Een rokvier jurken! D MENU VAN DE WEEK De vrouw bij de politie Recepten n Steentje in uw schoen} ZATERDAG 30 TUIA 1938 De dag vóór de vaeantie E ouderen onder ons herinneren zier allemaal uit het boek van Jules Verne „De reis om de wereld in 80 dagen' het verhaal van den knecht van Phi- leas Fogg, Passepartout, die bij het overhaast vertrek vergeten heeft een gasvlam uit te draaien, en dat onderweg bedenkt. Uit eerste- oeïllustreerde uitgaven van het boek kan men zich zelfs een stuntelig plaatje herinneren, waarop Passepartout ademloos naar het heet, maar met bolle wangen, komt aangerend om den vleermuisbrander uit te draaien! Ziedaar de nachtmerrie van alle over- zorgzame menschen die op reis gaan: wat heb ik vergeten? En dan niet in de allereerste plaats, wat zij vergeten hebben in de koffers te pakken maar veel meer nog welke dinge tjes zij vergeten hebben te regelen, wat ze vergeten hebben af te sluiten of op te ruimen, al die kleine maatregelen die genomen moe ten worden voordat de deur achter hen dicht geslagen kan worden Daarmee bedoel ik niet in de eerste plaats de maatregelen die sommigen nemen voor een reisje van een paar weken, alsof zij maanden weggaan: gordijnen afnemen, de meubels in hoezen pakken, kleeden opnemen, overal kamfer strooien, de bedden afnemen en de dekens op zolder hangen, enzoovoorts. Dat zijn van die dingen, die door sommigen als absolute noodzaak worden aangemerkt, terwijl minstens evenveel anderen dit over dreven en lastig vinden en er niet over dan ken het te doen. Maar velerlei kleinigheden moeten wor den gedaan door ieder die op reis gaat tenzij men zoo gemakkelijk is, dat koffer pakken de eenige zorg is, „ik zal verder wel vinden of er wat gebeurd is als ik thuiskom". Zóó lucht hartig gaan echter slechts weinigen op reis, de meesten van ons hebben nog heel wat zorgjes af te werken, voordat zij in vacantie- stemming op weg zijn. De huissleutel moet bij een familielid of vriend in bewaring worden gegeven. De planten in huis moeten op een of andere manier worden verzorgd. De huisdieren moeten onderdak en voedsel hebben. De ramen en deuren moeten goed gesloten zijn. Resten afval moeten zijn weggehaald of op een andere wijze worden opgeruimd. Familie en vrienden moeten worden goe dendag gezegd, een vriendelijkheid die meest al erg wordt geapprecieerd. De leveranciers moeten worden gewaar schuwd dat het huis gesloten is. Er moet iemand gevonden worden die de brievenbus leegt, anders is óf na twee dagen de bus stampvol, of men moet zich bij thuis komst over een berg van papier een weg ba nen om het huis binnen te komen. En zoo zijn er meer kleinigheden die ge daan moeten worden, voordat men, los van alles, van de vaeantie kan genieten. Al dit gedoe plus het onaangename werkje van koffers pakken kost ons een vervelenden dag, het hoofd loopt ons om, en tot overmaat overpeinzen we nog: wat ben ik eigenlijk be gonnen, al die omhaal, en misschien is het daarginder heelemaal niet mooi, of erg slecht weer of een nare omgeving; bleven we meer thuis, dat zou wel zoo gemakkelijk zijn, en zoovoorts. Niet iedereen denkt er zoo over, maar in formeert u maar eens bij uw vrienden en ken nissen, de meesten van hen houden toch wel een dergelijke overpeinzing, als zij in één ren zijn om alles goed in orde te krijgen. Degenen onder hen, die alleen op zichzelf zijn inge steld en zich weinig of niet interesseeren voor andéren, meenen dat zij alléén dien zeer bij- zonderen landziekigen 'dag hebben, voor het op réis gaan, maar wie zooiets in een gezel schap oppert, bemerkt dat de meeste ande ren dat evenzoo ondervinden. Bij; sommigen gaat dit weieens zoover, dat zij er. óf het reisje voor laten schieten, óf maar dicht bij huis blijven, dan kunnen zij er desnoods nog -weieens tusschentijds heen om te zien of alles in orde is. Voor wie dien landerigen dag vóór het op reis gaan beleeft, is het een troost te we ten, dat hij niet de eenige is, die daarmee moeilijkheden heeft: dat behoort nu eenmaal tot de kleine onaangenaamheden die verbon den zijn aan alle dingen die tot een groote vreugde willen leiden; wie het er niet voor over heeft maakt zijn leven vlak en zonder tegenstellingen die het kleur en leven geven. E. E. J.—P. BABY GAAT MEE OP REIS Augustus, de vacantiemaand bij uitne mendheid! Nu is het overal druk en vol. „Ge zellig" vindt de een, „vreesdij k" klaagt de ander. Hoe het zij, 't kan zijn, dat u juist in deze maand vaeantie kijgt en dat u besloten zijt, baby mede te nemen. Nu gaat het er natuur lijk om, het kindje zooveel mogelijk te laten genieten en zoo weinig mogelijk te doen lijden door de reisvermoeienissen. Laat ons eens kijken was we hiervoor kunnen doen. We maken een klein hangmatje of een leisbrancard. Deze voorwerpen zijn allebei zeer practisch en wat zoo prettig is: we kunnen ze zelf maken. Het hangmatje. is uitstekend geschikt voor een zuigelin- getje. Men kan het in de coupé ophangen, tusschen de twee bagagenetten in en als 't kindje esr warmpjes toegestopt in ligt, zal 't even heerlijk slapen als thuis in de wieg en geen gevaar loopen, eruit te vallen. Voor 't hangmatje hebt u noodig een stuk grof katoen zeer stevig natuurlijk in groen, blauw of rood. Geeft u echter de voorkeur aan gebloemd cretonne, dan moet de stof dubbel worden genomen. U knipt de stukken volgens het schema, dat u hier ziet. De halfcirkelvormige zijkant wordt natuurlijk tweemaal geknipt. Als u de stukken aan elkaar hebt genaaid en de randen met zoomen afgewerkt, naait u de zoomen aan eén kant dicht en schuift er kleine latjes in, dat geeft meer zekerheid. Het andere einde van den zoom wordt met een drukker gesloten. Wilt u het hangmatje op vouwen om het in den koffer te kunnen mee nemen, dan haalt u de latjes bijv. houten gordijnroetjes eruit. Vervolgens bevestigt u aan de vier hoeken van de hang mat .vier stevige banden van 2 cM. breed, die u zelf kunt maken van dubbelgevouwen piqué. De banden moeten 50 cM. lang zijn en uitloopen in S-vormige haken, waarmee u het hangmatje ophangt. Vergeet vooral niet een zeiltje onder baby te leggen! voor giouterc kinaeren nai een branclcarclje meer geschikt zijn. Het moet iets langer zijn dan de afstand tusschen de twee banken in de coupé U maakt het van twee stukken hout lang pl.m. 90 c.M. (bezemstokken, die u even met een lakverf een prettig kleurtje geeft, zijn heel geschikt!), waartusschen u stevig katoen spant, dat met spijkertjes wordt be vestigd. De lap katoen moet dezelfde kleur hebben als de stokken en 85 bij 75 cM. groot zijn. Als het doel van de reis bereikt is, rolt u het gevalletje op en bindt het op een kof fer; 't veroorzaakt daar absoluut geen last. Handig idee voor uw vaeantie? m KINDERJURKJE (2 tot 3 jaar). vierde pen. Met de verkregen 130 st. breien we 12 ribbels, waarna we strak afkanten. Opmaak. Op de machine worden de zijnaden dicht- estikt en ook de mouwen. De schouders worden aan elkaar gebreid en de mouwtjes er met veel ruimte aan den kop ingezet. De kraag wordt rond gestreken en er opgenaaid en dan wordt het jukstuk je met kleine bloe metjes van gekleurde wol (verschillende nuances blauw met groene takjes staat heel aardig bij geel) versierd, en dan natuurlijk bijpassende bloemetjesknoopjes. SP.—TH. Als we met vaeantie gaan nemen we niet alleen kleeren mee die er niet op aan komeii, maar toch ook een paar aardige jurken voor meer gekleed. Of dit echter avondjaponnen zullen zijn of zoo'n tusschensoortje, dat hangt natuur lijk geheel af van ons vaeantie verblijf en van het milieu, dat we daar zullen aantreffen. Heel vaak weten we 't zelf nog niet zoo pre cies en daarom is het idee, dat onze teekening laat zien, juist zoo buitengewoon practisch. Eén rok een lange geplisseerde van mousseline, hetzij in een lichte effen tint, hetzij marineblauw of zwart, dient hier als „basis" voor vier verschillende jurken. Op onze teekening ziet u van links naar rechts: zwaar linnen in dezelfde tint van den rok, óf indien deze zwart is, in een aar dige pasteltint (concert). De rok, gedragen met een chique blouse in kimonomodel. Wan neer de rok bijv. zachtblauw is, zal hierbij een korenblauwe blouse zeer bijzonder staan, vooral wanneer u het geheel nog accentueert door een breede ceintuur in afstekenden tint. bijv. donkerlila (diner). De rok, zeer sober aangevuld met een sport- blouse van dezelfde stof, zoodat het geheel als namiddag japonnetje dienst kan doen (theemiddag). En tenslotte verkrijgt u een groot avond toilet", als u op den rok een geplisseerd lijfje draagt van dezelfde stof, aan den hals ver sierd met bloemen in teere pasteltinten. De breede ceintuur kan in zilverlamé worden ge kozen Dit vroolijke kinderjurkje is gebreid van okergele Leytenwol. We hebben noodig 200 gr. wol en twee pennen no. 3. Rug. We zetten 180 st. op en breien: 4a. 10 r. 8a lOr. 8a. lOr. enz. en aan het eind weer 4a Hiervan breien we 25 pennen en maken dan in de 8a. twee tezamen. Na 15 pennen maken we vervolgens in de 7 overgebleven aver, twee tezamen; dan na 10 pennen weer twee tezamen en dan nog vier keer achter eenvolgens na 5 pennen tot er tusschen de averechten nog maar een recht overblijft. Nu breien we door tot het jurkje ongeveer 30 cM. lang is en dan breien we de twee rechten aan weerszijden van de averechte met de averechte tezamen, dus drie tezamen, zoodat er nog 90 st. op de pen staan, waarna we wis selen op pennen no. 2. Het jukstukje breien we nu: 1 pen recht, 1 pen averecht en wel 20 toeren. Voor het armsgat kanten we aan weerszijden 10 st. af (4, 3, 2, 1) en breien dan nog 50 pennen. Voor de schouders laten we nu aan weerskanten 20 st. staan en de 30 st. in het midden kanten we stevig af. Het jukstuk is dus met de 20 pennen onder het armsgat in het geheel 70 toeren hoog. Voorkant. De voorkant breien we als de rugzijde, maar zoodra we van pennen gewisseld hebben splitsen we het werk in tweeën. We maken er midden voor nu 5 st. bij, die we telkens recht breien, zoodat het ribbels worden en we een goede afwerking van het splitje krij gen. Deze 51 st. breien we tot het armsgat en vervolgens tot we 28 ribbels hebben. Nu kanten we eerst lo st. af voor den hals, daar na achtereenvolgens 4, 3, 3 en 1 st. waarna we 20 st. van den schouder nog 4 x opbreien. De rechterkant is gelijk aan den linker maar nu maken we om de 9 ribbels een knoopsgat van 2 st. Mouw De mouw begint aan den kop en wordt een pen recht, een pen aver, gebreid. We zetten 26 st. op en maken bij elke pen van de laat ste steek er twee tot er 52 st. op de pen zijn. Nu zetten we er in een keer voor en achter 13 st. bij op en met deze 78 st. breien we 60 toeren. Nu breien we een pen: twee recht, twee te zamen, en breien dan een boordje van 8 ribbels. Kraag. De kraag begint aan den onderkant met 126 st.. Bij de derde pen (we breien ook weer ribbels) maken we van de eerste en laatste st. er twee en dit doen we ook weer bij de Zondag: Kippensoep Biefstuk Snijboonen Aardappelen. Amandelpudding Frambozensaus. Maandag: Schelpen met kippen- ragout Gehakt Andijvie Aardappelen- Vruchten Dinsdag: Kerrysoep Rollade Slaboonen Aardappelen. Citroenvla Woensdag: Moeilijk, maar zeer nuttig werk. We hebben natuurlijk allemaal weieens ge hoord van vrouwelijke politie-agenten en dan dachten we in de eerste plaats aan de plaatjes in geïllustreerde tijdschriften, waarop vrouwen in uniform in Londen of elders bezig waren, kleine kwajongens, die op de een of andere wijze het pad der deugd hadden ver laten, in hun nekvel te nemen! Toch is dit het werken op straat en in uniform slechts een onderdeel van den po- litioneelen arbeid, die tegenwoordig door vrouwen wordt verricht ons land kent zelfs geen uniformen voor vrouwen, hoewel er zeer zeker vrouwelijke agenten zijn! en omdat dit mooie en nuttige werk nog zoo weinig be kend is, willen we er u vandaag een en ander van vertellen. Aanleiding om het onderwerp ,de vrouw bij de politie" eens onder de loupe te nemen was een gesprek, dat we onlangs mochten hebben met mej. Meta Kehrer, inspectrice le klasse bij de Amsterdamsche zedenpolitie. Mej. Kehrer vertelde ons bij die gelegenheid heel wat, dat we niet wisten en dat ongetwij feld iedere vrouw interesseert. Eerst ter inleiding een kort historisch over zicht. In het jaar 1911 aldus mej. Kehrer heeft in ons land de vrouw bij de politie haar intrede gedaan en wel te Rotterdam, waar mej. Samson als eerste vrouw bij de zedenpo litie werd benoemd. De bedoeling was, dat de vrouw maatschappelijk werk zou verrichten voor meisjes, die zedelijk gevaar liepen. Al spoedig bleek, dat maatschappelijk werk voor jonge meisjes met meer succes zou kun nen worden gedaan, indien een afzonderlijk bureau voor dit soort werk zou worden opge richt ten behoeve van minderjarigen. Een dergelijk bureau werd opgericht on der den naam kinderpolitie en mej. Samson, daarheen overgeplaatst, kreeg spoedig vrou welijke hulpkrachten. Hier hebben vrouwen reeds vóór den oorlog uitstekend preventief werk gedaan. Door den oorlog werd natuurlijk ook op dit terrein een remmenden invloed uitgeoefend, maar langzamerhand groeide het werk toch zóó, dat thans in de meeste groote plaatsen van ons land een kinderpolitie bestaat, waar bij het intensieve werk door vrouwen verricht wordt. Ik noem bijv. Rotterdam, Amsterdam. Den Haag, Haarlem, Utrecht, Nijmegen, Bussum, Den Haag, Leeuwarden, Gouda enz. Zij werkt hier in nauw contact met de mannelijke krachten, aan de bescherming van kinderen tegen zichzelf en tegen volwassenen. Ze spreekt met ouders en opvoeders over moeilij ke kinderen, over wie klachten zijn ingeko men van baldadigheid e.d., doet onderzoek naar die klachten, spreekt de kinderen zelf en beraamt de maatregelen, die blijvend ge- wenscht zijn; zij geeft inlichtingen aan voogdijraad en rechtbank en werkt samen met allerlei maatschappelijke vereenigingen, die de kinderbescherming beoefenen enz. enz. En op kleinere plaatsen, waar de afdeeling kinderpolitie uit den aard der zaak niet zoo uitgebreid is, heeft ze er wel eens ander werk bij, als bijv. woninginspectie, controle in bioscopen enz. Eerst na den oorlog, in 1920, werd, nadat men door de eerste Rotterdamsche pogingen geleerd had hoe de zaak het beste aan te pakken, te Amsterdam een afdeeling kinder politie opgericht. Deze kreeg al spoedig heel wat werk te ver zetten: de tijd bleek er rijp voor te zijn. Dit werk ligt de vrouw bijzonder goed en vermoedelijk wel mede door haar optreden is veel van den angst voor de politie, die vaak bij kinderen wortelt, verdwenen. Ook gelukte het aan de kinderpolitie, enkele misstanden weg te krijgen, bijv. het gebedel met kinderen langs den weg en in sommige plaatsen werd door haar bemiddeling het particulier initia tief opgewekt tot intensieven arbeid op maat schappelijk gebied'. „Een vraag: ging het initiatief tot aanstel ling van de vrouw bij de politie van de vrouw zelf uit of werd de behoefte hieraan door de autoriteiten gevoeld?" „Ongetwijfeld het laatste. Met name de commissaris Roest van Limburg te Rotterdam deed het inzicht, dat preventief gewerkt moest worden en dat dus de vrouw in het po litioneel apparaat een plaats moest hebben, ingang vinden". „Is de samenwerking met de mannelijke krachten prettig?" „Ja, en buitengewoon vruchtbaar. Wij heb ben vooral in gevallen van twijfel elkanders inzicht zeer noodig. De vrouw zal zich soms iets te veel door medelijden laten bewegen, de man kan wel eens al te zakelijk zijn. Wan neer in een twijfelgeval beider inzicht tegen over elkaar gewogen wordt, dan hebben we de grootst mogelijke kans. dat de eindconclu sie juist is" „De aanvankelijke verwachtingen van de lutoriteiten met betrekking tot de vrouw bij de politie zijn dus wel vervuld?" „In ieder geval - wordt haar werk zeer ge waardeerd. Het breidt zich nog voortdurend uit en het contact met de bevolking en met de" maatschappelijke werkers groeit steeds. Merkwaardig is in dit verband, dat er zelfs in tijden van zware bezuiniging aan den vrou wenarbeid bij de politie zeer weinig getornd is. „Kunt u cijfers geven omtrent het aantal vrouwen, werkzaam bij de politie in ons land?" „In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn respectievelijk 5, 4 en 2 inspectrices, in kleinere plaatsen minder. Amsterdam telt ook de meeste vrouwelijke agenten; in het geheel zijn er in ons land een 15-tal. Nijmegen geeft een ideaal voor de indeeling in een provincie plaats te zien: daar is zoowel een inspectrice als een vrouwelijke rechercheur. „En hoe is de toestand in het buitenland? Komt die in groote trekken met onze opvat tingen overeen?" „Vrijwel, met dien verstande, dat men zich natuurlijk overal aanpast bij de mentaliteit van de politie, in 't algemeen niet dat boe- man-achtige In de oogen van het publiek, dat ze bij ons tot voor korten tijd had en nóg ge deeltelijk heeft: men is er gemoedelijker in gesteld en neemt b.v. in het geheel geen aan stoot aan een vrouw in agents-uniform, het geen men hier wel zou doen. Als de Londen- sche vrouwelijke agenten echter op huisbezoek gaan, verschijnen ze in burger, dus net als bij ons. Ook Frankrijk kent sinds korten tijd vrouwelijke politie: zij bestaat üit vrouwen met een behoorlijke ontwikkeling, die een wei nig opvallend uniform dragen". „Worden er ook bij ons bepaalde eischen ge steld aan candidaat-agenten en inspectrices?' „Zeker, in Amsterdam moeten ze een exa men afleggen voor inspectrice en voor agente Bepaalde ontwikkelingseisehen bestaan he laas nog niet daar ligt nog een groot terrein braak! We krijgen nu onze inspectrices en agenten eigenlijk uit alle vakken De verpleeg stersopleiding is gebleken een heel goede voor studie te zijn. Anderen hebben eerst gestu deerd voor mr. in de rechten of maatschap pelijk werk gedaan. Maar u begrijpt, dat het hoewel een goede ontwikkeling zeer zeker van belang is! toch bij dit werk vooral op het karakter aankomt. Persoonlijke eigen schappen geven den doorslag, 't Werk is moei lijk en men mag er vooral niet te jong voor zijn: stellig niet jonger dan 25 jaar. Het. ka rakter moet veelzijdig zijn, een liefhebbend hart alleen is niet voldoende, ook zakelijkheid en een behoorlijk overwicht zijn noodig. Kort om: ik zou een heele reeks van eigenschap pen kunnen opnoemen, die de inspectrice en agente noodig hebben. Maar 't lijkt me het beste, dat ik u in aansluiting hiermee maar eens 't een en ander over ons werk vertel". R. de RUYTER-v. d. FEER (Slot volgt) Vleeschpannekoeken. Komkommersla, Rijstebrij met jam Donderdag: Kalf slappen Postelein Aardappelen. Maizenapudding Gestoofde versche pruimen Vrijdag: Gekookte tong Peterseliesaus. Worteltjes Aardappelen. Pannekoeken. Zaterdag: Runderlappen Gestoofde tomaten Rijst Broodschoteltje. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Eieren met kaassaus 3. Groentesoep Aardappelpuree Sla van komkommers Andijvie 1 en tomaten Bessen en frambozen Aardappelen, met dunne room Rijstcroquetjes. 2. Champignonsoep. Trommelkoek met Aardappelen. stroopsaus Botersaus 4. Roereieren met Slaboonen Macaroni. Rijstebrij met Kropsla estoofde kersen. Warme broodpudding met frambozensaus. Kippensoep. (6 a 8 personen). Benoodigdheden: 1 soepkip, 2 L. water, zout foelie, 66 gr. bloem, 60 gr. boter, 1 a 2 eidooiers. Bereiding: De kip van binnen en buiten goed wasschen en opzetten met het water, een stukje foelie en het zout pl.m. 2 uur zachtjes laten koken. De kip uit de bouillon nemen, de mooie stukjes wit vleesch er af nemen en deze houden voor vulsel in de soep. De rest van de kip tot den volgenden dag bewaren voor de schelpen. De bouillon zeven en met boter en bloem een gebonden soep maken. Is de bouil lon erg vet, dan minder boter nemen of liever het vet er af scheppen. De soep op smaak af maken en bij de eidooiers schenken die in de soepterrine geklopt zijn. De mooie stukjes vleesch erin doen. 't Leven bestaat uit kleinigheden zorg dat die u niet hinderen. We hebben allemaal al dikwijls gezucht over ons eigen lastige karakter, dat zich steeds maar weer stoot aan kleinigheden. We hebben zelfs weieens uitgeroepen: een groot verdriet is beter te dragen dan dit nare, vervelende gedoe! En 't volgende oogenbiik schaamden we ons, omdat we die denkbeel dige groote ramp licht hadden geteld. We moesten ons schamen, we moesten dankbaar zijn voor al onze zegeningen! Ja, en toch Hebt u weieens opgemerkt, dat groote te leurstellingen en ontberingen een groot leed zelfs betrekkelijker gemakkelijker te dragen zijn dan kleinigheden Ze zijn als steentjes in je schoen, hinder lijk, lastig, doodelijk vermoeiend. Laten we eens even eerlijk zijn: hoe dik wijls al zijn we een heelen dag uit ons humeur geweest alleen maar omdat bij 't ont bijt de pap was aangebrand? Hoe vaak waren we minstens een paar uur van streek, omdat de werkster een half uur later dan gewoon lijk kwam opdagen? Hoe menigmaal... maar neen, wat helpt die opsomming? Vele en velerlei zijn in iedere huishouding de kleinig heden, waaraan men zich ergeren kan. Laten we die zoo goed mogelijk bewerken en er niet langer bij stilstaan dan hoog noodig is. Kent u 't geval van de kastdeur, die nooit wil dichtblijven? Alle huisgenooten hebben er al eens een schop tegen gegeven, nadat ze eerst gevoelig hun hoofd eraan hadden ge- stooten. Je hoort de melk overkoken, je holt naar de keuken enloopt precies tegen die deur, die juist op dat moment weer open zwaait! Je hebt je been bezeerd, de melk is verspild, diepe rimpels van ergernis griffen zich in je overigens zoo jong en liefelijk gelaat en aan tafel moeten de anderen 't ontgelden! Allemaal, omdat je toch maar niet de energie kunt verzamelen om een stukje rubber tegen die deur te spijkeren of het kleine euvel door een timmerman te laten verhelpen! Of is 't misschien een lekkende kraan? Of een slot, dat niet sluit, of een buffetkastje dat zóó akelig klemt, dat je steeds weer je je armen lam trekt? Of is 't een kapot ruitje in keuken of bijkeuken, waardoor nu al maanden lang een venijnig tochtstroompje precies op je nek afkomt? Of een tafel, die wiebelt of misschien een spijker, die ergens zit, waar hij niet hoort en waaraan al heel wat zijden kousen zijn ten offer gevallen, vóór het lumineuze idee bij je opkomt, dat Je hem zoudt kunnen uittrekken? Dit beteekent, dat het leven ook en voor al het leven van de huisvrouw, zoo heel ge makkelijk een sleur wordt. Dagelijks staan we op denzelfden tijd op, en we doen achter elkaar onze gewone bezigheden af. En je kunt al stof afnemende, groente schoonmakende, kopjes wasschende, kousen stoppende zoo heerlijk je gedachten den vrijen loop laten (een soort van „denken", dat erg gemakke lijk ontaardt in droomen of soezen, wist u dat?) En dankomt er een onverwachts moei- Jijkheidje. Je ziet voor 't eerst die losse deur knop. dat kapotte ruitje. En nu is 't een heel ding om opeens uit de droomerigen sleur toestand wakker te worden en maatregelen te nemen; niet „morgen", maar onmiddel lijk! En toch is dat de weg. Wacht niet, tot er ongelukken gebeuren, humeuren verzuren,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 7