HET NIEUWE AVONDBLAD Stalin cle Opruimer. IJMUIDEN Zilveren jubileum van „Olie en Gonnermann" 23e JAARGANG No. 195 WOENSDAG 22 JUNI 1938 IJMUIDEP COURANT ABONNEMENTENper week 12Va ets., per maand 52l/« cents, per kwartaal 1.55. Geen incassokosten. Losse nummers3 cents. Kantoor Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Tel. 5301 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MIJ. VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTTëN 1—5 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. POSTGIRO 310791. Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 2000.—, overlijden ƒ400.—, verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim 100.—, één lid duim 50.—, alle leden wijsvinger ƒ60.—, ®e"Lof lede" wijsvinger 25.alle leden anderen vinger ƒ15.—, één of twee leden anderen vinger ƒ5.—, arm- of beenbreuk ƒ30.—, enkelbreuk ƒ15.—, polsbreuk ƒ15.—. Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz. {T ~T 1 verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart; tot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés tengevolge mocht hebben. Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. Er is veel verwondering in de wereld tot uiting gekomen over de Russische processen, die zoovele leidende en ex-leidende figuren in de Sovjet-Unie aan hun eind hebben ge holpen. Het Westen heeft van dezen Ooster- schen gang van zaken weinig begrepen. Tot op den huldigen dag begrijpt het niets van de wonderlijke geestesgesteldheid, die alle verdachten tot bekentenissen, zelfbeschuldi ging en zelfverachting scheen te nopen. Als men aannam dat zij allen schuldig waren aan samenspanning 'tegen den dictator Stalin, en sommigen bovendien aan moorden op zijn medewerkers, dan bleef al dat harts tochtelijke bekennen nog even onbegrijpe lijk. Want de in het nauw gedreven mensch moge, evenals de kat in dezelfde omstandig heden, rare dingen doentot die rare din gen behoort maar bij uitzondering de nei ging, den eigen dood te verhaasten en als regel het streven, op de een of andere manier het veege lijf te redden. Veel is dus aan de blijkbaar voor ons onbegrijpelijke Slavische mentaliteit toegeschreven. Maar wel is duidelijk geworden dat Stalin eigenlijk de eenige werkelijke machthebber in de Sovjet-Unie is en dat men dus eigen lijk alle verdachten ex-leiders moest noe men, met dit onderscheid alleen dat sommi gen nog hooge posten bekleedden en anderen al langen tijd daarvan ontheven waren toen zij werden gearresteerd. De Amerikaansche journalist Paul Schef- fer, een goed kenner van de Sovjet-Unie, heeft in een artikel in het tijdschrift Foreign Affairs betoogd, dat Stalin bij -het opruimen van de mannen, die in Lenin's dagen de groo- ten van Rusland waren en die toen als de scheppers en helden der revolutie werden vereerd, een weloverwogen plan toepast, dat hij nu al jarenlang met onverbiddelijke ze kerheid ten uitvoer brengt. Langzaam, voor zichtig maar daarom niet minder meedoo- genloos gaat hij zijn gang. De voornaamsten heeft hij eerst uit hun functies gezet en pas. jaren later zijn zij ter dood veroordeeld. An deren zijn plotseling, midden uit hun werk, voor den openbaren aanklager gesleept. Het lot der eerstgenoemden formuleert Scheffer aldus: „Zij mochten na hun ontslag uit hun hooge posities voortsukkelen, 's nachts het onvermijdelijke vreezend en overdag hopend tegen alle hoop in". En men leest het met een huivering. Hij herinnert aan de „linkschen" Trotski, Zinowjef, Kamenef, die reeds in 1926 met behulp van Boecharin (Lenin's naaste vriend), Rykof en Tomski uit het „Polit bureau" werden gewerkt. Maar in de jaren 1929—1930 werden die gretige helpers van hun posten verdreven wegens hun „recht- sche" opvattingen. En daarna leefden zij nog jaren eer het lot der linkschen Zinowjef en Kamenef (Trotski was verbannen) ook hen trof. En dat zijn dan nog maar enkele namen. Scheffer geeft een volledig overzicht van de verdwijning der leden van het Sovnarkom (de Raad van volkscommissarissen, hoogste machtscentrum in de Sovjet-Unie tijdens Lenin's bewind), van het Politbureau (waar naar de macht verschoof toen Stalin tijdens Lenin's ziekte de leiding overnam) en ten slotte van de andere personen die tot Lenin's naaste omgeving behoorden. Het kan niet be moedigend zijn voor diegenen, die de ambitie koesteren revolutieheld te worden. Want van het heele gezelschap zijn er nog maar zeer enkelen over. Van de zeven leden van het Politbureau (volgens de samenstelling in Juni 1924) leven alleen nog Stalin zelf en zijn verbannen vijand Trotski. Kamenef en Zinowjef zijn in Augustus 1936 terechtgesteld, Boecharin en Rykof in Maart 1938. Tomski heeft zelfmoord gepleegd toen hij in Augustus 1936 gear resteerd zou worden. De lijst van het Sovnarkom (H2 namen) ziet er blijkbaar alleen gunstiger uit doordat sommigen bijtijds gestorven zijn. Maar vrij wel allen zijn onder Stalin's bewind van hun functies beroofd. Tsjitsjerin, in Juli 1930 in ongenade gevallen, stierf in Juli 1936, dus juist een maand voor de terechtstelling van Kamenef en twee jaar voor die van Rykof. Brjoechanof en Schmidt verkeeren (de ge lukkigen) in vergetelheid. Dzjerzjinski stierf in 1926, Krassin in 1926, Koebisjef in 1935 (oorzaak onbekend), Loenatsjarski in 1933, Smirnof werd in 1928 naar Siberië gedepor teerd en in 1936 terechtgesteld, Sokolnikof verdween in Januari 1937 in de gevangenis. De overige drie waren de reeds genoemde Kamenef, Rykof en Trotski. Tenslotte volgt de lijst .anderen rondom Lenin" met zestien namen. Met de er aan verbonden resultaten volgen ze hier: Jekoe- nidze, in ongenade 1935, terechtgesteld 1937; Froenze, gestorven in 1925; Gamarnik, zelf moord gepleegd aan den vooravond van zijn arrestatie in 1937; Karachan, terechtgesteld VROUWELIJKE PILOTEN IN ENGELAND. Op het Britsche vliegveld Ramsgate bestaat sinds eenigen tijd een opleiding voor vrouwelijke piloten. Drie leerlingen slaan de verrichtingen van een collega gade. in 1937; Menzjinski, gestorven in 1934; Os- sinskï, gevangenis in 1938; Pjatakof, terecht gesteld in 1937; Radek, gedeporteerd in 1928, gevangenis in 1937; Rakofski, gedeporteerd in 1929, gevangenis in 1938; Sere- briakof, in ongenade in 1927, terechtgesteld in 1937; Toechatsjefski, terechtgesteld in 1937; Oeborewitsj, terechtgesteld in 1937, Ja- goda, in ongenade in 1936, terechtgesteld in 1938. Drie zijn er nog in functie. Dat zijn Ka linin, voorzitter van het Centraal Uitvoe rend Comité, Litwihof, Volkscommissaris van Buitenlandsche Zaken en Worosjilof, voor zitter van den Revolutionairen Militairen Raad. Het is niet veel. En deze drie zullen wel niet erg gerust slapen en de toekomst niet te vroolijk inzien. Scheffer merkt op dat Kalinin, een oud man, nog slechts als stroo man fungeert. Litwinof was volgens hem zoo handig, vooral „technisch adviseur" te blij ven. Maar van de eigenlijke oude garde van Lenin is niemand in leven of aan de macht gebleven. En daartoe behoorden zulke zeer begaafde persoonlijkheden als Rakofski, Radek en Sokolnikof, welken laatste Schef fer betitelt .als „misschien de schitterendste van Lenin's intiemste vrienden". De Amerikaansche journalist is van mee- ning dat de beschuldigingen tegen al die ex- grooten der Sovjet-Unie in hoogen mate de waarheid geweld aandeden. Hij meent ook dat Stalin de scherpe waarschuwing, in Lenin's testament tegen hem geuit, nooit te boven is gekomen. Hij wreekt zich grondig. Deze Oosterling is een meester in het beid- uw-tijd en hij heeft telkens zijn-vijanden bij verrassing gegrepen. Volgens Scheffer heeft hij een zeer sterk machtsinstinct en een ge weldige eerzucht. Daarbij wilde hij de groote, algemeene ontgoocheling, die na de extase van den eersten revolutietijd moest komen, in goede banen leiden zonder dat het' geheele gebouw ineenstortte. I-Iiér spreekt de schrij ver een erkenning van den dictator uit. Maar wraakzucht, jaloezie en eerzucht moeten z.i. Stalin daarbij sterk beïnvloed hebben. En geestelijke tegenstroomingen duldde hij niet. Scheffer noemt hem tenslotte alleen een meester in het verkrijgen en behouden van macht. Kaganowitsj is de man der ideeën, zijn „éminence grise", die achter hem staat. „Het is allemaal erg afschuwelijk en heel logisch", besluit Scheffer. Het is wel een zeer scherpe aanval op Stalin.. R. P. Lage besommingen, maar vlugge reizen. 900 manden visch voor 1300 gulden. Nu er weer overvloedig makreel wordt ge vangen, maken de trawlers over het algemeen weer.zeer korte reizen, soms van vier of vijf dagen. In een paar dagen vlsschen hebben de groote booten soms 500 a 1000 manden makreel aan boord, maar door den gröoten aanvoer (deze bedroeg j.l. Maandag c.a. 5000 kisten) is de makreelprijs zeer laag en zijn de besommingen dienovereenkomstig. Alleen met een flinke bijvangst kan een eenigszins behoorlijke besomming gemaakt worden. De Christine zorgde voor een typisch voor beeld. De vangst van de laatste reis, .in totaal 900 manden, was na tien uur lossen nog niet uit het schip. En de opbrengst van deze mas sa visch bedroeg slechts f 1300. De Caroline, die heden aan de markt was is-nu drie weken achter elkaar binnen geweest. De Oud-Katholieke Kerk ontvangt haar luidklok. Na den dienst klonken indrukwekkend de eerste klokketonen in den stillen avond. De herdenking van het 59-jarig bestaan der Oud-Katholieke gemeente is gisteravond in gezet met een plechtige vesper, gewijd aan den H. Engelmundus, abt en patroon der ge meente, welke vesper werd geleid door pastoor Th. Molenaar, bijgestaan door kapelaan P. J. Jans, die in een warme toespraak namens de gemeente haar geschenk, de luidklok, aan het kerkbestuur overdroeg. Onder de zeer velen, die deze vesper bij woonden bemerktenwij o,m. pastoor C. F. Nieuwenhuyzen te Haarlem en vele personen uit andere gemeenten. Mede waren aanwezig de leden van het „klokkecomité", de heeren C. Gouda Lzn., Ant. Tol. De heer K. Gouda bespeelde op zijn bekende wijze het orgel. Als voorzitter van het „Klokke-comité' sprak kapelaan P. J. Jans de aanwezigen toe naar aanleiding van Psalm 94:1, 7 en 8. Spr. roemde de eendrachtige offervaardiL heid, waardoor het mogelijk was zulk een mooi en treffend geschenk, de gemeente te kunnen aanbieden, dank brengend aan allen, die hiertoe medewerkten. Vervolgens ging kapelaan Jans dieper in op de beteekenis van de gekozen tekstwoorden o.a. zeggende dat zooals de klok zal luiden over straten en pleinen van onze plaats, de stem Gods over de geheele wereld roept. Nadat spr. had opgemerkt, dat de luidklok ook ten doel had de dooden te beweenen, den le venden aan Gods stem herinnerend, wijdde hij in een kort gebed het geschenk Gode toe., waarop het geschenk in treffende bewoordin gen aan Kerkbestuur en gemeente werd over gedragen. Spr. eindigde zijn overdracht aldus: „Zoo dragen wij het geschenk nu op als een tastbaar bewijs van aanhankelijkheid en een dracht onzer geliefde Oud-Katholieke ge meente." Na het zingen van Gezang 158 tot dankzeg ging: „Hoe zal U danken God, de mensch!", aanvaardde pastoor Moleman als herder dei- gemeente en voorzitter van het kerkbestuur het overgedragen geschenk, waarbij hij wees op de sfeer van ontroering en stille dankbaar heid, die allen vervulde. Wij mogen dit ge schenk beschouwen, aldus spr. als het schoon ste van het feest, dat wij gaan vieren, als het treffendste begin van de aanstaande herden king. „Zoo hebben wij nu onze luidklok, waarmede sinds langen tijd een liefste wensch is ver vuld." Pastoor Moleman bracht hierbij dank aan het comité en de helpers, het geschenk aan vaardend met de woorden: „Zoo moge ik als herder namens het kerkbestuur dezer ge- meent, maar ook namens de gemeente de luidklok aanvaarden." Spr. wees vervolgens nog op de verdere ge schenken o.a. de vloerbedekking van het al taar, waaraan vooral de Damesvereeniging „Samenwerking" bijzonder veel heeft bijge dragen, zij het ook door de gemeente daartoe in staat gesteld. De altaarruimte is geheel met een fraai, eenvoudig bewerkten parketvloer bedekt, ter wijl bijzonder mooie Smyrnaloopers op altaar- treden en communiebank het geheel een fraai cachet geven. Bovendien zijn nog een fraai bewerkt communiekleed en mooi kantwerk aan een albe (priesterkleed) ten geschenke ont vangen. Bijzonder, treffend en onder de aanwezigen was de ontroering' merkbaar, toen na het einde van de Benedictie onmiddellijk het bron zen. geschenk der gemeente in een bijzonder warmen G-toon zijn helder geluid deed hoor en. De klok werd door één der werklieden van de fa. H. A. Addicks te Amsterdam, die het stelwerk uitvoerde, geluid. Na het verlaten van het kerkgebouw bleven vele kerkbezoekers nog langen tijd de bronzen stem beluisteren. PERSONALIA Voor het machinisten-dipioma A is geslaagd de heer A. Schram, te IJmuiden. VELSEN Van autogene tot electrische lasscherij. Thans als N.V. Plaatwellerij een belangrijke industrie met 180 man personeel en een productie van een millioen per jaar. IN den volksmond heet de fabriek aan het Noordzeekanaal, gelegen onder den rook en reuk van het woonwagenkamp nog altijd de fabriek van Olie en Gonnermann, ondanks dat de naam van het bedrijf, dat in den zomer van 1913 werd opgericht door de heeren Olie en wijlen den heer Gonnermann reeds in 1919 werd gewijzigd in N.V. Plaatwellerij, welken naam het sindsdien met eere heeft gedragen. Het jaar 1938 is dus een jubileumjaar en 1 Juli wordt het zilveren feest gevierd van dit kerngezonde bedrijf, dat voor de toekomst nog zooveel doet verwachten. Hetgeen wel blijkt uit het feit, dat men het jubileum gaab vieren in een nieuwe machinehal van zulke afmetingen, dat zij de geheele omgeving be- heerseht. De directeur de heer J. D. B. Olie was gaar ne bereid ons iets te vertellen van de geschie denis van het bedrijf, dat onder zijn leiding was gegroeid tot een der belangrijkste in dustrieën in onze gemeente. In 1913 werd het bedrijf door hem en wij len den heer Gonnermann opgericht. Reeds 1 Januari 1914 werd de zaak omgezet in een naamlooze vennootschap onder den naam N.V. Hollandsche Plaatwellerij en Pijpenfa- briek v.h. Olie en Gonnermann. Tijdens den oorlog ging de heer Gonnermann in Duitschen krijgsdienst. Na den oorlog werd de heer Gon nermann om redenen van tactiek geen direc teur meer, doch werd hij als technisch advi seur aan het bedrijf verbonden. In 1919 werd de naam veranderd in N.V. Plaatwelle rij, welken naam het bedrijf ook thans nog voert. In 1927 leed het bedrijf een gevoelig ver lies door het overlijden van den heer Gonner mann. Sinds dien staat-de heer Olie niet alleen in naam, maar ook in werkelijkheid alléén aan het hoofd van de fabriek. Behalve de heer Olie is ook de president commissaris der N.V. de heer Ch. J. F. Karsten van de oprichting af aan de Plaatwellerij ver bonden. Commissarissen zijn thans de heeren E. J. Langelaar te Amersfoort, H. J. Spittuler Amsterdam en J. E. Arnhardt te Bloemen- daal. We zijn klein begonnen, aldus de heer Olie, oorspronkelijk als autogene-lasscherij, die toen nog in haar kinderschoenen stond. De carbidnood der oorlogsjaren maakte het nood zakelijk, dat men overging tot lasschen met watergas. Het bedrijf ontwikkelde zich geleidelijk; in 1918 onderging het een belangrijke uitbrei ding. Korten tijd daarna werd een begin ge maakt met electrisch lasschen en dit is nu fei telijk het hoofdbedrijf. Er zijn thans reeds 30 electrische laschmachines in bedrijf voor het vervaardigen van pijpen, ketels, tanks, chemische apparaten, ketels voor centrale ver warming, stoffilters, enz. Natuurlijk hebben we ook onze moeilijk heden gehad; die kwamen eerst in de crisis jaren, direct na den oorlog en in de jongste crisis kwamen ze weer. Maar ernstige moei lijkheden heeft het bedrijf ondervonden door dat öp een zeker oogenblik men ons van den Waterstaat kwam mededeelen, dat onze ter reinen onteigend zouden moeten worden in verband met de kanaalverbreeding. Dat was een groote strop want dat beteekende, dat we feitelijk niets konden bouwen, want niets van wat we na de aanzegging zouden bouwen, zou vergoed worden. Negen., jaar lang heeft die handicap ons werk bemoeilijkt en toen vernamen we, dat er van een onteigening niets zou komen, om dat het te duur zou worden. Deze negen jaren zeide de heer Olie waren juist jaren dat we met veel opdrachten zaten en de behoefte aan uitbreiding dus groot was. De laatste crisis deed het aantal opdrachten sterk verminderen, zoodat het aantal arbei ders zelfs tot 47 terugliep. Maar in 1936 kwam er weer een opleving en thans zijn er 150 arbeiders aan het werk en bestaat het geheele personeel uit 180 man. Onze omzet was de laatste jaren geregeld ca. f 1 millioen per jaar en de resultaten waren van dien aard, dat we gedurende den geheelen duur van de laatste crisis een zij het ook bescheiden dividend konden uitbetalen. De nieuwe fabriekshal, vertelde de heer Olie verder, zal 1 Juli in gebruik worden genomen. De hal is 46>/2 M. lang, 18 M. breed en in den nok 14 M. hoog. Er zijn twee loop kranen. De hal is voornamelijk bestemd voor het walsen van platen en het maken van lasc.hwerk, speciaal van groote werkstukken. Ook komt er een inrichting voor hydraulisch persen. Het gebouw is gemaakt volgens een eigen ontwero onder toezicht van Ir. A. H. van Rood, architect van het Hoogovenbedrijf. Het constructiewerk werd vervaardigd door Rörink en v. d. Broek te Enschedé, het bouw werk is van den aanemer P. Cupido te IJmui den, de electrische installatie van Alberts en Kluft te Amsterdam. "We vroegen den heer Olie welke belang rijke werken in den loop der jaren door het bedrijf zijn uitgevoerd. Noteert u maar: bronbemalingsinstalla- ties voor het Wilhelminakanaal en het Julia- na-kanaal, een groote gascondensor voor Glasgow, waarvoor 8 K.M. 5-duims pijp ver vaardigd moest worden, een drukwaterleiding voor de Centrale Oebroeg op Java, waarin 800 ton materiaal werd verwerkt, 100 viscose- ketels voor de Enka, honderden vaten voor het vervoeren van chloor voor de Kon, Ned. Zoutindustrie, volgens eigen ontwerp extrac tie-inrichtingen voor cacaoboter en toestellen voor vetraffinage, verwarmingsketels volgens een Deensch patent (systeem Reck) met een recente levering voor het Koninklijk Paleis te Amsterdam. In den loop van de jaren hebben we voor drie millioen verwerkt voor de Staatsmijnen en de B. P. M. We timmeren niet graag aan den weg, zoo besloot de heer Olie. Maar we hebben ge meend, dit jubileum niet zoo maar te laten voorbijgaan. En dat gebeurt ook zeker niet, want we verwachten vierhonderd menschen op ons zilveren feest. Komt u ook? Natuurlijk. En na zijn interessant verhaal toonde de heer Olie ons de nieuwe machinehal en ook de fabriek, waar de fel-sissende laschapparaten een oogverblindenden gloed verspreidden en zware walsen dikke ijzeren platen bogen en persten als of het stukjes blik waren. Twee honderdjarigen gesneuveld. Zij stonden den weg in den weg. Zooals men weet, zal de hoofdverkeersweg, die de toekomstige verbinding zal vormen tus-. schen den Amsterdamscheweg en den Sta tionsweg worden geleid achter het gemeente huis om langs de pastorie der Ned. Hervormde Kerk en verder door de weide naar den hoek bij Meervliet enz. Voorloopig zal er van den aanleg van den weg nog wel niets komen, maar met den aan leg van de rioleering, als onderdeel van het groote rioleeringsplan is, zooals wij reeds heb ben gemeld, dezer dagen een begin gemaakt. Ter plaatse waar de rioleering den Driehui- zerkerkweg kruist staat een rij linden en het werk maakte het noodig, dat twee daarvan werden omgehakt, hetgeen inmiddels is ge schied. Het waren een paar flinke knapen, nog kerngezond, ondanks hun leeftijd, die volgens deskundigen meer dan honderd jaar moet zijn geweest. Er zullen voor den aanleg van dezen weg nog wel meer slachtoffers moeten vallen, im mers is de weg geprojecteerd over een punt van het voormalige Meervliet, waarvan dus wel een gedeelte onteigend zal moeten worden. Voorts staat ook de prachtige beuk nabij de pastorie den weg in den- weg, maar dezen ko los zal men kunnen sparen door den weg er omheen te bouwen d.w.z. het fietspad aan den eenen, den rijweg aan den anderen kant te bouwen. Er zal hier en daar nog wel eens een boom pje moeten sneuvelen, voordat de nieuwe weg aangelegd kan worden, maar hier is het zwaarst wat het zwaarst weegt en' dat is de bedoelde verbindingsweg, die er komen moet omdat het Oostelijke deel van den Stationsweg in verband met de plannen voor de verbloe ding van het Noordzeekanaal zal moeten ver dwijnen. Weer 64 werkloozen minder. Sedert verleden jaar daalde het aantal werkloozen van 2000 op 1804. Het aantal werkloozen in de gemeente Vel- sen bedroeg op: 18 Juni '38. 19 Juni '37. Bouwvakarbeiders 241 337 Metaalbewerkers 155 194 Houtbewerkers 22 23 Landarbeiders 35 28 Havenarbeiders 80 94 Visschers 336 396 Kantoorbedienden 25 43 Losse arbeiders 609 556 Overige beroepen 267 263 Mannen boven de 18 jaar: 1743 1934 Mannen onder de 18 jaar: 46 38 Vrouwen boven de 18 jaar: 12 14 Vrouwen onder de 18 jaar: 3 14 Totaal werkloosheid: 1804 2000 Het aantal werkloozen was dus 196 mindt dan verleden jaar. Sedei:t de vorige wee( daalde het met 64.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 1