\h>mmmSLa' BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Heden heb ik geen extra nieuws mede te deelen. M'n briefje vooraf kan dus achter wege blijven. Alleen wil ik er jullie nogmaals met klem op wijzen dat, wil men op visite mogen komen of aan het wandelen, enz. deelnemen, men steeds trouw moet schrijven. Lief ZWARTKOPJE. Van harte wensch ik dat je broertjes knie spoedig genezen zal zijn. Het kwartje heb ik gevonden. Je moest in totaal met de laatste wol er bij f 1.06 be talen. Je hebt nu een gulden betaald, dus krijg ik nog 6 cent van je. Prettig dat je nog steeds verder met je werk kunt. Wanneer je hulp noodig hebt, dan mag je Donderdags tusschen 5 en 5.30 even bij me komen. Werk met genoegen. Dag Zwartkopje. Best KALFJE. Hallo, hallo vriend, leef je nog? Wat heb ik in lang niets van je ver nomen. 'k Was al wat ongerust maar geluk kig is het onnoodig geweest. Je maakte het steeds uitstekend en op school is je onder wijzeres ook erg tevreden over je. Heerlijk dat je 1.1. Maandag met je ouders en broers zoon gezelligen dag hebt gehad. Verlang je nu reeds naar je verjaardag? Nog maar eenige maandjes geduld houden zeg. 'k Ben blij dat we nog in Mei zijn. De dagen, weken en maanden vliegen me toch reeds veel te vlug voorbij. Wil je je ouders m'n groeten te rug doen? Dag Kalfje. Beste POLLY. Hoe Hector het thans maakt, weet ik niet. Ik heb deze week geen schrijven van hem ontvangen, 'k Geloof dat jullie zonder het zelf te weten, om beurten schrijven. Graag neem ik aan dat Berend- man erg blij was met z'n cadeaux. Je bent aan het figuurzagen lees ik. Dat is een aar dig tijdverdrijf, maar of het, met het oog op je gezondheid, wel geschikt voor je is, be twijfel ik zeer. Figuurzagen geeft veel stof nl. poederfijn zaagsel dat in het rond dwar relt. Ongemerkt adem je dat in en daar zelfs de aanwezigheid van bloemen met veel stuif meel voor asthmalijders zeer nadeelig kan zijn. geloof ik stellig, dat figuurzagen al heel slecht voor je is, vooral als je 't binnenshuis doet. Hoe maak je net op school? Dag Polly. Beste BERENDMAN. Hoewel wat laat, feliciteer ik je, je ouders en broers met de herdenking van je geboortedag, 'k Wensch dat je dezen dag nog vele malen moogt ge denken onder gunstige omstandigheden en in het bezit van allen die je lief en dierbaar zijn. Je hebt me. omdat je zooveel huiswerk moest maken, niet kunnen schrijven. Vriend, de reden die je opgeeft kan ik billijken. Met je voorstel, mij alleen te zullen schrijven wanneer je werk het toelaat, ga ik accoord. Hier, in IJmuiden, is het weer ook heel mooi geweest. Thans, Woensdagmiddag, regent het flink. Er is door den landman naar regen verlangd en daarom gelukkig dat Pluvius van zijn aanwezigheid blijk geeft. Het beste hooi en veel genoegen van je ver jaarspresenten. Dag Berendman. Best. KRULLEKOPJE. Gelukkig dat je vooruit gaat. Dat weekje dat je langer moet blijven liggen, dan je aanvankelijk dacht, zal spoedig genoeg om zijn. Voor jou is het jam mer dat het weer momenteel zonloos is. Maar je moet je maar troosten met de wetenschap dat water voor het land momenteel onont beerlijk is, wil de oogst van aardbeien, enz. niet geheel mislukken. Enna regen komt zonneschijn, zoowel in figuurlijken als letter lijken zin. Het beste met je hoor. Dag Krulle- kopje. Beste ANEMOON. Zoo was je briefje, wat de onderteekening betreft, in orde. Wil je me den volgenden keer eens iets vertellen van je school, de C.M.V. of een ander onder werp? in ieder geval over iets waar ik op antwoorden kmi. Je moet me ook eens schrij ven in welke klas je zit. 'k Ben nu al be nieuwd naar je volgend briefje. Dag Ane moon. Lief BENJAMINNETJE. Ook jouw briefje was nu goed onderteekend. Wil je me ook eens iets mededeelen waar ik op antwoorden kan? Je was zeker 1.1. Maandagmiddag aan het schooltje spelen? Ik hoorde je ten min ste zeggen: ..Zie zoo en nu gaan we eerst een mooi liedje zingen". Heb ik het goed gehoord? Dag Benjaminnetje. Best GOUDHAARJTE. Natuurlijk wil ik je leeren haken, evenals m'n andere vrien dinnetjes die het mij gevraagd hebben. Als je op visite mag komen zal ik liaakgaren en naald voor je klaar leggen, 'k Heb dan, daar ik hoogstens vier kinderen tegelijk vraag, flink gelegenheid om je te helpen. Na Pink steren mag je spoedig komen. Dag Goud haartje. Best REPELSTEELTJE. Ja meisjelief, ik heb het heel druk gehad. Het ergste is nu gelukkig al weer voorbij. Vandaag, Woens- UIT ééN KOM. door W. B.—Z. Poes Mimi en Tom Drinken tezamen uit ééne kom. Vriend Tom is wat gulzig Hij drinkt zoo veel. Toch gunt hij poes Mimi haar eigen deel. Dan wacht Tom een poosje En denkt ga je gang. Drink nu maar alleen hoor. Maar niet te lang. Zoo drinken ze samen Uit ééne kom. Mijn poesje Mimi En die beste bond Tom, DIT IS IV EJ1MI V/AT1 LAER door W. B.-Z. Dit is mijn konijn, Vind je haar niet fijn Ik noem haar natuurlijk Truitje En wat zeg je van haar huidje? 't Is zoo wit en 't is zoo zacht, Zoo mooi had 'k' het niet venvacht. Hier en daar is een zwart vlekje Op haar rug en bij haar nekje. dag, nog één kamer. Gelukkig had ik flinke hulp en kan ik zelf, als het noodig is, uit stekend aanpakken. Gaat de regen je nu al vervelen? We hebben anders in weken geen echen regendag gehad, zoodat het er voor het land slecht ging uitzien. Het mag, vooral in onze omgeving, wel even aanhou den met regenen wil de regen werkelijk dienst doen. Het beste hoor en niet moppe ren als de regen niet spoedig voor de zon plaats maakt. Dag Repelsteeltje. Lief TEEKENAARSTERTJE. Wat fijn zeg dat je moeder een mooie jurk voor je maakt. Als je bij mij op visite mag komen, trek je de jurk maar aan, dan kan ik haar eens zien. Vind ik haar erg mooi, wel dan trek ik haar aan. Vind je m'n voorstel niet uitstekend' Het beste hoor met je zelf en met je zus. Wil je je moeder m'n groeten terug doen? M'n dank voor je teekening. Dag Tee- kenaarstertje. Best BOODSCHAPSTERTJE. Fijn dat je kussen nog voor Moederdag is klaar geko men. Het zal keurig op de divan staan. Zoo dra ik kan, kom ik even aanwippen. De schoonmaak en alles wat daarmede verband houdt, maakte mij de laatste weken het uitgaan onmogelijk. Gezellig dat je aan het teekenen en kleuren bent. Indien je weer een handwerkje thuis wilt maken, wil ik je graag helpen. Je zegt het mij maar, als ik kom. Tot ziens en m'n groeten aan je ouders. Dag Boodsehapstertje. Lief BIJDEHANDJE. Prettig dat je 1.1. Maandag weer naar school mocht gaan. Je nu maar goed houden hoor en niet meer ziek worden. De Ark van Droste is in goede con ditie doch de chocolaadjes zijn naar elders verhuisd? Dat dacht ik wel. Chocolaadjes en Bijdehandjes houden het niet lang bij elkan der uit. Chocolaadjes moeten bij haar altijd het onderspit delven en verdwijnen dan voor goed. Maar daar zijn ze voor. Ook jou hoop ik spoedig eens te zien. Misschien vandaag, Zaterdag, wel. Dag Bijdehandje. Beste KLEINE ZUS. Je klasse-onderwij zeres ken ik wel. Je moet haar maar eens mijn groeten doen. Ga je na schooltijd ook met Jan rijden of doet dat alleen je groote zus? Dag Kleine Zus. Beste VERONIKA. Na Pinksteren begin ik met het vragen van visite. Als jij aan de beurt bent. breng je het gemaakte schortje maar mede en behoef je er niet tot October mede te wachten. Heb je dit seizoen al in het zwembad „De Heerenduinen" gezwommen of wacht je op warmer weer? Waar blijft je zus met haar briefje? Het beste hoor. Dag Vero- nlka. Lief CROCUSJE. Heel benieuwd ben ik naar je werk en het gemaakte schortje. Je weet, Donderdag's tusschen 5 en 5.30 mag je bij me komen, als je met je werk geholpen moet worden. Om met je zusjes uit te gaan is regenweer minder geschikt. Maar het blijft niet regenen. Het wordt wel weer mooi droog en zonnig weer. Maar even geduld houden. Dag Crocusje. Lief ZONNESTRAALJTE. Heb ik je ver leden vergeten te schrijven? Dat spijt me heusch. Ik hoop voortaan beter op te passen. Ja, je vader moet geld voor je eten, drinken en kleeren verdienen. Hij kan niet thuis blij ven als het regent, «paar moet er op uit trek ken. Gelukkig raa™ dat hij gezond is dus werken kan en werk heeft. Dag Zonne straaltje. Best ZONDAGSKIND. Ja, jij mag ook 30 Mei je kussen komen halen. Crocusje wilde natuurlijk voor Donderdag de rand van haar kleedje af hebben en kon met het koopen van zijde niet wachten tot het uitgeregend zal zijn. Trouwens, je moet niet vergeten, het is Meiregen. Je kent toch het versje wel dat luidt: „Meiregen maak dat ik grooter word, grooter word. Groot worden wensch ik zoozeer. Moederlief was lk maar groot genoeg, groot genoeg. 'k Liep in den regen nooit meer" KONIJN Haar oogjes zijn zoo helderrood En haar ooren zijn zoo groot. Ik gaf haar wortels en wat gras, Waar ze o zoo dol op was. Ze heeft een hokje groen met wit, Waar ze 's nachts alleen in zit. Overdag loopt ze te spelen. En ze zal zich nooit vervelen Als je eens in mijn buurt mocht zijn, Kom eens zien naar mijn konijn. Croscusje wil ook graag wat grooter wor den en liep daarom dapper door den regen. Dag Zondagskind. Best MADELIEFJE. Nu maar goed je best doen en de regels van het verkeer goed in acht nemen, zoodat jé 'Vaardigheid ver krijgt voor het a.s. examen. Je zult ook graag' het verkeersdiploma en speldje bezitten en daarvoor moet getraind worden. In totaal moet je met de laatste wol mede.f 1.06 be talen.'Je hebt f 0.75 betaald, dus ik krijg nu nog f 0.31. Je kussen zal nu wel fijn op schieten, denk ik. Waar regendagen al niet goed voor zijn. Wat heb je een keurig post papier. Zeker een verj aars- of Sinterklaas cadeau. Dag Madeliefje. Best GOUDMUILTJE. Fijn dat jij weel een nieuwe vriendin bezorgd hebt. Je weet het, veel vriendinnen vind ik heel prettig. Jij helpt haar zeker wel met het schrijven van haar eerste briefje. Denk je om de on derteekening? Eigen naam. schuilnaam, adres en leeftijd. Je voorraad mooi postpa pier schijnt onuitputtelijk. Zijn je logés al weer vertrokken? Dag Goudmuiltje. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. IN DEN STORM door W. B.-Z. In 't buldrend stormgetij Als het schip ligt op zij. En uit angst voor verdrinken, De noodseinen klinken. Dan komen de redders in ranke boot, En trotseeren de stormen, Trotseeren den dood. Ze denken alleen aan de menschen in nood, Ze zien er alleen maar de zinkende boot. Die dappere redders aan 't Hollandsche strand. Wat brachten zij menig schipbreukeling aan land. TOEN HET MOEDERDAG WAS. 't Was Zaterdagmiddag 12 uur, de school ging uit. Ko een kleine jongen van 6 jaar, liep langzaam naar huis. Hij dacht aan wat de juffrQuw vandaag had gezegd. Dat het mor gen Moederdag zou zijn en dat ze dan Moeder een cadeautje moesten geven en héél lief voor moeder zijn. Nu dacht Ko aan wat hij moeder zou geven. Hij hield zoo veel van haar En hij had geen geld om wat te koopen. Op een hoek van een straatje zag hij Karei zijn vriendje, staan met een paar andere jon gens dx-uk aan 't beraadslagen. Toen Ko er aankwam, werd hij dadelijk ingelicht. Een van de jongens wist buiten de stad toch zoo'n fijn veld met dotterbloemen! Het zag er geel van. Als ze die gingen plukken konden ze die mis schien verkoopen en voor dat geld een ca deautje voor huix moeder koopen. Dat was een idee. Toen ze na het eten direct op stap gin gen, kwamen ze na een flinke wandeling op het veldje aan. Het viel wel een beetje tegen. Alleen aan den slootkant waren er mooie, groote dotterbloemen, maar verder waren het boterbloemen waar het veldje geel van was. Die konden ze natuuiiijk niet gaan verkoopen. Een paar jongens plukten wat, maar gooiden ze toen weer weg. Dat vond Ko jammer. Hij was de laatste die van het veld wegging. De mooiste bloemen van de anderen had hij nog maar opgeraapt. Thuisgekomen zette hij ze in een melkkan vol frisch water onder z'n bed. Den volgenden dag gaf hij ze aan moeder omdat het Moederdag was. Moeder was er \erschrikkelijk blij mee en zei. dat ze juisl zoo dol veel van veldbloemen hield. Ko nam zich toen voor, om eiken Zondag voor moeder een bos bloemen te plukken. HET JAVAANSCHE EEKHOORNTJE. Avonturen van een ouden zeeman en zijn kameraadje. ..Toe, Oom, vertel!" bedelden de kinderen. De oude zeeman met z'n sneeuwwit ring baardje was eigenlijk heelemaal hun oom niet, maar hoe kun je zoo'n vriendelijken ouden baas, die altijd een zilveren doosje met dropjes in z'n zak heeft, die hij op straat uit deelt en stgeds vol grappige verhalen zit, nu anders noemen dan „oom"? „Ja," zei oom Koen, ,,'t is een lief beest, wat?" En hij streelde liefkoozexxd met z'n groote, behaarde hand, waarop een blauw an ker prijkte, over 't ruggetje van een slank, Ja- vaansch eekhoorntje. „Ik zal jullie z'n geschiedenis eens vertel- len.'t Is nu twee jaar geleden, dat ik hem kreeg. Meegenomen uit Indië. We voeren in een vrachtboot van New-York naar Hongkong en gingen even voor anker aan een landtoixg in het Noord-Westen vair Java, waar een witte vuurtoren stond met een signaalmast, waaraan de Nedei-landsche vlag wapperde. 't Was een schaars bevolkt gebied, waar weinig Europeanen woonden. Toen we een boot hadden uitgezet en aan land geroeid, ver zamelde zich een groepje inlanders op de kust, klaarblijkelijk met het doel, zaken te doen. Ik had ergen trek in fruit en besloot dus, zooveel mogelijk binnen te halen. Vlug wipte ik m'n kooi in en haalde een tamelijk oud hemd, wel met stukken en stoppen erin, maar toch schoongewasschen en heel, tevoorschijn entien minuten later had ik het ingeruild tegen een ontzaglijke bos bananen, bijna zoo hoog als ik zelf, zes ananassen en acht ko- kosnotexx. En als toegift kreeg ik een piep^- jong eekhoorntje. Jullie begrijpt, dat ik er blij mee was! Het beestje zat in een klein kooitje: een snoezig dier, niet veel grooter dan mijn oor. Zijn staart stoxxd als een groote wuivende pluim i-echt om hoog exi met z'n scherpe klauwen rukte het aaxr de bamboespijlen of knaagje eraaxi met zijn witte, spitse tandjes. Het was ex-g schuw en begon te beven bij den aarxblik vaxx al die nieuwsgierige gezichten om hem heen, want de heele bemannixig kwaxn hem natuurlijk bekijken. Ik kreeg medelij den met het diertje, nam het uit de kooi en zette wat kokosxxoot en blik jes melk voor hem neer. Eerst stribbelde 't met alle geweld tegen, plaste met beide voorpootjes ixi de melk, maar daxx begoxx het wat kalmer te worden, likte eexis van de melk en dronk ze tenslotte heelemaal op. Ik ging aan 't wex-k exi toèxi ik eexi half uur tje later weef aan dek kwam, zag ik, dat hij zijxi kooitje had stukgeknaagd en nu rustig op den grond met zijn staart zat te spelen. Maarop 't zelfde oogenblik schoot eexi groote, blauwzwarte roofvogel oxnlaag! Het eekhoorntje sproxxg opzij, maar de vogel hem na. Met lange sprongen vluchtte het diertje over het dek, verschrikt omhoog starexid. Ner gens een paal of hekje, waartegen het koxi op klauterenwas er dan geen reddixig meer? Het sprong tegen de witgeverfde scheepswand, stootte z'n kopje exi viel duizelend terug. Daxx vluchtte ,'t weer bliksemsnel met den moed der wanhoop naar voren, met den zwarten vijand achter zich aan. Daar verdween het in 't an kergat: 't prachtigste schuilplaatsje dat je maar bedenken kon! Maar helaas! 't Volgende oogenblik viel het door het gat heenhals over kop in zee! Met kloppend hart had ik dit alles, dat ixi een oogwenk geschiedde, gevolgd. Nu greep ik de kooi, boog me zoover moge lijk over de verschansing en liet ze aan een touw zakkexi. Maar het eekhoorntje had geen bezinning genoeg om te begrijperx, dat dit zijn redding was. Het sloeg exi krabbelde wanhopig met de fijne voorpootjes tegen den ijzeren scheepswand, tot dat ze bloedden.... tever geefs. Het worstelde oxn zijn leventje. In dat 'oogenblik kon ik me heelemaal niet meer indenkexi, dat ik eexi paar uur geledexi het eekhoorntje nog xiooit geziexi had: 't leek me net, of het eexi trouw kameraadje van me was, dat ik al jaren kende. En ik vond het zoo vreeselijk, dat het zou moeten verdrinken, dat ik er werkelijk over dacht, over boord te sprin- gen. Maar juist den vorigexi dag had ik zes volwassen en vier jonge haaien in de nabijheid van het schip gezien. Ik wist, dat er groote kaxis bestond, dat die me met huid en haar zouden verslinden als ik mijn leven voor mijn beschermeling waagde. Ixitusschen was het eekhoorntje heelemaal afgedreven tot aan het achterschip. Het begon te zinken en krabbelde xiog zwak met de voorpootjes om zich heen. Toen gooide ik met een droevigen zucht de kooi overbood en ging aan m'n werk. Mijn lief eekhoorntje was verlox-en! Tenminstezoo dacht ik, maar 't kwam anders uit. Tegen den avond draaide de stroom en de wind ging liggen. De zee werd zoo glad als een spiegel. Toen klonk plotseling een luid geschreeuw van een paar matx-ozen. die aan de reling stonden. Ik sprong op en keek zee in enwie schetst mijn vei'bazixxg, toen ik op eens mijn eekhoorntje zag aankomen. Par mantig als een fijn beeldje zat het op de kooi, die uit zee kwam aandrijven. Het likte kalm z'n voorpootjes schoon, terwijl de roode gloed der zon zijn drooggewoi-den velletje en zijn machtigen pluimstaart als goud deed glanzen Toen bedacht ik me niet lang meer: in 't vol gende oogenblik plonste ik over boord en zwom naar hem toe. Toen ik een slag of twaalf gezwommen, had, waagde het eekhoorntje een koexiexx sprong van de kooi op mijxx hoofd. Het sloeg zijn scherpe klauwtjes in mijxi huid en dat deed wel pijn, maar ik voelde 't haast niet: zoo blij was ik, dat ik m'n klein dapper kamei-aadje terug had! Van dat oogenblik af was het tam en kon ik alles met hem doen wat ik wilde. Dien xiacht sliep het naast mij op mijn kussen, met z'n sxruitje in zijn staart vex-stopt, zóó dicht bij mijn oor, dat ik zijn hartje kon hooren klop- pexi. Het Javaansche eekhoorntje werd de lie veling van het heele schip en ikrxu, ik zou m'n vriexrdje niet graag meer willexi mis- serx" besloot ooxn Koexi. „Een prachtig verhaal, oom," riepexi de kin deren. „Geexi verhaal, maar een echt gebeurd avon tuur" besloot oom Kloen. En hij streelde het ruggetje van zijn eekhoorn vriendje. KRELIS IN DE „HEKSENSCHOMMEiL" Een troepje studenten kwam eens in een vroolijke stemming ixi een klein dorp aan, waar 't juist kermis was. Voor eexi groote tent stond een heele oploop en een man schreeuw de uit alle macht dat ze daar toch eens moes ten binnengaan! 't Was de beroemde „hek- senschommel", die mexxschen en kinderen zoo vreeselijk betooverde, dat ze na afloop van het experiment niet meer wisten, waar hun hoofd en waar hun beenen zaten! „O," zei een der studenten, een stadsheertje, die erg trotsch was op z'n geleex-dheid „ik ken dat ding allang: 't is eexi gx-oote draaibare ka-, mer. Je gaat er in zitten en na een poosje be gint de grorxd onder je te bewegen en te schom melen, hoe langer hoe hax-der, tot den zolder toe. Tenslotte verbeeld je je dat je zelf in een kringetje ronddraait en dat je teenen over je hoofd vliegen. Maar 't is niets dan gezichtsbe drog; in werkelijkheid zit je doodstil en de muren draaien en golven om je heen. Ik wil met jullie wedden. Als ik er inga, zeg ik voort durend bij mezelf: „ik zit stil, ik zit doodstil" en je zult zien, ik blijf zoo frisch als een hoentje." Een axidere student, die varx buiten kwam en dixs altijd „Krelis, het boertje", genoemd werd, mengde zich nu ook ixx 't gespx'ek. „En ik weet ook eexx uitstekend middeltje om niet zeeziek te worden, als je in dat ding zit," kwam hij. „En dat is?" „Ben je mal? Ik zeg niets. Ik ben immers maar 't boertje!" Er werd nu oxn eexx gulden gewed, wie vaxx de beidexx er 't het beste af zou brengexx.' De baas vaxx de tent kreeg een flixxke fooi exx het bevel, het ding xxet zoolang te laten draaien, tot er tegexx de waixden geklopt werd. Eex'st ging de- „geleerde" naar binxxen, de deur gixxg dicht exx 't geval begoxx onmiddellijk met zij xx geheimziixnige draaibewegingen, waarbij de toeschouwers buitexx echter koix- dexx coxxstateeren, dat de bodem vaxx de kamer onbeweeglijk bleef. Na vijf minuten.eexx hevig geklop. Krak! de „heksenschommel" stond opeexxs stil en de student kwam bleek als eexx doek exx half be wusteloos xxaar buitexx getuimeld. Ze zetten henx op 'xx stoel en besprenkelden zijn gezicht met water. Toen hij eixxdelijk ixx de frissche lucht weer eexx beetje bijkwam, stamelde hij: „Ttoch héb ik gelijk! Ik heb alleen maar één oogenblik aan iets anders gedacht, exx toen was 't mis!" Een hooxxgelach volgde. En nu was 't boertje aan de beurt. Onbevieesd stapte hij ixx het griezelige toestel, het heele troepje hoogst nieuwsgierig achterlatend. Na vijf xni- xxuten werd nog geen geluid gehoord, na tien mixxuten evexxmin. Eindelijk, na een kwartier ongeveer, werden de studexxtexx angstig en besloten, eens te kij- kexx, of Krelis misschien flauwgevallen was. De „heksenschommel" werd stopgezet, exx't boer tje kwam welgemoed naar buitexx stappen. Hij stak rustig een sigaret op en verklaarde dat 'xij glansrijk gewonnexx had. Je begrijpt dat de anderen reuzenieuwsgierig •aren, hoe hij 't had aangelegd. „Wat heb je gedaan?" riepen ze in koor. „Wel, ik deed eexxvoudig m'xx oogen dicht," ^ei 't boertje. VOOR DE MUSICI ONDER ONZE RUBRIEKERS De musici oxxder jullie exx vooral de viool spelers hebben wel eexxs gehoord van Stradi varius, de meest beroemde Italiaaxxsche viool bouwer. In de vorige maand zijn ixx zijxx ge boorteplaats Cremoxxa groote feestexx te zijxxer eer gevierd. Het is n.l. dit jaar 200 jaar gele- dexx, dat hij aldaar gestorven is. Men neemt aaxx, dat hij in 1644 aldaar geboren is, maar zeker weet men het niet. Wel weet men, dat eexx zekere graaf Moxxferrato een door hem gemaakte viool in zijxx bezit heeft, waarin be halve de xxaam vaxx dexx maker xxog eexx eti ketje zit waarop staat: „di anxxi 92" d.w.z. oud 92 jaar en 't jaar daarop zou hij gestorven zijxx. Op 12 jax-igen leeftijd kwam hij ixx de leer bij dexx toexx zeer beroemdexx vioolbouwer Amati en al heel gauw bleek, dat hij eexx even knap bouwer was als zijn leermeester, die hem dan cok in 1670 toestond zijn eigen naam in de door henx gemaakte violen te zettexx. Ixx 1684 xxa den dood van Amati, opexxt hij zelf een fa briek. Meer daxx 1030 violexx heeft hij gemaakt, waarvan men er nu neg 480 kent. Geexx der na hem gekomen vioolbouwex"s heeft instru menten kunnen vervaardigen, die de zijne evenaren. Hij scheen eexx geheixn te hebbexx, waardoor zijn instrumenten zich zoo gunstig onderscheiden van die vaxx andex-exx. Wat dat geheim was? Niemand weet het. Misschiexx dat zijn twee zoons Fraxxcisco exx Omobono het ge kend hebbexx, maar dan hebben ze het bij hun dood in 1742 en 1743 mee ixx 't graf gexxomen. Men weet natuurlijk wat voor hout hij nam. 't Bovexxblad vaxx denxxenhout, het bodemblad ahorn of ook wel witte populier. Eigenaardig was dat hij nooit het hout kocht voor hij den klank gehoord had, waarmee de takken op dei; grond vielen. Men heeft het geheim gezocht in den afstand txisschen de twee bladen, in het vernis, ïr* de samenstelling van het lak, maar steeds bleek het dat dit het toch xxiet was. Violexx door hem gebouwd bi'engeix tegenwoor dig duizenden guldens op. W. B.-Z, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8