Ki tb V" Hetkampl even voor den modernen mensch Trekkamp of vastkamp. Scheveningsch Notitieboek. madkt gedichten Litteraire Kantteekeningen. op sLot 11 Nederland's schoonheid achter prikkeldraad. AMPEEREN ls geschikt voor jonge menschen en voor ieder die over een jeugdig "hart beschikt. Gelukkig maar dat men op verschillende wijzen kan kampeeren, anders zou het jeugdige hart er dikwijls alleen op uit gestuurd moeten worden, daar het bijpassend lichaam geen kans zou zien het op zijn overmoedige tochten bij te hou den! hr„een sUppertfe rond den Mont Blanc..,* Misschien maakt het toch nog wel eens een slippertje b.v. per voet-trektocht rond den Mont-Blanc, terwijl zijn eigenaar rustig in een knus veertiendaagsch kamp in Zuid- Limburg huistWie weet? Maar waarom zou men zich met een grootsch opgezette reis sterker gaan ver moeien dan gezond is? Indien men overver moeid raakt kan men immers toch niet meer genieten van den tocht? (Tenzij men hem uit sluitend maakt om later te kunnen vertellen hoe ver, hoe moeilijk en hoe zwaar het was!). Indien men dus wil gaan kampeeren, is het noodig zich van te voren goed rekenschap te geven van zijn eigen krachten en gezond heid. Het idee veertien dagen lang met rug zak en sportpak door onbekende streken te dwalen is zoo verleidelijk nietwaar?, we zien ons zelf al dwalen door berg en dal, langs bosch en beemddie rugzak went wel, denken we. De praktijk is anders. Zelfs indien men zich bij het meenemen van bagage beperkt tot het uiterste minimum, wordt het bij elkaar toch nog zwaar voor hem of haar die niet gewend is iets op rug en schouders rond te dragen. Na eenigen tijd schijnt de zak met lood ge- vuld te zijn, de schouders raken verlamd door de pijnlijke knelling. En dan zijn er de .voeten. Hoevelen van hen, die er op uit willen trekken zijn gewend een flink aantal kilometers per dag te loopen? De voeten, knieën en heupge wrichten worden door het loopen en het extra gewicht van den rugzak weldra stijf en pijn lijk, terwijl de voethuid stuk gaatIn het geval men een voet-kampeertocht wil gaan maken en het de bedoeling is om er werkelijk van te kunnen genieten, dan moet men zich van te voren trainen door flinke wandelingen te maken, wat voetgymnastiek te doen dergelijke dingen meer. Op de fiets. O" ET trekken per fiets heeft boven loopen ULJL direct dit groote voordeel: men kan veel meer bagage meenemen. En gaat men naar bergachtige streken, waar men voor een groot gedeelte naast de fiets wandelt, dan draagt de tweewieler toch de gage, en behoeft het ge voelige vel op je schouders dit niet te doen! Met de fiets ben je aan de wegen gebonden, dat is jammer, maar aan den anderen kant kun je, wanneer je je fiets bij je hebt, gemak kelijk eens een paar dagen op een mooie plek ver van dorp of stad blijven, met de fiets ben je daar snel genoeg om wat boodschappen te halen. En indien je eens een dag flink door trapt, kun je een geheel andere streek bereikt hebben. Per auto. TH) EGENEN die met auto en tent er op uit JL/ trekken, kunnen zich natuurlijk de groot ste gemakken verzekeren: een ruime tent, luchtmatrassen, veldbeddenhet brave benzineros draagt het wel. En ook brengt het de kampeerder in een wip naar verre oorden, die men op andere wijze waarschijnlijk nooit zou zien. Maar de snelheid van de auto heeft ook een nadeel: heel veel schoons van het landschap waar men door komt blijft onge zien, ook al door het gesloten zijn van den wagen. Maar zelfs als men met een open wagen reist, ziet men als men zich om bekende" biedt en men er meestal gemakke lijker een plaats voor kampopzetten vindt vreemd gebied aandurven. Bovendien is een goede cano vrij kostbaar en er kunnen per boot hoogstens twee personen mee. Maar hoe heerlijk is niet het leven op het water! Even als de voetganger diep verscholen plekjes in bosch en berg kan ontdekken, zoo sluipt de cano door de meest eenzame vaargeulen in de rietvelden van een meerelk landschap verkrijgt van het water af gezien dubbele schoonheid. Een vast kamp. TPT ET trekken met zijn ongewis en tamelijk ■ajl- vermoeiend karakter is eigenlijk alleen geschikt voor de sportievelingen van 't aard rijk. De luiere of mooier gezegd de bezadigde menschen' zullen waarschijnlijk meer voor een vast kamp voelen. En misschien hebben zij toch niet zoo geheel ongelijk, want zij zullen althans meer rust vinden, echte rust, waar aan we aan het einde van een werkjaar zoo dringend behoefte kunnen hebben. Hij die trekt, vindt het avontuur, hij die in het vas te kamp verblijft, vindt de rust en de ont spanning. Niet alleen de lichamelijke in het luie zonnebad maar ook de geestelijke door het onwillekeurig luisteren naar de vreed zame natuur. De vastkamper zonder fiets of ander ver voermiddel is gedwongen tamelijk dicht bij de bewoonde wereld te verblijven, wil het fou- rageeren niet te moeilijk worden. De fiets is daarom wel heel practisch; ze neemt in het kamp niet te veel ruimte in en een ieder kan er desgewenscht alleen op uit gaan. Het trekkamp INDIEN men met een kleine groep een trek kamp begint, speelt de bagageverdeeling een rol. De voettrekkers hebben uiteraard al leen den rugzak als bergruimte, veel valt hier dus niet in te deelen. Bij de fietsers is dit an ders en dezen zullen heel wat kunnen bergen, indien zij gebruik maken van de bekende tasschen naast bagagedrager en balhoofd. deze tasschen geven niet alleen een groote, eenvoudige en waterdichte bergruimte, zij brengen ook het zwaartepunt van de bepakte fiets lager, iets wat bij het rijden zeer prettig is, terwijl de bagagedrager vrij blijft voor lich tere dingen. Aan te bevelen is om alle keuken gerei bij elkaar in tasch of mand te houden, men heeft bij het gaan koken dan alles da delijk bij elkaar. Voor autobezitters is het bagagevraagstuk niet groot, cano's daarente gen zullen moeten zorgen alle kampvoorwer- pen van het allerlichtste materiaal te kiezen en ook zullen zij zich bij het meenemen van voorwerpen moeten kunnen beperken. Waar gaan we heen? r AAR zullen wij ons vast kamp bouwen, waarheen zal onze kamptocht gaan? Blij ven we in ons eigen land, gaan we naar het buitenland? Veel factoren zullen bij het be palen van deze keuze meespreken: de reis naar het buitenland duurt langer en is kost baarder dan een reis in Nederland en men moet zich in de taal van het vreemde land verstaanbaar kunnen maken. Daar tegen over staat dat het buitenland „het geheel on- klaps zeer terughoudend en wantrouwig blijkt. Laten we dan niet vergeten dat men dikwijls door politieke strubbelingen of smokkelarij op zijn hoede geraakt is voor vreemdelingen, en ook wel verknoeiden zwervers of vorige trek kers door slecht gedrag de kans voor ons. Veel invloed ten gunste heeft in een dergelijk ge val het tijdelijk in bewaring geven van de reispassen en (of) de lucifers. Men bespeurt dan onzen goeden wil en het ijs is weldra ge broken. Een tweetal artikelen, die men op zijn toch ten niet mag vergeten zijn: een zakje met naaigerei en een doosje eerste hulp-artikelen. Meestal blijkt het dat men deze dingen niet noodig heeft, maarmen moet in staat zijn zichzelf te kunnen helpen, indien zulks noodzakelijk is. En nu maar vol goeden moed den wijden zomer in! MACHTELD DEN HERTOG. „...een dreigend verboden toegang..." dan in ons druk bevolkte landje, waar je dik wijls voor een dreigend „verboden toegang' samen met venijnig prikkeldraad terecht komt! Wil men in Nederland de plekjes even wel zoeken (er zijn er nog genoeg) dan be hoeft men werkelijk niet naar het buitenland te gaan om schoonheid te vinden. Naast woes te bergbeken of steile rotsen zul je hier in- Holland je tent niet kunnen opslaan, maar wel op plekjes aan het water op een stuk land van een speciale lieflijkheid en charme als juist Nederland ze vertoont. Om een beter klimaat te vinden behoeft men ook niet naar het buitenland te gaan: vooral in bergachtige streken valt, evenals in ons land, nogal eens regen, waarbij het niet gering koud kan zijn. En regen is overal nat" Of men zou om warm zomerweer te vinden Italië of de Rivièra moeten bezoeken, maar zelfs daar schijnt men tegenwoordig geen gepatenteerd stralenden zomer meer te kun nen leveren! Is het aan te bevelen er maar op uit te trekken zonder een vast plan te maken? In dien men een terrein ongeveer kent en men dus begrip heeft van afstanden enz., dan is een zwerftocht zonder vast plan buitengewoon charmant. Komt men in of door geheel on bekend gebied, dan verdient het aanbeveling van te voren op de kaart de route uitgepuz- zeld te hebben, wil men zich narigheid be sparen. Het plan mag evenwel nooit hoofd zaak worden in dezen zin, dat men niet het koste wat het wil het thuis voorgenomen aan tal kilometers per dag aflegt. Men moet soepel kunnen zijn, durven afwijken van de vastge- 1 stelde route indien dit noodzakelijk of leuker lijkt. Het plan is een kleine hulp om den tocht te doen slagen, we reizen niet om het plan af te werken! Het toestemming vragen voor kampopzetten heeft vrijwel altijd succes. Toch kan men in i het buitenland door streken komen, vooral dicht bij de grenzen, waar de bevolking eens- COLPORTAGEVERBOD TE ZANDVOORT. ORDEVERSTORINGEN MOGEN NIET MEER PLAATS HEBBEN. De gemeenteraad van Zandvoort heeft een voorstel van B. en W. aangenomen, waar bij het voortaan verboden wordt in Zand voort zoodanig te colporteeren, dat de orde verstoord wordt. Dit naar aanleiding van relletjes, die een paar weken geleden op Za terdagavond hebben plaats gehad. Scheveningen is in volle fleur. En in volle werkzaamheid. Wanneer ge het van den bad gastenkant bekijkt is het in volle fleur van feestelijkheid. Gezellige hotels, gezellige bad gelegenheid, gezellige terrassen en allerlei gezellige cabarets en dancings. Wanneer ge het van den exploitatiekant beziet is het in volle werkzaamheid. Met als centrum de kan toren in het Kurhaus waar de directie van de Exploitatie-Maatschappij Scheveningen werkt Ls Scheveningen een reusachtige fa briek. Een fabriek met vroolijkheidsmachines en kunstmachines en logeermachines en eet- machines. Een fabriek met honderden werk lui en tienduizenden klanten, Klanten die naar een goed-Amerikaansch zaken- spreekwoord koning zijn. En vooral: ko ningin. De koningen gelooven het wel. Die zijn al lang blij wanneer ze ergens rustig in de zon mogen zitten. Maar de koninginnen zijn veeleischend. Die moeten alles in de puntjes hebben. Die moeten dansen en om Louis Davids lachen en tot diep in den nacht in het Palais de Dance naar de jurken van andere koninginnetjes zitten kijken. Enfin, en dan moeten de koningen vanzelf wel mee. En Scheveningen-het-werkzame zorgt voor Scheveningen-het-fleurige. 't Is allemaal keurig in orde. Er is een massa te doen; Op allerlei gebied. Koning Klant is bést tevre den. DE WERKLOOSHEID HAARLEM. TE NOG WEINIG VERANDERING. Het aantal werkloozen te Haarlem is op dit oogenblik weer. heen en weer aan het schom melen. De afgeloopen week gaf een vermeerdering van 17 (zelfde week van het vorige jaar 10 meer). Het aantal werkloozen te Haarlem is thans 5041, dat is 176 minder clan op denzelfden tijd van 1937 en 1029 minder dan in 1936. AMSTERDAMSCHE AARD APPELMARKT Aanvoer: 314000 K,G. Prijzen onveranderd. AMSTERDAM 27 Juni 1938. Ter Veemarkt waren heden aangevoerd: 457 vette koeien, waarvan de prijzen wa ren: le kw. 7479, 2e kw. 6270, 3e kw. 4060 per K.G. slachtgewicht. 90 Melk- en kalfkoeien 200—275 per stuk. 79 Vette kal veren: 2e kw. 5260, 3e kw. 4450 per K.G. levendgewicht. 115 Nuchtere kalveren 711 per stuk. 57 Schapen 2530 per stuk. 35 Lam meren 1012 per stuk 468 Varkens: vleesch- varkens, wegende van 80110 K.G. 61- zware varkens 5960, vette varkens 5658 per K.G. slachtgewicht. Aangevoerd 2 wagons geslachte runderen uit Denemarken. „...slechts een groote stofwolk..." draait om snel nog even naar iets aardigs te kijken in de meeste gevallen slechts een groote stofwolk. -rj-p Met de cano. it^N dan kan men trekken met de cano. Deze wijze van kampeeren zal wel tot eenige uitverkorenen beperkt blijven, want men dient in en op het water zich wel voikomen thuis te gevoelen, wil men per cano een tocht in Jan. H. Eekhout. Warden, een koning. Nijkerk C. F. Callenbach. De Maatschappij voor Nederlandsche Let terkunde heeft onlangs den Van der Hoogt- prijs, ingesteld ter aanmoediging van jonge letterkundige kunstenaars, voor dit jaar toe gekend aan S. Vestdijk voor zijn roman „Het vijfde zegel". Als tweede kwam voor de be kroning in aanmerking dit werd er spe ciaal bij vermeld Jan H. Eekhout voor het boek „Warden, een koning" waarover wij vandaag komen te spreken. Het begrip „jong" heeft zich de laatste ja ren gewijzigd. Voor velen staat de man van veertig tegenwoordig nog in de kinderschoe nen, hetgeen buitengewoon prettig is voor de lieden van zestig en daarboven, doch voor de zen niet geheel vrij van kiemen van eenige kleine teleurstellingen. De oude Leidsche maatschappij beschouwt in ieder geval thans kunstenaars van veer tig, als jonge letterkundigen, die een aan moediging gebruiken kunnen. Vestdijk is veertig, Eekhout bijna even jong. De eerste heeft reeds nu een machtige, prachtige plaats op het baleon der Neder landsche letteren, zoodat zeker voor hem de onderscheiding eer een bekroning dan een aansporing beduidt. Het zijn opmerkingen door anderen reeds bij de toekenning van het eeremetaal van duizend zilverlingen gemaakt, en dat wel zonder op de uitzonderlijke verdiensten van den gelukkige eenigen inbreuk te willen ma ken. Ze werden door weer .anderen ontze nuwd met de verwijzing naar het huns in ziens vaststaande feit dat er geen veel be lovende schrijvers van tusschen twintig en dertig zijn aan te wijzen. Wij laten hier een dusdanig debat liever voor wat het is en vertellen eer iets van Warden, die een koning was. Zijn rijk zal men weer vinden in het gebied waar Jan Eekhout ons al meerdere malen heeft bin nen geleid: het vasteland van Zeeland met zijn omgrenzing van water en schorren. Die schorren, uitgestrekte, weinig vruchtbare gronden, aangeslibt daar waar vroeger de monding van het Zwin moet geweest' zijn, vormen Warden's onbetwist koninkrijk. Hij Woont er alleen, met zijn gezin, met vader en moeder eerst, met de vrouw later, en hoedt er de schapenkudde van den grootboer op het Hollandsche gebied. Zijn schorren zijn een soort Niemandsland, waar geen mensch hem stoort of hem be velen kan. Van ouder op ouder zijn zij her ders op de schorren geweest en als het voor jaar komt is hun geen land zoo prachtig als hun ontoegankelijk gebied, waarvan zij ieder kronkelpaadje, elk weggetje kennen. En zoo als Jan Eekhout ons hun leven vertelt doen zij ons aan die oud-testamentische herders denken, die koningen waren als zij. In de nabije, dorpen, over het water, waar ze zich zelden vertoonen, is men schuw van ze, om hun afzondering, om hun kracht ook die eenzaamheid te kunnen en te willen dragen. Ze gaan nimmer ter kerk. maar zijn in eigen huis vol vroomheid, oprecht en onvoorwaar delijk gelovend in Het Woord. Krachtmenschen zijn het, deze vader Ward en zoon Warden uit het geslacht der Versae- felts. Prachtig vertelt Eekhout in den aan vang den dood der oude moeder, een haast ongeloofelijk sterk sterven in volle zeker heid. Hoe zij na een rustig afscheid den vader wegstuurt, omdat zij den zoon nog wat te zeggen heeft en dezen, een groot en sterk man reeds, eenvoudig opdraagt zich een vrouw te nemen. Er zal er eene tot hem ko men, eene die ze in haar laatste uren in den geest gezien heeft al weet ze niet van waar en hoe ze op de schorren belandde. En Warden belooft, opdat Moeder tevreden ster ven zal. Niet lang daarna verongelukt een dronken scharesliep in het moeras tusschen de schor ren, nadat hij, aangezet door stroopers, een schuilhut van Warden heeft in brand ge stoken. Als Warden zijn lijk vindt, waakt daar in den nacht een vrouw bij: het is Wanna, de nicht van den slijper, die met hem meetrok door Vlaanderen en den wagen sleepte. De beide herders helpen haar het lijk bergen en verleenen haar onderdak. Wanna zal Warden's vrouw worden en Moe- der's visioen tot werkelijkheid geraken. Dat gevoelt de lezer spoedig genoeg. Maar de na tuurlijk-eenvoudige, kuische en onbevangen wijze waarop zich dat geval ontwikkelt, is wel heel mooi en zuiver door den schrijver ge steld. Er is iets machtigs in hun liefde, die op Het Woord door den ouden vader geze gend is, ipaar hun echt blijft kinderloos, wat door Warden als een beproeving erva ren wordt. Hij toch doodde een witten vogel,' een martelaar, die zijn schaap beloerde, en strafte zijn broer te scherp, die het Wanna lastig maakte. Dan, eindelijk de verlossing, als Wanna hem de geboorte van een kind kan aankondigen. Warden is een mooi, een sterk boek. Zoo als Warden en Wanna het land en hun leven daarin doorvoelen en er uit genieten, kan een sproke schijnen, maar dan toch een sproke van oerkracht en zuiverheid. De oer kracht die eenzaamheid overwint en met de natuur één wordt, doet evenals sommige beschrijving der hem toevertrouwde landen aan Alphonse de Chateaubriand's Brière den ken. Ontdaan van zijn Calvinisme zou Warden een schepping van den schrijver van Mon sieur De Lourdines kunnen zijn. Maar wij willen Warden van niets ontdoen en nemen hem zoo als hij is: een eerlijk, gaaf kunst werk. Ja. heusch, er JEgsnHSBraA zijn automobilisten, die hun wagen niet H fjtt&S afsluiten als ze hem onbeheerd laten' staan I Ideaal, zooietsvoor los' loopende Jongens om zoon auto even te „leenen"' voor 'n „vrooliiken avond 1" En wat erop volgt Politie rechtbankII Brengt hen niet in verleiding: sluit uw auto af 11 Johannes Tielrooy. Panorama de la Littérature Hollandaise. Paris. Editions du Sagittairc. Daar moet bij den beschaafden Fransch- man een intense begeerte bestaan zich met de letterkundige kunst aller volken bezig te houden; er althans een vogelvluchtigen blik op te werpen. Anders immers zou de Sagit- taire zijn Panorama's niet gebouwd hebben, waarin men met het oog een rondvlucht ma ken kan door de letterkunde der groote vol ken niet alleen, doch ook door die der Fin nen, der Bulgaren en der Tsjechen, terwijl die ronde tempels voor de kunst der Roe- meniërs der Portugeezen, der Lithauers zelfs reeds „en préparation" zijn. Vlak na de lit teraturen der groote naties volgde de Hol landsche en voor den bouw van het Pano rama kon men in dit geval moeilijk beter architect vinden dan onze vroegere stadge noot Prof. Tielrooy blijkt te zijn. Keurig sty list en nauwgezet werker en daarbij ook van het Hollandsch letterkundig leven even op de hoogte als van het Fransche, was hij aan gewezen hier een geslaagd bemiddelaar te zijn. Al vergelijkt hij zijn arbeid eenigermate met een uit te brengen rapport, hij omgaat daarvan de dorheid door niet overal den eigen sympathieën het zwijgen op te leggen. Zoo zal het allicht zijn serieusen Franschen lezers niet ontgaan dat de groep, door hem paganisten betiteld, hem minder na aan t hart ligt dan een Vestdijk of een Dirk Coster, om even bij de tijdgenooten te blijven. Die kleine nuances in de waardeering maken de lectuur ook voor ons, Hollanders, een boeien de bezigheid. Wel hadden wij in Van Leeu- wen's Drift en Bezinning een Panorama voor eigen gebruik en het lijkt wel waarschijn lijk dat Prof. Tielrooy ook daarin wel een enkelen blik geworpen heeft, maar de in deeling van dit Fransche gebouw verschilt belangrijk van het Hollandsche en het is er uiteraard minder vol en door meer select publiek bevolkt. Een aardig slothoofdstuk wijdt Tielrooy aan de maatschappelijke positie van den let terkundigen kunstenaar ten onzent. Hij stelt die nu niet direct benijdbaar voor en zal derhalve te dien opzichte geen jaloezie aan de oevers der Seine opwekken. En dat kan voor die Hollandsche schrijvers zelfs nog wel baat brengen. Want een werk als dit door Tielrooy verricht is uitstekend geëigend om sommige Fransche uitgevers op Holland- schen arbeid opmerkzaam te maken, die in Fransche vertaling succes zou kunnen be loven. Waardoor de schrijver zich naar twee zijden zou hebben verdienstelijk gemaakt. Van Maurits Dekker verscheen het derde en laatste deel van zijn Oranje-trilogie (bij Querido's Uitg. Mij., Amsterdam). Roman 307 pag. Nieuwe vértalingen: Kurban Said. Ali en Nino, Roman. 318 pag. speelt aan de Kaspische Zee. Vertaald (uit het Duitsch?) door W. A. Fick Lugten. Am sterdam. Van Holkema en Warendorf N.V. Nora K. Smith. Zij was en bleef een vreem de. Roman 367 pag. Vertaler ongenoemd. Utrecht. Bruna's Uitg. Mij. Philip Gibbs. Volken van één stam (Blood relations). Uit het Eng. door R. Nestel. Ro man 480 pag. Haarlem, Tjeenk Willink. Jarl Heminer. Branding rond den toren. Roman 322 pag. Uit het Zweedsch door Ch. G. Behrens. Baarn Holiandia Drukkerij. J. H. DE BOIS. Deze week heeft Scheveningen er een slor dige tweeduizend klanten bij gekregen: Het Wegencongres. Ik heb de stapel prae-advie- zen voor dat congres, dat in zes gescheiden secties vergadert, gezien. Een klein torentje. Enorm, wat er op zoo'n congres omgaat. De Weg an und für Sich; de Weg qualitato qua is dan ook maar niet eventjes een allerbe langwekkendst verschijnsel! De Weg, dat is vervoer, snelheid, reizen, vermaak, autootjes, fietsen, voetgangers, tanks, vrede en oorlog, handel en haast, benzine en olie kortom: zonder weg was alles weg. Daarom ls het Wegencongres sociaal, economisch, geogra fisch, commercieel, militair en nog in een handjevol opzichten meer van het grootste belang. Voor Scheveningen is het vooral com mercieel van belang, 't Klein rekensomme tje: 1 congresganger verteert gemiddeld f 15 per dag; 2000 congresgangers verteren ge middeld f 30.000 per dag. En 2000 congresgan gers verteren dus in zeven dagen 7 maal f 30,000, dat is een slordige twee ton. Terschelling heeft zijn Karimata; Scheve- gingen heeft zijn Wegencongres. En Scheve ningen heeft door het Wegencongres zijn veeltaligheid. Men zegt: twintig verschillende talen. Je hoort talen waarvan je niet begrij pen kunt dat de menschen, die ze spreken, ze zelf verstaan kunnen. Vanmiddag op de Pier zaten twee heeren naast mij te babbelen. Twee kroesharige, gitzwartoogige heeren. Dat babbelen was hikken en slikken en pruttelen en brabbelen. Het was Irakeesch, of Ira- kaansch, of Irakisch. Maar die beide Ooster- sche heeren begrijpen op hun beurt nu weer niet, hoe wij dat rare Nederlandsch kunnen verstaan. Zoo heeft, alles zijn keerzij. In het Palais de Danse treedt een dikke Russische meneer op. Hij spreekt slecht doch goed-verstaanbaar Fransch. Hij heet Skar- jinsky. En hij is zeer geestig. Meneer Skar- jinsky is zoo geestig dat hij op iedereen, die rond den dansvlonder zit, zoo maar een ty peerend gedichtje uit den mouw van zijn smoking schudt. Hij zegt in die geïmporteer de gedichtjes heel brutale dingen. Met daverend succes. De dames en heeren vinden het reuzeleuk. „Wanneer ik het zelfde in het Hollandsch zou zeggen", verzuchte Louis Davids „dan zou ik er vanwege mijn brutali teit zoo uitliggen." Ik geloof dat Louis Davids gelijk heeft. Maar de dames en heeren zeggen dat de din gen in het Fransch veel aardiger klinken. Ik geloof dat de demes en heeren ongelijk hebben en dat de dames en heeren zich ver beelden dat de dingen, de brutale dingen, in het Fransch voor een Franschman veel aar diger klinken dan voor een Nederlander in het Nederlandsch. Hoe dan ook: de dikke heer Skarjinsky heeft succes. En het Palais de Danse heeft er succes mee en spint er zijde bij. De dames en heeren van het Wegencongres zitten avond aan avond in het Palais de Danse. Wie congresseert krijgt dorst. En wie dorst heeft drinkt champagne en whisky (ten minste wanneer men wegencongressist is). Dus heerscht er avond aan avond een cham pagne- en whisky-stemming in het danspa- leisje, die gedachten aan de voor-malaise- jaren oproept. En ook gedachten aan die wondere wereld van ons. Die dwaze Aarde. Waarop in China en Spanje, in de hitte van de loopgraven, tienduizenden naar een slok water snakken en waarop in Scheveningen... laat ik maar niet wijsgeerig gaan worden. We krijgen een wereldfilmbal op Scheve ningen. Een wereldfilmbal; dat is: een bal waar wereldberoemde filmsterren zich zullen vertoonen aan hun poovere aanbidders en aanbidsters. Er zijn vijftig namen van sterren genoemd die wellicht persoonlijk komen schitteren. Mariene en Sonja Henie en Harry Baur en Hans Albers en Willy Fritsch. Er zul len er op het laatste oogenblik wel een paar afvallen. Maar niettemin: men zal voor z'n f 7,50 entrée voldoende desillusies te dragen krijgen. Ik heb, in Parijs, eens vlak naast Mariene gezeten. En dus weet ik hoe de film- schoonheid in de werkelijkheid tegenvallen kan. Ik wed dat Hans en Harry en Willy en Sonja zonder het aureool der Jupiterlampen ontzettend zullen tegenvallen. Alles wat me chanisch en gereproduceerd, zoo prachtig is valt in de naaktheid der tastbare werkelijk heid tegen. Moet u maar eens hooren hoe vorige week hier in het Kurhaus het optreden van Tino Rossi is geweest! 't Moet erbarmelijk geweest zijn. Tientallen menschen zijn in de pauze weg- geloopen. Schijn en wezen zijn twee. Dat is een oude maar daarom niet minder ware waarheid. Mr. E. ELIAS. EXAMENS. Geslaagd voor diploma b van het machi nisten examen, le gedeelte: G. A. Loorbacri te Haarlem. EINDEXAMEN „DA COSTA KWEEKSCHOOL" Geëxamineerd 6 candidaten. Geslaagd de dames: J. F. J. Baas en P. Frederiks te Heem stede, A. G. Bruins, J. Capelle en J. C. Engel- geer te Haarlem, B. van der Horst te Sant poort. Afgewezen; geen candidaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 7