V Twintig jaar onafhankelijk Litauen Het mysterie van Mayerling Uit het land van den Broederkrijg. Een volk, dat in schrijnenden socialen nood verkeert. Nieuwe grondwet biedt geen garanties voor de minderheden. (Van een bijzonderen correspondent te Kaunas.) EEN arbeidersbevolking, die ondervoed is, een boerenstand, die nagenoeg uit paupers bestaat en aan de kust van de Oostzee visschersvolk, dat in den meest letterlijken zin des woords honger lijdt dit blijven vooralsnog de sombere aspecten van de republiek Litauen, die juist op" het tijdstip, dat zij twintig jaar zelfstandig is, heeft moeten zwichten voor het bekende Poolsche ultimatum. Andermaal is deze arme en achterlijke boerenstaat achter het Oost- Pruisische akkerland over de tong van Europa gegaan. minister van buitenlandsche zaken Lozoraitis. Te weinig is de wereld bekend met de bin- nenlandsche problemen, des te meer met de buitenlandsche politieke vraagstukken, die loodzwaar drukken op den tragen ontwikke lingsgang van dit eenzame, verbitterde taaie land. Eens, op een congres van artsen in de hoofstad Kaunas, heeft de Litausche staats president. Antanas Smetona, in het bijzon der over twee dingen geklaagd. In de eerste plaats over de schrikwekkend groote sterfte onder pasgeboren kinderen en in de tweede plaats over het feit,, dat de artsen zich liever in de steden gaan vestigen dan op het platte land, waar nog primitiever levensvoorwaarden heerschen en het gebrek aan medische hulp van een schrijnende sterkte is. De president wees vervolgens op het veelvuldig voorkomen van besmettelijke ziekten als tuberculose, geslachtsziekten, trachon en typhus. Zij wor den van dorp tot dorp van district op dis trict overgedragen en kunnen zich gemak kelijk als een epidemie over het gansche land uitbreiden. Natuurlijk is het niet alleen Litauen, dat door deze vreeselijke ziekten ge teisterd wordt, doch wel ontbreken hier ener gieke bestrijdïngsmethoden, zooals men die in de meeste landen met goede resultaten heeft toegepast. Een jong land als Litauen beijvert zich, wellicht uit een politiek minderwaardig heidscomplex, een pompeus officiers-casino te bouwen zonder nochtans gelden te voteeren voor een nieuw ziekenhuis waaraan dringend behoefte is. 20 pCf. zuigelingensterfte ■p ER jaar worden in de republiek Litauen -u- ca. 55.000 kinderen geboren,waarvan er niet minder dan 11.000 sterven. Dit percentage van 20 is eenvoudig verbijsterend. In dit sombere land van woeste me ren en vlakten, waar de volksgezondheid stelselmatig wordt ondermijnd door het over vloedig gebruik van alcohol, blijven alleen de sterksten in leven. Dat er in Litauen zulk een zuigelingensterfte kan voorkomen, vindt mede zijn oorzaak in den schrijnenden nood, die onder de boeren en visschers heerscht. En dit land bezit voor 85 pet. een landbouwende bevolking. Een boerenvolk dat met zijn land bouwproducten geen weg weet, omdat 't, zoo als de Duitscher het bondig uitdrukt, „absatz- fremd" is geen mogelijkheden voor ruime af zetgebieden kent. De isoleeringspolitiek van de regeering ten aanzien van Duitschland en Polen, de beide machtige buren, heeft als on vermijdelijk gevolg onlusten onder de boeren te weeg bracht. Melk, boter, hout en vee het is alles ruimschoots aanwezig, maar het levert niets op. De Litausche. boeren in hun armelijke dracht van aan elkander genaaide schaapsvellen, wier verbitterde trekken op aangrijpende wijze getuigen van hun pauper- dom, zijn dikwijls 24 tot 36 uur met hun ge span onderweg om hun hout op de markt te verkoopen. Hun paarden zijn al even uitge mergeld als zij zelf. Dikwijls raken zij in het geheel niets kwijt. Voor een kub. meter ont- vangen zij 8 lit, iets meer dan twee gulden. Voor een liter melk 1 cent in het gunstigste geval voor een pond boter vijf of zes cent, Het is zelfs zoover gekomen, dat de Staat de ambtenaren moest verplichten maandelijks vijf, zes ganzen te koopen, daar men niet weet wat aangevangen moet worden met zooveel gevogelte. De boeren hier, die streng geloovig Roomsch Katholiek zijn gebleven, maken den indruk eeuwen achter te zijn. Het ziet er ook niet naar uit of de geestelijkheid dit arme, be scheiden en toch gastvrije volk véél verder brengt op het nad van den vooruitgang. Van jong-Katholieke zijde is ook geklaagd over de wijze, waarop de Kerk schatten op schat ten stapelt zonder voldoende verlichting te brengen in het lot der geloovige boeren, die altoos nog bereid worden gevonden hun laat ste penning aan de kerk te offeren. Gaat het den boeren slecht, de visschers zijn er 's winters nog erbarmelijker aan toe. Aan de Kuhrische Nehrung, in visschersdorpen als Nida, Juodkrante, Palanga in het Memelge- bied, heerscht in den winter, als de Oostzee langs de kust dicht vriest, volslagen armoede. Om niet gansch en al te verhongeren moeten zij zich tegen een karig handgeld als dagloo- ner verhuren. Het spaarpotje, dat zij 's mers door het bezoek van badgasten het zoeken van amber konden bijeenbrengen wordt des winters geheel opgeteerd. Keurige diplomaten zouden, als zij ooit een bezoek aan het bedompte morsige Kaunas zouden brengen, schrikken van de daar ge ëtaleerde armoede en ellende. De krotten van huisjes, waar gezinnen met zes tot tien of meer kinderen in één vertrek moeten slapen de vele dronken mannen en vrouwen, wier eenige troost de spiritus, hier zoo blank als jenever, is geworden; de onooglijke slaap- asylen, vergaarplaatsen van ongedierte, met een uitgebreide bedelaarsbevolking (figuren die uit Maxim Gorki's „Nacht-asyl" schijnen weggeloopen te zijn!); de stumpers van kin- dren, die door weer en wind in de straten van Kaunas het semi-officieele regeeringsorgaan, de „Lietuvos Aidas" een vod van vier slecht- gedrukte pagina's met hun hooge schrille stemmetjes aanprijzen Niet dat de toestand elders in de Baltische landen véél gunstiger is, maar in Letland en Estland ontbreken de uitwassen, die de regee ring van Litauen, na een bewind van 2-0 jaar nog steeds niet heeft kunnen voorkomen. Economisch en cultureel heeft men in de twee zuster-randstaten ook een eenigszins be ter peil kunnen bereiken. Dictatoriale bevliegingen. MEN zegt, dat de dictatuur hier van een gemoedelijk soort is, maar in feite wordt in de Baltische staten met behulp van het leger geregeerd. In Litauen, dat meer het karakter van een politiestaat heeft, regeert men dank zij de tallooze politie-organisaties. Men struikelt er dan ook onvermijdelijk over de (gala)uniformen, die zeer operette-achtig aan doen en in deze armoedige omgeving eer der op den lachlust werken. Is het wonder, dat in deze achteraf-landen, waar de men- schen onder elkaar reeds zoo'n sterk wan trouwen aan den dag leggen, de vreemdeling extra gewantrouwd wordt? In zulke con treien heeft een buitenlandsch journalist drie dagen noodig om de autoriteiten er van te overtuigen, dat hij geen spion is. In dezen uithoek van Europa schijnt men huiverig te zijn voor alles wat over de geheiligde grenzen komt. De volkomen dwaze tolpolitiek en hei veel te dure tarief voor buitenlandsche pas poorten, zoodat welbewust de burgers in deze landen opgesloten blijven, getuigen van dien angst. Hier zoekt men liever zijn heil in iso lement, zij het dan ook een isolement, dat op armoede en'domheid is uitgeloopen, die men met een zwierig chauvinisme verbergt. Het probleem der nationale minderheden heeft groote moeilijkheden met zich mede gebracht. De (Wit-Russen, Polen, Duitschers en Joden laten zich als zeer sterke groepen gelden. De Litauer, een typische binnenlan der en agrariër, ongeschikt voor handel er industrie, beschouwt deze menschen met zijn overdreven aangewakkerd nationalisme als parasieten op zijn eigen land, zonder te be seffen. dat juist in een land, waar handel en Staat zoo weinig op elkaar "zijn ingesteld, van de minoriteiten een opbouwende kracht kan uitgaan. Litauen's nieuwe grondwet de vijfde reeds die nu het midden houdt tusschen de democratisch-parlementaire constitutie, welke Litauen na zijn wedergeboorte als zoovele jon ge staten na den wereldoorlog aanvaardde en de autocratische grondwet, die tijdens de re geering van Woldemaras werd uitgevaardigd voorziet dan ook niet in garanties voor de nationale minderheden. (Nadruk verboden.) WOROSJILOF EN BLüCHER. NIET IN ONGENADE? In ons blad van 24 Maart plaatsten wij een artikel van prof. Karl Tianaer over verwach te nieuwe processen tegen leidende functio narissen in de Sovjet Unie. O.a. had onze me dewerker vernomen, dat Worosjilof, de volks commissaris van oorlog, en maarschalk Blii- eher, commandant van de Sovjet-troepen in het Verre Oosten in ongenade waren gevallen en bij een groot militair proces betrokken zouden worden. Eenige bladen hebben dezer dagen gemeld, dat het volgens door hen ontvangen berich ten onjuist is, dat de beide legerleiders in ongenade zijn gevallen. Deze bewering werd o.a. gegrond op het feit, dat Worosjilof zoo wel als Blücher bij officieele plechtigheden waren waargenomen. In dit verband herinneren wij aan het be richt in ons blad van 2 Mei, waarin melding wordt gemaakt van een toespraak, den vori- gen dag door Worosjilof op het Roode plein te Moskou gehouden. MIDDELBARE SCHOOL VOOR MEISJES. TOELATINGSEXAMENS. HAARLEM Maandag. Toegelaten zijn tot de le klasse der Middel bare School voor Meisjes: J, H. v. Amesvoord, A. M. Aronds, F. Becker, J. R. Beekhuis, A. W. de Boer, M. But ter, A. P. v. Dam, J. E. v. Dort, N. Dupker, C. v. Dijk, M. Forrer, B. E. v. Gelderen, C. Goud- frooij. F. H. M. Heynen, M. H. v. Holland, Jager. C. J. Krijgsman. T. B. Levendag, W. M. Loendersloot, G. Luiten, J. A. Molenaar, C. Mooij, G. Rolië, A. P. v. Rossum, P. Rührup, A. F. Rijkeboer, M. Schippers, H. Snijders, D. Stijger, D. A. v. Til, J. J. Timmer, E. C. Tu- ninga, W. A. v. d. Veen, E. Veldkamp, W. Wijk, J. B. v. d. Berg, B. R. ten Brink, L. Fleury, C. L. Goll, T. de Graaf, R. O. I. Hes sels. H. C. v. Hooydonk, P. M. Huson, F. H. v. Joolen, Y. M. Kolderie, F. H. Leeflang, P. Loppersum, W. J. Mensink, M. Pauw. A. v. d. Pol. C. R. v. Scherpenberg, M. H. Tiemeijer, F. Timmer, E. Wille en A. B. Swart. EXAMENS. STAATSEXAMENS VOOR MUZIEK. Bij de te 's-Gravenhage gehouden Staats examens voor muziek slaagde voor 't theore tische gedeelte L.O. mej. Elzie Gewin te Heem stede, leerlinge van den opleidingscursus van den heer Lürsen. KENNEMER LYCEUM BLOEMEND AAL. Eindexamen 1938, Litt. Economische afd. Geslaagd; de dames: E. C. van Abs, I. M. E. L. Byck, F. J. Dalmeyer, C. J. de Heer, M. H. Hoekstra, M. Huizinga, H. C. van der Hij den, J. A. Keg, G. J. Meyer, M. P. Mulder, C. Rezelman, G. Ritsema, F. Snuyff, G. M. Vogel, de heeren: G. F. de Bruyn, C. A. Crommelin, D. Lageman, J. W. Muysken, G. Poots, R. A. H. Rhodius, H. H. Straus, G. Verspoor en O. Wie- meyer, Th. A. Ruyter. RIJKSACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN TE AMSTERDAM. Voor den dagcursus teekenen zijn o.m. ge slaagd de dames L. Delnum, Haarlem H. G. Ferman, Santpoort, en de heeren: A. Voor zanger, Haarlem, M. R. Westerwoudt, Aerden- hout Voor den avondcursus beeldhouwen is ge slaagd mej. J. Hagemeïjer, te Aerdenhout. DE MULO-EXAMENS. De laatste uitslagen zijn: Voor het A-diploma: T. J. Veldman, M. H. A. v. d, Bogaardt, A. Wildeboer, W. G. v. Dalen, J. H. Smite, W. v. d. Brink, allen te Haarlem. G. F. Gerritsen en T, v. d. Geer te Zandvoort. J. Kieft. G. C. v. Dam en H. E. Broek te IJmuiden. A. v. Bruinessen, Zandvoort. D. G. Brussee, Heemstede. En voor het B-diploma: E. M. Augustinus. A. E. F. Groeneweg, H. Groeneveld, A. J. Tabernal, G. J. F. ten Dam, A. N. Poelman, allen te Haarlem. H. Mostert, Santpoort. H. Krieks en J. v. d. Bos te Zandvoort. DERTIENHONDERD GULDEN WAREN ZOEK. Twee bejaarde dames deden aangifte bij de politie DOCH HET GELD WERD LATER WEER TERUGGEVONDEN. HAARLEM Maandag. Twee bejaarde dames uit Amersfoort de 81- jarige mevr. W. van H. en haar 64-jarige se cretaresse mevr. M. deden dezer dagen bij de politie te Haarlem aangifte dat zij een bedrag van f 1300 misten. De dames waren met een bedrag van f 1650 uit Amemfoort naar Haar lem vertrokken en hadden verschillende be talingen gedaan. Des avonds werd het resteerende geld keurig netjes in een envelop gestopt en veilig in een valies weggeborgen. Toen de dames echter later de enveloppe zochten was deze spoorloos verdwenen. Allerlei bange veronderstellingen werden geuit en de politie werd van deze mysterieuze verdwijning in kennis gesteld. Een onderzoek werd ingesteld waarbij ook de Amersfoortsche politie werd betrokken en zoo was het heele machtige politieele apparaat in de weer om de eventueele dieven te achterhalen. De geschie denis heeft echter een weinig pakkend slot. De beide dames hadden namelijk niet goed geke ken en het geld werd netjes en wel terug gevonden. Zoodat er van diefstal geen sprake was. Het ministerie van buitenlandsche zaken, levens zetel van de politieke recherche te Kaunas, de hoofdstad van Litauen. De ouder wetsche telegraafpalen heeft men rustig laten staan. Twee regeeringen zouden aan Craaf Taaffe groote sommen voor onthullingen hebben geboden PRAAG, 11 Juli. Graaf Edward Taaffe, kleinzoon van den voormali- gen Oostenrijkschen premier Taaffe heeft vandaag bekend gemaakt, dat hij groote geldsommen heeft gewei gerd, die twee Europeesche regee ringen hem hebben aangeboden, op dat hij de geheimen van Mayerling zou onthullen over de wijze waarop Rudolf van Oostenrijk met zijn vrien din barones Maria Vetsera den dood vonden in het jachtslot Mayerling op 13 Januari 1889. In een exclusief interview met United Press verklaarde graaf Taaffe, die van het gehei me dossier betreffende deze zaak, dat in han den van zijn grootvader berustte, geheel op de hoogte is, dat de documenten niet ver kocht kunnen worden, omdat de waarheid over Mayerling vreeselijker is, dan welke bioscoop- of andere voorstelling ook. Wel ont hulde graaf Taaffe, dat hij gisteren brieven van zijn grootvader aan de Tsjechische regee ring had verkocht, die betrekking hebben op belangrijke Tsjechische en politieke proble men in het Bohemen van voor den oorlog, maar hij voegde daaraan toe dat „deze brie ven niets te maken hebben met de wijze waarop kroonprins Rudolf en barones Vetsera den dood waren ingegaan. Documenten, die daarop betrekking hebben zijn goed wegge borgen en niet te koop. Vertegenwoordigers van Duitschland en van Tsjecho Slowakije hebben mij indirect groote geldsommen voor deze documenten geboden, die zij voor hun ar chieven wenschen te bezitten. Maar het is on mogelijk deze documenten te verkoopen, want de waarheid daaromtrent is vreeselijker dan men zich kan voorstellen. Mijn grootvader heeft nooit de waarheid aan iemand van de koninklijke familie, met uitzondering van kei zer Franz Joseph, durven vertellen". Hij verklaarde, dat zijn grootvader in het Onbewaakte overweg eischt weer een slachtoffer. UTRECHT, 11 Juli. Vanmiddag omstreeks 1 uur is op den onbewaak- ten overweg aan den Lagen Weid- schendijk aan de grens van de gem. Utrecht een ongeveer 50-jarige man door een electrischen trein van de lijn Utrecht-Amsterdam gegrepen en op slag gedood. Nederland verliest den kano wedstrijd te Duisburg. DUISBURG, 11 Juli. (A.N.P.) Gisterenmid- ig werd te Duisburg de 9e kanolandenwed- strijd tusschen Duitschland en Nederland ge houden, welke in een 1911 overwinning der gastheeren eindigde. Duitschland won alle drie nummers. In de k-1 klasse over 1000 M. stond de overwinning van Strathmann 200 M. voor de finish reeds vast. Kraaier werd tweede met 4 tot 5 lengten achterstand. Derde werd van Mastrigt. In de k-2 klasse viel opnieuw een Duitsche overwinning te noteeren, n.l. voor Kube-Brüggemann. In de k-4 klasse werd het een spannende strijd waarbij de Holland- sche vier slechte met een lengte achter Duitschland eindigde. De uitslagen luiden: K-1 klasse over 1000 meter: 1. E. Strathmann (D.) 4 min. 44.9 sec. 2. Kraaier (N.) 4 min. 515 sec. 3. Van Mastrigt (N.) 4 min. 55 sec. 4. Boehle (D.) K-2 klasse over 1000 meter: 1. Kube-Brüg gemann (D.) 4 min. 19 sec. 2. Bormann-Lent- gens (D.) 4 min. 21.3 sec. 3. Kraaier-Tates (N.) 4 min. 25.1 sec. 4. Gebrs. Wijdekop (N.) K-4 klasse over 1000 meter: Kube-Brügge- mann-Strathmann „1" en „2" (D.) 3 min."42.3 sec. 2. Van der Kroft, Bosse, Kuperus, Tates (N.) 3 min. 44,2 sec. Einduitslag 19—11 voor Duitschland. In de guarderiaschool. CAMBELLO, Juli. ANDAAG was ik op een voordracht gevraagd, die gehouden werd in het nieuwe schoolgebouw, dat voor de guarderiakinderen is ingericht en ik had dus meteen gelegenheid dit ruime gebouw beat van deze documenten was gekomen toen met zjjn diverse afdeelingen eens goed te zien. V.;; t„c.e/>Vinvv 1BTO on 1QQQ o1e mivnctoi' iron Win- 0 hij tusschen 1879 en 1893 als minister van bin- nenlandsche zaken hoofd van de politie was en daar hij bovendien het ambt van premier be kleedde, was hij de aangewezen persoon ge weest om alle onderzoekingen omtrent de Mayerling-tragedie te leiden. Hij bestudeerde de documenten en deed iedereen die verband hield met de tragedie onder eede beloven, dat zij wat zij wisten, geheim zouden houden. Graaf Taaffe zeide, dat er een familieover eenkomst bestaat, dat de documenten niet ge publiceerd zullen worden totdat iedereen, die nauw met de dooden in verband staat min stens 50 jaar overleden zal zijn. „Prinses Ste- jhanie, weduwe van kroonprins Rudolf is nog In leven en woont thans in Hongarije. Ik hoop echter dat de documenten nooit publiek ge maakt zullen worden" waren de laatste woor den van graaf Taaffe. Graaf Taaffe was candidaat voor het pre sidentschap van Eire, ofschoon hij een Tsje chisch onderdaan is. Van zijn grootvader erfde hij zijn Iersche en Oostenrijksche titels (United Press.) HANDELSOVEREENKOMST MET ZWEDEN. OP 1 JULI J.L. IN WERKING GETREDEN. De regeeringspersdienst meldt: Te 's-Gravenhage is een overeenkomst ge sloten tusschen de regeeringen van Nederland en Zweden ter voortzetting van de regeling der handelsbetrekkingen tusschen beide landen. Deze overeenkomst is met ingang van 1 Juli in werking getreden KONING VAN ENGELAND ONGESTELD. WINDSOR, 11 Juli. Koning George is ten gevolge van een lichte ingewandsgriep, op een melkdieet gesteld. Er wordt nadruk op ge legd, dat zijn toestand in het geheel niet alarmeerend is. Gedurende den wereldoorlog heeft de koning, toen hertog van York, ver scheidene malen aanvallen van ingewands ziekte gehad. (United Press.) FOTOREPORTER TOT PROFESSOR BENOEMD. MüNCHEN 10 Juli (D. N. B.) Hitier heeft den fotoreporter Heinrich Hoffmann wegens zijn verdiensten voor de groote Duitsche kunsttentoonstelling tot professor benoemd, Mr. Wendelaar treedt af als voorzitter der Liberale Partij. In September aanwijzing van zijn opvolger. 's-GRAVENHAGE. 11 Juli. In de Zaterdag j.l. gehouden vergade ring van het hoofdbestuur van de li berale staatspartij heeft mr. W. C. Wendelaar, die in de laatst gehouden algemeene vergadering zijn herbe noeming voorloopig aanvaardde, me degedeeld, dat hij thans het oogenblik aangebroken acht, waarop het voor zitterschap der Liberale Partij aan andere handen kan worden toever trouwd, zoodat hij voornemens is in September a.s. af te treden. In een te len het einde van die maand te beleg gen algemeene vergadering kan dan zijn opvolger worden aangewezen. WEEKABONNEMENTEN enen uiterlijk Woensdags avonds etaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE. Wat een werk moet dit alles geweest zijn voor de sympathieke, kranige directrice, voor 't zoo ver was! Haar wensch was slechte, dat haar beschermelingen meer en beter leeren zouden dan de gewone dorpskinderen en dat grootere jongens en meisjes er ook gelegenheid zou den vinden practisch te werken en zich te ont wikkelen in de richting, die met hun aanleg strookt. Ik zag er verschillende werkplaatsen •bijv. een boekbinderij, die keurig werk lever de, een schoenmakerij en zoo meer. Vóór alles was er een groot naai-atelier, waar, onder leiding van een handige onderwijzeres, jurk jes, kieltjes, schorten en ondergoed voor alle kinderen gemaakt werden. De klaslokalen, heelemaal in één kleur gehouden, sommige sterk blauw, andere groen enz., zijn even ruim en vriendelijk als de groote slaap en eet zalen in de „guarderia's" zelf. die telkenmale weer opvallen. En dan de Bibliotheek! Wat een heerlijkheid! Boeken en ook spelen voor de jeugd liggen zoo maar voor het grijpen. Natuurlijk moet permissie worden gevraagd, maar overigens denke men niet, dat ook maar iets wegraakt of beschadigd wordt. Evenals deze kinderen, die toch voor het meerendeel uit achterbuurten van groote steden komen, zich er aan gewend hebben zindelijk voor den te komen en zich "aan de nieuwe omge ving aan te passen, leerden ze ook datgene waardeeren, wat te hunner beschikking werd gesteld en zij zijn trotsch op hun verantwoor delijkheid er voor.— Als de directrice met haar zachte stem te gen een twaalfjarigen jongen, die om de groo te mecanodoos vraagt, zegt: „ik vertrouw op je, dat je er voorzichtig mee bent en dat er straks niets ontbreekt" heeft dit veel meer effect bij den kleinen Spanjaard dan eeniger- lei strafbedreiging en men zal zien, hoe keu rig opgeruimd hij de doos zal terugbrengen. De kinderen, die aanleg voor studie hebben, worden voor het gymnasium voorbereid, waar men tracht studiebeurzen voor ze te krijgen. Maar ook de andere kinderen hebben plezier in het interessante moderne onderwijs met zijn taallessen. Velen hunner wisten eigenlijk ternauwer nood, dat er vreemde talen bestonden. En dan de rekenles bij dien aardigen onderwijzer, die de probleemjes opgeeft, die ze naderhand in de ..guarderias" hespreken. Dit alles hoor ik, terwijl de directrice en en kele onderwijzeressen mij rondleiden en mij ook den prachtigen grooten tuin met zijn dikbladige schaduwrijke boomen laten zien, waar, bij de ingerichte speelplaatsen, ook de tennisvelden niet ontbreken. Maar we worden naar binnen geroepen, want de dirigent van het Stedelijk Orkest te A., is gekomen om over Chopin te praten. Moeilijke taak voor een grootendeels totaal ongeculti veerd publiek! Maar de directrice is dol op deze lezingen en zij kiest er menschen voor, die 't verstaan zich aan den horizon hunner hoorders aan te passen alles wil zij doen om ook het geestelijk niveau van haar be schermelingen te verhoogen. Deze zitten in hun bankjes geschaard, met open oogen en monden te kijken, als de spreker binnenkomt en met vriendelijke plechtigheid door de di rectrice ontvangen, hier en daar over een krullebol strijkend, langzaam tusschen de rijen doorstapt, onder luid handgeklap van kleinen en grooten. Op eenvoudige, haast kin derlijke manier, begint hij over den grooten musicus te spreken en zoo weet hij al spoedig zijn publiek te boeien, dat men een speld in de zaal zou kunnen hooren vallen. Wij, grooten, onderdrukken een lach, als hij 't over „de aristocratische ideeën en gevoelens van Cho- pon heeft". Past dat in deze omgeving? Maar hij merkt zijn lapsus en maakt een aardige wending door een oogenblik stil te staan bij den breeden zin van het woord aristocratie, dat te doen heeft met voornaamheid van geest met geestadel, en dat zulke aristocratie even zeer het deel kan zijn, ja dikwerf meer het deel is van de lager op den maatschappe- lij.ken ladder geplaatsten dan van hen, die men gewoonlijk tot de hoogere kringen rekent. En tot het eind toe weet hij zijn kleine hoor ders met wat hij over het leven van den groo ten meester vertelt, in spanning te houder- Ik ben ten zeerste bevredigd door mijn mid dag in de guarderiaschool en neem noode af scheid van mijn kleine vrienden, die maar niet uitgepraat raken- over hun spel, hun leeren, hun zeebaden en wat al niet. En op den terugweg bedenk ik, dat er ten minste enkele wezens zijn, die aan den gruwe- lijken oorlog wat zon in hun jonge leven danken. C.B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8