HET MYSTERIE
VAN SUNNY SIDE.
No. 29, de Engelschman Thomas bij de inspectie van zijn motor voor
de T.T.-races op het circuit van Drente
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
van
HECTOR JENNINGS.
11)
Een paar manchetknoopen met monogram,
las hij overluid, een paar manchetknoopen
met echte parels, een paar met vrouwen
kopje in diamanten en smaragden gevat. Van
een manchetknoop, zooals u beschrijft, wordt
in deze opgave niets vermeld. En toch, als
uw theorie juist is, moet meneer Armstrong,
toen hij terugging, in zijn manchetten heb
ben gehad een complete manchetknoop, zoo
als u beschrijft en een half exemplaar.
Dit was een nieuw gezichtspunt voor mij.
Als het niet de vermoorde was geweest, wie
was het dan?
Er zijn verschillende merkwaardige trek
ken in deze zaak, ging de detective voort.
Uw nichtje heeft verklaard dat zij iemand
aan het slot hoorde morrelen, dat daarop de
deur geopend werd en dat bijna onmiddellijk
daarop een schot viel. En dat is nu het vreem
de van het geval, juffrouw Innes. Meneer
Armstrong had geen sleutel, er stak geen
sleutel in het slot en er lag er ook geen op
den vloer. Met andere woorden, er is maar
één conclusie mogelijk en die luidt: Meneer
Armstrong is door iemand binnengelaten!
Dat is onmogelijk, viel ik hem opgewon
den in de rede. Meneer Jamieson, weet u
wat de consequentie is van wat u zegt? Dat u.
practisch gesproken, Gertrude Innes er van
beschuldigt iemand binnengelaten te hebben?
•- Pardon, zei hij met een allerbeminne
lijkst glimlachje, ik ben er integendeel
van overtuigd, juffrouw Innes, dat zij dat niet
gedaan heeft, maar wat kan ik doen zoolang
ik van u en van haar maar een deel van de
waarheid te hooren krijg? Ik weet dat u iets
in het tulpenbed opgeraapt hebt: u weigert
mij te zeggen wat het was. Ik.weet dat juf
frouw Gertrude naar de biljartkamer terug
ging om iets te halen: zij weigert te vertellen
wat. U houdt er een eigen theorie op na over
hetgeen er met den manchetknoop gebeurde,
maar u wilt ze mij niet meedeelen. Van één
ding ben ik echter overtuigd en dat is, dat
Arnold Armstrong niet de nachtelijke bezoe
ker is geweest die u zoo heeft laten schrik
ken doorlaten we zeggen een golf stok van
de trap te laten vallen? En ik geloof dat
toen hij den nacht van den moord kwam, hij
door iemand is binnengelaten. Wie weet
misschien is het wel Liddy geweest!
Ik roerde boos in mijn kopje thee, maar
voor ik antwoord kon geven, werd ons gesprek
gestoord doordat iemand in de deuropening
van de kamer verscheen.
Het was onze negerbutler.
De detective scheen op zijn komst voor
bereid, want terwijl ik verbaasd naar den man
keek. zei hij
Ben jij daar, Thomas? Kom binnen!
Thomas Johnson keek verschrikt en verle
gen en opeens dacht ik weer aan de zonder
linge tasch, die ik in de portierswoning gezien
Thomas stond met gebogen hoofd en keek
Jamieson van onder zijn ruige wenkbrauwen
aan.
Thomas, vervolgde de detective niet on
vriendelijk, ik heb je hier laten roepen
om voor ons te herhalen wat je aan Sam Bo-
hanon op de club verteld hebt, den dag voor
dat ze meneer Armstrong hier dood gevonden
hebben. Laat eens zien, je bent Vrijdagmor
gen hier gekomen om juffrouw Innes te spre
ken. nietwaar, en Zaterdagmorgen ben je
hier aan het werk gegaan?
Om een mij onbekende reden keek Thomas
opgelucht.
Ja, meneer, zei hij, ziet u, het was zoo:
toen meneer Armstrong en de familie was
weggegaan, moesten juffrouw Watson en ik
hier blijven tot het huis verhuurd was. Juf
frouw Watson is hier een heelen tijd geweest
en zij is niet bang uitgevallen. Daarom heeft
ze hier in huis geslapen. Ik heb voorteekens
gehad ik heb het aan juffrouw Innes ver-
telr en sliep in de tuinmanswoning. Op
een keer kwam juffrouw Watsin bij me en
zei: „Thomas, jij moet op het huis gaan sla
pen. Ik ben te zenuwachtig om er langer te
blijven". Maar ik zei bij mezelf dat als het er
te griezelig voor haar was, het er zeker te
griezelig voor mij was. We wilden het geen
van tweeën en Watson bleef 's nachts in de
tuinmanswoning en ik zocht werk op de
club.
Heeft juffrouw Watson ook gezegd, dat
er iets gebeurd is, dat haar verschrikt heeft?
Neen, meneer. Ze vond het alleen maar
griezelig. Nu, dat is zoover als ik weet alles, tot
den avond, dat ik bij juffrouw Innes kwam. Ik
had overdag op de Club gewerkt en tegen
den avond ging ik hier naar toe. Ik kwam
door de vallei, langs het pad van het club
huis. Beneden in het dal botste ik haast te
gen een man aan. Hij stond met zijn rug naar
me toe en hij morrelde aan zoo'n electrische
lantaarn die ze tegenwoordig in hun zak dra
gen. Hij had er moeite mee, zag ik en toen
flitste het uit en in het volgende oogenblik
was hij verdwenen. Ik heb nog zijn wit over
hemd en das gezien, maar zijn gezicht zag
ik niet. Maar ik weet zeker, dat het meneer
Arnold niet was. Hij was grooter dan meneer
Arnold, daarbij was meneer Arnold aan het
kaartspelen toen ik uit het Clubhuis kwam
en dat heeft hij den heelen dag gedaan.
En den volgenden morgen ben je dat
zelfde pad teruggeloopen toen je even naar
de Club terugging? zette Jamieson zijn on
dervraging voort.
Dén volgenden morgen ging ik hetzelfde
pad terug en op de plaats waar ik den man
den avond te voren had gezien, raapte ik dit
op.
De oude man hield een klein voorwerpje in
zijn hand en Jamieson nam het van hem aan..
Toen hield hij het zoo op zijn uitgestrekte
palm, dat ik het zien kon. Het was de andere
helft van den Italiaanschen manchetknoop!
Maar Jamieson was nog niet klaar met zijn
verhoor.
En jij hebt het op de Club aan Sam laten
zien en gevaagd of hij ook iemand kende, die
zoo'n manchetknoop had en Sam zei wat
zei Sam?
Wel, Sam zei, dat hij zoo'n paar manchet
knoopen gezien had in een overhemd van
meneer Bailey meneer Jack Bailey.
Ik zal dezen manchetknoop voorloopig hou
den, Thomas, zei de detective; ik wilde al
leen maar de geschiedenis van dien knoop we
ten. Goeden avond. Terwijl Thomas de kamer
uitschuifelde, keek Jamieson mij scherp aan.
Ziet u, juffrouw Innes, zei hij, me
neer Bailey schijnt er toch iets mee te maken
te hebben. Veronderstel, dat meneer Bailey
dien Vrijdagnacht hier gekomen is in ae
veronderstelling Arnold Armstrong te zullen
ontmoeten en hem niet aantrof, is het dan
niet mogelijk dat hij den volgenden nacht,
nadat hij Arnold Armstrong had zien bin
nenkomen, hem heeft doodgeschoten, zooals
hij van plan was.
Maar het motief? vroek ik in spanning.
Dat is niet zoo moeilijk te vinden, geloof
ik. Arnold Armstrong en John Bailey stonden
op voet van oorlog met elkaar, sinds Bailey,
als onder-directeur van de Handelsbank, den
jongen Armstrong bijna aan de justitie
heeft overgeleverd. Daar komt nog bij, dat de
beide jongelui allebei veel notitie namen van
uw nichtje Gertrude. Neen. ik vind Bailey's
plotselinge verdwijning buitengewoon ver
dacht.
Gelooft u dat Helsey hem heeft helpen
vluchten?
Zonder twijfel heeft hij dat. Laten we
eens nagaan, juffrouw Innis, wat er dien
avond gebeurd is. Bailey en Armstrong heb
ben op de club ruzie gehad. Dat heb ik van
daag gehoord. Uw neef bracht Bailey hier
heen. Door jaloezie en radelooze woede gedre
ven volgde Armstrong langs het pad. Hij
kwam den oostelijken vleugel bij de speelka
mer binnen, klopte misschien en werd door
uw neef binnengelaten. Hij was nog geen mi
nuut binnen of hij werd door iemand, die op
de wenteltrap stond, doodgeschoten. Nadat
het schot gevallen was, verieten uw neef en
Bailey direct het huis en gingen naar de ga
rage. Zij zijn langs den achterkant van het
huis gegaan, waardoor niemand hen gehoord
heeft en toen u en juffrouw Gertrude bene
den kwamen was alles rustig.
MaarGertrude's verhaal? stamelde
ik.
Daarvan geloof ik, eerlijk gezegd, geen
woord, juffrouw Innes. Het is het verhaal van
een liefhebbende, schrandere vrouw.
En de vluchteling in den waschkoker?
Is misschien in staat deze heele theorie
omver te gooien. Dat wil ik eerlijk beken
nen. Het zou ten gunste van meneer Bailey
kunnen pleiten. Die gestalte, die u bij het
venster gezien hebt, kan dezelfde zijn als de
vluchteling van van avond. Het zou een nieuw
spoor zijn. En dan is er nog een derde moge
lijkheid. Vergeef me dat ik het zoo onomwon
den zeg, maar ook uw neef Halsey kan Arnold
Armstrong doodgeschoten hebben in de ver
onderstelling dat het een inbreker was en dat
hij daarna, geschrokken van wat hij gedaan
had, is gevlucht. In ieder geval geloof ik ze
ker, dat het lichaam hier al lag toen hij er
van door ging. Meneer Armstrong is uit de
club weggegaan, oogenschijnlijk om een
avondwandeling te doen, tegen half twaalf.
(Wordt vervolgd.)
Oogsttijd. Ruischend valt het gouden graan. Een interessante opname nabij
Gronsveld in het Zuid-Limburgsche heuvelland
De onderteekening van het eerste
Fransch-Italiaansche handels-ac-
coord te Parijs. Gentin, de Fransche
minister van handel, zet zijn hand-
teekening
De nieuwe .Mauretan'ra", het groote Engelsche mailschip, is Donder
dag te Birkenhead door Lady Bates te water gelaten. Het schip
verlaat de helling
Op Ypenburg werd Donderdag een proef genomen met een vliegtuig,
voorzien van een installatie voor het bestuiven van planten en boomen.
Onder toezicht van deskundigen der Ned. Heide Maatschappij scheert
het toestel over het veld, een groote meelwolk achter zich latend
Vijf Nederlandsche leeraren bij het gymnasiaal en middelbaar onderwijs ver
trokken Donderdag naar Ned. Indië, uitgezonden door de vereeniging .Jan
Pieterszoon Coen". V.l.n.r.: de heeren W. Heys, Nijmegen; ir. P. van Steen-
wijk, Haarlem; dr. J. Sebus, Utrecht; dr. F. Brouwer, Amsterdam en K. Bou-
ma, den Helder
De burgemeester van Amersfoort, mr. J. C. Graaf van Randwijck,
luit kol. J. Visser en luit. kol. L. P. Sormani (v.r.n.l.) tijdens de inspectie
van het 16e regiment infanterie, dat Donderdag zijn 25-jarig bestaan
vierde
De Belgische minister van Openbare Werken en Werkverschaffing, Balthasar,
bracht Donderdag een bezoek aan den Maastunnelbouw te Rotterdam - De
minister (x) tijdens de bezichtiging