Prinses Beatrix ontvangt den doop. MUUR STORTTE OP VOORBIJGANGERS. HET NIEUWE AVONDBLAD Plechtigheid in de Groote Kerk te 's-Gravenhage. Ontzettend ongeluk te Rotterdam Zeven menschen op slag gedood. 23e JAARGANG No. 162 DONDERDAG 12 MEI 1938 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN per week 12lh ets., per maand 52V: cents, per kwartaal 1.55, Geen incassokosten. Losse nummers3 cents. Kantoor Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM. ADVERTENTIëN 15 regels f 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. POSTGIRO 310791. Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.overliiden ƒ400.verlies van hand voet nf nnv f vnn h»irn. -- eer. of twee leden wijsvinger 25—, alle leden anderen vinger ƒ15.-, lén of twee leden anderen vinger f 6- arm- of beentaeik 30- mköbreS L 'o M.dulm ƒ50— alle leden,wijsvinger ƒ60—, 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart: tot een maximum van 2000—, indien hetzelfde ongeval den dood van' vijf of meer ahonnéi tëngevol-e^mtSi't Sen VISSChfUS"' marinevaartuiEen enz. Nog afzonderlijke verzekering voor abonnes op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles Indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ter! kantore van dit blad vSki-ygbië vooiwamden. MET diep ontroerde stem heeft heden de grijze oud-liof- prediker ds. Weiter in de Groote Kerk te 's-Gravenhage den heiligen doop aan Prinses Beatrix toegediend, het water op het voorhoofd van de jonggeboren Prinses sprenkelend, en de woorden sprekend „Beatrix Wilhehnina Armgard, ik doop U in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes." Toen breidde ds. Wel ter zijn handen zegenend uit over Prinses Beatrix en zeide: „De Heere zegene U, en behoede U. De Heere doe Zijn aanschijn over U lichten, en zij U genadig. De Heere verheffe Zijn aangezicht over U en geve U vrede." Langzaam ging Prinses Juliana, Haar kind dragende, terug naar haar zetel. Het orgel zette in de melodie van Psalm 134 en plechtig klonk de gemeentezang van de klassieke zegenbede, Prinses Beatrix door allen toegezongen Dat 's Heeren zegen op U daal', Zijn gunst uit Sion U bestraal' Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer', Looft, looft nu aller Heeren Heer. Voordat tot de doopplechtigheid werd overgegaan, had ds. Blaauwendraad, Ned. Herv. predikant te Baarn, de volgende preek uitgesproken: De preek. nr IJ zijn saamgekomen voor de plechtige bediening van het sacrament van den heiligen doop. En het is dan ook vanzelf sprekend, dat dat ons aller aandacht vraagt en onze volle aandacht. Maar dat sluit mede in, dat straks Gods heilige naam zal mogen worden verbonden aan den naam van onze lieve Prinses Beatrix En dus mee onze bijzondere aandacht ge vraagd wordt voor Haar en voor Haar vor stelijke Ouders en Grootouders, terwijl onze gedachten tevens uitgaan naar hen, die heen gingen, maar die thans in den geest met ons zijn. En dat onze aandacht gevraagd wordt voor hen, die als peten of familieleden aan de plechtigheid zullen deelnemen. En dat onze aandacht wordt gericht op al len, die aanwezig zijn, en daardoor de be langrijkheid van deze plechtigheid v-ergroo- ten. Daarom leeft in ons aller hart de bede, dat God hunne koninklijke hoogheden Prinses Juliana en Prins Bernhard een rijken zegen moge schenken, nu zij hun dochter Prinses Beatrix aan Hem mogen opdragen. En de tcde, dat God Hare Majesteeit onze Koningin en hare hoogheid Prinses Armgard in dien zegen doe deelen. En de bede, dat Gods geest dien zegen doe neerdalen over alle aanwezigen en over heel ons volk, dat in oprechte belangstelling met dezen bijzonderen dienst meeleeft. En te meer blijft ook daardoor onze volle aandacht gericht op de bediening van het sacrament. En daarom is het dat wij een woord Gods als een inleiding daarop en als een uitlegging daarvan willen doen vooraf gaan. Dat woord vonden wij in 1 Johannes 4 8bGod is liefde. God is liefde. Om de beteekenis van dit machtige woord enigszins te benaderen moe ten we we1 beginnen ons te realiseeren, dat het een waagstuk is het uit te spreken. Het past niet bij de ervaring, die wij opdeden van de wereld, die toch door God is geschapen en door Hem wordt geleid. Maar de Bijbel is daar niet bevreesd voor. En daarom niet bevreesd voor, omdat het niet oppervlakkig wordt gezegd. Johannes, die dit schrijft, kent de volle werkelijkheid van het leven, maar ziet ook een andere werkelijkheid zooals blijkt uit het vers, dat er op volgt. En die andere werkelijkheid is Christus. Hem kent hij en Hem ziet hij. En als hij op Hem Ziet, dan waagt hij het te zeggen: God is liefde. En dan kan niets daar verandering in bren gen. Ook niet het feit, dat de wereld die liefde van God niet heeft begrepen. En ook niet het feit, dat de mensehen zich aan die liefde van God hebben vergrepen. Al ziet hij Jezus dan voor zich zooals Hij daar hing aan het kruis, dan nog zegt hij: God is liefde. Immers toen hij bij het kruis stond en om zich heen niets vernam dan spot en verguizing toen heeft hij ook de woorden van den Hei land gehoord. En dat waren geen woorden van haat of verachting over verbittering, maar van liefde. En dat was die Heiland, die gezegd had: die Mij gezien heeft, die heeft den Vader ge zien. Dat waren dus woorden Gods. En God sprak door Hem, en daarom houdt Johannes vol: God is liefde. Alle oppervlakkigheid is aan den Bijbel vreemd. En alle oppervlakkigheid is vreemd aan hen, die het met den Bijbel houden. Dat blijkt ook zoo duidelijk uit het formulier, door onze vaderen opgesteld voor de bediening van den Heiligen Doop. Dat houdt ook de werke lijkheid van het leven volkomen in het oog. Dat beziet het leven van ons en van onze kin deren ook niet van den oppervlakkigen kant, maar integendeel zoo ernstig mogelijk. Het voelt terecht, dat allerlei moeilijkheden, die ons deel zijn geweest, waarschijnlijk ook onze kinderen niet bespaard zullen blijven. Het vindt dat verschrikkelijk en noemt dat ellende. Maar we wogen er ons oog niet voor sluiten en straks zal blijken, dat we dat ook allerminst behoeven te doen. En die moeilijkheden be dreigen ons niet alleen van buitenaf, maar ook van binnenuit. Wij zijn zelf niet die we zijn moeten. Dat brengen we mee als we in de we reld komen. En onze kinderen zijn niet die ze zijn moeten, dat zal zich straks al meer open baren. Maar dat doet niets af aan het feit, dat God liefde is. Als die waarheid maar niet ge steld wordt in oppervlakkigen zin. En daarom doet het ons juist nu dubbel goed, dat het niet gezegd wordt in een oppper- vlakkige beteekenis. omdat het gaat om ons heil, en omdat het gaat, en daarbij voelen we het dikwijls nog sterker, om het heil van onze kinderen. Nu doet het ons goed, dat we onze oogen niet behoeven te sluiten voor de wer kelijkheid, maar dat we het leven in de oogen mogen zien. Dan wordt het ons een reden van dankbaar heid, dat we dat mogen zeggen. Dan brengt het een rijken troost, en is het een uiting van datzelfde optimisme, dat den Bijbel altijd ken merkt en ondanks alles kenmerkt. Waar ligt het geheim daarvan? Immers daarin, dat ons hier meegedeeld wordt, dat God liefde is, om ons daarmee te zeggen, dat God die liefde niet voor zichzelf heeft bewaard, maar die liefde aan de wereld heeft meege deeld en zoo breed mogelijk. Dat die liefde er is voor ons en voor onze kinderen. Zoo sprak Jezus het immers zelf eenmaal uit. Alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, op dat een ieder, die in Hem gelooft, niet ver- derve, maar het eeuwige leven hebbe. Wat Johannes hier zegt, is dus niets anders dan een echo op dit woord van Jezus. En een echo op heel het leven van Jezus, dat van dat woord de bevestiging is geweest. Jezus heeft liefgehad en Zijn liefde geplaatst tegenover den haat en de onverschilligheid van de we reld. Hij heeft dat gedaan tot het einde toe. En Hij is daarmee doorgegaan, direct na Zijl? opstanding. Zoo heeft Hij overwonnen. En zoo overwor. J-ods liefde. En wat we nu hebben van die liefde hebben we van God. Dat is het ook alleen wat elk sacrament ons wil voorhouden. Niet wij doen iets, maar God. Dat is het wat ons ook het sacrament van den doop wil voorhouden. God komt daarin tot ons en tot onze kinderen. Dat is er de kracht en de beteekenis van. Daarom verwondert het ons niet, dat die troost ook zoo bijzonder sterk uitkomt in het genoemde formulier, Ja, eigenlijk het voor naamste is, wat het ons wil bijbrengen. Want die zin, waarin gesproken wordt van de moeilijkheden van binnen en van buiten, is eigenlijk niet anders dan een inleiding. Maar dan volgt de hoofdzin en dus ook de hoofd zaak. Hoewel dat zoo is, gelooft ge niet, dat uw kinderen in- Christus zijn geheiligd, en dus bij hem hooren, en dus behoor en ge doopt te wezen? Dat is weer niet oppervlakkig, omdat „in Christus" ons er direct aan herinnert hoeveel hij daarvoor heeft moeten lijden. Maar nu zijn ze geheiligd. Nu zijn ze afzonderlijk ge steld. Nu zijn ze veilig gesteld. Veilig voor al wat van buitenaf of van binnen uit hen kwaad zou kunnen doen. Daarom ging ook Christus' bijzondere zorg uit naar alles wat zwak en ongelukkig was. En daarom heeft Hij die bijzondere genegen heid getoond voor de kinderen, die hem ge bracht werden. Daarom staat er zoo aandoen lijk van geschreven, dat hij hen omhelsd, de handen opgelegd en gezegend heeft. En als ergens de weerspiegeling van God's liefde nog het best bewaard is gebleven dan in het gezin. En als dat ooit uitkomt, dan vooral als God ons de zorg toevertrouwt voor een kind, een bijzondere gave van Hem. Hoe wordt dat dan van alle kanten met liefde om ringd. En ook al zijn de omstandigheden moeilijk en al is de zorg groot, hoe moet alles wijken voor de liefde die naar het kind uit gaat. En daarom spreekt God's liefde het duide lijkst in het feit, dat ook hij onze jonge kin deren aanneemt, hoewel ze van deze dingen nog niets verstaan. Maar die openbaring* van God's liefde je gens ons en onze kinderen legt daarbij tege lijk een groote verantwoordelijkheid op ons. Immers we worden geroepen om wat we krij gen ook te beleven en er tot zegen mee te zijn voor anderen. Daarom gaat het eigenlijk in heel de om geving van den tekst. Daarom komt dit woord er zelfs tweemaal in voor, dat God liefde is. En beide keeren met de nadrukkelijke bedoeling, dat dat voor ons een aansporing zal zijn om, als we iets van God's liefde hebben begrepen, ook onze lief de, daardoor gewekt, te toonen aan anderen. Daarom staat het er eigenlijk zoo, dat we er uit moeten lezen, dat God zonder betoonen van liefde niet te denken is. En daarom is de bedoeling, dat het zoo zal zijn, dat iemand, die zich een kind van God noemt, ook niet te denken is zonder betooning van liefde. Niet liefhebben is bij God onbestaanbaar. Want liefhebben is nu eenmaal karakteristiek voor het wezen van God. Zoo wil Johannes daar heel nauw bij laten aansluiten, dat niet liefhebben voor een Christen iets onbestaan baars moet zijn. En dat liefhebben ook voor hem karakteristiek moet wezen. Hier worden we een oogenblik herinnerd aan wat Paulus schrijft in dat wereldberoem de hoofdstuk van de liefde. Al het andere, wat we hebben, wat we zijn, wat we doen, is minder belangrijk dan dat eene, dat we de liefde hebben. En dan die liefde, die de weer spiegeling is van God's liefde. Dat wil dus zeggen die liefde die niet vraagt maar geeft, die het niet om zich zelf te doen is maar om den ander, die dus geen onderscheid maakt. Die liefde, die een antwoord is op God's woord, uit zich op twee manieren. En wel eerst in liefde tegenover God. Daar om wekt het formulier na de schuldbelijdenis en na de genadeverkondiging, die we er dui delijk in terugvinden, op tot nieuwe gehoor zaamheid aan God. En waarin bestaat die nieuwe gehoorzaam heid? Als we ons dat realiseeren, dan staan we versteld over het diepe inzicht dat de op stellers hebben gehad niet alleen in God's liefde, maar ook in onze zwakheid. Wij zouden al spoedig geneigd zijn te denken dat die neuwe gehoorzaamheid zich zou moeten uiten in een optreden van onzen kant. Maar zij stellen het in heel iets anders. En wel in een nieuwe afhankelijkheid. In nieuwe afhanke lijkheid van God en Zijn liefde. Wat moeten wij doen? Alleen maar meer aanhangen, ver trouwen en liefhebben. En wien meer aan hangen, vertrouwen en liefhebben? God, die de Vader is van onzen Heer Jezus Christus, God die liefde is. Maar dan moeten we ook onze verplichting kennen tegenover ieder ander. God liefhebben boven alles en onzen naaste als ons zelf. Dat was wel vanouds al bekend, maar dat is werkelijkheid geworden in Christus. En gretig heeft hij elke gelegen heid aangegrepen om dat meer naar voren te brengen. En niet zonder resultaat. Johannes zelf, dit dit alles neerschrijft, zoo oneindig teer, is er een bewijs van. Want hij was vroe ger zoo heel anders van karakter. Waar zullen we wat God voor ons was en is eerder en beter toonen dan in eigen gezin? Maar waar zullen we ook eerder leeren ge voelen hoe moeilijk dat is? Daarom is het ten slotte een voorrecht dat we mogen zeggen, dat het een bijzondere ge nade is dat Woord te mogen beleven tot ze gen voor ons zelf en voor ons gezin: God is liefde. Genade wil zeggen, dat het niet bij ons be gint, maar bij God. Dat het niet van ons kwam, maar van God. En dat het altijd van Hem blijft komen. Johannes vindt het noodig dat nog eens heel afzonderlijk te vermelden in deze peri- coop. Hij zegt: hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons liefgehad heeft.. En waarin komt die liefde van God uit? Dat Hij zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden. Het is dus alleen God's genade. Maar niet een genade, die ver van ons gebleven is. Doch een genade, die God zoo dicht mogelijk tot ons gebracht heeft. Want daarvoor is Jezus _:ekomen en zoo heel nauw met ons leven ver bonden geweest. En alsof dat niet voldoende was, vooral voor hen, die straks zouden gelooven in Jezus, nadat Hij van de aarde was heengegaan, heeft Hij het nog dichter tot ons gebracht. En wel doordat Hij de sacramenten van doop en avondmaal heeft ingesteld. Nu hebben wij niet alleen Zijn woord, dat het ons zegt, maar wij hebben het sacrament als een teeken en zegel, waardoor ons God's liefde in Christus, voor ons en de onzen, wordt afgebeeld. We hooren het niet alleen uit de prediking, maar we mogen het zien telkens wanneer het sa crament wordt bediend in het midden der gemeente: God is liefde En de zekerheid van die genade wordt in het formulier wel heel diep gegrepen en ge peild, als gezegd wordt: als wij soms uit zwak heid in zonde vallen, dan nog moeten wij aan God's genade niet vertwijfelen, en niet in de zonde blijven. En wel daarom niet, omdat uit den doop blijkt, dat we een eeuwig verbond der genade met God hebben. Zoo zijn God's liefde en genade niet te scheiden. En worden beide werkelijkheid voor, ons door God's geest. Daaraan herinnert ons het woord, dat ontleend is aan een brief van Paulus, en dat als een zegen op de gemeente wordt gelegd bij het verlaten van het kerk gebouw. Daar heet het immer: de genade van Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap van den heiligen geest moge met u allen zijn. Als we daarom eigen zwakheid zwaar voe len, en dat doen we altijd als het gaat om ons heil en om dat van onze kinderen, dan mogen we nooit vergeten, dat ook wij zelf zijn gedoopt. En dat in dien doop God's liefde tot ons gekomen is, en voor altijd. En dat God ons ook de kracht wil geven om onze geloften te betalen en de kracht om tot rijken zegen te worden gesteld ook voor onze kinderen. Daartoe helpe de Almachtige God ook ons Vorstelijk ouderpaar door Zijn Heiligen Geest. Amen. (Vervolg van het verslag op de volgende, vagina). 10.000 MENSCHEN hebben weldra de PALESTINA DIORAMA'S gezien.U ook al? Eiken werkdag (beh. Vrijdag) 3-5 en 7-9 SCHOTERSINGEL 117 A. (Adv. ingez. Med.j EEN ramp, van een omvang als in ons land slechts zelden voorkomt, heeft Woensdagmiddag Rotterdam op geschrikt. In de binnenstad n.l., in de Valkensteeg, is een twintig meter lange en acht meter hooge blinde muur onver wachts neergestort, waardoor allen, die zich juist ter plaatse bevonden, onder de steenmassa's werden bedolven. Reeds spoedig had men acht slachtoffers gevonden, terwijl later op den avond nog een negende slachtoffer onder het puin bleek te liggen. Zeven van hen bleken om het leven te zijn gekomen, twee waren zwaar gewond. HET is haast een wonder, dat nog niet meer slachtoffers te betreuren zij'n, want in zijn val verpletterde de top van den muur den zijgevel van het aan de overzijde gelegen café D. Reese. Wonderlijk genoeg werd geen der bezoekers gewond, slechts een lid van het orkestje, kreeg ernstige verwondingen aan één der oogen. Zooals begrijpelijk is, ontstond in de aan grenzende straten een onbeschrijfelijke ver warring, maar weldra schoten omwonenden toe en ook de geneeskundige dienst, die op enkele minuten afstand van de plaats van het gebeurde gestationeerd is, was dadelijk met twee ambulance-auto's en acht verplegers ter plaatse, Ook de politie en brandweer ver schenen weldra, terwijl eveneens de mariniers uit de naburige kazerne te hulp werden ge roepen. Hulp kon evenwel nauwelijks meer worden geboden. Aanvankelijk werden de lij ken van eenige slachtoffers, waaronder een kindje, dat zich nog in den kinderwagen be vond, geborgen. Bij het verder opruimings- werk vond men nog vier personen, die even eens reeds overleden waren, en voorts een persoon, die een ernstig bekkenfractuur bleek te hebben opgeloopen. Op last van de bouw- politie moest het opruimingswerk tijdelijk worden gestaakt, omdat eerst het cafépand moest worden geschoord. De muur kwam plotseling, zonder dat iemand er op bedacht was, naar beneden. Een aantal voorbijgangers, die het gevaar zagen aankomen, vluchtten hevig gillend weg, maar een achttal personen konden zich niet meer-uit de voeten maken en werden onder iet puin bedolven. I De benedenpui van het café Reese werd er finaal uitgeslagen, de hardsteenen borstwe-1 ring en een tusschengelegen benedenmuur 'werden circa 25 c.M. naar binnen ontzet De tusschenmuur naar de trap vertoonde zulke zware scheuren, dat, instorting van het gebouw elk oogenblik werd verwacht, Nadat de muur m.et een hevigen slag was neerge komen werd de geheele Valkensteeg in een dusdanige stofwolk gehuld, dat men aanvan kelijk geen overzicht had wat er eigenlijk was gebeurd. Verschillende personen, die nog net aan een ongeluk waren ontkomen, kregen een zenuwtoeval en moesten ter plaatse door personeel van de eerste hulp bij ongelukken worden behandeld. Van alle kanten schoten helpers toe om te trachten de slacht offers te redden. Men verkeerde daarbij in de gunstige om standigheid, dat er bij den geneeskundigen dienst. juist aflossing was, zoodat de hoofd verpleger de heer R. Beetstra over niet min der dan negen verplegers kon beschikken. Met dokter Van den Berg begaven deze zich met drie ziekenauto's naar de plaats van het ongeluk, waar men binnen drie minuten ar riveerde. De inmiddels gewaarschuwde politie vrceg assistentie van het corps mariniers. Binnen tien minuten had men acht slacht offers uit de puinhoopen bevrijd. Daaronder bevond zich o.a. een moeder, die met een kindje van enkele maanden in een sport- wagentje passeerde. De kinderwagen werd totaal verpletterd. Het stoffelijk overschot van het kind is in een ziekenauto wegge voerd. De moeder werd door den luchtdruk en het vallende puin het café ingeslingerd. Ook zij heeft het leven hierbij gelaten. In enkele seconden. Een ooggetuige, die het geheele ongeluk heeft zien gebeuren, verklaarde, dat alles bin nen enkele seconden was geschied. De slag was geweldig en ver in den omtrek hoorbaar. Door de hevige stofwolken was in den aan vang nog niets van de tragische gevolgen te zien, doch toen het stof was weggetrokken, was de aanblik des te verschrikkelijker. De meeste slachtoffers bleken op slag te zijn gedood. Hun lichamen waren ontzettend verminkt. Met zorg werden deze slachtoffers onder de puinhoopen vandaan gehaald. Bij dezen bergingsarbeid vond men een gewonde en later nog enkele dooden. (Vervolg op pag. 3)t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 1