Gerrit Adriaenszoon Berckheyde
De Haarlemsche schilder van
stadsgezichten.
Driejarige dienstplicht
in Tsjecho-Slowakije.
Brutale flesschentrekkerij.
DE PALMLELIE.
Instructie in de zaak
Van 't Sant gesloten.
GROOTE MARKT TE HAARLEM. Dit schilderij van G. A. Berckheyde is ook
in het Frans Hals Museum te bewonderen.
Bij den SOOsten gedenkdag van
zijn geboorte
k EGIN Juni 1638 werd de schil-
der Gerrit Adriaenszoon Berck
heyde te Haarlem geboren.
Werken van dezen kunstenaar
vindt men in verschillende Neder-
landsche en buitenlandsche musea.
Als schilder van gebouwen en van
stadsgezichten genoot Berckheyde
een goede reputatie zijn doeken
werden indertijd zelfs door dichters
bezongen! Evenals zijn broer Job,
moet Gerrit tot de meesters worden
gerekend, wier voorbeeld den stoot
gaf tot de ontwikkeling en ont
plooiing van een in Holland geliefde
soort van genrestukjes: de kleurige
en keurige reproductie van de groot-
sche bouwwerken, waarop de bur
gerij uit de 17e eeuw zoo trotsch was.
Naar aanleiding van den driehonderdsten-
gedenkdag van zijn geboorte, vertellen wij
iets van het leven en de werken van den
Haarlemschen schilder
Het relaas van den levensloop en de be
schouwing van de artistieke prestaties van
Gerrit Berckheyde kunnen niet worden ge-
Shceiden van de biografie van zijn broer Job,
eveneens een schilder. Deze, de oudste, had
eigenlijk het voorbeeld gegeven. Job's succes
wekte in Gerrit den lust tot schilderen en
deden den acht jaar jongeren broer de aan
geboren roeping volgen en hetzelfde vak
kiezen.
Eerst zou Job voor boekbinder leeren, maar
kreeg daar tegenzin in hij wilde schilder
worden! Zijn vader Adriaensz. Joppen Berck
heyde, slager van beroep, stelde zijn zoon in
de gelegenheid een behoorlijke opleiding te
volgen. Op 'veertienjarigen leeftijd kwam Job
bij Jacob Willemsz. de Wet in de leer en
maakte goede vorderingen. In 1654 kon hij
meester worden in het Ducasgild, de bekende
corporatie van Haarlemsche schilders.
Job Berckheyde slaagde in zijn nieuwe
loopbaan. Al spoedig kon hij zelfstandig in
zijn onderhoud voorzien. Gedurende den ver
deren studie- en oefentijd trok hij rond dooi
de dorpen in de omstreken, waar hij de boe
ren schilderde om routine'in het portrettee-
ren te verkrijgen. Niet alleen dat hij aldus
geen onkosten voor zijn modellen had, maar
hij verdiende er bovendien iets bij
De ijver, door Job betoond, én de fraaie
doeken door hem vervaardigd, beslisten bij
de keuze van Gerrit's carrière. Ook de jon
gere broer zou en moest schilder worden!
Voor Gerrit boden 't aanleeren van de grond
beginselen der kunst weinig moeilijkheden.
Hij kwam bij Job in de leer en reeds in 1660
trad hij tot het Gilde als volleerd schildera
meester toe. Door samenwerking en onder-
lingen wedijver, waarbij ieder zich speciali
seerde op een terrein dat hem het meeste
lag, ontwikkelde zich het talent van de twee
broers. Een buitenlandsche reis, naar de ge
bruiken dier tijden, voltooide hun opleiding.
Na hun terugkeer in Haarlem leefden zij
bij hun ongetrouwde zuster Aechje, die hun
huishouding bestuurde. Bijzondere familie
omstandigheden of buitengewone gebeurte
nissen zijn over de Berckheyde's niet be
kend. Zij werkten te Haarlem rustig voort,
gingen af en toe naar Amsterdam om daar
hun paneelen te verkoopen, vierden ook wel
eens een vroolijken avond in den kring van
hun kunstmakkers. Gerrit was oplettender
en leidde een meer ingetogen leven dan zijn
oudere broer.
Gerrit Berckheyde is het laatst overleden.
Den 14den Juni 1693 overkwam hem een on
geluk: komende uit een gezelschap uit den
tuin van een zekeren Alexander Vos, viel hij
in de Brouwersvaart en verdronk. Zijn broer
Job was hem reeds in November 1693 in den
dood voorgegaan.
De werken van Berckheyde.
Job Berckheyde was de meest begaafde van
de twee broers. Behalve stadsgezichten de
St. Bavo te Haarlem, de Amsterdamsche Dam,
ook het binnenplein van de Beurs schil
derde hij landschappen, genrestukjes en por
tretten, tevens Bijbelsche tafereelen, zooals
^Josenh's broeders in Egypte", in het Frans
Hals Museum te zien. Daar bevindt zich ook
Jobs interieur van St. Bavo, een zuiver ge
schilderd imposant stuk, door de „Vereeniging
tot uitbreiding der kunstverzamelingen" ge
schonken, dat tot de meest gewaardeerde
aanwinsten van het museum behort.
Vaak werden de doeken van Job met die
van Gerrit Berckheyde verwisseld. De initiaal
,j", waarmee Job zijn werk signeerde, leek
zeer veel op de „G" door Gerrit gebruikt.
Buitendien onderteekende hij vaak met „H",
de eerste letter van „Hiob". Over den maker
van eenige doeken bestaat nog niet voldoen
de zekerheid.
Hoewel Gerrit Berckheyde minder veelzij
dig was en zich vrijwel uitsluitend tot ge
bouwen en stadsgezichten bepaalde, zijn van
hem een grooter aantal werken dan van Job
bewaard gebleven. In het Rijksmuseum en
de ISix-collectie te Amsterdam, in het Mau
ri tshuis en het Gemeentelijk Museum te
's-Gravenhage, in het Boymans Museum te
Rotterdam, in het buitenland: in Duitsch-
land, België, Frankrijk, Engeland, Italië, zelfs
in Zweden, Rusland en Tsjecho-Slowakije,
hangen paneelen van Gerrit Berckheyde.
ZELFPORTRET van Gerrit Adr.z.
Berckheyde in het Frans Hals Museum.
Gerrit Berckheyde was weliswaar geen we>
reldvermaard genie zooals Rembrandt of
Frans Hals, maar toch was hij een verdien
stelijk en bekwaam kunstenaar, die zéker in
zijn geboortestad, waar hij zijn werken voort
bracht, meer bekendheid verdient. Een reden
te meer om, nu het driehonderd jaar geleden
is, dat hij het levenslicht aanschouwde
den 6den Juni 1638 werd hij in Haarlem ge
doopt; de datum van zijn geboortedag staat
niet nauwkeurig vast r— het oeuvre van
Gerrit Berckheyde nader te bezien:
„Nederlandsche stads
gezichten".
Haarlem was de plaats waar de ontwikke
ling Van het stadsgezicht tot een afzonder
lijken tak van kabinetkunst plaats had. Daar
leefde P. Saenredam, daar werkten de Berck
heyde's, daar nam na hun het aantal be
oefenaars van dit genre sterk toe. De stukken
van Gerrit Berckheyde behooren tot de al
lerfraaiste.
Met bijzondere voorkeur schilderde hij
panorama's van zijn geboortestad: kijkjes
langs het Spaarne; de Groote Markt, hetzij
met kerk, hetzij met stadhuis; de St.-Bavo;
de Vischmarkt; de wallen van Haarlem met
het silhouet van de 'kerktorens en de ge
bouwen op den achtergrond.
Hij koos zijn onderwerpen echter ook heel
vaak in Amsterdam. De Dam werd afgebeeld,
verder de Binnen-Amstel, de Bloemenmarkt
(deze schilderij bevindt zich in het Rijks
museum), de Ronde Luthersche Kerk aan
den Singel, enz. Te 's-Gravenhage bewoog hij
zich in het stadhouderlijk kwartier; daar
ontstonden de doeken over het Binnen- en
Buitenhof.
Dergelijke schilderijen zijn hetgeen men
.topografische stadsgezichten" zou kunnen
noemen. De afbeelding van een belangrijk
gebouw was de hoofdzaak; de compositie
werd schilderachtig en met smaak uitgevoerd
de afbeelding met zoo weinig mogelijk af
wijkingen van de werkelijkheid gereprodu
ceerd. Figuren op de schilderijen ontbraken
niet; maar vervulden slechts een onderge
schikte taak: zij droegen bij om de situatie
te verduidelijken. Meestal werd het stadsge
zicht in den zomer vastgelegd. De izacht schij
nende zon, een lichtblauwe achtergrond sug-
gereeren een prettige stemming.
Gerrit Berckheyde besteedde bijzondere
aandacht aan de figuurtjes, waarmee hij zijn
stadsgezichten versierde. Om een indruk te
geven van de eigenaardigheid van zijn schil
derijen, laten wij de beschrijving van de -bij
komstigheden op één zijner paneelen volgen:
De afbeelding van de Nieuwmarkt vertoont:
een vrouw met een kruiwagen en een weeg
schaal, die haar waar verkoopt aan een man,
Hij houdt zijn pet op, om het gekochte in ont
vangst te nemen. Een man, in een roode buis
jekleed, duwt een geladen kruiwagen. Een
ander geleidt een schimmel, terwijl een derde
man een etensbak voor een paard vult. Een
moeder met haar dochter doen inkoopen. Nog
meer figuurtjes, behalve de mensehen, zijn
o.m. paarden, honden en kippen, die leven ge
ven aan het geschilderde hoekje van Oud-Am
sterdam.
Om de min-utieuse afwerking van een derge
lijk schilderij goed te kunnen beoordeelen,
dient men te weten dat het formaat van de
doeken zeer klein is. De grootste afmeting be
draagt zelden meer dan 50 c.M.; zelfs werden
paneelen van 40 x 30 cM. door Berckheyde ge
bruikt. Toch maken de vele figuren geen sto-
renden indruk en geven geen gevoel van over
laden drukte. Het afgebeelde gebouw blijft al
tijd de hoofdzaak en beheerscht de impressie
van het geheel.
Het is begrijpelijk dat Gerrit volgens zijn
manier van schilderen een onderwerp als het
„Gezicht op den Dam tijdens een officieel be
zoek van Peter den Grooten" op keurige wijze
verzorgde. Maar ook op een schilderij als de
„Vijverberg te 's Graveruhage", waarop de in
tens weer gegeven klaarheid van het rimpel-
looze water van Berckheyde's meesterschap
getuigt, ontbreken eenige ruiters met waden
de paarden niet. Ook op deze schilderij de
kleine precieze figuurtjes!
Vondel's lofdicht op Berckheyde.
Tusschen de gelegenheidsdichten van Von
del vinden wij een vers, aan Gerrit Berckheyde
opgedragen. De aanleiding was een schilderij
van de Heerengracht, in 1672 vervaardigd, pre
cies en natuurgetrouw zooals al het werk van
Berckheyde. Ziehier w at Vondel zegt:
Berckheyde maalt de Heerengracht
Naar 't leven, waardig om t' aanschouwen.
Koop Schilderkunst: vermy het bouwen!
Waarom? 't is Fransche middernacht:
Dus wacht op eenen heldren morgen.
In huishouw steken moeite en zorgen.
uw geld liever in schilderijen dan in
gebouwen dit is de conclusie van onzen
grootsten dichter. Zou Vondel gelijk hébben?
Deze vraag is toch ook vandaag nog actueel!
Het doek van Berckheyde, waarvan in het
gedicht sprake was, bestaat nog en bevindt
zich tegenwoordig in het afgebeelde gebouw
aan de Heerengracht in Amsterdam!
„Een Hollandsch Grachtje".
Dit bekende werk uit zijn jeugd, met veel
liefde behandeld, is een buitengewoon ge
slaagde schilderij van Berckheyde. De voor
stelling omvat een stadsgracht met een brug
getje en overhangende hoornen aan den wal,
terwijl dwars over het water een bootje met
menschen ligt. Het intieme van een smalle
gracht in een stille stad is uitstekend weer
gegeven. Het schilderstuk wordt zeer hoog
geschat, waarvoor ten bewijze moge strekken
dat het op de aankooplijst van de „Vereeniging
Rembrandt" prijkte. Na de veiling bevindt
het doek zich thans in het Mauritshuis.
Gewoonlijk duidt men de schilderij aan als
„Gracht te Delft". Deze benaming is echter
onjuist. Vergeefs zoeken wij in Delft een
bruggetje met drie bogen, zooals Gerrit ze
schilderde. De „Gracht te Delft" hoort name
lijk niet in Delft thuis, maar is een stadsge
zicht uitHaarlem! Vermoedelijk was de
nu gedempte Oude Gracht bij het Klein Hei
ligland weergegeven. De inzittenden in het
bootje zouden Haarlemsche wevers voorstel
len, in gezelschap van hun vrouwen onderweg
naar de duinen, om daar gezamenlijk Hartjes
dag te vieren.
Slechts heel in 't kort willen wij de overige
werken van Gerrit Berckheyde aanduiden. Hij
schilderde in den trant van zijn broer, eenige
intérieurs van kerken (National Gallery, Lon
den), afbeeldingen van het Kasteel Haam
stede en de Ruine van Brederode, verder een
paar jachtpartijen en landschappen. Zelfs ver
vaardigde hij stadsgezichten van plaatsen
waar hij nimmer was geweest. In het Louvre
te Parijs en in een museum te Praag bevin
den zich bouwwerken uit Rome, door Gerrit
geschilderd!
Teekeningen van Berckheyde zijn eveneens be
kend (B'oymans Museum, Rotterdam), bijvoor
beeld een schets van een bukkende vrouw, die
haar schaats vastbindt. Evenmin als de tee
keningen zijn de schilderijen van Gerrit Berck
heyde zeldzaam. De reden Is. dat hij van de
meeste doeken meerdere stukken schilderde,
meestal met kleine wijzigingen. Hij was niet
de eenige meester, die dit deed „massapro
ductie" bestond reeds In de 17e eeuw! Vooral
van de stadsgezichten van Haarlem, Amster
dam en Den Haag bestaan er verschillende
exemplaren, welke toch alle echt zijn. Deze
afbeeldingen van stadsgezichten en gebouwen
zijn de werken, die Gerrit Berckheyde roem
bezorgden en zijn goede reputatie als kunste
naar rechtvaardigen.
(Nadruk verb.; auteursrecht voorbehouden)
CAROL SUGAR.
Lichtingdie thans onder de wapenen
is, blijft een jaar langer in dienst.
PRAAG, 8 Juni Het minister,ieele comité
heeft in zijn zitting van Dinsdag besloten tot
instelling van den driejarigen dienstplicht.
Soldaten in actieven dienst, die na 2 jarigen
dienstplicht den dienst per 1 October zouden
verlaten, moeten een jaar langer dienen.
Uitzondering wordt slechts gemaakt voor
hen, die de hoogeschool bezoeken en nog
slechts dan, wanneer zij een strengel pre-
militaire opleiding hebben genoten.
Om de leemten tot 1 October a.s. aan te
vullen zullen zij, die 1 October 1937 den dienst
verlieten, den lsten Juli a.s. worden opge
roepen tot 1 October a.s.
(United Press).
Hotels door ziekelijken ouden heer
opgelicht.
Een dezer dagen is door de Bloemendaal-
sche recherche in hotel Royal te Haarlem de
69-jarige W. aangehouden, verdacht van fles
schentrekkerij.
De heer W. die vroeger 'n bekenden naam in
de geldwereld genoot, maakte hiervan mis
bruik, door in verschillende groote hotels te
gaan logeeren en dan te vertrekken zonder
echter zijn logies ook maar met een cent te
betalen. Verschillende hoteliers in Amsterdam
waren reeds de dupe geworden van den vrien
delijken ouden heer, die bovendien nog zieke
lijk was, zoodat hij overal met de meeste ach
ting werd behandeld. Ook in Bloemendaal
heeft hij zijn slag geslagen en wel in hotel
„Duin en Daal" waar hij gedurende 14 dagen
heeft vertoefd en een schuld maakte van bijna
150 gulden. Daarna probeerde hij ook in hotel
„Van ouds het Raadhuis" een tijd gratis te lo
geeren doch dank zij een wenk van „Duin en
Daal" ging de truc hier niet op. De volgende
verblijfplaats was hotel „Royal" te Haarlem
waar zijn verblijf echter van korten duur was
want nog denzelfden avond van zijn vertrek
vertrok hij weer, nu echter onder geleide van
de Bloemendaalsche recherche.
W. die bijna altijd voorgaf in 't buitenland
zijn domicilie te hebben zal zich nu wel eeni-
gen tijd met een minder comfortabel verblijf
moeten tevreden stellen.
EXAMENS.
R.K. Lyceum voor Meisjes (afd. Gymna
sium). Geslaagd voor diploma A, de dames
A. Boom, N. van de Weyer. Het examen
wordt voortgezet met een candidaat.
VEEMARKT.
Amsterdam 8 Juni.
234 vette kalveren: le kw. 6068 (enkele
hooger), 2e kw. 52—58, 3e kw. 44r—50 per K.G.
levendgewicht.
81 nuchtere kalveren 812 per stuk.
130 varkens: vleeschvarkens, wegende van
90110 K.G. 6162, zware varkens 5859,
vette varkens 5658 per K.G. slachtgewicht.
DE HEER BARMARAKSA VERLAAT HET
ZIEKENHUIS
HAARLEM TWoensdag.
De heer Barmaraksa, die Eersten Pinkster
dag bij het auto-ongeval op den trambaan
overgang aan den Mr. Enschedéweg te Aer-
denhout-Bentveld gewond werd en ter ver
pleging in het St. Elisabeth's Gasthuis te
Haarlem werd opgenomen, heeft dit zieken
huis heden verlaten en is naar Rotterdam
vertrokken.
Russische belangstelling voor de
Noordpool.
MOSKOU, 8 Juni (Reuter). Volgens mede-
deeling van het bestuur der Noordelijke Zee
route te Leningrad worden dit jaar zeven
Sovjet-Russische expedities naar het Noord
poolgebied uitgerust.
Drie daarvan zullen aldaar overwinteren.
Voorts zal een groep studenten zich naar
het gebied van Nova Zembla begeven.
YUCCA FILAMENTOSA,
DE VISCHMARKT TE HAARLEM, van Gerrit Adr.z. Berckheyde,
schilderij in het Frans Hals Museum aanwezig.
Verdachte buiten
vervolging gesteld.
's-GRAVENHAGE, 8 Juni. De rech-
ter-commissaris belast met de behan
deling van strafzaken te 's-Graven
hage heeft thans het gerechtelijk
vooronderzoek in de bekende zaak
Van 't Sant geëindigd en gesloten.
Zooals men zich herinneren zal, is omtrent
de feiten, waarvan de heer Van 't Sant werd
verdacht en welke in 1927 zouden zijn ge
pleegd, eerst door den procureur-generaal,
fung. directeur van politie te 's-Gravenhage
als chef van den toenmaligen hoofd-commis-
saris van politie een administratief onder
zoek ingesteld. Ook werd door partijen (de
familie, die door den heer v. 't Sant meent be
nadeeld te zijn, als eischer en de heer v. 't Sant
als gedaagde) een arbitrale procedure gevoerd,
welke in 1935 eindigde met een ontzegging
van den eisch tot terugbetaling van het ver
strekte bedrag. Daar gemeld administratief
onderzoek niet de gewenschte opheldering
bracht, is op last van den vorigen minister
van justitie door den officier van justitie in
1935 gevorderd, dat de rechter-commissaris
een gerechtelijk vooronderzoek zou instellen,
welk onderzoek van toen af tot heden heeft
voortgeduurd.
Dit vooronderzoek is zeer omvangrijk ge
weest en zeer minutieus gevoerd. De politie
functionaris, die met groote ijver en toewij
ding den rechten-commissaris ter zijde heeft
gestaan, heeft vele en omvangrijke onderzoe
kingen in vijf verschillende landen ingesteld.
Bovendien is bij het gerechtelijk vooronder
zoek hulp verleend door de rechterlijke macht
van twee vreemde landen en door de politie
uit diverse plaatsen uit vijf verschillende lan
den.
De rechter-commissaris en de officier van
justitie hebben verscheidene huiszoekingen
gedaan. Iedere vingerwijzing is gevolgd en
nagegaan. Het dossier vermeldt dan ook
meer dari driehonderd namen. Bijna
tweehonderd personen zijn door den rechter
commissaris of den politiefunctionaris per
soonlijk gehoord.
Ondanks al deze onderzoekingen
is 't de justitie niet mogen gelukken op
de vraag of verdachte datgene, waar
van hij beticht werd, gepleegd heeft,
een positief antwoord te geven. Van
daar dan ook dat aan verdachte, na
dat de sluiting van het gerechtelijk
vooronderzoek onherroepelijk is ge
worden, ingevolge art. 244 W. v. Straf
vordering, een kennisgeving van niet
verdere vervolging is beteekend.
De Yucca is een plant, waarvan we gemak
kelijk kunnen zeggen, waar ze niet thuis
hoort: niet in een border vol vaste planten,
niet op een perkje, niet tusschen steenen. Een
echte solitairplant is het, die op haar best
uitkomt op het gazon, vrijstaand, met wat
donkere boomen of struiken als achtergrond.
En dan komit ze op haar gunstigst uit; een
mooie plant, met de typische puntige, harde
bladeren en in Juli de bloemstengel met was-
bleeke hangende klokbloemen. Vroeger werd
ze veel toegepast op de buitenplaatsen en dan
in combinatie met subtropische planten als
Canna, Caladium, Musa of Eucalyptus; alle
maal dingen die een moderne stads-tuinlief-
liebber nauwelijks meer van naam kent,
maar die op die ouderwetsche buitenplaatsen
met de vele ruimte en het gerief van 'n
oranjerie zoo best thuishoorden.
Intusschen, al raken de buitenplaatsen
meer en meer ontvolkt, de Yucca zal zelfs in
onze veel kleinere tuinen nog een plaatsje
kunnen en ook moeten vinden. En we zullen
er geen spijt van hebben, mits we de plant
maar een haar passend plekje geven.
Yucca filavientosa.
Yucca is familie van onze Dracaena en dat
is wel te zien aan heta grijsgroene,, harde blad.
Feitelijk komt ze uit het midden van N.-Ame-
rika en ze komt zuidwaarts voor tot de Zui
delijke staten en Mexico. Er zijn dus
Yucca's in soorten: echte sterke, die tegen kou
kunnen en subtropische. Nu, de laatste kun
nen we hier wel buiten bespreking laten, dat
zijn de soorten die thuishooren op bezittingen
met kas en oranjerie. Maar Yucca filamen-
tosa is een sterke, die we zelfs gerust winter
hard mogen noemen, als we er een beetje
verstandig mee omgaan. Raar genoeg heet
de plant hier ook „Palmlelie" maar ze heeft
noch met 'n palm, noch met een lelie iets uit
te staan. Dat „filamentosa'" wil zeggen draad
achtig en het slaat op de lange, zijde-ach-
tige witte draden aan de bladranden.
Alle Yucca's zijn zonneliefhebbers, dus ook
deze filamentosa. In ons klimaat moet ze
bovendien beschut staan; in vetten, diep-
bewerkten en vochtopgevenden grond. Krijgen
we in Maart zoo'n Yucca van den kweeker
thuis dan zit die mooi in het blad, maar als
we de plant dan gezet hebben, sterft het
blad in 99 van de 100 gevallen af. Denkt u
nu vooral niet dat dit érg is; in Mei, Juni
komt uit het hart van de plant weer een
scherpe punt voor den dag; het nieuwe blad.
Zeer 'zware exemplaren vormen dan dit eerste
jaar van planting al een bloemstengel, maar
is dit nog niet zoo, dan kunt u er toch zeker
van zijn dat uw Yucca volgend jaar gaat
bloeien en dat voortaan regelmatig zal doen.
Met een dergelijke exotische gast in onzen
tuin moeten we een beetje geduld hebben en
wachten tot ze zich thuisvoelt. Ook buiten
den bloeitijd is de Yucca met haar typisch
blad de moeite waard en een groepje van drie
planten bijeen is zeer decoratief. Al spreekt
het vanzelf, dat de plant op haar mooist is,
wanneer de één meter hooge bloemstengel
vol puntige klokken staat.
Is onze tuin nogal koud of onbeschut, dan
moeten we in het najaar, zonder het blad af
te snijden, een rietmat of een wal van droog
blad om de plant heen leggen, zoo hoog, dat
er niets meer bovenuit steekt. Als we er dan
ook nog een omgekeerde mand overheen zet
ten, zal onze Yucca zelfs een strengen winter
goed doorkomen,
L. S.,