W1
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Aan allen!
Deze week heb ik geen bijzondere nieuwtjes.
He Schrijf dus geen briefje vooraf.
Lief KRULLEKOPJE. De uitvoering
waarvoor ik twee programma's heb gekocht,
heb ik niet kunnen bijwonen. Ongeveer op
het laatste moment kwam er verhinderinj
Ook had ik geen gelegenheid meer de pro
gramma's weg te geven, zoodat ze in de prul-
lebak terecht zijn gekomen. Je moeder schreef
mij dat je ziek bent en het bed moet houden.
Als ik gelegenheid heb kom ik je even opzoe
ken. 'k Hoop dat je spoedig weer hersteld zult
zijn en van het zonnetje kunt genieten. Het
beste hoor en 'k hoop tot een spoedig ziens.
Dag Krullekopje.
Best TEEKENAARSTERTJE. Logeer jij
tijdens het ziek zijn van je zus bij je groot
ouders? Dat is een wijs besluit. Als men wer
kelijk ziek is en rust noodig heeft kan men
Beppie heusch wel missen. Je bent thuis een
te drukke jonge dame. Dat je voor school
tijd even bij je moeder aanwipt begrijp ik vol
komen. Zal je op de fiets voorzichtig zijn
Het beste met je zus en m'n groeten aan je
grootouders. Dag Teekenaarstertje.
Lief ZWEMSTERTJE. Ja', meisjelief ik
kom heusch eens aan, maar weet nog niet
wanneer. De weken vliegen om en steeds kom
ik tijd te kort. Voor m'n huishouding heb ik
het ook erg druk. Het is schoonmaaktijd. De
behanger en stucadoor moeten komen, enz.
Je begrijpt dat alles met elkander mij veel te
doen geeft, vooral daar het meeste werk
eerst 's middags na 3 uur kan aanvangen
Maar heb ik een avondje over, dan ziet je
moeder me wel verschijnen, dat beloof ik.
Het 25-jarig onderwijs jubileum van den Hr.
V. zal een feest worden zeg. Veel succes met
de instudeering van de voordrachtstukjes.
M'n groeten aan allen. Dag Zwemstertje.
Best CROCUSJE. Prettig dat je haak
werk zoo flink vordert. Het zal een groote
toer geworden zijn met heel veel sterretjes.
Als je niet verder kunt. mag je Donderdag
middag tusschen 5 en 5.30 even bij me komen.
Gaat de Esperantocursus 's zomers ook door?
Studeer maar met genoegen. Dag Crocusje.
Lief ZONNESTRAALTJE. En of jij lui
bent zeg. Maar dat is niet zoo erg hoor. Als
je behoefte aan rust hebt, moet je rust ne
men. Dag Zonnestraaltje.
Best ZONDAGSKIND. De film, die je gezien
hebt. was dus hoogst interessant. Grappig
dat men eenige King-atlassen ging verloten.
Je vriendin behoorde tot één van de gelukki-
GA JE MEE TOO VEREN?
Een leuk kunstje voor een verjaarspai'tijtjè.
Met het volgende eenvoudige kunstje zul je
op een ver jaarspartijtje veel succes hebben. Je
vertelt, dat je een tooverschaar hebt, waar
mee je allerlei wonderlijke kunsten kunt uit
halen en als je vriendjes en vriendinnetjes
flink nieuwsgierig zijn, ga je de schaar (een
doodgewone natuurlijk) uit je tasch halen. Je
haalt tegelijkertijd uit je tasch nog iets anders,
n.l. vier ringen van stevig pakpapier, die je
thuis in orde liebt gemaakt. Luister maar. hoe
je dat doen moet: neem vier strooken papier
van 3 cM. breed en 50 cM. lang. Neem één van
deze strooken en plak de einden aan elkaar,
zoodat een ring zonder eind gevormd wordt.
Zorg echter dat het papier niet draait. Doe 't
zelfde met de tweede strook, doch draai een
der einden een halven slag om voor je het
vastplakt. Bij de derde strook draai je 't eene
eind een heelen slag om en bij de vierde an-
derhalven slag.
We hebben nu vier ringen, die er op 't oog
vrijwel gelijk uitzien. Om ze van elkaar te on
derscheiden kun je ze bijna ongemerkt merken
met de cijfertjes 1, 2, 3 en 4. Nu gaat de kunst
met de tooverschaar beginnen! Je komt bin
nen met de ringen op volgorde aan je arm en
de tooverschaar in de hand.
Je kondigt aan, dat je met deze buitenge
wone schaar allerlei verschillende figuren kunt
maken uit 4 gewone ringen. Eerst neem je nu
ring no. 1, maakt ergens in 't midden van de
breedt 'n klein gaatje en knipt den ring voor
zichtig over de volle lengte door. Er ontstaan
dan twee precies gelijke smallere ringen, op
de teekening aangeduid met a. a. ,Dat is niets
bijzonders" zeg je „maar nu gaat de toover
schaar wonderen verrichten!
Je neemt dan ring no. 2 en knipt dezen op
precies dezelfde manier door. En wrat zie je? Er
ontstaan weer twee ringen, maar nu zitten ze
aan elkaar vast (b).
Nóg iets wonderlijks: je neemt ring no. 3 en
knipt deze ook op dezelfde manier door en
nu ontstaan geen twee ringen, maar één lange,
smalle ring (ci
„En nu komt nog het allervreemdste", zeg
je. „Ik zal u thans laten zien. boeren, burgers
en buitenlui, een ring met een knoop erin!"
Stomme verbazing en aandacht! Je knipt
dan ring no. 4 door en figuur d ontstaat.
Niemand begrijpt er natuurlijk iets van. En
als je een handig toovenaartje bent. heb je
door al je gepraat over de tooverschaar de
aandacht van de kleine kronkelingen in de
ringen voldoende afgeleid. Probeer 't maar
eensi
gen. Wat zal ze nu voortaan haar aardrijks
kunde op school goed kennen. Wat zal het
Mei gezellig in je klas geweest zijn. Keurig
met je zus de vaat wasschen en niets bre
ken hoor. Dag Zondagskind.
Lief ZWARTKOPJE. Het kwartje heb ik
in je briefje gevonden. Ik heb het van het
bedrag, dat je nog betalen moest, afgetrok
ken. Ook ik heb 1.1. Zaterdag geen vrijaf ge
had. De bijzondere scholen hadden wel vrij
In Haarlem hebben ook alle scholen vrij ge
had. Wanneer je met je kussen verder ge
holpen moet worden, mag je Donderdag" tus
schen 5 en 5.30 bij me komen. Je nachtzak
mag je dan tevens medebrengen. Ik wil het
werk graag zien. Dag Zwartkopje.
Best GOUDMUILTJE. Dat je loge's de
omgeving van Velsen mooi vinden neem ik
graag aan. Hoewel de wind koud is, kunnen
zij toch van de buitenlucht genieten. Was
mijnheer D. M. niet erg verrukt over de ver
sierde klas? Fijn zoo'n tractatie onder school
tijd. Dag Goudmuiltje.
Lief BIJDEHANDJE. Gelukkig dat je van
den dokter met zonnig weer naar buiten mag.
Nu nog maar wat voorzichtig zijn, want de
wind is nog verbazend koud. Hoe gaat het
met den inhoud van je ark van Droste? Zijn
al de chocolaadjes al naar je maag ver
huisd? Dag Bijdehandje.
Best BOODSCHAPSTERTJE. Als ik even
gelegenheid heb dan bezoek ik Krullekopje.
Ze is ziek. Heb ik na m'n bezoek aan haar nog
even tijd over, dan wip ik even aan en hoop
dan je mooie poppenjurk te zien. Prettig dat
je een 8 voor teekenen hebt. Zijn je andere
cijfers nog steeds ook goed? M'n groeten aan
allen. Dag Boodschapstertje.
Beste HECTOR. Jij bent in de vacantie
fijn uit geweest zeg. Grappig dat jij ook naar
Noord-Brabant geweest bent. In Helmond
ben ik met de groote vacantie geweest. Heb
jij te Helmond ook het fabriekencomplex van
de „Edah" gezien. Toen ik in Helmond was
heb ik er een bezoek gebracht. Een kennis
had mij geïnviteerd. Het is een kolossale on
derneming en de bezichtiging waard. Wil je
m'n groeten aan je moeder doen. Dag Hector.
Best REPELSTEELTJE. Heeft de kou jou
ook al gevat? Je kunt je troosten met de ze
kerheid dat je lang de eenige niet bent. Neen
van school thuis te moeten blijven lijkt me
geen pretje. Gelukkig valt- het mij tot op he
den niet veel ten deel. Sedert 5 Jan. 1909 heb
ik slechts één maal een poosje moeten ver
zuimen n.l. zeven weken, 'k Was dolblij toen
ik m'n werk weer mocht hervatten, hoewel ik
toen nog lang geen 100 pet. was en na school
tijd blij was te kunnen rusten, 'k Hoop dat jij
ook weer spoedig naar school kunt gaan. Hat
beste hoor. Dag Repelsteeltje.
Lief GOUDHAARTJE. Ja, ook ik brand
's avonds de haard nog. Als de zon verdwe
nen is wordt het in huis echt koud. Thans
zit ik (Woensdagmiddag) heerlijk in het
zonnetje te werken. In m'n studeerkamertje
heb ik vanaf des middags ongeveer 2 uur tot
zonsondergang de zon. In den zomer wel eens
wat te warm, maar in voor- en najaar ver-
■ukkelijk. Haar laten knippen met guur weer
is niet verstandig. Je kunt beter nog eenige
dagen wachten. Het weer zal wel eens beter
worden. Dag Goudhaartje.
Beste ANEMOON. Je bent van harte wel
kom. Ik hoop dat je een trouw vriendinnetje
an me blijft, evenals je nichtjes die van het
begin van de rubriek reeds vriendinnetjes
zijn, trouw schrijven en 's winters geregeld het
clubwerk bezoeken. Je zus Atie mag ook ru-
briekertje worden. Dag Anemoon.
Lieve BENJAMIN. Ook jij bent van harte
„elkom. Je wordt natuurlijk een trouw
vriendinnetje van me en bezoekt met Octo
ber evenals de andere rubriekertjes het club
werk. Dag Benjamin.
Lief MADELIEFJE. Dat je me verleden
week niet geschreven hebt, neem ik je niet
kwalijk. Je hebt het met al je huiswerk en je
Fransche les erbij natuurlijk erg druk. Je
kwartje heb ik gevonden en van het bedrag
dat je nog betalen moet afgetrokken, 'k Wensch
je met het versieren van je fiets veel succes
en hoop dat je een prijs wint. Doet Jeannette
Beatrix N. ook mede? Ze heeft er mij niets
van geschreven. Als je met je werk niet ver
der kunt, dan mag je Donderdag tusschen
55.30 even bij me aankomen. Dag Madeliefje
Lief ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Pret
tig dat je iederen dag met het kindje V. mag
rijden. Je doet een nuttig werk en geniet te
vens zelf van de buitenlucht. Na 6 uur zal je
flink met je werk moeten aanpakken, wil je
niet te laat naar bed gaan. Laat naar bed
gaan en op school flink bij je werk zijn gaat
niet samen. Hoe gaat het anders op school?
k Ben benieuwd naar je eerste U. L. O. rap
port. Dag Zusjesbeschermstertje.
Best HANDWERKSTERTJE. Ja, op
school hebben de kinderen weer iets voor
Moederdag gemaakt. Ik heb het werk van
morgen keurig verpakt mede gegeven, met de
boodschap er bij dat ze het pakje thuis moe
ten weg stoppen en Zondagmorgen pas mo
gen geven. Zooals je gezien hebt, he-b ik aan
jou ook gedacht. Je zus zal je wel even hei-
oen zoodat je het ook morgenochtend aan
e moeder kan geven. Om de wol zal ik den
ken. Het beste hoor met je vermoeidheid. Dag
Handwerkstertje.
Veel groeten van
Mej. E. VIJLBRIEF.
Paddestoclcnkwcckcrs onder de dieren. In
Zuid-Amerika leeft een mierensoort, die zich
onledig houdt met het kweeken van padde
stoelen. In bepaalde ruimten worden bladdee-
len opgeslagen om ze te laten vergaan tot
bladaarde. In deze warm-vochtige rottende
lagen ontwikkelen zich zwammen, waarmee de
jonge mieren gevoed worden. Het merkwaar
dige is, dat ze heel goed weten dat de oude
ommel af en toe eens opgeruimd moet wor
den en daarvoor houden ze er torren op na,
die met hun larven deze bladaarde als een
lekkernij verorberen, waarna ze de ruimte op
nieuw met bladdeelen vullen.
Een Japansch wapen met Hollandsche voor
stellingen. In 1797 strandde een schip dat
in dienst van de Oost-Indische Compagnie op
Decima voer op één der Japansche eilanden.
Een eenvoudig Japansch visscher wist het
schip met zijn kostbare lading te behouden
en kreeg toen van den keizer van Japan het
recht twee sabels te mogen dragen en een wa
pen te voeren. Hierop werden afgebeeld een
IIohancLsche hoed en twee Goudsdie pijpen.
S MEI IS HET MOEDERDAG
„Eróp", vond Trees, „en de bloemen er
naast".
„Ja goed, afgesproken".
O, wat heerlijk gaan die twee kinderen
vanavond slapen! Want worgen is 't Moeder
dag en ze verlangen nu al naar het stralende
gezicht van hun moedertje, als ze die fijne
verrassing ziet!
R. DE RUYTER-V. d. FEER
JAN HIEEi OOK HANDJE MEE
TREES liep heel in haar eentje naai
school. Haar oude regenhoedje had
ze diep in de oogen gedrukt en met
haar stevige, een beetje grove rijg
schoenen, stapte ze dapper langs de plassen
en zoo nu en dan er middenin.
Ze had heelemaal geen haast, want ze was
mooi vroeg en spelen voor schooltijd deed ze
toch nooit, want ze had nu eenmaal geen
enkele vriendin. Nou, en dan speel je niet
veel, zoo in je eentje! Gezellig, vond Trees,
die weg naar school! Er was zoo van alles en
nog wat te zien: winkels met leuke vazen en
pulletjes, kopjes en schoteltjes, beeldjes en
allerlei andere snuisterijen, winkels met ket
tinkjes en broches, clips en andere goed-
koope sieraden, die meisjes zoo mooi vinden,
winkels met gezellige jurken en blouses en
mantelpakjes voor den zomer, Trees keek
graag naar dit alles, al kon ze bijna nooit iets
er van koopen, omdat haar vader al jaren
geleden gestorven was en moeder heel, héél
zuinig moest huishouden om met haar twee
kinderen rond te komen. Trees zuchtte wel
eens een keertje, maar meestal kon ze dit
gemis nogal gemakkelijk dragen. Ze liep dan,
als ze er soms eens een beetje verdrietig on
der werd, maar vlug door en bleef staan voor
een bloemenwinkel.
De bloemenwinkels.dat waren de echte
lichtpuntjes op Trees' weg naar school! Daar
bleef ze altijd naar hartelust kijken, want
bloemen maakten je nooit "verdrietig. Bloe
men zagen er uit of ze voor iedereen waren,
dacht Trees. En zoo nu en dan kocht ze wel
eens van haar zakgeld een bescheiden bosje
narcisjes of tulpjes voor moeder.
Vandaag liep ze ook al te verlangen naai
de Breestraat waar de groote, mooie bloe
menwinkel was, net op den hoek. Vlug even
kijken! Prachtige bossen seringen, een weelde
van azalea's en hortensias in potten, tulpen,
rozen en die aardige gekleurde fresia's en
danhè. wat stond er op die kaart, die
midden in de etalage hing?
8 Mei Moederdag!
't Was Trees eventjes of er een steen op
haar hart viel! Daar had ze heelemaal nog
niet aan gedacht, dat 't de volgende week al
Moederdag was! Hè, jammer! Ze wist wel,
dat moeder niets om gaf (had ze 't vorige
jaar nog niet gezegd, dat ze met twee zulke
lieve behulpzame kinderen 't gevoel had, dat
het iederen dag Moederdag was? maar
tocho, hoe dolgraag had Trees haar lief
moedertje, dat altijd zoo hard voor haar en
Jan werkte, eens ten extra vergassing be
reid! En nu zou 't vast niet gaan, want ze
had maar één dubbeltje zakgeld. Nou en wat
doe je daar nu mee!
In een eenigszins gedrukte stemming kwam
Trees op school, zette vlug haar hoed af, trok
haar regenjas uit en liep de klas in, zonder
veel complimenten een troepje luid babbe
lende meisjes, dat precies in de deuropening
stond, opzij duwend.
..Hè, pas op, staart!" riep er één hatelijk.
„Staart" was de gewone bijnaam van
Trees, omdat ze in tegenstelling met de
korte kopjes van de meeste meisjes, een ge
wone lange vlecht droeg.
.Sta dan ook niet precies voor de deur!"
mopperde Trees en schoof in de bank.
Ze keek nog even opzij: waar zouden ze 't
toch zoo druk over hebben? O. 't ging na
tuurlijk over moederdag.
,Ik geeft een groote, roze azalea", hoorde
WIE ZOEKT ER MEE?
Jantje heelt een fototoestel gekregen en nu
fotografeert hij iedereen en alles. Ook vader
die zat te visschen, heeft hij „genomen". Twee
keer achter elkaar zelfs.
Toen hij het kiekje echter ontwikkeld had,
moest hij er hard om lachen. Hij had beide
foto's over elkaar genomen. Aan de eene foto
ontbrak vaders hoofd. De andere foto. die er
doorschemerde, vertoonde vaders gezicht ech
ter wel. Maar je moest er goed naar zoeken.
Kunnen jullie het vinden?
ze Nel Wichers zeggen. „En ik een taart met
zilveren letters er op: voor moeder" zei Mies
Bankema.
„En -wat geef jij, Trees?" vroeg haar buur
meisje, die ook juist in de bank schoof, fluis
terend.
„Ik? O, ik zal nog weieens zien'k weet
nog niet!"
Maar telkens onder de rekenles door moest
Trees aan Moederdag denken. Ze ging het
hoe langer hoe vreeselijker vinden, dat zij de
eenige zou zijn, die op Moederdag niets zou
kunnen doen! 't Was nu 3 Mei en ze bezat
geen cent meer! Ze kon dus alleen rekenen
op haar dubbeltje van Zaterdag en dan mis
schien nog vlug een klein bosje bloemen
koopen. Maar dat was niets echt, hoor!
Neen, ze had zoo graag iets heel bijzonder ge
geven
Trees was zóó in gedachten verdiept, dat ze
niet eens bemerkte, dat de rekenles uit was
en Annie haar moest aanstooten om haar te
beduiden, dat ze haar schrift moest opbergen.
Na 't rekenen hadden ze taal. Dat vond
Trees altijd fijn, want daar was ze echt goed
in. De juffrouw had zelfs eens gezegd, dat zij
Trees, de beste opstellen maakte van de heele
klas. Dan kwam Ellie Riemens en dan kwam
er een heelen tijd niets en dan pas de ande
ren, want die konden er nog niet veel van.
Nu, vóór de taalles was 't een oogenblik
doodstil in de klas, want aller oogen keken in
gespannen verwachting naar het stapeltje
opstelschriften naas de juffrouw. En Wies je
Otterloo, die op de voorste bank zat, rekte
haar hals uit om den naam op het bovenste
schrift te ontcijferen en riep dan fluisterend
naar Trees: „Staart, van jou!" En ditmaal
was Trees' bijnaam heelemaal niet hatelijk
bedoeld.
Trees kreeg een schokje van pleizier: ja
hoor, het eerst kwam haar opstel aan de beurt,
en wat altijd een heele eer was de juf
frouw ging het voorlezen.
De juffrouw kuchte even en begon dan:
Lente.
O wat zijn we allemaal blij, dat het weer
lente is! De lente is de allerheerlijkste tijd
van het jaar. Weet je waarom? Nu, omdat
alle struiken in ons tuintje nu uitgeloopen
zijn en de ribes is zelfs alweer uitgebloeid,
maar de sering komt nog
En ook omdat er nu zooveel jonge diertjes
zijn. We hebben twee schattige kleine poesjes
thuis, die spelen toch zoo lief met een ieeg
klosje. Grappig om te zien! En dan zijn er
onze kuikentjes en kleine gele eendjes, o
zoo snoezig, net gele balletjes dons!
En dan, dat zou ik haast vergeten, zij er
mooie witte lammetjes in de wei, veel witter
dan het groote schaap. Ze loopen maar steeds
om hun moedér heen. Ze houden zeker erg
veel van haar.
Jan en ik houden ook erg veel van moeder,
maar we zijn toch geen lammetjes. We zijn
blij, dat de bloemen nu niet zoo duur zijn, nu
koopen we een mooi boeketje voor haar.
„Ik vind dit een keurig opstel", zei de juf
frouw. „Trees heeft echt de blijheid van' de
lente gevoeld, dat kun je merken als je het
leest. Goed zoo, meisje".
Trees kreeg een vuurroode kleur toen de juf
frouw met lezen klaar was. Niet uit verlegen
heid hoor, maar half uit blijdschap en half
door een heel vreemden, blijden inval dien
ze op eens kreeg. Ja, dat zou ze doen! Als Jan
nu maar wou meehelpen, dan kon moeder
tóch nog een heel aardige verrassing krijgen
op Moederdag!
,Jan", vroeg Trees om twaalf uur, zoodra
ze haar broer in de straat zag aankomen,
„Jan, wil je me helpen?"
„Wat nou weer?" vroeg Jan, eerst niet zoo
bar vriendelijk, maar toen hij Trees' planne
tje hoorde, draaide hij al gauw bij en zei, dat
hij 't een eenig idee vond.
En dusliepen ze vlug samen naar een
winkel, waar ze een mooi vel stroef papier
kochten. In het midden trok Trees voorzichtig
kleine lijntjes en rondom werd een breede
rand vrij gelaten en daar ging Jan van alles
omheen teekenen: bloeiende struiken, een
lammetje met z'n moeder, jonge poesjes, een
heele rij kuikentjes, een huisje in de wei en
veel losse bloemetjes ertusschen. 't Werd een
echt mooie, lente-achtige teekening, vooral
toen Jan ze met zijn nieuwe kleurpotlooden
fijntjes gekleurd had. En toen zette Trees haar
beste beentje voor en schreef het mooie lente
opstel keurig netjes in het midden.
Tot slot werden de lijntjes voorzichtig uit-
gegomd.
..'t Lijkt wel een schilderij!" riep Trees ver
rukt.
„Of een oorkonde", zei Jan, blij dat hij zoo'n
moeilijk woord wist.
Toen rolden ze 't geschrift op en deden er
een mooi roze lintje om. En toen kochten ze
op Zaterdagavond voor de vijftien cent, die
ze samen nog hadden want Jan had het
papier betaald een groote bos narcisjes.
„We zetten ze morgenvroeg in moeders mooi
ste vaasje", zei Trees.
„Best", zei Jan, „en de rol leggen we naast
moeders bord.
E kunnen tegenwoordig geen groen-
tenwinkel voorbij komen of we
zien voor de ramen liggen Jaffa-
appels. De grooteren onder jullie
weten wel, dat deze appels zoo genoemd zijn
naar de stad Jaffa in Palestina aan de Mid-
dellandsche Zee. Dat we die appels nu zoo
veel zien komt niet, zooals sommigen misschien
meenen, omdat er oorlog in Spanje is. Vroeger
werden deze appels alleen gekweekt in Jaffa
en onmiddellijke omgeving: tegenwoordig in
heel Palestina. Dit is mogelijk geworden om
dat in de laatste jaren Palestina is doorkruist
met tal van goede wegen. Hierdoor is het mo
gelijk geworden nu van heinde en ver deze
appels naar de havenstad Jaffa te vervoeren.
Wisten jullie wel. dat de boomen waaraan
deze heerlijke sinaasappels groeien, geen si-
naasappelboomen zijn maar citroenboomen?
Dat zit zoo. Men zaait zaden van een bijzon
der soort citroenen in een overdekt gedeelte
grond. Ongeveer een maand later komen deze
citroenplantjes boven den grond en als ze 10
centimeter hoog geworden zijn worden ze
overgeplant in een open stuk grond, waar men
ze een of twee jaar laat saan. Dan worden ze
weer uit den grond gehaald en met een flinke
kluit aarde om de wortels overgeplant in de
eigenlijke sinaasappelplantage. Nu laat men
de jonge plant minstens een jaar rustig staan
en dan worden alle takken verwijderd en de
stam tot op een hoogte van hoogstens 90 cen
timeter afgezaagd. Op dezen stam en op de
einden van de afgesneden takken worden nu
takjes van citroenboomen geënt en aan deze
takken ontwikkelen zich later de heerlijke
zoete Jaffa-appelen. Na deze enting duurt het
ongeveer 6 jaar voor de boom vrucht draagt.
Daar het van Mei tot September in Palestina
niet regent, moeten de sinaasappelplantages
gedurende dezen tijd kunstmatig bevloeid
worden wat gewoonlijk om de 14 dagen ge
beurt; bovendien wordt nog minstens 1 keer
per maand de grond om de boomen losgewoeld.
Heel vroeg in 't voorjaar beginnen de boomen
al te bloeien; soms zitten de laatste appels
van 't vorige seizoen dan nog aan den boom,
want de vruchten worden niet als bij ons in
't zelfde jaar van den bloeitijd geplukt, maar
eerst in 't volgend jaar. Deze pluk geschiedt
van November tot April. Maar voor het zoover
is, heeft planter heel wat te doen met zijn
boomen. Hij moet ze tegen den wind bescher
men; dit doet hij door een heg rondom de
heele plantage te plaatsen; soms zet hij nog
om iederen boom afzonderlijk groote hooge
stroomatten. Eerst tegen het midden van den
zomer zitten er tallooze kleine groene appel
tjes aan den boom, die van nu af eiken dag
grooter en dus ook zwaarder worden. Daarom
moeten alle takken gesteund worden met ste
vige stokken. Gebeurde dit niet dan zouden
de betrekkelijk dunne takken en twijgen on
mogelijk de vele, soms duizenden appels aan
één boom, kunnen dragen. De pluk geschiedt
door speciale plukkers, die onder den pluk zoo
veel mogen eten als ze willen maar ze mogen
niets meenemen naar huis. Jaarlijks worden
uit Jaffa ruim 6 millioen kisten met Jaffa-
appelen uitgevoerd. Naar gelang van de
grootte zitten er in een kist 80 tot 210 appels.
NAAR DEN HOOGSTEN TOP
door W. B.Z.
Zij klimmen al maar hoogerop
Want zij willen bereiken den hoogsten top.
De berg gelijkt een rustende leeuw.
Wiens' manen bedekt zijn met glinsterende
sneeuw.
De beide mannen zijn niet bang.
Ze beklimmen de bergen al jaren lang.
Geen sterveling komen zij hier tegen
Geen spoor wijst den weg op de witte wegen.
De houweelen zijn hun eenige steunen
Bij moeheid kan men er tevens op leunen.
Je ziet ze rustig verder gaan
Nimmer zullen ze blijven staan.
Als straks de maan aan den hemel prijkt.
Is de top van den Jioogen berg berAilffc