Openbare werken-politiek
moet duurzaam zijn
Hoofdtaak voor
bedrijfsleven
weggelegd
het
Zestig millioen meer voor
openbare werken.
Regeering vertelt wat
zij deed en doen wil
Centrale leiding bij werkverruiming
Vri jhandel en werkloos^
heidsvraagstuk houden
verband.
Beperking vergadering
en vereenigingsrecht
voorgesteld.
Reorganisatie van het werkfonds.
Spreiding van
arbeid
AAN de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp
tot verhooging van het zevende hoofd
stuk B der rijksbegrooting voor het dienstjaar
1938 (verhooging crediet voor werkverrui
ming), welk stuk is onderteekend door de mi
nisters van Algemeene Zaken, Sociale Zaken,
Waterstaat, Binnenlandsche Zaken, Financiën
en Economische Zaken, wordt het volgende
ontleend:
Het is in strijd met de bedoeling der regee
ring, met de onderwerpelijke aanvrage van 30
millioen haar politiek van werkloosheidsbe
strijding met behulp van het werkfonds als af
gesloten te beschouwen. De onderwerpelijke
aanvrage waartoe het voornemen reeds in
het najaar van 1937 is bekend gemaakt
vormt een onderdeel dier politiek, gelijk het
werkfonds op zijn beurt een onderdeel is dei-
openbare werken-politiek, welke tot de werk
loosheidsbestrijding bijdraagt, en die openbare
werkenpolitiek wederom een onderdeel be-
teekent te midden van tal van maatregelen,
die de werkgelegenheid gunstig beïnvloeden.
Werkgelegenheid in het
bedrijfsleven primair.
Zooals de regeering reeds herhaal
delijk heeft verklaard, behoort naar
haar meening de politiek der werkloos
heidsbestrijding allereerst gericht te
zijn op het behoud en de uitbreiding
der werkgelegenheid in het bedrijfs
leven in zijn onderscheidene geledin
gen. In allerhande, min en meer in
grijpende, min en meer kostbare,
maatregelen wordt dan ook aan deze
primaire zorg voortdurende aandacht
gewijd.
Men denke aan het complex van handels
politieke maatregelen, contingenteeringsbepa-
lingen, landbouwcrisismaatregelen, subsidie en
credietverleening aan de industrie, steun aan
de zee-scheepvaart en de exportcrediet-ga-
ranties.
Al deze maatregelen hebben een gunstigen
invloed gehad op de werkgelegenheid. Dooi
de subsidieverlening aan de industrie, is hi
de jaren 1934 tot en met 1937 door middel van
subsidie ad f 3.100.000 de uitvoering van 238
orders met een gezamenlijk leveringsbedrag
van f 35.150.000 en een arbeidscapaciteit van
20.900 manjaren mogelijk gemaakt.
Bij de crediet-verleening aan de industrie
zijn tot einde 1937 verleend 123 credieten tot
een totaal bedrag van ruim f 7.000.000 (waar
van opgenomen per ultimo 1937 bijna
f 3,000.000).
Ten behoeve van de zeescheepvaart heeft
de maximum-credietopening bedragen rond
f 15.400.000 (waarvan maximaal opgenomen
ruim f 12.000.000), terwijl daarnaast in de ja
ren 1935 tot en met 1937 aan zgn. benas-steun
en -subsidie tezamen f 17.600.000 door de re
geering ter beschikking van de zeescheepvaart
zijn gesteld.
Verder overwege men de invoering van ex-
portcrediet-garanties, waarvan de verleening,
sedert de inwerkingtreding der regeling in
September 1932. tot 30 September 1937 is op-
geloopen tot een totaal export-bedrag van
bijna f 54.000.000.
De landbouwcrisismaatregelen hebben een
toeneming van werkgelegenheid voor naar
schatting eenige tienduizenden arbeiders
veroorzaakt.
Arbeidsspreiding.
Naast de maatregelen tot behoud en ver
ruiming van werkgelegenheid in het bedrijfs
leven in zijn onderscheidene geledingen, heeft
de regeering ter hand genomen de bevordering
van een juistere verdeeling van den voorhan
den bedrijfsarbeid over de aanwezige ar
beidskracht.
Zooals de regeering reeds vroeger
heeft te kennen gegeven, acht zij het
niet buitengesloten, dat zij, voor de
verwerkelijking van doeltreffende
maatregelen van ax-beidsspreiding, be
voegdheden tot het opleggen van
daarmee samenhangende verplichtin
gen niet zal kunnen ontberen. Een be
slissing dienaangaande hoopt zij bin
nenkort te nemen
Bedrijfsleven en openbare werken.
Naar mate de ervaring op het terrein
der werkloosheidsbestrijding toe
neemt, wordt ook de regeering steeds
krachtiger er van overtuigd, dat bin
nen het kader van het bedrijfsleven
zelf allereerst de oplossing van het
vraagstuk moet worden gezocht, dat
aan de bevordering van duurzame
tewerkstelling in het bedrijfsleven in
zijn onderscheidene geledingen, in
het belang eener doeltreffende werk
loosheidsbestrijding, de hoofdaan
dacht behoort te worden geschonken.
Met deze vooropstelling is de regeering
voorts van oordeel, dat het euvel der
werkloosheid ook voorziening door
middel van openbare werken eischt.
Voor een juiste waardeering van wat de
regeering ten aanzien van dit laatste doet,
is uiteraard niet alleen te zien naar de apara-
ten van werkfonds en werkverschaffing, maar
is het geheel, van wat het rijk aan openbare
werken ten koste legt, in oogenschouw te
nemen.
In dit verband moge eraan worden her
innerd, dat, terwijl voor nieuwe en onder
houdswerken van Waterstaat (exclusief werk-
fondswerken) in elk der jaren 1933 tot en
met 1936 is aangevraagd een bedrag per jaar,
varieerend van rond 57 tot rond 62 millioen,
de daartoe voor 1937 aangevraagde gelden
beliepen f 80.500.000 en voor 1938 f 103.500.000
waarmee het hoogste cijfer is bereikt, dat
ooit voor hoofdstuk IX der rijksbegrooting
plus verkeersfonds (resp. wegenfonds) plus
Zuiderzeefonds in eenig jaar is uitgetrokken.
Voor defensie, waarvoor in de jaren 1933
t.m. 1935 jaarlijks naar raming een bedrag
van f 4.200.000 is besteed aan aanschaffin
gen binnenslands, welk bedrag voor de jaren
1936 en 1937 naar raming met worden ge
steld op f 31.600.000, beloopt dit cijfer naar
schatting voor elk der jaren 1938 t.m. 1941
een bedrag van f 75.500.000. Daarenboven
beteekenen de verhooging van het contin
gent en de verlenging van den eersten oefen
tijd een vermeerdering van het aantal man
jaren met 23.000.
Wat het werkfonds betreft, beliep het be
drag der geblokkeerde gelden per 15 Septem
ber 1936 77 millioen, per 15 Maart 1937 83
millioen, per 1 October 1937 89 millioen, per
1 April 1938 110 millioen, per 15 Mei 1938 ruim
118 millioen, terwijl het einde Mei 1938 naar
schatting zal 'beloopen 125 millioen.
In verband met het evengenoemde cijfer
van 125 millioen, dat weldra geblokkeerd zal
zijn, wordt bij hierbij gevoegde nota van wij
ziging de aangevraagde 30 millioen verhoogd
tot 60 millioen.
Aangaande de werkverschaffing worde me
degedeeld, dat de daaraan besteede subsidie
bedragen hebben beloopen: in 1933 24,3 mil
lioen, in 1934 14,7 millioen, in 1935 27,6 mil
lioen, in 1936 21,8 millioen en in 1937 (naar
raming) 23,5 millioen. De totale kosten dei-
werkverschaffing zijn in de genoemde jaren
te stellen op rond 45 millioen 's jaars. Gelijk
bekend heeft de regeering voorts onlangs be
sloten, het aantal bij werkverschaffing te-
werkgestelden voorshands te verhoogen met
rond vijftig procent.
Tenslotte verdient nog met een enkel woord
vermelding de bemoeiing der regeering tot be
vordering van tewerkstelling buitenslands.
Dienvolgens hebben in de eerste vier maan
den van 1938 in de beide buurlanden ruim
4800 arbeiders plaatsing gevonden waarmee
het totale aantal daar in loondienst werkzame
Nederlanders is gestegen tot rond 50.000. Ook
de trek naar andere Europeesche en overzee-
sche landen wordt zooveel doenlijk bevorderd.
Stand der werkloosheid.
Wat den feitelijken toestand betreffende de
werkloosheid aangaat, verdienen, naar de
meening der regeering, twee zijden daarvan
de aandacht: het feitelijke verloop aan den
eenen kant, de huidige feitelijke omvang an
derzijds.
Voor de bepaling van het feitelijke verloop
geven, naar het oordeel der regeering, de cij
fers van het werkloosheidspercentage onder
de leden der werkloozenkassen het mpest
juiste beeld. Dit werkloosheidspercentage be
liep (exclusief landarbeiders) einde April 1932
24,9, 1933 26,9, 1934 25,3, 1935 29,9, 1936 32.1,
1937 26, 1938 24,7. Einde April 1938 was het
percentage derhalve lager dan in de zes voor
afgaande jaren, waarbij nog te bedenken valt
dat in verband met de bevolkingstoeneming
jaarlijks een vermeerdering van 30 tot 40.000
arbeidskrachten te verwerken valt.
Wat den huidigen feitelijken omvang be
treft, geeft het aantal bij de organen dei-
openbare arbeidsbemiddeling ingeschreven
werkloozen licht. Hierbij dient echter te wor
den opgemerkt, dat eenerzijds dat aantal moet
worden verhoogd met een categorie „onzicht
bare werkloozen", welke aan de waarneming
ontsnapt, anderzijds dat aantal moet worden
verminderd, ter bepaling van den werkloos-
heidsomvang als euvel, met de groep van hen
die ingevolge de normale geaardheid van het
bedrijfsleven werkloos zijn, en voorts met de
genen, hoewel bij de arbeidsbeurzen gere
gistreerd, in feite niet tot de valide werkwil
lige arbeidskrachten zijn te rekenen. Als
werkloos stonden per einde April 1938 bij de
organen der openbare arbeidsbemiddeling in
geschreven 354.715 personen. Bij de overwe
ging van dit cijfer is in acht te nemen, dat
verscheidene der jongere besluiten en be
moeiingen de verhoogde uitgaven van Wa
terstaat, de uitbreiding van het defensie-ap
paraat, de versterkte activiteit van het werk
fonds, de opvoering van den omvang der
werkverschaffing nog geheel of goeddeels
hun werking op den omvang der werkloos
heid moeten uitoefenen.
De conclusie, waartoe de beschouwing er
de overweging van den feitelijken toestand
betreffende de werkloosheid de regeering lei
den, is tweeledig. Eenerzij ds meent zij, dat er
in het Nederlandsche gemeenschapsleven, in
samenwerking tusschen overheid en burgerij
zoovele regenereerende krachten aan het werk
zijn, dat voor een verontrusting, als waaraan
soms uiting wordt gegeven en welke in den
strijd tegen de werkloosheid niet ongevaarlijk
is, niet die plaats toekomt wel kp vM zich wel
Qpp- schijnvnhp-p f.neëigenen
Aan den anderen kant is de regee
ring van pordeel, dat de uiterste acti
viteit va" menspheü.jke mogelijkheid
geboden blijft in het opsporen en aan
wenden van doeltreffende middelen
tot voortgezette vermindering van den
afstand naar het ideaal: een zooda
nige toestand in het Nederlandsche
gemeenschapsleven, dat, voorzoover
zulks van Nederlandschen wil afhan
kelijk is, de leden dezer gemeenschap
door arbeid in hun levensonderhoud
kunnen voorzien.
Plaats der politiek van openbare
werken.
De regeering is van oordeel, dat voor een
lange reeks van jaren het gewone particuliere
bedrijfsleven, ook bij de verstgaande realiseer
bare stimuleering ervan en de verstgaande
realiseerbare arbeidsspreiding erin, een over
schot aan arbeidskrachten zal laten.
Hiertuit volgt, dat de regeering de
openbare werken-politiek niet ziet als
een crisisvoorziening van betrekke
lijk geringen duur, maar als een voor
ziening, welke op langen termijn zal
hebben bij te dragen tot het verschaf
fen van arbeid.
Deze aard der voorziening heeft de
regeering reeds geruimen tijd geleden
ertoe geleid, de organisatie van de te
werkstelling van arbeidskrachten
door werken van werkverruiming en
werkverschaffing nader ter hand te
nemen, en wel teneinde te komen tot
den meest efficienten vorm ter berei
king van het doel der tewerkstelling.
Aan den omvangrijken voorbereiden
den arbeid hiertoe wordt met spoed
gewerkt.
Coördineerende instantie.
Daarnaast heeft de regeering in voorberei
ding genomen het in het leven roepen eener
coördineerende instantie tusschen de tewerk
stelling door werken van werkverruiming en
werkverschaffing en de tewerkstelling aan de
onderscheidene overige, onder de verschil
lende departementen ressorteerende, werken
van algemeen nut, ten einde daardoor
a. de behoefte aan tewerkstelling naar
plaats en tijd zoo goed mogelijk te dienen, de
voorziening daarin zooveel mogelijk te regu-
leeren, en
b. naar de "mate van het doenlijke te be
vorderen, dat niet alleen bij de werken van.
werkverruiming en werkverschaffing waar
zulks uiteraard reeds geschiedt maar ook
bij de overige overheidswerken de wijze van
uitvoering aan de tewerkstelling van zooveel
mogelijk arbeidskrachten dienstbaar worde
gemaakt.
Overwinning van weerstanden.
Daar herhaaldelijk de uitvoering van wer
ken van het Werkfonds te lang op zich laat
wachten, is bereids, waar mogelijk, de goed
keuring van het object gebonden aan een
termijn van begin van uitvoering van het
werk. Momenteel zijn bij de werkfondswerken
direct en indirect 7500 man aan den slag
(door de uitschakeling van den waterstaat is
dit getal ongunstig beïnvloed). Dit aantal zal
tot 12.000 worden opgevoerd, waardoor, in ver
band met de secundaire werkverruiming,
18.000 man werk zullen krijgen.
De regeering wijst erop, dat het belang dei-
werkverruiming eischt, dat men niet drijft
naar een politiek, welke een zeer tijdelijk
terugdringen der werkloosheid koopt met het
voorbereiden van een veel omvangrijker werk
loosheid daarna, doordat men ~de primaire
welvaartsbronnen des lands in zijn verschil
lende geledingen verstopt. Ervaringen elders
strekken hierbij tot waarschuwing.
De regeering heeft verder ook ter
hand genomen een nauwkeurig cn
diepgaand onderzoek naar dc mogelijk
heden, om door wijziging in den opzet
dezer voorzieningen op uitgebreider
schaal tot tewerkstelling te kunnen
komen, zonder te vervallen in het ge
noemde euvel van het voorbereiden
van nieuwe en nog grootere werkloos
heid.
Zoodra dit onderzoek zijn beslag zal
hebben gekregen, zal de regeering
haar beslissingen terzake nemen en
daarvan naar buiten doen blijken op
het daartoe meest aangewezen tijd
stip, vermoedelijk bij den aanvang
der werkzaamheden in het nieuwe
parlementaire jaar
Enkele losse punten.
Voor wat de verdere inpoldering in het
IJselmeer betreft, is met de noodige onder
zoekingen, ten einde tot een definitief plan
te komen, bereids een aanvang gemaakt. Ook
bij de grootste voortvarendheid zullen intus-
schen toch enkele jaren er mee gemoeid zijn,
alvorens deze inpolderingswerkzaamheden tot
werkverruiming op groote schaal kunnen
leiden.
Het ligt voorts in het voornemen,
het werkfonds zijn medewerking te
doen verleenen bij den bouw van wo
ningen voor groote gezinnen.
Voor de restauratie van monumenten wordt
vanwege het werkfonds bij voortduring hulp
verleend. Ook is tot den bouw van een cen
traal militair hospitaal besloten.
Vreemdelingen mogen geen lid zijn
van Nederlandsche Staatkundige
Vereeniging.
Het in de Troonrede aangekondig
de wetsontwerp inzake beperking
van het vereenigingsrecht is thans
ingediend. Wordt het ontwerp wet,
dan zal het in de toekomst voor alle
vreemdelingen verboden zijn lid te zijn
van een Nederlandsche Staatkundige
vereeniging. Wanneer dit verbod
wordt overtreden, dan zal de geheele
vereeniging een vex-boden karakter
krijgen. De rechter zal kunnen ver
klaren, dat een vereeniging verboden
is, omdat zij in strijd met de opexx-
bare orde is.
De politie zal volgens het wets
voorstel ook toegang krijgen tot niet-
openbare vergaderingen, waaraan
vreemdelingexx deelnemen. Vreemde-
lixxgen zullen over de Nederlandsche
Staatkunde in vergaderingen xxiet
mogen spreken. De straffen, op over-
trding der wet gesteld, worden ver
zwaard.
DE regeering heeft in de Memorie van Antwoord over het ontwerp
tot verhooging van het crediet voor het Werkfonds, haar
plannen ten aanzien van de werkloosheidsbestrijding bekend
gemaakt. Deze plannen zijn
1. Het aangevraagde crediet voor het Werkfonds wordt
verhoogd met 30 millioen en gebracht op 30 millioen.
2. Reorganisatie van het Werkfonds en de werk
verschaffing.
5. Een coördineerende instantie voor werkverruiming
wordt in het leven geroepen.
4. In overweging lijn maatregelen om te bevorderen, dat
de regeering grootere bevoegdheden krijgt ter over
winning van weerstanden bij de werkverruimings-
werken.
5. Voorts zijn in overweging maatregelen, betreffende
grootere bevoegdheid der regeering op het terrein
der arbeidsspreiding.
3. Het Werkfonds zal tevens dienstbaar worden gemaakt
aan den bouw van woningen voor groote gezinnen.
De regeering stelt zich echter op het standpunt, dat de werkloosheids
bestrijding allereerst moet worden gezocht binnen het kader van het
bedrijfsleven door opvoering van dit bedrijfsleven, doch dat, waar
opvoering van het bedrijfsleven tijd vordert en bovendien niet alle
arbeidskrachten zal absorbeeren, openbare werken noodig zijn.
Verder wijst zij op de verhoogde activiteit van het Werkfonds, welke
uit de volgende cijfers blijkt: in 1937 17 millioen geblokkeerd; in
eerste 4 maanden 1938 22.5 millioen en in eerste vijf maanden 1938
37.5 millioen.
Met massale werkloosheid geen
vrijhandel.
Prof. Goudriaan zet zijn
denkbeelden uiteen.
In een voordracht, voor de Ned. Ver.
voor vrijhandel zeide prof. dr. ir. Gou
driaan Jr.: „Zoolang een massale
werkloosheid bestaat, is de strijd voor
den vrijhandel tot vruchteloosheid ge
doemd.
Vooraf had prof. Goudriaan er de aandacht
op gevestigd, dat men het onverbrekelijk ver
band tusschen maatregelen van bescherming
en werkloosheid van productieve krachten op
in het oog springende wijze terug vindt, wan
neer men let op het volstrekt eenzijdige ka
rakter, dat beschermende maatregelen vrijwel
zonder uitzondering dragen.. In abstracto is
er bij den ruil een volkomen symmetrie tus
schen de partij a die de goederen en partij b,
die het geld aanbrengt. In eerste instantie zou
men dus mogen verwachten, dat het overheids
ingrijpen nu eens op de eene, dan weer op de
andere partij was gericht. De practijk echter
leert met onmiskenbare duidelijkheid, dat im
porten van geld ook thans nog in vrijwel alle
landen zijn vrijgelaten, importen van goederen
daarentegen, allerwegen worden belemmerd.
En geheel in overeenstemming hiermede is de
tendens om exporten van goederen zooveel
mogelijk te stimuleeren, exporten van geld
daarentegen in steeds sterkere mate te be
moeilijken of onmogelijk te maken.
De potentieele, braakliggende productieca
paciteit van kapitaal en arbeid binnenslands
wil men nieuw bloed toevoeren, voor opdrij
ving van de vraag boven het technisch bereik
bare maximum is men practisch nergens be
vreesd. Zoolang dus een massale werkloosheid
bestaat, is de strijd voor den vrijhandel tot
vruchteloosheid gedoemd. De zoo juist gepu
bliceerde verklaring van de Oslo-staten, waar
in met zooveel woorden erkend wordt „dat de
ontwikkeling van de wereldconjunctuur hen
niet in staat stelt voor het oogenblik deze
overeenkomst te vernieuwen" is van dit In
zicht een empirische bevestiging.
Voor de oplossing van het werkloosheids
vraagstuk is het noodig, dat men komt tot
permanente, opzettelijk daartoe genomen, wel
doordachte maatregelen.
De eerste voorwaarde hiervoor is
stabilisatie van het prijsniveau, welke
op haar beurt stabilisatie van de
grondstof prijzen tot voorwaarde heeft.
Als tweede maatregel het scheppen
van een evenwicht tusschen bespa
ringen en investeeringen. welke In het
ruilmechanisme aan zichzelf overge
laten, alleen maar bij toeval zou kun
nen worden bereikt
Het Is volkomen begrijpelijk, dat deze maat
regelen, welke eerst de laatste jaren in ruimer
kring worden bepleit, door sommigen met een
zeker wantrouwen worden begroet en dat ^'i
angst koesteren voor daaraan eventueel
bonden gevolgen. Hiertegenover ma.g mr
echter op wijzen, dat de tegenwoordige
stand, aan zich zelf overgelaten, oneindig
grootere gevaren met zich mee brengt, die
reeds bezig zijn zich stap voor stap te realisee-
ren. De uitweg voor het werklooze kanitaal
naar buitenlandsche gebieden, welke nog mo
gelijk was in de periode voor 1914, is thans
practisch afgesloten. Deze kan trouwens nooit
een duurzame oplossing brengen.
Als de Ned. Vereeniging voor Vrij
handel dus werkelijk iets wil berei
ken voor den vrijhandel, zal zij zich.
naar het oordeel van spr., allereerst
moeten richten op de oplossing van
het werkloosheidsvraagstuk. En als zii
iets wil bereiken ten aanzien van het
werkloosheidsvraagstuk zal zij zich
moeten bezighouden met de proble
men van regulatie van het prijsniveau
en actieve conjunctuurpolitiek.
Wilde staking in de
Amsterdamsche Houthaven.
Vierhonderd arbeiders er bij betrokken.
In de Amsterdamsche houthaven is Vrij
dagmorgen een wilde staking uitgebi'oken,
waarbij een kleine vierhonderd arbeiders zijn
betrokken.
Toen Vrijdagmorgen met het lossen van het
Russische schip „Tobal" zou worden begon
nen, voor het eerst op de nieuwe voorwaarden,
bleken de houtwerkers met die voorwaarden
niet accoord te gaan omdat de nieuwe rege
ling geen toeslag voor nachtwerk inhoudt.
Zij weigerden aan het werk te gaan, waarna
ook de arbeiders die met de lossing der andere
schepen bezig waren, en die, aangezien zij
nog onder de oude regeling werkten, met het
conflict niets te 'maken hadden, eveneens be
sloten het werk neer te leggen.
Aangezien dit geschiedde tegen het advies
van de organisaties en zonder overleg met de
besturen, moet dit conflict als een wilde sta-
king worden beschouwd.
NEDERLANDSCHE CAMDIDATEN
BOEKEN GEEN SUCCES.
Van de 88 candidaten voor het interna
tionaal Ysaye-concours voor piano werden
er na eerste schifting slechts negentien
aangehouden voor een tweede schifting. Al
de Nederlandsche candidaten zijn reeds bij de
eerste schifting van het tooneel verdwenen.
Ongeluk in de werkverschaffing.
Twee machinisten gewond.
Vrijdagmiddag om vier uur sloeg te Dieden
in de gemeente Ravenstein, op het terrein
van de werkverschaffing bij de Maaskanali
satie, door het onklaar raken van een stoom-
schuif een losse zandtreinlocomotief op hol.
Hierbij kwam de machine in botsing met de
locomotief van een uit de tegenovergestelde
richting komenden zandtrein. Beide stokers,
die. het gevaar zagen aankomen anmv,oron
van de machines en bleven ongedeerd De
machinist van de losse locomotief kreeg hij
de botsing inwendige kneuzingen, terwijl die
van den zandtrein zware inwendige kneu
zingen en een gescheurden schedel opliep.
Zij zijn beiden naar het ziekenhuis St. Anna
te Oss vervoerd. Voor geen van beide slacht
offers bestaat levensgevaar.