KORT VERHAAL HET SPORTGESPREK VAN DE WEEK. OVER WIELRENNEN. Wanneer een wielrenner bewezen heeft, tot de besten ter wereld in zijn sport te behooren, dan behoeft hij niet op contracten te wach ten. Dan brengt hij evenveel tijd tusschen de wielen als op de wielen door. m.a.w. hij reist voortdurend naar verschillende landen om daar te toonen, wat hij op de fiets presteert. Onze stadgenoot Henk Ooms, vorig jaar derde in het wereldkampioenschap sprint amateurs, was dan ook nauwe'lijk uit Parijs, waar hij aan den Grand Prix had deelgeno men. teruggekeerd, of hij moest zich alweer reisvaardig maken om naar Manchester te ver trekken. Derhalve hebben we de gelegenheid te baat genomen om eens even met hem over de komende belangrijke wedstrijden te praten. „Dit is de derde maal', zei Ooms. „dat ik te Manchester aan den j aarlijkschen wedstrijd om den Vitonica-Cup zal deelnemen. Dat is een gouden beker met een waarde van ruim duizend gulden, die driemaal in totaal moet worden veroverd om hem als eigendom te mo gen behouden. Reeds twee keer heb ik hem ge wonnen en daarom zal ik mij extna inspannen om ook ditmaal in den strijd tegen de sterkste internationale sprinters, w.o. Loatti, Mathon, v. d. Vijver en Collard als eerste te eindigen." „Is er in Engeland veel belangstelling voor de wielersport?" ..In Manchester is die belangstelling buiten gewoon groot; het publiek is daar zeer spor tief en onpartijdig en zelfs bij zeer slecht weer zijn er 10.000 a 12.000 toeschouwers aanwezig. De Manchester Wheelers, een club, die reeds meer dan vijftig jaar bestaat, organiseert die wedstrijden op een baan, die evenals een ten nisbaan van roode gemalen baksteen is ver vaardigd en die vlakke bochten heeft. Daar op is het wel zwaar rijden (laatste 200 Meter in ongeveer 14 seconden), doch het voordeel is. dat de wedstrijden onder alle weersomstan digheden, zelfs bij regen, kunnen doorgaan. Overigens is er in Engeland gebrek aan startgelegenheid en dat is ook de reden, dat er zoo weinig sterke Engelsche sprinters zijn. Te Londen heeft men de van ouds bekende Herne Hill-baan. Op 9 Juli rijd ik te Manchester drie wedstrij den; eerst de sprint om den Vitonica-Cup. daarna een internationale invitatie-sprint en tenslotte een race over 10 mijl (35 ronden) om den Muratti-Cup. dien ik reeds eenmaal heb gewonnen." „Wat volgt er na Manchester?" „Ons seizoen is gebaseerd op de groote wed strijden, zooals de Grand Prix te Parijs, te Ko penhagen, te Londen en te Manchester, voorts het kampioenschap van Nederland en het wereldkampioenschap. Aan die groote matches nemen de sterkste sprinters ter wereld deel, te weten: Laotti, van der Vijver, Nielsen, Cour- ly en Dolivet. De Belg Collard zou het veel verder kunnen brengen, als zijn doktersprak tijk hem meer vrijen tijd liet. De winnaar van den grooten prijs van Parijs. Renaudin. mag niet aan het wereldkampioenschop deelnemen, omdat hij „onafhankelijk" is. Na den strijd om den wereldtitel, die waarschijnlijk ook zonder v. d. Vijver verreden zal worden (de wereld kampioen wordt binnenkort prof.) volgen de revanche-wedstrijden in de verschillende groote steden van Europa. WEDSTRIJDEN TE AMSTERDAM Wals heeft Donderdagavond aan zijn col lega-stayers in het Olympisch Stadion een geducht lesje gegeven. Hij was onweerstaan baar en won beide manches over 50 K.M. in de zeer goede tijden van 41 min. 8 3/5 sec. en 41 min. 7 sec. Reeds in de eerste manche was Wals overtuigend het sterkst, al werd hij in de laatste vijf ronden nog ernstig bedreigd door den Franschman Blanc Garin, welke aanvallen hij echter gedecideerd wist af te slaan. Hiervan profiteerde Groenewegen, die ook dezen avond wederom een uitstekenden indruk maakte, door nog in de laatste ronde den Franschman te passeeren. Hij eindigde slechts met 10 Meter achterstand op Wals als tweede. Loskamp had het ongeluk na ongeveer 30 K.M. rijden in een der bochten te vallen. Zijn wonden vielen gelukkig erg mee. Met enkele schrammetjes en schaaf wondjes werd hij opgenomen. Van verdere deelneming moest hij afzien. De omniumwedstrijd NederlandBelgië, waarin voor ons land uitkwamen Pijnenburg en Van der Linden en voor België Kaers en Loncke, eindigde in een overwinning voor onze landgenooten. CRICKET. Henk Ooms. Doch het wereldkampioenschap, dat dit jaar in Amsterdam gehouden zal worden, is na tuurlijk de voornaamste gebeurtenis en daar voor ben ik onder leiding van den N.W.U.- traïner Schilling het geheele jaar aan het oefenen. Het is een groot voordeel, dat de wed strijden op een bekende baan plaats hebben, want dat verhoogt de kansen op succes aan merkelijk. In ieder geval zal de strijd om den titel zeer spannend zijn." „Tactiek speelt zeker een voorname rol bij de sprint?" „Inderdaad, doch die tactiek is maar in ge ringe mate aan te leeren; men moet „van huis uit" over een snel re actie-vermogen en een helder inzicht beschikken, anders wordt men nooit een groot sprinter. Men moet steeds op de fouten en foutjes van anderen letten en die in een onderdeel van een seconde weten uit te buiten. Elke sprinter heeft zijn eigen tactiek, doch de routine en het zelfvertrouwen geven den noodigen durf. Baankennis is een even groote vereischte als bekendheid met de capa citeiten van een tegenstander. Bijna iedere sprinter is op de hem vertrouwde banen in eigen land een klasse sterker dan in vreemde omgeving. Handicap-wedstrijden, zooals die veel in Denemarken worden gehouden, vormen een zeer goede training." „Wat is de oorzaak van de daling in de be langstelling voor wielerwedstrijden in ons land?" „In hoofdzaak is dat te wijten aan de Zes- daagschen, die men als amusement in plaats van als sport moet beschouwen. Bovendien laat de leiding van sommige wielerbanen door gebrek aan vakkennis veel te wenschen over en ten slotte zijn de jongens op race-fietsen, die de stad en buitenwegen onveilig maken, doch die met de wielersport niets te maken hebben, oorzaak, dat de sympathie en de be langstelling voor het zuivere wielrennen ver loren gaat. De werkelijke beoefenaren, die iets presteeren, leven serieus en het is goed, dat dit hier eens duidelijk gezegd wordt. Wil men goede sport zien, dan moet men de amateur-wedstrijden bijwonen; daarbij kent men geen combine; allen rijden voor wat zij waard zijn, zelfs al zijn er geen prijzen uit geloofd, want ieder van hen is eerzuchtig en fel op de overwinning." WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn. daar de bezorgers op Donderdaa moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE. DE WEDSTRIJDEN VOOR ZONDAG. Het is maar goed, dat het bestuur van den Ned. Cricketbond nog niet besloten heeft, hoe de eerste klasse voor het volgend seizoen zal zijn samengesteld. Daarom is het ook nog niet bekend, wat er met nummer laatst van de ranglijst gebeuren zal. Want anders zou het er met Haarlem, die j.l. Zondag wederom een wedstrijd verloren heeft, slecht uitzien. Het seizoen is echter nog lang niet afge- ioopen. En men kent immers het spreekwoord van het leven en de hoop! Morgen gaan de Haarlemmers naar Schiedam voor de tweede ontmoeting tegen Hermes-D. V. S. De eerste had plaats op Zondag 5 Juni; die werd door de Schiedammers gewonnen. Komaan, Haar lem, zorg nu eens voor een klinkende revanche! Rood en Wit had Zondag te Laren in den wedstrijd tegen V. R. A. een kans op de over winning, maar een wolkbreuk maakte ver der spelen onmogelijk, zoodat de partijen met een draw genoegen moesten nemen. Intus- schen is Rood en Wit aardig aan het punten- verzamelen gegaan, zoodat haar niet veel meer gebeuren kan. Morgen wordt op de Spanjaardslaan de tweede ontmoeting tegen V. O. C. gespeeld. Dit zal de noodige span ning geven, want de thuisclub zal er natuur lijk alles op zetten om haar eenige innings nederlaag in dit seizoen, die tegen deze Rot terdammers geleden werd, te wreken. We re kenen op minstens twee punten! Er zullen er niet veel zijn, die er nog aan twijfelen, dat het kampioenschap wederom in Den Haag terecht komt. Is het niet bij het eerste, dan is het toch bij het tweede elftal van H. C. C. Er schuilen toch maar uitne mende cricketers in deze oude Haagsche club! Morgen wordt in de residentie de re turnmatch tusschen deze twee eftallen ge speeld. De eerste ontmoeting was een twee- daagsche, die in een draw eindigde. V. V. V. en V. R. A. ontmoeten elkaar dit seizoen voor het eerst. Het komt ons voor, dat V. V. V. de meeste kans op de overwinning heeft. Het programma luidt als volgt: Eerste klasse: H. C. C. 2—H. C. C. 1 Hermes-D. V. S.Haarlem i V. V. V.—V. R. A. Rood en WitV. O. C. Overgangsklasse: H. B. S.—A. C. C. Quick (N.)—S. C. H. C- P. W.—C. V. H. ExcelsiorH. C. C. 3 Tweede klasse A: V. R. A. 2Haarlem 2 A. C. C. 2Hercules U. V. V.—R. I. O. Kampong—V. V. V. 2 Derde klasse A: Hercules 2Kampong 2 Hilversum—Rood en Wit 3 C. V. H. 2—V. R. A. 3 b Haarlem 3R. I. O. 2 V. V. V. 3 a—A. C. C. 3 b Olympia—A. C. C. 3 a KAATSEN. DE ZIJLSTRA-PARTIJ. Zondag 10 Juli wordt op het ÏJsclubter- rein te Amsterdam de jaarlijksche Zijlstra- partij gespeeld, waaraan verbonden is een zilveren bal, uitgeloofd door den heer Zijl stra. Het hoofdbestuur van den Ned. Kaats- bond geeft aan het winnende partuur zilve ren draagballetjes. De winnaar van 1937 was Amsterdam. Daarom wordt ook deze wedstrijd in de hoofd stad gespeeld. Haarlem werd tweede met de spelers R. Hibma. L. de Graaf, N. Bosma. Voor deze wedstrijden komen de volgende afdeelingen uit: Den Haag. Amsterdam, Hil versum, Koog a.d. Zaan, Utrecht, Amersfoort, Zeist Heerlen en Haarlem. Haarlem komt met de spelers L. de Graaf (eerste afslag), R. Hibma (tweede afslag en achtuin). S. Bosma (voorin). Deze wed strijden beginnen te 11 uur. ATHEETTEK. NAT. ATHLETIEK WEDSTRIJDEN BLOEMENDAALSCHE G Y MN A STIEK - VEREENIGING. Zondagmiddag 10 Juli hebben deze wedstrijden plaats o,p het gemeentelijk sportterrein aan de Kleverlaan te Haarlem. Er hebben bijna 130 dames en heeren ingeschreven, waaronder velen met namen, die een goeden klank heb- wordt o.a. door groote groepen van P-S-V- (Eindhoven), Sparta (Dordrecht) en Zeeburg (Amsterdam). Een overzicht, gezien vanuit een vliegtuig, van de deelnemers aan den Tour de France tijdens het passeeren van Avranehes Wraak is zoet. door BAS VAN DEILEN. A", zei Koen, „dat was een merk waardig geval, dat ik van de week heb meegemaakt...." „Vertel op!" werd er van ver schillende kanten geroepen. Als Koen een maal op dreef kwam, viel er altijd wat te lachen. „Nou, ik zat dezer dagen met den wagen er gens in het Noorden, Grashoven heette die negorij. Ik wilde juist naar huis gaan, toen ik bedacht dat de baas op de laatste conferen tie nog zoo iets gemompeld had over een slechten betaler in Zwolle dien ze van kantoor pas een nijdigen brief hadden geschreven. Als ik er weer eens in de buurt kwam, moest ik er maar eens aangaan, maar eerst moest ik dan de zaak nog even opbellen om te hoo- ren of 't nog noodig was. Nou ik in dat Grasho ven op zoek naar een telefoon, maar daar hadden ze blijkbaar nog nooit van gehoord. Net toen ik den moed begon op te geven, stond ik ineens voor het postkantoor: zoo'n écht plattelands-hulppostkantoortje, een geval met één ambtenaar en één besteller. De amb tenaar, zoo'n type dat op de gekste tijden een bordje met „Gesloten" voor de deur hangt om een hapje te kunnen gaan eten, en de bestel ler, eentje van het slag, dat je onderweg langs de landwegen altijd lezende tegenkomt, ver diept in de kranten die nog besteld moeten worden, zoo'n prachtnummer als die knaap, die ik eens hoorde roepen tegen een oude boerin: „Hé Jaantje, 'k het een briefkaart van je dochter voor je: de kinders hebben de mazelen, schrijft ze!" Enfin, ik vroeg m'n verbinding met Am sterdam aan en ging zoolang in het kantoor zitten wachten tot ik in de cel zou worden geroepen. Er was geen mensch behalve de kan toorhouder en ik, maar toen ik er een paar minuten had gezeten, kwam er een verzuurd uitziend manneke binnen. Hij ging naar het loket en vroeg een postzegel van vijf. „Eentje maar?" vroeg de man achter de tralies. Hij moest er inderdaad maar een hebben. Maar de vent bleef aandringen. „Waarom zou je d'r niet een stuk of wat in voorraad ne men?" „Slaan ze dan demee weer op?" informeerde de klant. „Dat niet, maar 't is toch lastig als je d'r telkens weer eentje moet komen halen!" Maar hoe de man van Tante Pos ook praatte hij kon niet meer dan één zegeltje van vijf kwijt raken. Toen ging-ie het over een an dere boeg gooien. „Neem dan tenminste zoo'n mooie kinder zegel mee en je steunt er een goed werk mee. Kijk es even wat een prachtzegel! Hoe vind je dat kleurtje? Mooi hè. Da's nou iets waar de verzamelaars in later jaren fel op zullen zijn! Ze worden geld waard, man! Zal ik 't maar voor je afscheuren, dat mooie Halsje?" ..Niks hoor!' zei de kopper, „aan mijn. lijf Igeen mooi halsje", en daarmee gaf-ie blijk van veel zelfkennis, want z'n halsje was niet bepaald je dat, aesthetisch zoo min als hy giënisch. Maar als hij gedacht had, dat-ie nu ongestoord met z'n postzegel naar huis kon gaan, dan had hij zich gruwelijk vergist. De ambtenaar begon zuchtend in zijn postzegel- boek te bladeren en zei: „Nou, van Klaveren, maar dan kan ik toch zeker wel een paar postwisselformulieren aan je kwijt raken? 't Is veel handiger om die thuis op je gemak in te vullen dan dat je het hier moet doen met een rij van twintig men- schen achter je!" „Mijn niet gezien", zei Van Klaveren sar rend, „ik zal zelf wel weten wat ik koopen mot. Krijg ik nou me postzegel, te ja of te nee?" „Zeker man, zeker" zei de kantoorhouder, ..maar 't is in het belang van den dienst dat ik je dien raad geef. Neem dan in elk geval een paar stortingsformulieren voor 'de giro mee naar huis: aanstonds is het weer de eerste van de maand en dan kun je een kwar tier in de rij staan voor ik je kan helpen!" Het nijdige kereltje begon boosaardig te grommen. „Kouwe beenen" zei hij, „ik laat me niks ansmeren als ik 't niet noodig heb. En as ik zin heb om een kwartier in de rij te staan, dan doe ik dat, vat je!" Denk maar niet dat de loketjesman er toen genoeg van kreeg. Het was werkelijk roerend om te zien hoe hij het begrip „ambtelijke ser vice" in praktijk bracht. „Kom. kom, van Klaveren", ging-ie door, „we moeten allemaal leven! Denk nou es na of je heusch nog niet wat noodig hebt. Heb ben je jongens allemaal hun rijwielplaatje nog wel? Denk eraan, als er vandaag of mor gen een zónder gesnapt wordt, dan kost het je behalve een riks nog boete ook! Zou je voor alle zekerheid niet een reserveplaatje meenemen?" „Nee!" snauwde van Klaveren. „Wacht es even: adreswijzigingskaarten, die heb je beslist noodig, daar kom je niet onderuit! Je oudste zoon gaat immers trou wen en die zal toch z'n vrienden wel zoo'n kaart willen sturen. Zal ik der maar vijf geven? Ze kosten maar een cent. Da's geen geld, want doet-ie 't per briefkaart, dan gaat er maar even vier cent in zitten!" „Je ken me nog veel meer vertellen", mop perde de cliënt, „ik zeg je nog es dat'k niks noodig heb!" „Onzin, ik probeer je alleen dingen te ver- wW na<le Vreeseffjk eenvoudig: 'nV-vormig verkeers bord beteekent, dog a 'n Voorrangsweg nadert, waarop het verkeer voorrang heeft, onverschillig of het voor u van links of voo rechts Let op de V-borden: 't is voor uw eigen veiligheid! koopen die je elk oogenblik noodig kunt hebben. Als ik je nou postzegels van vijf gul den of formulieren P. 229 voor frankeering bij abonnement zou probeeren aan te smeren, dan kan ik me indenken dat je nee zou z< gen. Maar ik heb het alleen over courante dingen!" Geef me nou m'n postzegel maar en kies niét langer, want ik heb meer te doen!" „Nog even! Ik weet zeker dat je geen expresse-strookjes in huis hebt. Die komen al tijd van pas als je een spoedbrief moet ver zenden. Man, het is toch lastig als je zoo'n ding moet hebben en het kantoor is geslo ten!" „Dat is-het tóch altijd, dat hoef je me niet meer te vertellen", meende Van Klaveren, die niet leed aan een overmaat van hoffelijkheid. „Nou, hoe is het: wil je d'r niet een stuk of wat meenemen?" „Je .ken me de maat nemen!" „Maar je kunt ze gratis krijgen. Heelemaal kosteloos „Verdarrie kerel: as ik die hebbedingen nou toch niet noodig heb! AJ kreeg ik nog geld toe: ik mót ze niet, versta je!" „Dan niet! Misschien nog een arbeidslijst: Artikel 68 van de Arbeidswet?" „Nee!" „Luchtpostpapier met bïjbehoorende enve lop, niet zwaarder dan vijf gramkost maar twee cent." „Nee zeg ik je!" „Plakzegels? Kijk es wat een mooie!" „Neen man, schei je der nou uit einde lijk?" „Borderellen voor het inschrijven van kwi tanties?" „Wat let me of ik dien een klacht in bij den minister! Is me dat hier een bediening!" „Douaneverklaringen?" „Ik geef je geeneens antwoord meer!" „Formulieren P 314 cdie zijn bestemd om een adres na te vragen van iemand die zoekgeraakt is „Je zuster is zoekgeraakt!" „Adreskaarten voor 't verzenden van een postpakket?" „Geef me nou m'n postzegel of d'r gebeurt een ongeluk!" „Hier dan! Ik kan het ook niet helpen dat je vandaag zoo kort aangebonden bent!" Van Klaveren kreeg eindelijk z'n heet be geerde postzegel, gooide kletterend zijn vijf centen op het marmeren blad en ging brie- schend weg. Toen ik weer alleen was met den kantoor houder, kon ik m'n verbazing niet langer voor me houden. Ik vroeg hem of hij misschien zoo'n modern Amerikaansch leerboek voor handelsreizigers bestudeerd had. Maar daar ging-ie niet op in. Als antwoord boog-ie zijn hoofd voorover en stak het door het loketje. Het was spiegelglad, je reinste biljartbal.Toen zei-ie met voldoening in z'n stem: „Dat was de barbier uit het dorp, meneer! Ik begon er eindelijk schoon genoeg van te krijgen om z'n gezanik te moeten aanhoo- ren over al z'n zalfjes en smeerseltjes, waar-ie me een mooie bos haar mee beloofde. Gezwe gen nog van z'n agenturen voor scheerzeep en tandpasta en toiletzeep en borstels en ik weet niet wat nog allemaal meer. Ik had het misschien niet zoover mogen drijven, maar tenslotte kan hij mij wel als klant kwijti-aken maar ik hem niet! Hij zal trouwens wel weer bijtrekken!" KON. NED. TOERISTENBOND A. N. W. B. JAARVERSLAG 1937 rZS. Heden wordt te Vlissingen de jaarlijksche algemeene vergadering van den Kon. Ned. Toe ristenbond A.N.W.B. gehouden, waarop o.m. het jaarverslag over 1937/'38 werd uitgebracht. We ontleenen er het volgende aan Zou er wel één andere vereeniging in ons land zijn, die zooals de A.N.W.B., er op kan bogen gedurende meer dan een halve eeuw onder de leiding van denzelfden man te zijn gebleven? Geen wonder, dat het Bondsjaarver- slag begint met een herdenking van den heer Edo J. Bergsma, die in het verslagjaar den voorzittershamer overdroeg aan den heer H. P. J. Bloemers, burgemeester van Arnhem. Met groote waardeering wordt voorts heb feit vermeld, dat Prins Bernhard het eere voorzitterschap op zich heeft willen nemen. De grenskiosken. De kleine, moderne gebouwtjes, welke de A. N.W.B. aan de grenzen in aanbouw heeft, zul len een belangrijke functie kunnen vervullen in het vreemdelingenverkeer naar ons land. De employés aan deze grenskiosken zullen as sistentie verleenen bij het vervullen der for maliteiten, inlichtingen van toeristischen aard verstrekken. Ook is er gelegenheid, een klein bedrag aan geld te wisselen, noodig b.v. voor het betalen der Nederlandsche belasting. Uitbreidingen in eigen land en in „de West". Behalve door de stichting der grenskiosken is de A.N.W.B. in Nederland nog uitgebreid door het openen van een bijkantoor in Groningen voor het Noorden des lands; in totaal heeft de Bond thans 11 vestigingen! Bovendien zijn maatregelen genomen om toeristische service te verstrekken aan verlofgangers in Suriname en Curasao; in voorbereiding zijn plannen voor wegbebakening aldaar. Logischer verkeerspolitiek gevraagd. Belangrijk zijn vooral de beschouwingen over de Nederlandsche verkeerspolitiek, waar in geklaagd wordt over de onhoudbare belas tingen en de stérke belemmering van het motorverkeer. Betoogd wordt, dat de regeering om financieele redenen voorstandster moest zijn van lager belastingtarieven, omdat, dank zij den dan te verwachten opbloei van het verkeer, de opbrengst weer omhoog zou gaan, terwijl thans de ramingen lang niet gehaald worden. De ongelukkige rijwielachterlichten, de kostbare bepalingen inzake de keuring der autokoplampen, het onlogische rijtijdenbesluit en nog verschillende andere onvoldoend voorbereide of eenzijdig georiënteerde over heidsmaatregelen worden becritiseerd, evenals de in het algemeen min of meer auto-vijandige inzichten van zoovele officieele instanties. De bebakening der wegen. Reeds ruim 1.750.000 gulden heeft de A.N.W.B. voor de bebakening der wegen uit gegeven; het aantal wegwijzers, enz., is ook in het afgeloopen jaar weer toegenomen. In totaal staan er in in ons land bijna 7000 A. N. W. B.-wegbakens, waarbij inbegrepen 666 waarschuwingsborden, welker aantal met 28 dalen kon, in verband met de voortschrij dende wegverbetering. Sedert het begin van zijn activiteit op dit gebied heeft de A.N.WH, voor de wegbake- ning reeds ruim 1 3/4 millioen gulden uitge geven ten bate van zijn leden, maar in niet mindere mate ook ten dienste van het alge meen belang! Waar gaan de A.N.W.B.-leden heen? Interessant is de statistiek der reisinlichtin- gen: 50.625 voor het buitenland en 18.014 voor binnenlandsche reizen. De trek naar Duitsch- land nam af (van 15.683 tot 12.329), België deed opgeld van 7951 tot 8989), evenals Frank rijk (6.435 tot 10.754), maar vooral was de animo voor Zwitserland groot, voor welk land 5482 inlichtingen werden verstrekt in 1937, tegen 3(200 in 1936. Service voor Internationaal Tourisme. Van de tientallen onderwerpen, welke den A.N.W.B, op dit gebied ter harte gaan, worden genoemd de Belgische voorschriften ter regle menteering (en beperking!van het betaalde personen- en het goederenvervoer, waarin onze regeering, na een desbetreffend verzoek van het Bondsbestuur, een aantal verzachtin gen wist te bereiken; de ruimere openstelling van douanekantoren aan de Belgische grens, waarover in één jaar tijds niet minder dan vier maal met succes geadresseerd werd; het verplichte rijwielachterlicht, dat op ons ver zoek voor buitenlanders werd ontdaan van zijn meest hinderlijke bepalingen; het tou- ringcarverkeer naar Nederland, waarvoor eveneens met succes wijziging der voorschrif ten werd bepleit; de strengere controle op ba gage en op nationaliteitsbewijzen; enz. enz. In 1937 verstrekte de A.N.W.B. in totaal 103.591 grensdocumenten, tegen 100.638 in 1936. Activiteit op zeer verschillend gebied. Behalve over de meer bekende gebieden, waarop de A.N.W.B. zijn activiteit ontplooit, gewaagt het jaarverslag ook nog van vele andere dingen, die het groote publiek minder vaak ter oore komen: gestadigd werken voor het behoud van natuurschoon, strijd tegen ontsierende reclame, stichting van natuur reservaten, plaatsing van verklarende bordjes bij monumentale gebouwen, adviezen aan de overheid bij het voorbereiden van wettelijke maatregelen op verkeersgebied en wegen bouw, acties achter de schermen voor wegen verbetering, opruiming van verkeersbelemme- ringen ,enz. Van welk een groote beteekenis bijvoorbeeld de A.N.W.B.-bons zijn voor het binnenlandsch toerisme en daarmee voor de welvaart in hotel-, café- en restaurantbedrijven blijkt wel uit de groeiende populariteit van deze „zwerfibons", die dit jaar in ruim 850 hotels e.d. erkend worden tegenover 669 in 1937. Vertrouwen in de toekomst. Het jaarverslag (waarvan een keurig boekje gemaakt is) besluit met de mededeeling, dat de vooruitzichten voor den A.N.W.B. zeker bemoedigend zijn. „Iedere opleving, hoe ge ring ook, brengt voor den Bond meer werk mee, maar ook meer inkomsten, vooral meer be reidheid bij de weggebruikers om in de kos ten van ons werk bij te dragen. Dagelijks blijkt opnieuw, dat nog duizenden rijp zijn voor het Bondslidmaatschap, duizenden, die niet wisten, welk weik in het algemeene be lang onze Bond doet en die, daarop gewezen, hun moreelen plicht erkennen om dit werk door hun lidmaatschap mogelijk te maken en te steunen. Moge de Koninklijke Nederlandsche Toeris tenbond in het jaar van zijn elfde lustrum in ruime mate profiteeren van die stemming bij hen, die ons hun steun tot heden ten onrechte nog onthielden, opdat ons werk daardoor uit gebouwd, vollediger en volmaakter zal kunnen worden in het belang van toerisme en ver keer".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8