\h>mmmSLa'
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Heden heb ik geen extra nieuws mede te
deelen. M'n briefje vooraf kan dus achter
wege blijven. Alleen wil ik er jullie nogmaals
met klem op wijzen dat, wil men op visite
mogen komen of aan het wandelen, enz.
deelnemen, men steeds trouw moet schrijven.
Lief ZWARTKOPJE. Van harte wensch
ik dat je broertjes knie spoedig genezen zal
zijn. Het kwartje heb ik gevonden. Je moest
in totaal met de laatste wol er bij f 1.06 be
talen. Je hebt nu een gulden betaald, dus
krijg ik nog 6 cent van je. Prettig dat je nog
steeds verder met je werk kunt. Wanneer je
hulp noodig hebt, dan mag je Donderdags
tusschen 5 en 5.30 even bij me komen. Werk
met genoegen. Dag Zwartkopje.
Best KALFJE. Hallo, hallo vriend, leef
je nog? Wat heb ik in lang niets van je ver
nomen. 'k Was al wat ongerust maar geluk
kig is het onnoodig geweest. Je maakte het
steeds uitstekend en op school is je onder
wijzeres ook erg tevreden over je. Heerlijk
dat je 1.1. Maandag met je ouders en broers
zoon gezelligen dag hebt gehad. Verlang je
nu reeds naar je verjaardag? Nog maar
eenige maandjes geduld houden zeg. 'k Ben
blij dat we nog in Mei zijn. De dagen, weken
en maanden vliegen me toch reeds veel te
vlug voorbij. Wil je je ouders m'n groeten te
rug doen? Dag Kalfje.
Beste POLLY. Hoe Hector het thans
maakt, weet ik niet. Ik heb deze week geen
schrijven van hem ontvangen, 'k Geloof dat
jullie zonder het zelf te weten, om beurten
schrijven. Graag neem ik aan dat Berend-
man erg blij was met z'n cadeaux. Je bent
aan het figuurzagen lees ik. Dat is een aar
dig tijdverdrijf, maar of het, met het oog op
je gezondheid, wel geschikt voor je is, be
twijfel ik zeer. Figuurzagen geeft veel stof
nl. poederfijn zaagsel dat in het rond dwar
relt. Ongemerkt adem je dat in en daar zelfs
de aanwezigheid van bloemen met veel stuif
meel voor asthmalijders zeer nadeelig kan
zijn. geloof ik stellig, dat figuurzagen al heel
slecht voor je is, vooral als je 't binnenshuis
doet. Hoe maak je net op school? Dag Polly.
Beste BERENDMAN. Hoewel wat laat,
feliciteer ik je, je ouders en broers met de
herdenking van je geboortedag, 'k Wensch
dat je dezen dag nog vele malen moogt ge
denken onder gunstige omstandigheden en in
het bezit van allen die je lief en dierbaar
zijn. Je hebt me. omdat je zooveel huiswerk
moest maken, niet kunnen schrijven. Vriend,
de reden die je opgeeft kan ik billijken. Met
je voorstel, mij alleen te zullen schrijven
wanneer je werk het toelaat, ga ik accoord.
Hier, in IJmuiden, is het weer ook heel mooi
geweest. Thans, Woensdagmiddag, regent het
flink. Er is door den landman naar regen
verlangd en daarom gelukkig dat Pluvius van
zijn aanwezigheid blijk geeft. Het beste hooi
en veel genoegen van je ver jaarspresenten.
Dag Berendman.
Best. KRULLEKOPJE. Gelukkig dat je
vooruit gaat. Dat weekje dat je langer moet
blijven liggen, dan je aanvankelijk dacht, zal
spoedig genoeg om zijn. Voor jou is het jam
mer dat het weer momenteel zonloos is. Maar
je moet je maar troosten met de wetenschap
dat water voor het land momenteel onont
beerlijk is, wil de oogst van aardbeien, enz.
niet geheel mislukken. Enna regen komt
zonneschijn, zoowel in figuurlijken als letter
lijken zin. Het beste met je hoor. Dag Krulle-
kopje.
Beste ANEMOON. Zoo was je briefje, wat
de onderteekening betreft, in orde. Wil je
me den volgenden keer eens iets vertellen
van je school, de C.M.V. of een ander onder
werp? in ieder geval over iets waar ik op
antwoorden kmi. Je moet me ook eens schrij
ven in welke klas je zit. 'k Ben nu al be
nieuwd naar je volgend briefje. Dag Ane
moon.
Lief BENJAMINNETJE. Ook jouw briefje
was nu goed onderteekend. Wil je me ook
eens iets mededeelen waar ik op antwoorden
kan? Je was zeker 1.1. Maandagmiddag aan
het schooltje spelen? Ik hoorde je ten min
ste zeggen: ..Zie zoo en nu gaan we eerst een
mooi liedje zingen". Heb ik het goed gehoord?
Dag Benjaminnetje.
Best GOUDHAARJTE. Natuurlijk wil ik
je leeren haken, evenals m'n andere vrien
dinnetjes die het mij gevraagd hebben. Als
je op visite mag komen zal ik liaakgaren en
naald voor je klaar leggen, 'k Heb dan, daar
ik hoogstens vier kinderen tegelijk vraag,
flink gelegenheid om je te helpen. Na Pink
steren mag je spoedig komen. Dag Goud
haartje.
Best REPELSTEELTJE. Ja meisjelief, ik
heb het heel druk gehad. Het ergste is nu
gelukkig al weer voorbij. Vandaag, Woens-
UIT ééN KOM.
door W. B.—Z.
Poes Mimi en Tom
Drinken tezamen uit ééne kom.
Vriend Tom is wat gulzig
Hij drinkt zoo veel.
Toch gunt hij poes Mimi haar eigen deel.
Dan wacht Tom een poosje
En denkt ga je gang.
Drink nu maar alleen hoor.
Maar niet te lang.
Zoo drinken ze samen
Uit ééne kom.
Mijn poesje Mimi
En die beste bond Tom,
DIT IS IV
EJ1MI V/AT1 LAER
door W. B.-Z.
Dit is mijn konijn,
Vind je haar niet fijn
Ik noem haar natuurlijk Truitje
En wat zeg je van haar huidje?
't Is zoo wit en 't is zoo zacht,
Zoo mooi had 'k' het niet venvacht.
Hier en daar is een zwart vlekje
Op haar rug en bij haar nekje.
dag, nog één kamer. Gelukkig had ik flinke
hulp en kan ik zelf, als het noodig is, uit
stekend aanpakken. Gaat de regen je nu
al vervelen? We hebben anders in weken
geen echen regendag gehad, zoodat het er
voor het land slecht ging uitzien. Het mag,
vooral in onze omgeving, wel even aanhou
den met regenen wil de regen werkelijk
dienst doen. Het beste hoor en niet moppe
ren als de regen niet spoedig voor de zon
plaats maakt. Dag Repelsteeltje.
Lief TEEKENAARSTERTJE. Wat fijn
zeg dat je moeder een mooie jurk voor je
maakt. Als je bij mij op visite mag komen,
trek je de jurk maar aan, dan kan ik haar
eens zien. Vind ik haar erg mooi, wel dan
trek ik haar aan. Vind je m'n voorstel niet
uitstekend' Het beste hoor met je zelf en met
je zus. Wil je je moeder m'n groeten terug
doen? M'n dank voor je teekening. Dag Tee-
kenaarstertje.
Best BOODSCHAPSTERTJE. Fijn dat je
kussen nog voor Moederdag is klaar geko
men. Het zal keurig op de divan staan. Zoo
dra ik kan, kom ik even aanwippen. De
schoonmaak en alles wat daarmede verband
houdt, maakte mij de laatste weken het
uitgaan onmogelijk. Gezellig dat je aan het
teekenen en kleuren bent. Indien je weer een
handwerkje thuis wilt maken, wil ik je graag
helpen. Je zegt het mij maar, als ik kom. Tot
ziens en m'n groeten aan je ouders. Dag
Boodsehapstertje.
Lief BIJDEHANDJE. Prettig dat je 1.1.
Maandag weer naar school mocht gaan. Je
nu maar goed houden hoor en niet meer ziek
worden. De Ark van Droste is in goede con
ditie doch de chocolaadjes zijn naar elders
verhuisd? Dat dacht ik wel. Chocolaadjes en
Bijdehandjes houden het niet lang bij elkan
der uit. Chocolaadjes moeten bij haar altijd
het onderspit delven en verdwijnen dan voor
goed. Maar daar zijn ze voor. Ook jou hoop
ik spoedig eens te zien. Misschien vandaag,
Zaterdag, wel. Dag Bijdehandje.
Beste KLEINE ZUS. Je klasse-onderwij
zeres ken ik wel. Je moet haar maar eens
mijn groeten doen. Ga je na schooltijd ook
met Jan rijden of doet dat alleen je groote
zus? Dag Kleine Zus.
Beste VERONIKA. Na Pinksteren begin
ik met het vragen van visite. Als jij aan de
beurt bent. breng je het gemaakte schortje
maar mede en behoef je er niet tot October
mede te wachten. Heb je dit seizoen al in het
zwembad „De Heerenduinen" gezwommen of
wacht je op warmer weer? Waar blijft je zus
met haar briefje? Het beste hoor. Dag Vero-
nlka.
Lief CROCUSJE. Heel benieuwd ben ik
naar je werk en het gemaakte schortje. Je
weet, Donderdag's tusschen 5 en 5.30 mag je
bij me komen, als je met je werk geholpen
moet worden. Om met je zusjes uit te gaan
is regenweer minder geschikt. Maar het blijft
niet regenen. Het wordt wel weer mooi droog
en zonnig weer. Maar even geduld houden.
Dag Crocusje.
Lief ZONNESTRAALJTE. Heb ik je ver
leden vergeten te schrijven? Dat spijt me
heusch. Ik hoop voortaan beter op te passen.
Ja, je vader moet geld voor je eten, drinken
en kleeren verdienen. Hij kan niet thuis blij
ven als het regent, «paar moet er op uit trek
ken. Gelukkig raa™ dat hij gezond is dus
werken kan en werk heeft. Dag Zonne
straaltje.
Best ZONDAGSKIND. Ja, jij mag ook 30
Mei je kussen komen halen. Crocusje wilde
natuurlijk voor Donderdag de rand van haar
kleedje af hebben en kon met het koopen
van zijde niet wachten tot het uitgeregend
zal zijn. Trouwens, je moet niet vergeten,
het is Meiregen. Je kent toch het versje wel
dat luidt:
„Meiregen maak dat ik grooter word, grooter
word.
Groot worden wensch ik zoozeer.
Moederlief was lk maar groot genoeg, groot
genoeg.
'k Liep in den regen nooit meer"
KONIJN
Haar oogjes zijn zoo helderrood
En haar ooren zijn zoo groot.
Ik gaf haar wortels en wat gras,
Waar ze o zoo dol op was.
Ze heeft een hokje groen met wit,
Waar ze 's nachts alleen in zit.
Overdag loopt ze te spelen.
En ze zal zich nooit vervelen
Als je eens in mijn buurt mocht zijn,
Kom eens zien naar mijn konijn.
Croscusje wil ook graag wat grooter wor
den en liep daarom dapper door den regen.
Dag Zondagskind.
Best MADELIEFJE. Nu maar goed je
best doen en de regels van het verkeer goed
in acht nemen, zoodat jé 'Vaardigheid ver
krijgt voor het a.s. examen. Je zult ook graag'
het verkeersdiploma en speldje bezitten en
daarvoor moet getraind worden. In totaal
moet je met de laatste wol mede.f 1.06 be
talen.'Je hebt f 0.75 betaald, dus ik krijg
nu nog f 0.31. Je kussen zal nu wel fijn op
schieten, denk ik. Waar regendagen al niet
goed voor zijn. Wat heb je een keurig post
papier. Zeker een verj aars- of Sinterklaas
cadeau. Dag Madeliefje.
Best GOUDMUILTJE. Fijn dat jij weel
een nieuwe vriendin bezorgd hebt. Je weet
het, veel vriendinnen vind ik heel prettig.
Jij helpt haar zeker wel met het schrijven
van haar eerste briefje. Denk je om de on
derteekening? Eigen naam. schuilnaam,
adres en leeftijd. Je voorraad mooi postpa
pier schijnt onuitputtelijk. Zijn je logés al
weer vertrokken? Dag Goudmuiltje.
Veel groeten van
Mej. E. VIJLBRIEF.
IN DEN STORM
door W. B.-Z.
In 't buldrend stormgetij
Als het schip ligt op zij.
En uit angst voor verdrinken,
De noodseinen klinken.
Dan komen de redders in ranke boot,
En trotseeren de stormen,
Trotseeren den dood.
Ze denken alleen aan de menschen in nood,
Ze zien er alleen maar de zinkende boot.
Die dappere redders aan 't Hollandsche
strand.
Wat brachten zij menig schipbreukeling
aan land.
TOEN HET MOEDERDAG WAS.
't Was Zaterdagmiddag 12 uur, de school
ging uit. Ko een kleine jongen van 6 jaar, liep
langzaam naar huis. Hij dacht aan wat de
juffrQuw vandaag had gezegd. Dat het mor
gen Moederdag zou zijn en dat ze dan Moeder
een cadeautje moesten geven en héél lief voor
moeder zijn.
Nu dacht Ko aan wat hij moeder zou geven.
Hij hield zoo veel van haar En hij had geen
geld om wat te koopen.
Op een hoek van een straatje zag hij Karei
zijn vriendje, staan met een paar andere jon
gens dx-uk aan 't beraadslagen. Toen Ko er
aankwam, werd hij dadelijk ingelicht. Een van
de jongens wist buiten de stad toch zoo'n fijn
veld met dotterbloemen! Het zag er geel van.
Als ze die gingen plukken konden ze die mis
schien verkoopen en voor dat geld een ca
deautje voor huix moeder koopen. Dat was een
idee. Toen ze na het eten direct op stap gin
gen, kwamen ze na een flinke wandeling op
het veldje aan. Het viel wel een beetje tegen.
Alleen aan den slootkant waren er mooie,
groote dotterbloemen, maar verder waren het
boterbloemen waar het veldje geel van was.
Die konden ze natuuiiijk niet gaan verkoopen.
Een paar jongens plukten wat, maar gooiden
ze toen weer weg. Dat vond Ko jammer. Hij
was de laatste die van het veld wegging. De
mooiste bloemen van de anderen had hij nog
maar opgeraapt. Thuisgekomen zette hij ze
in een melkkan vol frisch water onder z'n bed.
Den volgenden dag gaf hij ze aan moeder
omdat het Moederdag was. Moeder was er
\erschrikkelijk blij mee en zei. dat ze juisl
zoo dol veel van veldbloemen hield. Ko nam
zich toen voor, om eiken Zondag voor moeder
een bos bloemen te plukken.
HET JAVAANSCHE EEKHOORNTJE.
Avonturen van een ouden zeeman en zijn
kameraadje.
..Toe, Oom, vertel!" bedelden de kinderen.
De oude zeeman met z'n sneeuwwit ring
baardje was eigenlijk heelemaal hun oom
niet, maar hoe kun je zoo'n vriendelijken
ouden baas, die altijd een zilveren doosje met
dropjes in z'n zak heeft, die hij op straat uit
deelt en stgeds vol grappige verhalen zit, nu
anders noemen dan „oom"?
„Ja," zei oom Koen, ,,'t is een lief beest,
wat?" En hij streelde liefkoozexxd met z'n
groote, behaarde hand, waarop een blauw an
ker prijkte, over 't ruggetje van een slank, Ja-
vaansch eekhoorntje.
„Ik zal jullie z'n geschiedenis eens vertel-
len.'t Is nu twee jaar geleden, dat ik hem
kreeg. Meegenomen uit Indië. We voeren in
een vrachtboot van New-York naar Hongkong
en gingen even voor anker aan een landtoixg
in het Noord-Westen vair Java, waar een witte
vuurtoren stond met een signaalmast, waaraan
de Nedei-landsche vlag wapperde.
't Was een schaars bevolkt gebied, waar
weinig Europeanen woonden. Toen we een
boot hadden uitgezet en aan land geroeid, ver
zamelde zich een groepje inlanders op de kust,
klaarblijkelijk met het doel, zaken te doen.
Ik had ergen trek in fruit en besloot dus,
zooveel mogelijk binnen te halen. Vlug wipte
ik m'n kooi in en haalde een tamelijk oud
hemd, wel met stukken en stoppen erin, maar
toch schoongewasschen en heel, tevoorschijn
entien minuten later had ik het ingeruild
tegen een ontzaglijke bos bananen, bijna zoo
hoog als ik zelf, zes ananassen en acht ko-
kosnotexx. En als toegift kreeg ik een piep^-
jong eekhoorntje.
Jullie begrijpt, dat ik er blij mee was! Het
beestje zat in een klein kooitje: een snoezig
dier, niet veel grooter dan mijn oor. Zijn staart
stoxxd als een groote wuivende pluim i-echt om
hoog exi met z'n scherpe klauwen rukte het
aaxr de bamboespijlen of knaagje eraaxi met
zijn witte, spitse tandjes.
Het was ex-g schuw en begon te beven bij den
aarxblik vaxx al die nieuwsgierige gezichten om
hem heen, want de heele bemannixig kwaxn
hem natuurlijk bekijken.
Ik kreeg medelij den met het diertje, nam
het uit de kooi en zette wat kokosxxoot en blik
jes melk voor hem neer. Eerst stribbelde 't met
alle geweld tegen, plaste met beide voorpootjes
ixi de melk, maar daxx begoxx het wat kalmer
te worden, likte eexis van de melk en dronk ze
tenslotte heelemaal op.
Ik ging aan 't wex-k exi toèxi ik eexi half uur
tje later weef aan dek kwam, zag ik, dat hij
zijxi kooitje had stukgeknaagd en nu rustig op
den grond met zijn staart zat te spelen.
Maarop 't zelfde oogenblik schoot eexi
groote, blauwzwarte roofvogel oxnlaag! Het
eekhoorntje sproxxg opzij, maar de vogel hem
na. Met lange sprongen vluchtte het diertje
over het dek, verschrikt omhoog starexid. Ner
gens een paal of hekje, waartegen het koxi op
klauterenwas er dan geen reddixig meer?
Het sprong tegen de witgeverfde scheepswand,
stootte z'n kopje exi viel duizelend terug. Daxx
vluchtte ,'t weer bliksemsnel met den moed der
wanhoop naar voren, met den zwarten vijand
achter zich aan. Daar verdween het in 't an
kergat: 't prachtigste schuilplaatsje dat je maar
bedenken kon! Maar helaas! 't Volgende
oogenblik viel het door het gat heenhals
over kop in zee! Met kloppend hart had ik dit
alles, dat ixi een oogwenk geschiedde, gevolgd.
Nu greep ik de kooi, boog me zoover moge
lijk over de verschansing en liet ze aan een
touw zakkexi. Maar het eekhoorntje had geen
bezinning genoeg om te begrijperx, dat dit zijn
redding was. Het sloeg exi krabbelde wanhopig
met de fijne voorpootjes tegen den ijzeren
scheepswand, tot dat ze bloedden.... tever
geefs. Het worstelde oxn zijn leventje.
In dat 'oogenblik kon ik me heelemaal niet
meer indenkexi, dat ik eexi paar uur geledexi
het eekhoorntje nog xiooit geziexi had: 't leek
me net, of het eexi trouw kameraadje van me
was, dat ik al jaren kende. En ik vond het zoo
vreeselijk, dat het zou moeten verdrinken, dat
ik er werkelijk over dacht, over boord te sprin-
gen. Maar juist den vorigexi dag had ik zes
volwassen en vier jonge haaien in de nabijheid
van het schip gezien. Ik wist, dat er groote
kaxis bestond, dat die me met huid en haar
zouden verslinden als ik mijn leven voor mijn
beschermeling waagde. Ixitusschen was het
eekhoorntje heelemaal afgedreven tot aan het
achterschip. Het begon te zinken en krabbelde
xiog zwak met de voorpootjes om zich heen.
Toen gooide ik met een droevigen zucht de
kooi overbood en ging aan m'n werk. Mijn
lief eekhoorntje was verlox-en!
Tenminstezoo dacht ik, maar 't kwam
anders uit. Tegen den avond draaide de stroom
en de wind ging liggen. De zee werd zoo glad
als een spiegel. Toen klonk plotseling een luid
geschreeuw van een paar matx-ozen. die aan de
reling stonden. Ik sprong op en keek zee in
enwie schetst mijn vei'bazixxg, toen ik op
eens mijn eekhoorntje zag aankomen. Par
mantig als een fijn beeldje zat het op de kooi,
die uit zee kwam aandrijven. Het likte kalm
z'n voorpootjes schoon, terwijl de roode gloed
der zon zijn drooggewoi-den velletje en zijn
machtigen pluimstaart als goud deed glanzen
Toen bedacht ik me niet lang meer: in 't vol
gende oogenblik plonste ik over boord en zwom
naar hem toe.
Toen ik een slag of twaalf gezwommen, had,
waagde het eekhoorntje een koexiexx sprong
van de kooi op mijxx hoofd. Het sloeg zijn
scherpe klauwtjes in mijxi huid en dat deed
wel pijn, maar ik voelde 't haast niet: zoo blij
was ik, dat ik m'n klein dapper kamei-aadje
terug had!
Van dat oogenblik af was het tam en kon ik
alles met hem doen wat ik wilde. Dien xiacht
sliep het naast mij op mijn kussen, met z'n
sxruitje in zijn staart vex-stopt, zóó dicht bij
mijn oor, dat ik zijn hartje kon hooren klop-
pexi. Het Javaansche eekhoorntje werd de lie
veling van het heele schip en ikrxu, ik
zou m'n vriexrdje niet graag meer willexi mis-
serx" besloot ooxn Koexi.
„Een prachtig verhaal, oom," riepexi de kin
deren.
„Geexi verhaal, maar een echt gebeurd avon
tuur" besloot oom Kloen. En hij streelde het
ruggetje van zijn eekhoorn vriendje.
KRELIS IN DE „HEKSENSCHOMMEiL"
Een troepje studenten kwam eens in een
vroolijke stemming ixi een klein dorp aan,
waar 't juist kermis was. Voor eexi groote tent
stond een heele oploop en een man schreeuw
de uit alle macht dat ze daar toch eens moes
ten binnengaan! 't Was de beroemde „hek-
senschommel", die mexxschen en kinderen zoo
vreeselijk betooverde, dat ze na afloop van het
experiment niet meer wisten, waar hun hoofd
en waar hun beenen zaten!
„O," zei een der studenten, een stadsheertje,
die erg trotsch was op z'n geleex-dheid „ik ken
dat ding allang: 't is eexi gx-oote draaibare ka-,
mer. Je gaat er in zitten en na een poosje be
gint de grorxd onder je te bewegen en te schom
melen, hoe langer hoe hax-der, tot den zolder
toe. Tenslotte verbeeld je je dat je zelf in een
kringetje ronddraait en dat je teenen over je
hoofd vliegen. Maar 't is niets dan gezichtsbe
drog; in werkelijkheid zit je doodstil en de
muren draaien en golven om je heen. Ik wil
met jullie wedden. Als ik er inga, zeg ik voort
durend bij mezelf: „ik zit stil, ik zit doodstil"
en je zult zien, ik blijf zoo frisch als een
hoentje."
Een axidere student, die varx buiten kwam
en dixs altijd „Krelis, het boertje", genoemd
werd, mengde zich nu ook ixx 't gespx'ek.
„En ik weet ook eexx uitstekend middeltje
om niet zeeziek te worden, als je in dat ding
zit," kwam hij.
„En dat is?"
„Ben je mal? Ik zeg niets. Ik ben immers
maar 't boertje!"
Er werd nu oxn eexx gulden gewed, wie vaxx
de beidexx er 't het beste af zou brengexx.' De
baas vaxx de tent kreeg een flixxke fooi exx het
bevel, het ding xxet zoolang te laten draaien,
tot er tegexx de waixden geklopt werd.
Eex'st ging de- „geleerde" naar binxxen, de
deur gixxg dicht exx 't geval begoxx onmiddellijk
met zij xx geheimziixnige draaibewegingen,
waarbij de toeschouwers buitexx echter koix-
dexx coxxstateeren, dat de bodem vaxx de kamer
onbeweeglijk bleef.
Na vijf minuten.eexx hevig geklop. Krak!
de „heksenschommel" stond opeexxs stil en de
student kwam bleek als eexx doek exx half be
wusteloos xxaar buitexx getuimeld. Ze zetten
henx op 'xx stoel en besprenkelden zijn gezicht
met water.
Toen hij eixxdelijk ixx de frissche lucht weer
eexx beetje bijkwam, stamelde hij: „Ttoch
héb ik gelijk! Ik heb alleen maar één
oogenblik aan iets anders gedacht, exx toen was
't mis!" Een hooxxgelach volgde. En nu was
't boertje aan de beurt. Onbevieesd stapte hij
ixx het griezelige toestel, het heele troepje
hoogst nieuwsgierig achterlatend. Na vijf xni-
xxuten werd nog geen geluid gehoord, na tien
mixxuten evexxmin.
Eindelijk, na een kwartier ongeveer, werden
de studexxtexx angstig en besloten, eens te kij-
kexx, of Krelis misschien flauwgevallen was. De
„heksenschommel" werd stopgezet, exx't boer
tje kwam welgemoed naar buitexx stappen. Hij
stak rustig een sigaret op en verklaarde dat
'xij glansrijk gewonnexx had.
Je begrijpt dat de anderen reuzenieuwsgierig
•aren, hoe hij 't had aangelegd.
„Wat heb je gedaan?" riepen ze in koor.
„Wel, ik deed eexxvoudig m'xx oogen dicht,"
^ei 't boertje.
VOOR DE MUSICI ONDER ONZE
RUBRIEKERS
De musici oxxder jullie exx vooral de viool
spelers hebben wel eexxs gehoord van Stradi
varius, de meest beroemde Italiaaxxsche viool
bouwer. In de vorige maand zijn ixx zijxx ge
boorteplaats Cremoxxa groote feestexx te zijxxer
eer gevierd. Het is n.l. dit jaar 200 jaar gele-
dexx, dat hij aldaar gestorven is. Men neemt
aaxx, dat hij in 1644 aldaar geboren is, maar
zeker weet men het niet. Wel weet men, dat
eexx zekere graaf Moxxferrato een door hem
gemaakte viool in zijxx bezit heeft, waarin be
halve de xxaam vaxx dexx maker xxog eexx eti
ketje zit waarop staat: „di anxxi 92" d.w.z. oud
92 jaar en 't jaar daarop zou hij gestorven
zijxx. Op 12 jax-igen leeftijd kwam hij ixx de
leer bij dexx toexx zeer beroemdexx vioolbouwer
Amati en al heel gauw bleek, dat hij eexx even
knap bouwer was als zijn leermeester, die hem
dan cok in 1670 toestond zijn eigen naam in de
door henx gemaakte violen te zettexx. Ixx 1684
xxa den dood van Amati, opexxt hij zelf een fa
briek. Meer daxx 1030 violexx heeft hij gemaakt,
waarvan men er nu neg 480 kent. Geexx der
na hem gekomen vioolbouwex"s heeft instru
menten kunnen vervaardigen, die de zijne
evenaren. Hij scheen eexx geheixn te hebbexx,
waardoor zijn instrumenten zich zoo gunstig
onderscheiden van die vaxx andex-exx. Wat dat
geheim was? Niemand weet het. Misschiexx dat
zijn twee zoons Fraxxcisco exx Omobono het ge
kend hebbexx, maar dan hebben ze het bij hun
dood in 1742 en 1743 mee ixx 't graf gexxomen.
Men weet natuurlijk wat voor hout hij nam.
't Bovexxblad vaxx denxxenhout, het bodemblad
ahorn of ook wel witte populier. Eigenaardig
was dat hij nooit het hout kocht voor hij den
klank gehoord had, waarmee de takken op dei;
grond vielen. Men heeft het geheim gezocht in
den afstand txisschen de twee bladen, in het
vernis, ïr* de samenstelling van het lak, maar
steeds bleek het dat dit het toch xxiet was.
Violexx door hem gebouwd bi'engeix tegenwoor
dig duizenden guldens op.
W. B.-Z, j