KORT VERHAAL
Nederlandsche Mij. tot Bevordering
der Geneeskunst.
Openingsvlucht
naar Australië
volbracht
Hoofdbestuur en afgevaardigden ter
89ste Algemeene Vergadering
officieel op het Stadhuis te Haarlem ontvangen.
Toespraak van den Burgemeester
Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk.
HAARLEM Dinsdag.
Gistermiddag om halt' vijf werden de leden
van het hoofdbestuur van de Nederlandsche
Maatschappij tot Bevordering der Genees
kunst en de afgevaardigden ter 89ste alge
meene vergadering van deze maatschappij
welke momenteel in Haarlem wordt gehouden
officieel door den Burgemeester van Haar
lem Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk
ten Stadhuize ontvangen.
De wethouders A. G. Boes, W. J. B. van
Lïemfc, M. A. Reinalda, E. v. d. Wall en de ge
meente-secretaris de heer Th. A. Wesstra
waren mede bij deze officieele ontvangst
aanwezig.
De burgemeester heette den voorzitter van
de Ned. Mij. tot Bevordering der Genees
kunst, het bestuur en de afgevaardigden ter
algemeene vergadering, welkom.
Wij verheugen ons er over, aldus spr. dat
de jaarvergadering van uw Maatschappij te
Haarlem wordt gehouden, dat een gezelschap
van mannen en ook vrouwen als gij
die in onze maatschappij zulk een belangrijke
plaats innemen op wetenschappelijk, zoowel
als op sociaal gebied thans hier vereenigd is
en dat wij deze gelegenheid kunnen aangrij
pen om eens uit te spreken welk een waar
deering wij hebben voor, en welk een dank
wij verschuldigd zijn aan uw stand en hoezeer
wij beseffen welk een belangrijke plaats uw
arbeid inneemt in het raderwerk onzer maat
schappij.
Want gij geneesheer staat ons terzijde van
de wieg af tot aan het graf. Op het oogen
blik dat wij onze intrede doen in dit onder-
maansche zijn de zwakke en ongearticuleerde
kreten waarmede wij ons dan aan u voorstel
len tevens een ontroerend beroep op uw er
varing en kennis om dit broze hulsel te be
schutten tegen de vele gevaren die het hier
op aard besluipen. En od het oogenblik dat
wij de oogen voor eeuwig zullen sluiten staat
gij weer naast ons en wanneer uw kunst zich
moet buigen voor de beschikkingen van den
Almachtige, dan zijt gij het die ons laatste
lijden komt verzachten.
En op de levensweg die tusschen die
beide oogenblikken besloten ligt, wie onzer
is er die zeggen durft: „ik heb dien dokter
niet noodig". Al is ons gestel nog zoo robust
dan zijn de risico's van bedrijf en verkeer er
nog die ons elk oogenblik bedreigen en die u
dag en nacht bereid vinden als de barmhar
tige Samaritaan ons naar een veilige
plaats te voeren en te verplegen. In uw
functie als keurende arts helpt gij ons aan
het pensioen of de schadevergoeding waar
we recht op hebben of voorkomt gij dat de
maatschappij en wij zelf schade lijden door
dat ons werk opgedragen wordt dat boven
onze lichamelijke krachten gaat.
Uw voorzitter stelde mij in de gelegenheid
om kennis te nemen van de rede waarin hij
kort geleden een overzicht gaf van de ont
wikkeling uwer maatschappij. Daarbij werd
ik getroffen hoeveel strijd en meeningsver-
schil er geheerscht heeft omtrent de wijze
waarop uw maatschappij haar doeleinden be
hoort na te streven. Het past mij niet deze
te analyseeren, laat staan te critiseeren. maar
één zinsnede sprong mij daaruit als met lich
tende letters geschreven tegemoet en dat was
de overweging welke uwe algemeene vergade
ring reeds in 1902 uitsprak
„Het optreden tot bevordering en zoo noodig
verdediging der maatschappelijke belangen
van de geneeskundigen in Nederland, althans
voor zooverre deze belangen niet in strijd
zijn met het algemeen belang".
Deze restrictie zoude ik wel tot voorbeeld
willen stellen aan elk organisatie, aan eiken
•bond die groepsbelangen behartigt, ja, ik
zou haar als een „conditio sine qua non" wil
len stellen voor het verkrijgen der Konink
lijke goedkeuring op hun statuten.
Uw stand, het uitoefenen van uw beroep
wordt door de Wet beschermd en een dege
lijke wetenschappelijke voorbereiding wordt
van u geëischt vóórdat de uitgebreide be
voegdheden welke de wet u toekent u worden
verfeend en dat is ongetwijfeld goed voor u
en voor ons. Maar gij weet het zelf dat ken
nis alleen niet den goeden dokter maakt.
Daarvoor zijn persoonlijke en zedelijke quali-
teiten noodig die geen universiteit en geen
theoretische of practische scholing u kan bij
brengen. En die toch voor den patiënt even
broodnoodig zijn als deze kennis zelve. Want
als wij u aan ons. ziekbed roepen dan ver
langen wij bovenal dit eene, dat wij er
iemand zien verschennen dien wij vertrouwen
kunnen, die de grenzen van zijn eigen kun
nen beseft en durft erkennen, die ons goeden
en eerlijken raad geeft ook in de materieele
of sociale moeilijkheden die het ziekbed bijna
steeds vergezellen.
De vele satires en parodieën waarbij in alle
tijden de dokterstand gehekeld is op het
tooneel of in het witzblad beteekenen in den
grond niets anders dan dat wij er naar
snakken om een dokter te hebben dien wij
kunnen vertrouwen en waar wij tegen opzien.
En ik kan er gelukkig persoonlijk van getui
gen hoe groot de zegen is om in de .tijden als
er gestreden moet worden om het leven van
wie ons lief zijn, te weten, dat aan dat ziek
bed een man staat aan wien men dien strijd
toevertrouwt omdat men het volle vertrouwen
heeft niet alleen in zijn kennis maar ook in
zijn toewijding en in zijn zedelijke persoon
lijkheid.
Ook op dat gebied heeft uw maatschappij
een belangrijke taak en de wetenschap dat
gijzelve u ook aangordt om het zedelijk peil
van den geneeskundigen stand hoog te houden
geeft u recht op onze waardeering.
Ik wil dezen welkomstgroet niet beëindigen
zonder een woord te wijden aan den medicus
ambtenaar, een species van uw genus waarvan
aantal en beteekenis zoo sterk zijn gegroeid.
Moeilijke combinatie die het vereenigen van
uiteenloopende qualiteit in één persoon ver
langt. Maar onmisbaar bij de huidige struc
tuur van onze maatschappij, waar zoovelen
ook hierin van overheidswege de helpende
hand moet worden toegestoken. Het afwegen
van de belangen van 't individu dat hulp be
hoeft en die der gemeenschap op wie de totaal
som dezer hulp een bijna ondragelijken lasl
legt is dikwijls een weinig benijdenswaardige
taak en met bewondering constateer ik
ook uit eigen ervaring hoe ook voor deze
taak uit uwe gelederen mannen zijn voort
gekomen die deze specifieke taak op hoog
staande en bekwame wijze vervullen.
De burgemeester besloot met de maatschap
pij een voorspoedige toekomst toe te wen-
scben.
Dr. L. C Kersbergen spreekt.
Dr. L. C. Kersbergen, voorzitter van de Ned
Mij. tot Bevordering der Geneeskunst dankte
den burgemeester voor zijn vriendelijke
woorden.
Dr. Kersbergen wilde er in dit oude stad
huis aan herinneren dat het dateert uit een
tijd, waarin Haarlem's beteekenis die van
Amsterdam overtrof. Jammer dat er uit dien
tijd geen medische gegevens overgebleven
zijn; ware het zoo, onze regelingscommissie
zou ze beslist verzameld hebben. Deze com
missie heeft echter wel uit lateren tijd histo
rische gegevens verzameld. Deze zijn thans in
het Frans Hals Museum tentoongesteld.
Haarlem heeft weliswaar geen Boerhaave
opgeleverd, doch ten tijde dat deze groote fi
guur leefde zal Haarlem wel belangrijke fi
guren op heelkundig gebied gekend hebben.
Spr. herinnerde aan de oprichting van de
medische school in Haarlem en later het Col
legium Medicorum. Aan het eind van de vorige
eeuw gaven Benjamin Jan Kouwer en Wes-
De Dertiende.
door J. POTAPEINKO.
Deze gebeurtenis, die hier verhaald
wordt, is ingenieur Wladimir Serge-
jewitsj Slawotin overkomen en heeft
dus de verdienste waar te zijn.
Zijn hartkwaal had hem gedwongen reeds
tegen twee uur de fabriek te verlaten, en nu
lag hij in zijn kamer op den divan, zwaar
ademhalend, het gezicht naar boven en de
oogen gesloten.
Vervloekt, dacht hij, een mooie erfenis....
dat harteen of andere klepMaar de
artisten weten alleen maar, dat men er elk
oogenblik aan sterven kan.
Hij had al lang alle specialisten en eenige
professoren geconsulteerd en geloofde niet
meer aan hen. De eenige arts, die hem hielp,
was zijn vriend Pawel Andrejewitsj Tsjekotin,
de assistent van den beroemden professor
Lis.topadow, die de een of andere verbluffend
gedurfde operatie kon verrichten. Tsjekotin
hielp zijn vriend enkel en alleen door zijn
aanwezigheid en Slawotin wachtte vol onge
duld op hem.
Eindelijk wordt er gebeld. Zijn vrouw,
Jekaterina Sergejwna opent de deur. Een
zacht gefluister, dan komt de vriend binnen.
Hij gaat naast den zieke zitten, zijn breed
gezicht glimlacht en hij vertelt iets, dat den
zieke boeit en hem zijn pijnen doet verge
ten.
Ja, ja. Men sterft niet meer zoo gemakke
lijk tegenwoordig. De vorderingen van onze
wetenschap zullen nog eenmaal iemands dood
verbieden.
Slawotin denkt eerst, dat Pawel slechts
zoo praat om hem gerust te stellen, maar
spoedig komt hij tot de overtuiging, dat er
Iets waars in zit. Het blijkt, dat professor
Listopadow een methode ontdekt heeft,
hartoperaties te verrichten, een nieuwe ver
wonderlijke techniek. Ze is reeds bij honderden
dieren geprobeerd en er zijn ook al mensehen
geopereerd, reeds twaalf gevallen, alle prach
tig geslaagd. Het bericht in de medische
wereld was een sensatie. En wanneer Slawotin
wil, dan mag ook voor hem het beste ge
hoopt wrorden.
Natuurlijk wil Slawotin. Hij heeft het ge
voel gratie van zijn doodvonnis verkregen
te hebben.
Maar zeg eens, moet het Listopadow zijn?
Kan jij "de operatie niet verrichten? Je weet
hoe ik je vertrouw en jij zult het zeker niet
slechter doen dan hij.
Zeker, zegt Tsjekotin, maar jij bent een
zonderling mensch. Begrijp je niet, dat Lis
topadow vast en zeker zijn assistent niet zal
toestaan zulk een operatie te verrichten. Na
tuurlijk heb ik bij hem geleerd, heb de proe
ven met de dieren meegemaakt en ik versta
de kunst. Maar de roem behoort hem. Na
tuurlijk, als ik maar opereeren kor., dan.zou
ik dadelijk professor worden.... Maar. zoo
als gezegd, dat kan niet. Ik zal Je dus aan
melden. Jij bent de dertiende.
terman den medischen naam van Haarlem
bekendheid tot ver over de grenzen van ons
land.
In 1918 werd een nieuwe periode ingeluid
door de instelling van den Geneeskundigen
Dienst. Spr. zeide dat het feit dat Haarlem
zelfs in kommervolle financieele tijden over
gaat tot de uitvoering van een groot
rio,. .ingsplan, waarmede de sociale hygiëne
in belangrijke mate gediend zal bzijn, grooten
indruk op de medici heeft gemaakt.
Na de rede van Dr. Kersbergen werden
burgemeester en wethouders aan de hoofd
bestuursleden van de Ned. Mij. tot Bevorde
ring der Geneeskunst voorgesteld.
De 89ste Algemeene V ergadering
van de Mij. tot Bevordering
der Geneeskunst.
Streven naar de instelling van een
leidende instantie voor
consaltatiebureaux.
Prae-advies van de sociaal Hygiënische
Commissie aanvaard.
Dr. L. C. Kersbergen tot eerelid
der Maatschappij benoemd.
Des middags, voor de officieele ontvangst
ten Stadhuize, was de S9ste algemeene ver
gadering van de Ned. Maatschappij tot Be
vordering der Geneeskunst in de Leeuwerik
voortgezet.
De voorzitter Dr. L. C. Kersbergen werd
benoemd tot eerelid van de maatschappij.
De dertiende!, zei Slawotin en lachte ge
dwongen.
Ben je soms bijgeloovig?
Neen, ik niet, maar ik zal er met mijn
schoonmoeder over spreken.
Praat toch niet met je schoonmoeder. Mor
gen kom je in de kliniek en Vrijdag wordt je
geopereerd.
Daarmee was de zaak afgeloopen, mevrouw
Slawotin werd voorzichtig op de hoogte ge
bracht en deze lichtte haar moeder in. Zooals
altijd in zulke gevallen, jammerden de dames
eerst een beetje een operatie, denk eens
aan! Maar spoedig kalmeerden zij en be
gonnen de aangelegenheid zakelijk te bespre
ken.
Maar 's avonds bij de thee beging Wladimir
Sergejewitsj een groote onvoorzichtigheid,
die beslist den gang van de gebeurtenissen
zou beïnvloeden.
Zoo'n kerel, die professor, twaalf operaties
heeft hij in dien korten tijd met succes ver
richt, zei hij terloops.
De schoonmoeder verbleekte.
Moet dat beteekenen, dat jij de der
tiende bent? Dat is toch heelemaal onmoge
lijk.
Dat kan niet meer veranderd worden. Ik
kan de operatie niet uitstellen. Vrijdag zal
het gebeuren.
Zijn schoonmoeder was zeer bleek gewor
den.
Vrijdag zeg je? Weet je dan niet, dat het
Vrijdag de dertiende is?
Jawel, maar wat zou dat?
Maar begrijp je dan niet, op een Vrijdag,
op den dertiendenen jij zelf de dertien
deDat beteekent toch niets minder dan
een mensch een zekeren dood in te sturen!
Slawotin lachte, maar meer uit verlegen
heid. Dat bracht de schoonmoeder heelemaal
buiten zichzelf en zij verliet de kamer.
Zeg eens, lieve, zei mevrouw Slawotin, moet
het nu tóch? Het is natuurlijk onzin. Kun
je werkelijk de operatie niet uitstellen?
Neen, ik kan niets meer uitstellen, en
bovendien is het belachelijk en dwaas. Het is
mi eenmaal zoo geschikt en daarmee basta.
En den volgenden dag begaf Slawotin zich
inderdaad naar de kliniek. Maar hij had
geen rekening met de energie van zijn schoon
moeder gehouden. Woensdagavond, nadat
het haar en haar dochter niet gelukt was,
hem tot het uitstellen van de operatie te be
wegen. trok zij haar zwartzijden japon en
haar bontmantel aan en verliet het huis met
de vastberadenheid van een krijgsoverste.
Men zou minstens gelooven, dat zij van plan
was de kliniek in brand te gaan steken.
Donderdagmorgen vertelde professor Lis
topadow aan zijn assistent Tsjekotin van het
bezoek van een zeer eerwaardige oude dame,
die hem gesmeekt had de operatie van Slawo
tin uit te stellen, omdat er anders beslist
een ongeluk zou gebeuren: tweemaal de der
tiende en ook nog wel op Vrijdag boven
dien.
Natuurlijk ging de professor voort, heb ik
baar moeten teleurstellen. De operatie is niet
'.it te stellen en bovendien is het toch werke
lijk allemaal onzin. Maar het is inderdaad
merkwaardig, deze samenloop: tweemaal de
dertiende en VrijdagOverigens moet ik
toegeven, dat ik in mijn jeugd een ook op
De vice-voorzitter G. van Gangelcn wensch-
te Dr. Kersbergen geluk en bracht hulde en
waardeering voor het vele werk dat hij in de
afgeloopen jaren voor medisch Nederland
en de maatschappij heeft verricht.
Dr. Kersbergen dankte voor de hem ver
leende onderscheiding en vond dat deze niet
schooner had kunnen zijn dan in dezen vorm
van het eerelidmaatschap.
Daarop werd overgegaan tot de orde van
den dag:
Behandeilng van het prae-advies der so
ciaal Hygiënische Commissie over de con-
sultatie-bureaux.
In dit prae-advies erkent de maatschappij
dat het consultatie-bureauwezen van belang
is voor de volksgezondheid. De maatschappij
is echter van oordeel dat het belang voor de
volksgezondheid, gelegen in de individueel
behandelende geneeskunst niet door het con
sultatiebureauwezen mag worden geschaad.
Zij is nochtans van meening, dat de behan
delende geneeskunst harerzijds tot loyale
medewerking inzake de consultatiebureaux
verplicht, is. Oe maatschappij zal derhalve
streven naar het instellen van een officieele
instantie, die bestaansrecht, werkwijze, werk
kringen en uitbreiding van consultatiebureaux
en analoge bureaux regelt en klachten onder
zoekt, beoordeelt en beslecht.
Zoolang deze officieele instantie niet be
staat zal gestreefd worden naar het oprichten
van een dergelijke particuliere onafhanke
lijke. en boven de partijen staande instan
tie, zoo mogelijk in samenwerking met andere
belanghebbenden en met het geneeskundig
Staatstoezicht op de volksgezondheid.
Verscheidene afdeelingen voerden het
woord over dit onderwerp, o.a. Groningen,
Arnhem, Heerenveen, enz.
O.a. werd de vraag aan de orde gesteld
of de leiding van een consultatiebureau in
handen van een specialist of een huisarts
gestëld dient te worden.
De afgevaardigde van Amsterdam vond
dat in de zuigelingen-consultatiebureaux in
de groote stad niet behandeld mag worden.
Spr. wees erop dat de consultatiebureaux
de noodzakelijkheid geleerd hebben om de
zuigeling in het eerste jaar te controleeren.
T.a.v. de leiding van consultatiebureaux
merkte deze afgevaardigde op dat de leider
het consultatiebureau niet als fuik voor zijn
eigen practijk mag gebruiken. Een leider
moet ook goed met zijn collega's kunnen om
gaan.
De huisartsen moeten langzamerhand niet
meer gaan spreken van „mijn patiënten",
maar van „onze patiënten". Wij moeten in
het algemeen komen tot grootere samenwer
king, meer collegialiteit en meer waardeering
voor elkaar's werk.
De afgevaardigde van de afdeeling Zaan
land opperde bezwaar tegen uitbreiding
der consultatiebureaux ad absurdum.
De huisartsenstand moet volgens dezen'spr.
de organisatorische grondvorm blijven van
de medische wereld in Nederland.
De Haagsche afgevaardigde deed een ver
zoek om bescherming tegen slechte consul
tatiebureaux. Deze spr. achtte den toestand
inzake de consultatiebureaux in Den Haag
slechter dan in Amsterdam. Namens de So
ciaal Hygiënische Commissie sprak Dr. P. H.
Kramer. Spr. was dankbaar voor de hem dooi
de afgevaardigden toegezwaaiden lof doch
onderstreepte dat deze eigenlijk toekomt aan
Dr. M. van der Hoeve secretaris-rapporteur
Inzake de kw:estie of huisartsen dan wel spe
cialisten consultatie-bureaux zouden moeten
leiden, merkte spr. op dat door middel van
enquetes in de stad en op het platteland is
gebleken dat zoowel huisartsen als specialis
ten de aangewezen leiders voor consultatie
bureaux worden geacht. In dit opzicht kan
geen centrale regeling worden getroffen..
Hier beslissen de plaatselijke omstandig
heden.
Dr. M. v. der Hoeve, secretaris-rapporteur
bracht dank voor den lof hem voor de samen-
grond van ondervonden gebeurtenissen, bij
geloovig wasJa, later zelfs ook nog!
Vrijdag, den dertienden December, om 13
uur was de groote operatiezaal der kliniek
vol artsen en studenten, om de belangrijke
operatie bij te wonen, die professor Listopa
dow op het punt stond met zijn assistenten
voor den dertienden keer te verrichten. De
zieke werd binnengereden en eindelijk ver
scheen ook de professor.
Tsjekotin zag op den eersten blik, dat de
geleerde vandaag niet goed in vorm was. De
professor was een opgeruimd, bedaard mensch
hield van schertsen en praten. Vandaag was
hij opvallend stil, zijn bewegingen waren
nerveus, zijn uitdrukking onzeker.
Tsjekotin trad op hem toe en zei zacht:
„Voelt u zich niet goed professor?"
Och wat, ik heb alleen maar wat te weinig
geslapenBovendien was de oude dame
er weer en met haar was een jongere vrouw,
ik geloof, die van den patiënt. Zij hebben
gehuild. Merkwaardig, zij waren beiden over
tuigd, dat er vandaag een ongeluk gebeurt
Vannacht heb ik van ze gedroomd,
maar zóó dom; luister maar. De een scheen
lang en smal, als een 1, de ander gebogen
als een 3. Toen zij naast elkaar stonden,
vormden ze het getal 13. De duivel mag weten
wat iemand overkomen kanMaar wij
zullen beginnen heeren.
De reuk van de chroloform vervulde de kamer
Slawotin verloor het bewustzijn. De profes
sor nam het instrument en met een enkele
zekere en nauwkeurige snede legde hij het
hart van den patiënt bloot,
Maar in plaats de beslissende snede te
doen en geen van de kostbare seconden te
verliezen, aarzelde hij plotseling en trad zelfs
van de operatietafel terug. Tsjekotin keek
hem in het gezicht. Hij was doodsbleek, de
oogen, wijd geopend, op een ver punt sta
rend, waar zich iets ontzettends moest be
vinden. Tsjekotin wenkte bevelend twee ver
plegers. Zij namen den in elkaar zkkenden
professor onder de armen en brachten hem
de kamer uit. De aanwezigen slakten een
kreet van ontzetting.
Maar Tsjekotin greep het instrument en
volbracht de operatie. Zijn eigen hart klopte
wild, maar toch gevoelde hij zich krachtig
en vastbesloten. De assistenten volgen zijn be
velen zwijgend op. In eenige oogenblikken
was de operatie gelukkig afgeloopen. Tsje
kotin spoedde zich naar den professor.
Excuseer me, ik had zeker geen recht in
te grijpen, maar het was mijn vriend
De professor, die moe in een stoel zat, stak
hem de hand toe.
Weet je, wat het was? Juist, toen ik de
beslissende snede wilde doen, scheen het als
of de beide vrouwen van gisteren de zaal
binnentraden. Ze stonden naast elkaar en
vormden het getal 13. Toen overviel me plot
seling een vreeselijke angst; wat zal er ge
beuren als mijn hand niet wil? En toen kon
ik niet verder. Je moet niet bijgeloovig zijn.
mijn beste jonge vriend
Den volgenden dag sprak de heele stad
/an de verbluffende operatie van den jongen
assistent, die spoedig daarop tot professor
aan de andere universiteit benoemd werd.
Maar Slawotin heeft een gezond hart,
(Nadruk verboden)
stelling van zenn rapport toegezwaaid. Hij
heeft echter dit rapport alleen zoo goed kun
nen samenstellen omdat de ondervonden
medewerking van alle kanten zeer groot is
geweest.
Spr. veronderstelt dat de evolutie der con
sultatiebureaux in steeds grooter mate om zich
heen zal grijpen. Die evolutie zal geleid moe
ten worden. De toekomst zal een werkelijke
regeling moeten brengen. De maatschappij is
er eigenlijk op uit een wettelijke regeling te
bewerkstelligen. Dat is de bedoeling van de in
het betreffende praeadvies genoemde instan
tie. Inzake de leiding van de consultatie
bureaux was spr. van meenhig dat het er niets
toe doet of dit een huisarts dan wel een spe
cialist is. als het maar een fatsoenlijk
mensch is.
De conclusies van dc Sociaal Hygiënische
Commissie, neergelegd in het vorengenoemde
prae-advies, werden daarop door de vergade
ring goedgekeurd.
In een vacature van den Raad van Beroep
werd benoemd de heer D. H. van der Goot tz
Haren. Periodiek aftredende leden van de
Geldcómmissie, de Commissie van beheer van
het ondersteuningsfonds en de sociaal Hygië
nische commissie, resp. de heeren J. F. M.
Bosman, P. Ribbius en J. M. Baart de la Faille
werden herkozen.
Ter vervulling van de door het overlijden
van den heer A. H. Schmidt opengekomen
plaats in het hoofdbestuur werd de heer A.
Schuckinck Kool gekozen.
De vergadering werd verdaagd tot 5 Juli.
Festiviteiten.
Na de officieele ontvangst ten stadhuize
werd een autotocht door Haarlem en omgeving
naar Zandvoort gemaakt. In Zandvoort werd
de avond verder in het Groot Badhuis doorge
bracht.
Vergadering der wetenschappelijke
secties.
Dinsdagmorgen vonden in de gehoorzaal van
het St. Elisabeths Gasthuis de vergaderin
gen van de wetenschappelijke secties van de
Ned. Mij. tot Bevordering der Geneeskunst
plaats.
De voorzitter van de Hygiënische sectie, de
heer W. B. Smit, arts. opende de vergadering
van deze sectie.
Dr. O. H. Dijkstra sprak over: „Eenige ge
gevens over de epidemiologie en het carci
noom.
Dr. F. E. Posthumus Meyjes sprak over:
geestelijke volksgezondheid.
De voorzitter van de sectie voor verloskunde
jhr. C. G. J. von Winning opende de vergade
ring van deze sectie.
Dr. W. P. Plate sprak over: Kiemepitheel=
piastomen van het ovarium.
M. U. L. O-EXAMENS.
Maandag zijn in het gebouw van den Haarl.
Kegelbond te Haarlem de M.U.L.O.-examens
begonnen.
Voor het A-diploma slaagden: N. Bartels,
A. van der Velde, J. H. Veldkamp, W. E. de
Ruiter, N. J. v. d. Wateren, A. van Woerden,
E. M. Steenhuizen, R. Lobbes, E. Cornet, W.
A. F. Schoenmakers en J. v. d. Koelen, allen
te Haarlem; Th. E. Teunissen, M. A. de Bie,
C. H. Lyesen en J. G. van Wijngaarden, allen
te Beverwijk; J. v. d. Raad, te Heemstede; L.
M. Jonker te Bennebroek, T. Heskes, te Aer-
denhout; G. van Beek te IJmuiden; E. Schir-
mann te Overveen.
Voor het B-diploma: M. Wijchers, A. M.
Kottman, W. F. K. v. d. Eynde, R. E. A. We
ber, A. van Huyzen, G. Bos, en W. F. Bremer,
allen te Haarlem; H. A. Oosterhof te Bloemen-
daal; L. Schroder, te Aerdenhout, en H. F.
van Asselt te Santpoort.
NIEUWE SUBST. OFFICIER
VAN JUSTITIE.
Mr. N. J. G. SIKKEL BENOEMD.
Tot subst. officier van Justitie bij de Arr.
Rechtbank te Haarlem is benoemd mr. N. J.
G. Sikkel, thans Ambtenaar van 't O.M. bij de
Kantongerecht in het Arr. Middelburg, ter
standplaats Middelburg.
Mr. Sikkel werd 1 September 1397 te 's-Gra-
venhage geboren en studeerde te Amsterdam
aan de Vrije Universiteit. Hij voleindigde zijn
studie in 1925 en vestigde zich daarna als ad
vocaat te Sneek; tegelijkertijd was hij waar
nemend Ambtenaar O.M. bij het Kantonge
recht in Leeuwarden. Sedert Augustus 1928
is hij Ambtenaar van het O.M. bij de Kan
tongerechten in het Arr. Middelburg. Sinds
1 Februari 1934 is hij ook werkzaam als waar
nemend officier van Justitie bij de Arr. Recht
bank te Middelburg.
Mr. Sikkel is lid van de Geref. Kerk in Her
steld Verband.
EXAMENS.
Toonkunst
Bij de te 's Gravenhage gehouden Staats
examens voor Muziek is voor piano lager-
onderwijs geslaagd mejuffrouw C. A. Leeu
wenberg te Heemstede, leerlinge der Toon
kunst-Muziekschool alhier.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
Kiezerslijsten liggen ter visie.
HAARLEM Dinsdag.
Van heden af tot en met 14 Juli zijn ter ge
meente-secretarie. Ie afdeeling ter visie neder-
gelegd de kiezerslijsten voor het grootbedrijf
en het kleinbedrijf van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken, voor zoover betreft de
kiezers in die gemeente.
Tot gemeld tijdstip is een ieder bevoegd bij
de Kamer verbetering van de lijsten te vragen
op grond, dat hij zelf of een ander in strijd
met de wet daarop voorkomt, niet voorkomt
of verkeerd is geplaatst.
Te Batavia is bericht ontvangen,
dat de PK-AFM op de eerste
vlucht naar Australië in den ge-
regelden dienst om 14.25 te
Sydney is aangekomen. (Aneta).
Dr. L. C. Kersbergen, voorzitter van de Nederlandsche Maatschappij tot bevor
dering der geneeskunst beantwoordt de rede van den burgemeester van Haar
lem, Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk tijdens de officieele ontvangst ten
Stadhuize van Hoofdbestuur en afgevaardigden ter 89ste algemeene vergadering
van de Ned. Mij. tot Bevordering der Genees kunst.