat hij 't een eenig idee vond. En dusliepen ze vlug samen naar een winkel, waar ze een mooi vel stroef papier kochten. In het midden trok Trees voorzichtig kleine lijntjes en rondom werd een breede rand vrij gelaten en daar ging Jan van alles omheen teekenen: bloeiende struiken, een lammetje met z'n moeder, jonge poesjes, een heele rij kuikentjes, een huisje in de wei en veel losse bloemetjes ertusschen. 't Werd een echt mooie, lente-achtige teekening, vooral toen Jan ze met zijn nieuwe kleurpotlooden fijntjes gekleurd had. En toen zette Trees haar beste beentje voor en schreef het mooie lente opstel keurig netjes in het midden. Tot slot werden de lijntjes voorzichtig uit- gegomd. ..'t Lijkt wel een schilderij!" riep Trees ver rukt. „Of een oorkonde", zei Jan, blij dat hij zoo'n moeilijk woord wist. Toen rolden ze 't geschrift op en deden er een mooi roze lintje om. En toen kochten ze op Zaterdagavond voor de vijftien cent, die ze samen nog hadden want Jan had het papier betaald een groote bos narcisjes. „We zetten ze morgenvroeg in moeders mooi ste vaasje", zei Trees. „Best", zei Jan, „en de rol leggen we naast moeders bord. E kunnen tegenwoordig geen groen- tenwinkel voorbij komen of we zien voor de ramen liggen Jaffa- appels. De grooteren onder jullie weten wel, dat deze appels zoo genoemd zijn naar de stad Jaffa in Palestina aan de Mid- dellandsche Zee. Dat we die appels nu zoo veel zien komt niet, zooals sommigen misschien meenen, omdat er oorlog in Spanje is. Vroeger werden deze appels alleen gekweekt in Jaffa en onmiddellijke omgeving: tegenwoordig in heel Palestina. Dit is mogelijk geworden om dat in de laatste jaren Palestina is doorkruist met tal van goede wegen. Hierdoor is het mo gelijk geworden nu van heinde en ver deze appels naar de havenstad Jaffa te vervoeren. Wisten jullie wel. dat de boomen waaraan deze heerlijke sinaasappels groeien, geen si- naasappelboomen zijn maar citroenboomen? Dat zit zoo. Men zaait zaden van een bijzon der soort citroenen in een overdekt gedeelte grond. Ongeveer een maand later komen deze citroenplantjes boven den grond en als ze 10 centimeter hoog geworden zijn worden ze overgeplant in een open stuk grond, waar men ze een of twee jaar laat saan. Dan worden ze weer uit den grond gehaald en met een flinke kluit aarde om de wortels overgeplant in de eigenlijke sinaasappelplantage. Nu laat men de jonge plant minstens een jaar rustig staan en dan worden alle takken verwijderd en de stam tot op een hoogte van hoogstens 90 cen timeter afgezaagd. Op dezen stam en op de einden van de afgesneden takken worden nu takjes van citroenboomen geënt en aan deze takken ontwikkelen zich later de heerlijke zoete Jaffa-appelen. Na deze enting duurt het ongeveer 6 jaar voor de boom vrucht draagt. Daar het van Mei tot September in Palestina niet regent, moeten de sinaasappelplantages gedurende dezen tijd kunstmatig bevloeid worden wat gewoonlijk om de 14 dagen ge beurt; bovendien wordt nog minstens 1 keer per maand de grond om de boomen losgewoeld. Heel vroeg in 't voorjaar beginnen de boomen al te bloeien; soms zitten de laatste appels van 't vorige seizoen dan nog aan den boom, want de vruchten worden niet als bij ons in 't zelfde jaar van den bloeitijd geplukt, maar eerst in 't volgend jaar. Deze pluk geschiedt van November tot April. Maar voor het zoover is, heeft planter heel wat te doen met zijn boomen. Hij moet ze tegen den wind bescher men; dit doet hij door een heg rondom de heele plantage te plaatsen; soms zet hij nog om iederen boom afzonderlijk groote hooge stroomatten. Eerst tegen het midden van den zomer zitten er tallooze kleine groene appel tjes aan den boom, die van nu af eiken dag grooter en dus ook zwaarder worden. Daarom moeten alle takken gesteund worden met ste vige stokken. Gebeurde dit niet dan zouden de betrekkelijk dunne takken en twijgen on mogelijk de vele, soms duizenden appels aan één boom, kunnen dragen. De pluk geschiedt door speciale plukkers, die onder den pluk zoo veel mogen eten als ze willen maar ze mogen niets meenemen naar huis. Jaarlijks worden uit Jaffa ruim 6 millioen kisten met Jaffa- appelen uitgevoerd. Naar gelang van de grootte zitten er in een kist 80 tot 210 appels. NAAR DEN HOOGSTEN TOP door W. B.Z. Zij klimmen al maar hoogerop Want zij willen bereiken den hoogsten top. De berg gelijkt een rustende leeuw. Wiens' manen bedekt zijn met glinsterende sneeuw. De beide mannen zijn niet bang. Ze beklimmen de bergen al jaren lang. Geen sterveling komen zij hier tegen Geen spoor wijst den weg op de witte wegen. De houweelen zijn hun eenige steunen Bij moeheid kan men er tevens op leunen. Je ziet ze rustig verder gaan Nimmer zullen ze blijven staan. Als straks de maan aan den hemel prijkt. Is de top van den Jioogen berg berAilffc

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8