gee/* goud.. Minister Van Buuren houdt vast aan één centraal vliegveld. Er begint onrust op Terschelling te heerschen. Want de Karimatadraait door.... De bezinning van het kleine Wateler-Vredesprijs voor 1938. DINSDAG 14 JUNI 1938 Schiphol kan dat z. i. niet z\jn. Heeft defensie wel belangstelling voor Amsterdam's vliegveld? De regeering' heeft in beginsel be sloten de stichting te bevorde ren van een luchtvaartterrein, dat centraal zal zijn gelegen ten op zichte van Amsterdam, Rotterdam en 's Gravenhage en dat bedoeld is te zijn de eenige luchthaven 'des lands voor het groote internationale ver keer met landvliegtuigen. aldus ver klaart de minister van Waterstaat, mr. dr. ir. J. Al. M. van Buuren in zijn antwoord op de vragen van den heer Van den Tempel inzake de stichting van een nieuw centraal vliegveld voor de burgerlijke lucht vaart. Bij aanvaarding van dit beginsel heeft de regeering zich doen leiden door de volgende overwegingen: a. toij de voortschrijdende ontwikkeling van de luchtvaart in de richting, zooals deze zich thans met voldoende duidelijkheid afteekent, n,l. in de richting van groote en snelle ver keersvliegtuigen en van de uitoefening van verkeer over steeds grootere afstanden zon der tusschenlanding, is er op den duur in een klein land als het onze geen plaats voor twee groote luchtvaartterreinen, welke beide bedoe len met de eischen van dat verkeer rekening Mr. Dr. Ir. J. A. M. van Buuren Minister van Waterstaat te houden. Zulks is t-e minder het geval, wan neer die beide luchtvaartterreinen zich bevin den op een onderlingen afstand van nog geen vijftig kilometer (omstreeks 10 minuten vlie gen). Ten einde de kosten en het tijdver lies, verbonden aan het uitvoeren van een tusschenlanding op een tweede op zoo korten afstand gelegen lucht vaartterrein te besparen, zullen de luchtvaartmaatschappijen maatrege len moeten treffen om door een doel matige organisatie de lading samen te brengen op één enkel terrein. Concentratie op één vliegveld zal leiden tot aanmerkelijke besparingen voor de K.L.M. b. Vaststaat, dat de exploitatie van lucht vaartterreinen voor het internationale ver keer steeds hoogere eischen zal stellen aan veiligheidsinrichtingen en verdere voorzie ningen. Wegens de grootte der kapitalen, welke in dergelijke terreinen nog zullen moe ten worden gestoken, bestaat geen uitzicht op de mogelijkheid van loonende exploitatie, maar zal gerekend worden op steeds toene mende exploitatie, verliezen voor de betrokken gemeenten, alsmede op toenemende kosten voor het rijk ten behoeve van veiligheids inrichtingen. Deze uit een finaniceel oogpunt onduldbare toestand zal vermeden worden door concen tratie op één luchtvaartterrein, waarmede belangrijke verlaging van overheidsuitgaven zal worden bereikt. c. het staat vast, dat 't in een betrekkelijk klein gebied alleen dan mogelijk is de grootst mogelijke veiligheid te bereiken, wanneer eenheid in de leiding van het luchtverkeer, in het bijzonder bij omstandigheden van slecht zicht, kan worden verkregen. Kruising van luchtlijnen op betrekkelijk korten afstand van een luchthaven dient daarbij te worden vermeden, terwijl, zooals de ondervinding heeft geleerd, het overlappen of zelfs maar aan elkaar grenzen van de naderingsgebieden van luchtvaartterreinen, waarop verkeer van gelijken aard wordt uitgeoefend, met een veilige uitoefening van het luchtverkeer in strijd is. Het gelijktijdig exploiteeren van twee lucht vaartterreinen voor het groote internationaal luchtverkeer op zeer korten onderlingen af stand, hetgeen uiteraard iets anders is dan het beschikbaar hebben van secundaire lucht vaartterreinen op korten afstand van een hoofdterrein, zal dan ook op den duur met steeds grooter moeilijkheden gepaard gaan. Defensie. d. De belangen van Defensie zijn in dit vraagstuk secundair. Als een centraal vliegveld voor de burgerlijke luchtvaart tot stand komt en uit dien hoofde Schiphol zijn beteekenis voor de burgerlijke luchtvaart mocht ver liezen, zou thans, nu de aanleg van één of meer militaire vliegvelden, als gevolg van de uitbreiding van de militaire luchtmacht, nog slechts in voorbereiding is, bij de uitwerking van de plannen met het voor mili taire doeleinden beschikbaar komen 'van Schiphol rekening kunnen wor den gehouden.. Mocht het departe ment van Defensie zich reeds van de noodig geachte vliegvelden volle dig hebben voorzien, dan zou uiter aard van aankoop van Schiphol geen sprake meer kimnen zijn. Bij het departement van Defensie is voor- 'keur van het eene militaire luchtvaartterrein boven het andere niet in het geding. Het afwegen van voor- en nadeelen bij ver gelijking van het eene militaire luchtvaartter rein. met het andere zou trouwens niet ge makkelijk zijn. Ten aanzien van Schiphol kan worden gezegd, dat het een belangrijke outil lage bezit, welke uiteraard voor militair ge bruik van groote beteekenis zal kunnen zijn.. Anderzijds moet worden opgemerkt, dat het luchtvaartterrein Schiphol zich tengevolge van een jarenlang gebruik, in hoofdzaak aan de eischen van het burgerlijk luchtverkeer heeft aangepast. Wat een nieuw militair vlieg veld aangaat, uiteraard kan bij het aanleg gen daarvan volledig rekening worden ge houden met de eischen van den militairen vliegdienst. In beide gevallen kan voor laatstgenoem den vliegdienst slechts na geruimen tijd vol ledig over het vliegveld worden beschikt, tij delijke oplossingen zullen dus in beide geval len moeten worden gevonden. De belangen van Amsferdam en Rotterdam. De belangen van Amsterdam en Rotterdam. De regeering is bekend met de meening van de gemeentebesturen van Amsterdam en Rot terdam, dat door het verlies van een in de on middellijke nabijheid van elk dier gemeenten gevestigd luchtvaartterrein de belangen dier gemeenten zouden worden geschaad.. Uiteraard kan niet worden ontkend, dat te genover de voordeelen van concentratie in den aanvang -enkele nadeelen kunnen staan als ge volg van den overgang naar den nieuwen toe stand, doch naar het oordeel der regeering zullen de belangen van de gemeenten Amster dam en Rotterdam op den duur het best ge diend zijn door het bestaan van een enkel centraal luchtvaartterrein, waarop alle be langrijke luchtverbindingen geconcentreerd zijn en waar de meest geperfectionneerde in richtingen voor de veiligheid aanwezig zijn. Aan den iets grooteren afstand tot het cen trale vliegveld kunnen voor de deelneming aan het luchtverkeer geen overwegende bezwaren zijn verbonden, daar dat Vliegveld op een af stand van ongeveer een half uur per auto van het centrum van Amsterdam en Rotterdam zal verwijderd liggen, hetgeen niet anders dan normaal te achten is. Ontkend wordt niet, dat de concentratie van het luchtverkeer aan beide steden eenige be drijvigheid zal onttrekken. Tegenover dat na deel staan echter de groote, reeds vermelde voordeelen van de concentratie, welke voor deelen ook voor Amsterdam en Rotterdam van beteekenis zijn. Het- binneiilandsch luchtverkeer wordt slechts over vrij korte afstanden uitgeoefend. Hierdoor en tevens door de steeds voortsehrij dende verbetering van de trein- en autover- bindingen zijn aan de ontwikkeling van dit luchtverkeer zekere grenzen gesteld. Bij concentratie op een luchtvaartterrein zal het tijdverlies ten gevolge van de vergroo ting van den afstand tot de centra van Am sterdam en van Rotterdam in verhouding tot de korte vliegtijden meer beteekenen dan ten aanzien van liet luchtverkeer over grootere afstanden. Zal dus in enkele gevallen, waarin de luchtvel-binding over kleine afstanden een aanzienlijke tijdbesparing geeft, de uitoefe ning van het binaienlandsche luchtverkeer iets ongunstiger worden, daartegenover staat, dat met een centraal vliegveld de binnenland- sche luchtlijnen als aanvoerlijnen in betee kenis winnen. Geen „zeer kostbare proefneming" De regeering kan niet inzien, dat de aanleg van een geheel nieuw centraal luchtvaartterrein in de plaats- van de bestaande luchtvaartterreinen Waal haven en Schiphol, wanneer die terrei nen worden overgenomen door het de partement van defensie, een zeer kost bare proefneming zou beduiden. Zooals is uiteengezét, is een van de beweeg redenen van de regeering bij haar be sluit om in beginsel dien aanleg te be vorderen juist geweest, dat daardoor -besparing zou worden bereikt en dat de mogelijkheid van rendabele ex ploitatie zal worden vergroot. De aan Schiphol ten koste gelegde bedragen zijn, voor zoover het de waarde hetreft, welke dat luchtvaartterrein voor 't de partement van defensie vertegenwoor digt, bij een oplossing, als hiervoor omsc-hreven, niet als verloren te be schouwen. Dunne gummi regenjassen, zeer licht in ge wicht. Onmisbaar voor allerlei zomertochten. 1.90 2.50 3 90 5.75 enz. cMéenbij KREYMBORG (Adv. Ingez. Med.) Eiland binnenkort een aantrekkelijkheid kwijt. Communicatie met den waJ4 levert moeilijkheden op. Van oneen specialen verslaggever) TERSCHELLING Maandag. Er heerscht onrust op Terschelling, want hoewel de wind in Noordelijke richting is ge draaid en' op de beruchte gronden wit-gekuif- d.e golven rollen blijft de „Karimata" onge stoord .liggen. Zoo nu en dan slaan de golven over hét dek, maar dit heeft op den molen geen enkelen invloed: regelmatig blijven de emmers den zeebodem doorploegen Dat had men op Terschelling niet verwacht. Men rekende er op dat, zoodra de zee onstui mig zou worden, de baggermolen het werk zou moeten staken om teruggesleept te worden naar de veilige reede. Zóó was het immers met alle groote ondernemingen gegaan en zoo zou het ook nu gebeuren. Dit meende men ten minste. Zonder vrees heeft enen den kolos zien komen omdat men de stellige overtuiging had dat er slechts weinige dagen zouden zijn, waarop de „Karimata" zou kunnen werken. Men was er van lieverlede aan gewoon ge raakt dat de „Lutine" een blijvende magneet voor het eiland zou zijn. Maar nu kijkt Ter schelling angstig naar de pogingen van de schatgravers, daar het noodlot zich over het eiland dreigt te voltrekken; de „Karimata" werkt door, slechts onderbroken door korte rustpoozen, dagen en nachten achtereen Toen men hoorde dat de „Karimata" de zee op de bewuste plaats geheel zou omploegen heeft men op Terschelling geglimlacht. Men kende de gevaarlijke gronden en men was er van overtuigd dat het maar enkele dagen zou duren of de molen zou moeten terugkeeren. In dien tijd zou het gegraven gat zich weldra weer met zand vullen, zoodat, er voortdurend werk blijven zou. Maar de „Karimata" draait doorDe vrees en de onrust stijgen en men hoort thans plotseling het verhaal, waarvan wij ook de vorige week melding gemaakt heb ben, n.l. dat het achterschip, waarin zich de schat moet bevinden, zou zijn weggesleept! Wij hebben deze geschiedenis gehoord van iemand die uit hoofde van zijn functie goed op de hoogte kan zijn niet het eiland en zijn om-' geving. Doch de heer Dros uit Terschelling, die jarenlang met zandzuigers en duikers op de gronden werkte, heeft ons verzekerd dat het verhaal van het weggesleepte achterschip niet waar kan zijn. Afgezien van de groote en haast onoverkomelijke moeilijkheden om het- wrak te versieepen, zijn er bewijzen dat de geheele „Lutine" nog op de plaats ligt waar de „Kari mata" thans werkt. De heer Dros toonde ons een kaartje, opgemaakt naar aanleiding van de resultaten, welke met peilingen en duiken bereikt waren. Het goud moet er eveneens nog zijn. Het is slechts de vraag hoever het dooi* de kleilaag is gezonken. De ontevreden stemming over den gang van zaken is duidelijk op het eiland te peilen Ontevreden zijn ook de Terschellingers, die op de „Karimata" werkzaam zijn en die veel meer eischen hebben dan de andere tewerkge- stelden op den baggermolen. Deze ontevreden heid is zelfs daadwerkelijk door een Terschel- linger voorman gedemonstreerd. Onmiddellijk ontslag was het gevolg daarvan t Een moeilijkheid. Een moeilijkheid is de communicatie met den vasten wal. De ploegen worden om de acht uur afgelost, maar dit aflossen kan uit den aard der zaak niet stipt op de klok plaats vinden, vooral niet wanneer wind en tij tegen zijn. Vandaag was dit zelfs zoo dat men met de sleepboot niet langszij den molen kon ko men en op de kleine motorvlet aangewezen was. Speciaal voor deze vlet hebben de Ter schellingers groote angst. „Weigert de motor", zoo redeneert men, „dan zijn de opvarenden reddeloos verloren!" Deze angst vloeit ook voort uit de opvatting, dat het overstappen in de vlet menschenlevens kan kosten. Inderdaad is het een vrij hachelijke onderneming om van de sleepboot in de vlet en omgekeerd over te stappen. De vlet danst soms wild op de golven en verwijdert zich steeds meer van de sleep boot. Het moment van overstappen moet dan ook precies „getimed" worden. Geschiedt alles met beleid dan is er echter geen sprake van gevaar. Tot dusverre is alles ook zonder on gelukken verloop en! Vanochtend achtte de chef-machinist zich in verband met de woelige zee niet meer verant woord indien hij den molen liet draaien. De „Karimata" had tot op dit oogenblik perfect doorgewerkt, maar toen achtte de chef-ma chinist de verantwoordelijkheid te groot. De „Karimata" heeft dan ook eenigen tijd stil gelegen totdat de ingenieurs aan dek ver schenen. Na de situatie te hebben opgenomen gaven zij orders om door te gaan en zonder stagnatie heeft de molen daarna doorgebag- gerd op een diepte van 13 a 14 M. Millioenen schelpen zijn er weer aan de op pervlakte gebracht maar voorwerpen van waarde werden daaronder niet aangetroffen. Wel werden heden wederom eenige „Lutine"- spijkertjes gevonden. Buïkerklokconstructeur op bezoek. Met de veerboot arriveerde hedenmiddag de heer Van Wienen, die, zooals bekend ver ondersteld mag worden, een duikerklok ge construeerd heeft, waarmede hij straks in En geland boven een verzonken schip van de on overwinnelijke Spaansche vloot zal gaan wer ken. De heer Van Wienen die de werkzaam heden bij Terschelling observeert had het vo rig jaar een concessie voor het werken met zijn duikerklok boven het wrak der „Lutine", maar hij heeft er echter van afgezien van deze concessie gebruik te maken (Nadruk verboden). Een onjuiste advertentie. Op de vragen van den heer Wendelaar be treffende een advertentie van de gemeentebe sturen van Leusden en Stoutenburg, waarin sollicitanten worden opgeroepen voor de be trekking van eersten ambtenaar ter secreta rie, heeft de minister van binnerilandsohe za ken als volgt geantwoord: Hoewel de bijvoeging R.K. inderdaad den indruk zou kunnen maken, dat strijd met het bepaalde in artikel 176 der grondwet aanwe zig moet worden geacht, is den minister bij onderzoek gebleken, dat het niet de bedoeling der betrokken gemeentebesturen is uitslui tend de belijders van een bepaalden godsdienst voor het vervullen van gemeentebetrekkingen in aanmerking te doen komen. De gemeentebesturen erkennen inmiddels, dat de vorm der advertentie onjuist was en hebben zich bereid verklaard een nieuwe op roeping te plaat-sen, waarin de geïncrimineerde toevoeging zal zijn weggelaten. Voor het doen van verdere stappen bestaat mitsdien geen aanleiding. (Adv. Ingez. Med.) In lente-sfeer ontvluchtte ik gedurende eenige dagen -de groote stad om, in te keeren tot het dorpsche en kleinsteedsche dat ik dit maal hoog in 't Noorden, in Friesland, her vond, fonkelend van groen, rood en zacht- blauw: 't groen van vette weiden zoover het oog reikte, het rood van den baksteen der elf steden, het zachtblauw van een hemel zoo wij d als de vluchten van 't verlangen, van de meren en van de zee die tegen de dijken ruischt. De elf steden zijn een heerlijkheid van rust en Maarte en verstorvenheid. Niet het sterke en drukke Leeuwarden en evenmin het kittige en roezige Sneek, maar de kleinste ervan: Workum met zijn machtige kerk, zijn statige stadhuis en zijn elegante antieke Waagje, ge drieën aan het weidsche marktplein; Hinde- loopen met een toren, die den hemelen be streeft en de zee beheerscht, een prachtig kloek en sterk oud raadhuis en een warrig net van straatjes en steegjes en watertjes. Langs de zee bij het veerhuis met z'n toren tje staan stille mannen naar den einder te turen met geen andere beweging dan het kauwen van sterke kaken op 'n pruim, telkens tussehen twee woorden in. Daar is Harlingen met zijn Noorderhaven, waarlangs juweelen van oude huizen in den voorzomersehen avond te droomen staan met het late licht op de toppen van hun trapgevels. Harlingen met zijn weemoedig-uitgestorven straten, die zoo breed zijn als pleinen en zoo jeluidloos als de menschen in zoo'n stadje zelf, die ge ziet zitten in de schemering achter de opgeschoven ramen met een wankelend thee lichtje, dat als de kleine vlam van hun levens is. En dan gaat ge over het pad bij den molen over den dijk loopen met rechts de zee en links, 'n beetje scheef en verzakt, de achter kant van oude huizen, die den rijkdom gekend hebben, een boeiend spel van daken in de schoonste tinten van rood en grijs, met daar tusschendoor een kijkje op een gracht en bruggetjes. Er staat een schaap op den dijk te blaten in den avond. Een jonge visscher loopt er peinzend een pijp te rooken en de slagen van een oud torenuurwerk versterven over 't stadje en over het wijde land rondom. Of ge loopt in den stralenden middag door Franeker en bezoekt de koelte van het- prach tige stadhuis, waar in een kamer vol grijs licht het schoonste poreelein staat opgesteld. 's Morgens in de prilste vroegte over wegen nat van den nacht en door weilanden koel van den dauw, langs machtige boerderijen en vet vee, voorbij de trotsche zadeldaktorens, die op hun terpen hoog boven de tijdelijk heid geheven zijn, nadert ge Dokkum, dat juist ontwaken gaat. Het is goed om dan in alle eenzaamheid van vreemdeling in zoo'n morgenstadje wat te gaan zwerven door de straatjes en langs de bolwerken, die als een groene -band om dit steedsch juweel liggen Een molen spiegelt zich in het water, een eendenmoeder met een rij van donzen jonkjes waggelt over den berm naar kroozige grachtje en een oude man wenscht u goeden morgen met een hoofdknik en een handbeweging naar de klep van zijn schip perspet. Ge ervaart aan den lijve dat zonder het grootsteedsche rennen en ijlen en nerveus-zijn de mensch toch leven kan en zijn boterham kan eten; dat er werelden zijn vol rustige menschen met blauwe oogen in gebruinde ge zichten; menschen, doortrokken van de geuren van rogge en klaver en water, die u met hoofschbeid een goede reis door de schoon heid wenschen om zich dan weer met ernst- en toewijding over Moeder Aarde te buigen of met de rinkelende melkemmers naar hun koebeesten te gaan. Zoo wordt een argelooze rustige reis door het land en de stille stadjes een beevaart naar den inkeer, die voor den grootsteedschen mensch bewaard is gebleven op smalle grach ten en over de weiden, die zich strekken tot aan de zee. En zoo keert ge terug met de blijde zeker heid dat het leven nog wat anders voor u bewaard heeft dan benzinedampen en kazer neachtige gebouwen. Mr. E. ELIAS. Toegekend aan Oecumenische Ver- eeniging en jeugdherbergcentrale. De Watelervredesprijs voor 1933 ten bedrage van 2-5.000 gulden, is voor de helft toegekend aan de oecumeni sche vereeniging in Nederland, in erkenning van het streven dezer ver eeniging tot bevordering van de- gees telijke toenadering der volken en voor de helft aan de NederlancLsche jeugd herbergcentrale, op grond van de ver diensten dezer instelling voor de be vordering van de internationale ver standhouding onder de jeugd. De Wateler-vredesprijs is ingesteld door den heer J. G. D. Wateier, in leven directeur der Oranje-Nassau Hypotheekbank te 's-Gravenihage, die zijn ver-mogen heeft vermaakt aan de Carnegie-stichting, onder be ding, dat uit het revenu jaarlijks een vredesprijs zou worden toegekend. Consenten voor den garnalen- uitvoer. Visscherijcentralc neemt ter hand. verdeeling zelf Naar wij vernemen, zal de Nederla/ndsche visscherijcentrale van 1 Juli af zelf de ver deeling van het contingent ongepelde garnalen naar Frankrijk weer gaan regelen. De uitvoer- contingenten zullen worden berekend naar de basisjaren 1936 en 1937. Voor verschillende plaatsen als Breskens, Den Helder en Texel beteekent dit een gun stige regeling, daar ten gevolge van de wijze van verleening der Fransche invoervergunnin gen deze plaatsen veel van hun export aan IJmuiden hebben moeten afstaan. GÖUD« Al DE PIJP •Douwe Egberts Echte friesche Zeereu-Baai en Oud-Hollandsch? Pijptabak Anno 1755 (Adv. Ingez. Med.) Ernstig ongeluk op kermis. Zweefschuitje omgeslagen Twee ernstig en twee licht gewonden. De drukke zomerkermis te Brunssum werd Maandagavond verstoord door een ernstig on geluk. In volle vaart geraakte een schuitje van een z.g. trekschuitmolen los, met het ge volg, dat de vier personen-, die zi-c-h daarin be vonden, op den grond vielen, Hoewel onmid dellijk met volle,kracht geremd werd, kon niet worden verhinderd, dat de andere schuitjes over de mensehen heen vlogen. Van hen wer den twee ernstig en twee licht gewond. Sur- veillee-rende leden van de plaatselijke afdee- ling van het Roode Kruis verleenden de eerste hulp. Van de slachtoffers had de heer D. uit Heerlen behalve verschillende vleesehwonden een hersenschudding opgeloopen, terwijl mej. H. eveneens uit Heerlen, een knieschijf brak en ernstige beenkneuzingen kreeg. De beide anderen hadden hoofdzakelijk schaafwonden opgeloopen. Het ongeluk moet worden toege schreven aan het losraken van een kabel. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. B. is voor den tijd van vijf jaren be- >emd: tot militair commissaris van het Nederland- ;che Roode Kruis de heer A. Zijlmans, met den titulairen rang van majoor gep. kapitein van de militaire administratie van het Kon. Ned.-Indische leger te 's Gravenhage. EEN ZWEEFVLUCHT VAN YPENBURG NAAR BRUSSEL. De zweefvlieger J. van der Meer uit Leiden heeft Zondag een fraaie zweefvlucht van Ypenburg naar Brussel gemaakt. Te ongeveer elf uur bracht een motorvliegtuig zijn zweef toestel Ph. 78 „Sunlight" op 600 nieter hoog te boven Ypenburg, vanwaar Van der Meer verder op eigen gelegenheid den tocht naar de Belgische hoofdstad ondernam. Te ruim twee uur namiddag landde hij vlot op het vliegveld Haren bij Brussel. Tegen zes uur namiddag is Van der Meer vandaar ver trokken, thans gesleept door de inmiddels van Ypenburg ontboden Ph-AJE, die hem om ruim half acht des avonds op Ypenburg terug deed zijn. Van der Meer, die met deze zweefvlucht Ypenburg-Brussel zijn zilveren c-brevet heeft verworven, werd bij zijn terugkomst met bloe men gehuldigd. Muziek van Henk Badings niet geaccepteerd. Voor Belftsch Lustrumspel. Naar aanleiding- van een bericht in verschil lende bladen over een conflict me-t den heer Badings in verband met het lustrumspel „Jan Klaassen" deelt de feestcommissie van het Delftsch studentencorps het volgende mede: Geheel buiten de schuld van den heer Ba dings, kon de te componeeren muziek niet tij dig genoeg worden voltooid, zoodat balletten e.d. onder leiding van mevr. Chaja Goldstein moesten worden ingestudeerd op bekende mu ziek, die de heer Badings zou parodieeren. Toen daarna dit gedeelte van de muziek van den heer Badings kwam, bleek de muziek voor de balletten te moeilijk om door dilettanten te worden gedanst. Bovendien was volgens de opvatting van den regisseur, den heer Storm, de geest van de muziek in sommige onderdee- len niet in overeenstemming met het popu laire karakter van het spel. Daar de heer Ba dings zich niet geroepen voelde eenige zeer noodzakelijke_ veranderingen aan te brengen en de uitvoering van het spel door deze moei lijkheden ernstig gevaar lie-p. heeft de feestcom missie tot haar grooten spijt den heer Badings moeten verzoeken de partituur, die gedeelte lijk was voltooid, terug te trekken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2