Bi
P
KORT VERHAAL
PER AUTO EN BOOT DOOR ZUID-AFRIKA.
Weer een zeeschip in
Haarlem te water.
De Karimata 75 meter
teruggehaald.
«f®
De Kruger Wildtuin.
Impala-antilopen in het Kruger-Wildpark.
En zoo heb ik u dan al kennis laten maken
met de grootste attracties van den Kruger
Wildtuin, met de „leeuws", zooals men hier
zegt, maar er is nog veel meer interessants
en zeg maar gerust nog veel meer schoonheid
te genieten. Laat ik eerst vertellen, hoe Pre-
toriu9kop, het zuidelijkste en grootste rust-
fcamp in het park, er eigenlijk uitziet.
Het is een met een laag kippengaashekje
omgeven ruimte van een goede 500 Meter in
het vierkant. Aan den ingang staat een kan
toortje, een winkelgebouw en klein restau
rant, alles wit en met riet gedekt. Voor de rei
zigers zijn kamers beschikbaar, maar deze
zijn gebouwd in den vorm van kafferhutten,
zoogenaamde rondavels. Ze zijn cirkelrond
met een twee meter hoogen, witgekalkten
muur, waarboven het dak op ijzeren spijlen
staat, zoodat een ruimte van twee voet tus-
schen dak en muur openblijft. Dat is voor de
frissche lucht; een raam is er niet! Het dak
is kegelvormig, van riet gemaakt met een
cirkelvormigen houten witgekalkten top. Deze
rondavels staan tamelijk grillig dooreen; hier
en daar staat een boomgroepje, er bloeien
wat bougainvillea's en poincettia's, en zoo
vormt zich een alleraardigst geheel, vooral
als het prachtige maanlicht het in rust zijn
de kamp beschijnt en buiten de leeuwen brul
len. Behalve in deze rondavels is er dan nog
onderdak in tenten beschikbaar en eindelijk
kan ieder, die wil, zijn eigen tent opslaan op
de vrije ruimte achter de rondavels. Er zijn
keurige toiletten en een rij badkamers en er
is steeds warm water in overvloed. Een ideaal
luxe-kamp dus. Een paar kaffer jongens zor
gen voor den afwasch en nemen ook onze
(kleeren eens onderhanden, die dait na drie
'weken tamelijk geforceerd reizen wel noodig
hebben. Je verwondert je trouwens telkens,
dat je goed zoo schoon uit die zwarte handen
komt en dat deze menschen zoo goed was-
schen kunnen, want ze wasschen zichzelf
nooit. De mannen baden nog wel eens, de
vrouwen heelemaal niet. Dat heeft heit groo-
te voordeel, dat ze elkaar 's avonds in don
ker aan den reuk kennen. Daarom hebben de
menschen hier uitsluitend mannelijke be
dienden. Een kaffervrouw, is niettegenstaan
de alle mogelijke moeite, met heet water en
zelfs parfums, in huis niet te harden! En ge
weet, elke eerlijke neger zal het u vertellen,
dat zij niet met ons kunnen samenleven, om
dat wij zoo'n verschrikkelijke lucht (stank
zeggen ze hier) verspreiden.
En zoo leer je overal wat. Maar wij gaan
nu weer eens rond het kamp kijken. Overal
staan de auto's klaar. Men kan het park
immers per auto bereiken. De aanhangwagen
staat als steeds in het midden met de zes
tentjes in een halven cirkel er om heen ge
schaard. Zes tentjes van Mentora in Rotter
dam, type Gijze Uil genoemd naar mijn Ca-
nadeeschen vriend, eigenlijk de Berger-tent,
maar met een paar kleine, door mij aange
geven veranderingen, die werkelijk verbete
ringen bleken te zijn. Daarachter staan onze
beide Fordauto's, die met hun accu den
stroom leveren voor het electriseh licht des
avonds in 't kamp. Vóór de tenten worden de
kruimels opgepikt doortoekans en glans
spreeuwen, prachtig staalgroene dieren en....
heelemaal niet schuw!
En nu er op uit! Waarheen doet er niet
toe. Er stralen een vijftal wegen uit in ver
schillende richtingen. Bij de eerste staat een
bordje; Naar de Hippopool oftewel den Nijl
paardenvijver, en dat lijkt niet zoo gek. De
weg loopt weer door het echte lage veld. dat
lk al een paar keer boschsteppe noemde. De
meeste boomen zijn niet grooter dan een
flinke pereboom, maar sterker vertakt. Veel
struiken, veelal met doorns gewapend, na
tuurlijk in groot aantal de bekende doring-
boom, die immers een acaciasoort is. En tus-
schen die boomen en struiken open gras
vlakten, in grootte wisselend van een paar
tot enkele honderden meters.
We behoeven weer niet lang te rijden om
het eerste wild te zien. Gnoes zijn het, die
nu in de heete middaguren liggen te herkau
wen in de spaarzame schaduw van een do
ringboom. Dan springen een paar koedoes
over den weg. Eerst twee wijfjes, dan een
mooie bok! De prachtige kurketrekkervor-
mige horens zijn zeker een meter lang! Even
verder kleiner goed, de impala, een kleinere
antilopen soort, zoo groot als een flinke geit
met liervormige horens. Die komt door het
heele park zeer veel voor, meest in kleine
kudden van tien tot dertig stuks. Maar al
tijd weer is het een genot, de mooie slanke
diertjes eerst even verwonderd te zien staan
kijken en ze dan ineens te zien wegspringen
onder het maken van een paar echt onmo
gelijke bokkesprongenJe kunt zoo zien, dat
ze pleizier hebben in het leven, al is het gras
ook erg droog en moeten ze toch weten, dat
de dood in den vorm van den leeuw overal
dreigt. Maar dat moet wel een der geluk
kigste eigenschappen zijn van die dieren der
wildernis, dat ze geen vrees voor de toekomst
kennen, geen zorgen hebben voor den dag
van morgen of zelfs voor het komende uur.
hat Is het immers vooral, wat ons nekt en
ons zoo vaak belet, het oogenblik volop te
nieten.
over die open plek en dan den wagen kalm
uit laten loopen en den motor stoppen!
Daar staan er nog twee vrij vóór ons, de
volle flank naar ons toegekeerd, de sierlijke
kop gedraaid, om het ongewone geluid te on
derzoeken. Want deze dieren zijn nog geen
auto's gewend. We zijn nu in een gedeelte van
het park, dat den geheelen zomer voor het
publiek gesloten is geweest en vandaag mo
gen voor het eerst auto's doorrijden. Ver
baasd kijken wij naar de prachtige dieren en
zij naar ons. Eén draait zich om en komt nog
een stap nader, wat natuurlijk geklik van
fotosluiters uitlokt. Dat wordt hun te bar en
met een ongelooflijke gratie draaien ze zich
om en wandelen kalm weg. We tellen er ze
ven, die als schimmen verdwijnen achter het
struikgewas. Er zijn een twintigtal impala's
in zicht en verderop koedoes. Zouden we
eigenlijk wel verder gaan? Ja, want "het wild
trekt al langzaam weg, en de nijlpaar
den? Maar we zien toch nog weer zebra's en
een verdwaalde jakhals en weer impala's;
wat zijn ze toch mooi! En toekans natuurlijk
en scharrelaars en groote roofvogels, hawk
zeggen ze hier. En daar, wat steekt daar hoog
boven dien struik uit? Stop; te vlug geremd!
Het gevaarte duikt weg, maar komt even la
ter weer boven den boomstruik uit kijken, ze
ker zes meter van den grond. Daar staat onze
eerste giraffe en buigt uit zijn hoogte den
kop neer om boven uit den vlakken top van
den boom te eten, zooals wij aan een bouquet
rozen zouden ruiken. Wij zien alleen een me
ter hals en een bijna meterlangen kop en
mogen niet van den weg af om meer. te zien.
Maar daar schemert nog wat door de strui
ken heen. Nu laag en hoog óók.
Daar komt, geen tien meter van ons af,
een reuzengiraffe achter een boschje van
daan en steekt kalm en Statig, in zijn rus-
tigen telgang, den weg dwars over, vlak voor
onze wagens langs, zonder er ook maar een
blik aan te verspillen. Twee kleinere volgen
en als ze vobr ons niet meer zichtbaar zijn,
trap ik op den starter. Dadelijk zien we zes
ikoppen op lange nekken boven de struiken
uit vol aandacht naar ons kijken.
Langzaam schuiven we vijf, tien, vijftien
meter vooruit. De koppen op de lange nekken
draaien met ons mee. Nu staan ze heelemaal
vrij in het volle schootsveld van camera's
en filmtoestellen. Elke sluitertik, elk filmge-
ruisch doet de lange ooren even bewegen,
soms den nek even hooger strekken. Zeker
tien minuten lang hebben we elkaar zoo
staan bewonderen, haast zonder een vin te
verroeren. Dan buigt er één zich neer, knab
belt aan een struikje, keert zich bedaard om
en de anderen volgen als hij wiegend weg-
stapt, alsof hij wilde zeggen; Eigenlijk heele
maal niet interessant! Onze indruk was een
andere; een oogenblik, dat je je leven lang
niet vergeten zult!
Voort gaat het weer. langzaam aan over
den zonovergoten weg, door het van hitte
trillende landschap. Een groote arend vliegt
in wijde kringen hoog boven onze hoofden.
De witte onderkant van de vleugels is met
een zwarten zoom afgezet, de kijker toont
den vuurrooden snavel en de knalroode pooten
van den eenigen werkelijken adelaar van
Zuid-Afrika; den bateleur-arend, dien de
Boeren toerghaan noemen. Langzaam glijdt
hij omlaag naar een grooten boom en troont
daar hoog boven onze hoofden, als we uit
stappen op een plek, waar een groot bord
staat met „picnic-plek". Daar alleen mogen
we onze wagens verlaten, maar daar wacht
ook een politieman, die ons langs een kron
kelend pad naar de rivier brengt. Midden in
de misschien honderd meter breede rivier
liggen zeven groote, ovale, blauwgrijze keien,
van ruim een meter hoog. Dat zijn nijlpaar
den. Heusch, want na 37 minuten staat er een
op, toont ons welwillend den loggen kop en
het enorme gebit, door eens flink te gapen,
wandelt twee stappen en valt even la/ter weer
in slaap, staande nog wel. Zóó is er niet veel
interessants aan, maar je moet ze gezien
hebben.
Wij loopen nog even door langs de rivier.
Daar schiet met kronkelend geritsel vlak voor
mijn voeten een kleine krokodil te water. Die
zijn hier dus ook. Oppassen! Wij hebben ook
al van slangen gehoord, maar er nog Steeds
geen gezien. En we reden terug langs zebra's
en giraffen en koedoes en wildébeesten en ge
noten menig prachtig kijkje in Afrika's rijke
dierenwereld, dat ons alleen door den voor-
uitzienden geest van Oom Paul bewaard is
gebleven.
Het slot van den dag vormde een troep
groote bavianen, die zich koesterde in de
avondzon op den Leeuwenburcht. Koddige
figuren met den langen geknakten staart,
maar vooral aardig om te zien, hoe de moe
ders de jongen op den rug, eigenlijk achter
op de heupen, meedroegen en ook hoe, wan
neer een der jongen achterbleef, omdat hij
in een boom geklommen was, en er niet meer
uit durfde, steeds een der mannetjes een eind
terug ging om de verdwaalde kleine weer in
het familieverband te brengen. Merkwaardig,
dat juist deze zoo verstandige dieren zich in
dezen reuzen dierentuin het allerslechtst
laten naderen. Je kunt veel dichter bij een
troep leeuwen komen, die van hun prooi
smullen, dan bij een troep apen, die op een
rots of in een hoogen boom den zonsonder
gang afwacht.
In de schemering rijden we weer naar 't
kamp terug. Een leeuw brult in de verte.
Gnoes snorken, en als wij weer rustig in 't
kamp ons avondmaaltje bereiden, klinkt bo
ven het snorren van den primus uit het koor
der pakhalzen, die hun schoonste lied aan
heffen om den koning der wildernis over te
halen, dezen nacht weer een prooi voor hen
te slaan. En dat is de muziek van den Afri-
kaanschen nacht, die ons straks in slaap
zingt!
(Nadruk verboden).
EXAMENS.
HANDENARBEID
Haarlem, 12-13 Aug.
Geëxamineerd'14 vrl. candidaten.
Geslaagd de dames; M. C. R. Drijver, Am
sterdam, E. Geldof, Huizen, A. E. Hulsbos,
Haarlemmermeer, J. M. H. v. Leersum, Am
sterdam, J. Lindemulder, Naarden, S. B.
Scherjon, Utrecht, M. H. v. Diejen, Amster
dam, M. E. A. Douwes, idem, J. Groot, idem,
J. H. M. Heymeyer, idem, C. Hoek, idem, G.
C. Pont, Bussum, M. H. Reyenga, Hilversum.
Engelsch L. O.
Geslaagd voor het akte-examen Engelsch
L.O.; de heer A. P. van der Kraan, Velsen.
Fransch L. O.
Geslaagd voor het akte-examen Fransch
L.O.: mej. M. A. Schol, IJmuiden.
Zaterdag a.s. van de werf der
Haarlemsche Scheepsbouw Mij.
A.s. Zaterdag om 12 uur zal van de werf
van de Haarlemsche Scheepsbouw Maat
schappij weer een zeeschip worden te water
gelaten. Dit schip is gebouwd voor rekening
van de N.V. Gemengd Bedrijf Vaartuigen-
dienst Suriname. Het vaartuig is 710 ton
groot en is ingericht voor goederen- en vee-
vervoer, terwijl het ook beperkte passagiers
accommodatie bezit. Het zal den naam Prins
Bernhard dragen. Bij de tewaterlating zal het
gemeentebestuur van Haarlem vertegenwoor
digd worden door wethouder E. v. d. Wall. De
doopplechtigheid zal verricht worden door
mevr. Coppooïse.
Het schip is voorzien van een zes cylinder
tweetakt Kromhoutmotor, welke 450 PK. kan
ontwikkelen en welke aan het vaartuig een
snelheid van tien mijl kan verleenen. Er zijn
twee ruimen in, waarvan het voorste speciaal
is ingericht voor het vervoer van ontvlam
bare stoffen (o.a. vaten benzine). Achterop is
een groote ruimte voor het vervoer van maxi
maal 100 koeien en in verband met het war
me weer is in deze ruimte ook een sproeilei-
ding gebouwd, waardoor de dieren van tijd
tot tijd ter verkoeling besproeid kunnen wor
den.
De lengte van het schip over alles is 54.75
Meter, de breedte 8.04 meter en de holte tot
het hoofddek 3.82. Er is accommodatie voor
6 passagiers. Terwijl er in totaal voor 30 per
sonen ruimte aan boord is. Het schip heeft 1
mast met 4 laadboomen, ingericht voor vijf
tons lasten.
De „Prins Bernhard", die voor den kust-
dienst is gebouwd, zal op eigen kracht naar
de West varen.
Na de tewaterlating a.s. Zaterdag zal men
op de werf de kiel leggen voor een sleepboot,
bestemd voor de Fransche koloniën en voor
een z.g. „onderlosser", een soort vaartuig, dat
b.v. veel bij de Zuiderzeewerken wordt ge
bruikt en waarbij het mogelijk is den bodem
op te klappen, waardoor de lading naar be
neden stort.
Kaart van Ir. Taurel deugde niet.
Pogingen worden tot eind
Augustus voortgezet.
(Van onzen specialen verslaggever)
E Karimata is Zaterdagmid-
dag van ligplaats veranderd.
De baggermolen is achteruit
gehaald over een afstand van
75 meter en graaft nu een strook af,
die zich bevindt terzijde van het reeds
afgezochte gebied. Deze strook heeft een
breedte van ongeveer 30 meter en ligt
naast de plaats waar nu twee en een
halve week geleden de eerste en tot
nu toe eenige goudstaaf werd ge
vonden.
Het is begrijpelijk, dat men een nieuw ar
beidsterrein heeft gekozen. De vondsten, die
men Vrijdagmiddag, in den nacht van Vrij
dag op Zaterdag en Zaterdagmorgen deed
waren zoo teleurstellend, dat men er veilig
twee conclusies uit kon trekken. In de eerste
plaats, dat het nutteloos was, op de plek waar
men zich bevond, verder te werken en in de
tweede plaats, dat de kaart van ingenieur
Taurel, die tot leiddraad had gediend, niet
deugde. Was deze kaart wel goed geweest
zij werd, zooals men zich herinneren zal, ver
vaardigd bij een in de jaren 1857 tot 1859 on
dernomen poging tot berging van den Lutine-
schat dan zou men tijdens het tweede ge
deelte der afgeloopen week vondsten van be-
teekenis hebben moeten doen. Deze vondsten
zijn uitgebleven en de Karimata heeft haar
werk zoo grondig verricht dat dit tevens in
sluit, dat de kaart niet deugt.
Nu is men dus weer aan het werk op een
andere plaats. De heer Bol verklaarde ons
Zaterdagmiddag, dat weliswaar de tot nu toe
gevonden staaf de eenige is gebleven, maar
dat de mogelijkheid aanwezig is, dat zich de
andere staven op een plek naast de vind
plaats bevinden. Uit zijn woorden meenden
wij op te mogen maken, dat de kans, dat
reeds onmiddellijk een belangrijke vondst
gedaan wordt op het nieuwe gèbied niet heel
groot is. Waarschijnlijk zullen we enkele da
gen geduld moeten oefenen. Misschien dat er
Woensdag of Donderdag verrassingen komen
en Terschelling nieuwe sensaties beleeft.
Tenzij er een sensatie van anderen
aard komt. Die mogelijkheid is name
lijk aanwezig. Op het eiland bevindt
zich een jongeman, die al eerder door
een mislukte poging om per kano
naar Engeland te varen, de aandacht
op zich heeft gevestigd. Thans bestu
deert hij de stroomingen die tusschen
Terschelling en de Karimata heer-
schen, de werking der getijden en de
mogelijkheid om van Terschelling af
naar de Karimata te zwemmen en
terug. Bij iedereen, die geacht kan
worden op de hoogte te zijn van
stroomingen en werking van het tij,
wint hij adviezen in en wellicht kan
dus eerstdaags het bericht de wereld
worden ingezonden van den start
voor een curieuzen zwemtocht.
Naar wij uit Betrouwbare bron kunnen me-
dedeelen zal de Karimata den arbeid niet
staken voor de laatste dagen van Augustus.
Misschien dat het werk ,als het weer goed
blijft, zelfs daarna nog eenigen tijd zal wor
den voortgezet. Voor eind Augustus geeft men
den strijd om het Lutinegoud echter niet op.
V acantieverrassing.
HANS DE LA RIVE BOX.
E kunt zeggen wat je wilt, maar het
is hier een mooi land", sprak Evert
van Haeren. Hij deed een trekje aan
zijn pijp en knikte zijn schoonvader
oolijk toe. „Een K.L.M.-vlieger als ik, die toch
wel heel wat van de wereld ziet, kan daar
over oordeelen".
Vader Geurts knikte. Zijn grijze oogen tuur
den over het lage land, waar boven een azu
ren zomerhemel koepelde. Achter de ouder-
wetsche boerderij klonk het monotone gera
tel van een zware landbouwmachine.
„Zeker, zeker", gaf hij toe. „Het is hier
mooi en voor geen geld van de wereld zou ik
willen verhuizen. Wij ouderwetsehe landbou
wers hechten ons aan onze omgeving. Wij
zien de schoonheid van de molens en van de
akkers, van de breede slooten en de typische
kleederdracht van onze dorpsgenooten. Over
het algemeen zijn wij gelukkig en tevreden".
Evert glimlachte. Voor hém leek dit een
zame buitenleven een onwezenlijkheid. Hij
hield van afwisseling, van leven. Vandaag
naar Kopenhagen, morgen naar Brussel, vol
gende week naar Bagdad. De wereld zien en
genieten. Telkens wanneer hij met Truus in
dit vredige dorpje logeerde leek het hem toe
of alles een droom was. O zeker, het was hier
mooi, heel mooi zelfs. De omgeving van Mid-
denbuurenvliet met de oude molens, de on
afzienbare akkers, de slooten met hun treur
wilgen en de rulle karrensporen oefenden tel
kens weer een aparte aantrekkingskracht
op hem uit. Maar wanneer hij terug was in
Den Haag en weer met twee beenen in het
woelige, bedrijvige leven stond, kon hij zich
niet voorstellen dat er menschen waren, die
zóó gehecht waren aan hun geboortegrond.
„Wij werken hard, zijn met weinig tevre
den en hebben een gezond leven", vervolgde
de oude Geurts. „Neem mij zelf nu eens. Ik
heb betrekkelijk weinig van de wereld gezien,
ken zelfs maar een heel klein beetje van ons
land. Ik ben wel eens in Amsterdam geweest
en in Den Haag en ook eens in Gelderland,
maar dat is al lang geleden. Af en toe krijg
ik een vaag verlangen om nog eens iets an
ders van Nederland te zien. Je leest bijna el-
ken dag van tochten met autobussen en dan
schaam ik me feitelijk, omdat ik zoo zelden
het dorp verlaat. Neem nou eens de Diesel-
Bij de volgende bocht schemert weer iets treinen!" Nog nooit gezien. Vliegmachines? Af
anders tusschen het gras. Ik rijd even verder
om tusschen de struiken door te kunnen zien.
Ja, weer impala's, maar daar tusschen de
struiken in grootere dieren, gestreept; zebra's.
Gauw nog even vooruit om zicht te krijgen
en toe een stipje in de lucht. Een vliegveld?
Schiphol en Waalhaven uit een geïllustreerd
blaadje. Waarachtig, wij hebben maar heel
weinig gezien, al denken we dat we heele Pie
ten ziin".
Evert knikte. Er was een vriendelijke glans
in zijn oogen.
„Ik ben het volkomen met u eens, vader",
antwoordde hij warm. „Ik heb een planne
tje. U komt in September eens een weekje
bij ons in het Haagje logeeren en dan laat
ik u Waalhaven in Rotterdam zien en we
gaan eens toeren met een bus en een haven-
tocht maken. Truus zal het heerlijk vinden,
daar ben ik zeker van".
Geurts knikte, in gedachten verzonken.
„Top", zei hij toen ineens, „ik doe het. Het
zal wel een beetje lastig zijn, maar een
mensch moet er eens uit. Je bent een brave
jongen, Evert".
EN HAAG!
Vader Geurts was op een stralenden na
jaarsdag gearriveerd en Evert en zijn jonge
vrouw sloofden zich uit het hun gast zoo aan
genaam mogelijk te maken. In den namiddag
zat het drietal op een zonnig terras in Sche-
veningen en keek de oude landbouwer zijn
oogen uit naar de langzaam voortschuivende
rij automobielen op den boulevard en de tal
rijke wandelaars, die voorbij flaneerden.
.Morgen hebben we een verrassing voor u",
fluisterde Truus en schoof vertrouwelijk haar
arm door den zijnen. „Evert heeft drie plaat
sen besproken in een touring-car; het zal
een fijne tocht worden!"
„Wat is dat, een toeringkaar?" vroeg vader
Geurts een beetje wantrouwend.
,,Een groote autobus, vader, mét radio en
gemakkelijke stoelen".
„Een veilig en snel vervoermiddel", mengde
Evert zich in het gesprek. „Je ziet de interes
santste deelen van het land en hoeft alleen
meer
Als de politie uw fiets zondei
achterlicht ziet
óf.- als 'n automobilist u
niet mocht zien
Dan kan u dat duur,te staan
komen, terwijl u voor 'n paai
kwartjes klaar kunt zijnI
Maar Iet op 't „RIJKSKEUR' 1
'n ROOD RIJWIELACHTERLISHT
DAARTOE BENT U VERPLICHTII
maar je oogen te gebruiken. Het wordt een
mooie dag, om negen uur weg en ongeveer
half zes 's middags terug".
„Zoo. zooknikte de oude man. Toen
begon hij te lachen. „Ik heb nog nooit in een
autobus gezeten, weet je", legde hij uit
Stipt op tijd vertrok den volgenden mor
gen de touring-car. Alle fauteuils waren bezet
en al dadelijk heerschte er een geanimeerde
stemming. De chauffeur zette er meteen een
flinke spurt in, maar vader Geurts was in
het minst niet bang. Integendeel! Hij ge
noot van het vooruitzicht een massa te zullen
zien en toen een der andere vacantiegangers
een vroolijk deuntje begon te fluiten, deed
hij dapper mee, zoodat de stemming spoedig
100 pet. was.
„Het wordt een verrassing, deze tocht'
vertelde Evert. „Dat is iets nieuws".
„Hoe bedoel je?" wilde vader Geurts weten.
„Niemand van ons weet waar we heen
gaan, alleen de chauffeur. We rijden op het
oogenblik in de richting Gouda, maar het is
best mogelijk dat we in Breda of in Alkmaar
uitkomen. Juist dit soort verrassingstochten
schijnt het publiek bijzonder aan te trek
ken".
„Ik hoop maar dat we door Rotterdam ko
men", antwoordde de oude man. „Kerel, ke
rel, wat vond ik dat indertijd een prachtige
stad!"
Gouda werd gepasseerd en de auto zette
koers naar Utrecht. In de uitspanning van de
Pyramide van Austerlitz werd gestopt en deed
het gezelschap zich te goed aan een kopje
koffie.
„Zeg's, Evert, zou jij nou niet te weten
kunnen komen, waar we heen gaan?" fluis
terde vader Geurts op een gegeven oogenblik.
„Ik ben zoo nieuwsgierig als een kind, ke
rel
Evert lachte, maar trok een rimpel.
„Hij zal het niet willen zeggen, maar ik
zal mijn best doen. Wacht u maar even
En weg was hij, op zoek naar den chauffeur.
Geurts en zijn dochter bleven in spanning
achter. Eindelijk, na een minuut of vijf. kwam
Evert terug. Hij scheen geen haast te heb
ben en op zijn gelaat lag een peinzende uit
drukking. Zwijgend nam hij weer aan het
tafeltje plaats.
„Nou vroeg Truus. „Heeft hij het "ge
zegd?"
Evert knikte.
„Ja, eerst wilde hij niet, maar een sigaar
tje deed wonderen".
„En waar gaan we heen?" vroeg Geurts en
staarde zijn schoonzoon hoopvol aan.
Evert dronk het laatste restje koffie leeg.
„Hfj zei", antwoordde hij langzaam, „dat
we eerst naar Apeldoorn gaan en hmdan
verder, naar het' Noorden. Zwolle en zoo".
„Zwolle", herhaalde de oude man.
..En 't doel van den tocht is Middenbuuren-
vliet", besloot Evert en streek eens langs zijn
kin. .Middenbuurenvliet met zijn oude mo
lens en zijn akkers en zijn slooten. En zijn
schilderachtige kleederdracht.
NEDERLANDSCH FABRIKAAT-DEMON
STRATIE IN DE JUBILEUMWEEK
HEDERLANDSCH-FABRIKMT
Demonstratie;
Een afbeelding van de feestelijke etalage-
kaart die voor de actie van Nederlandsch Fa
brikaat tijdens de jubileumweek is ontworpen.
Voor de in den tijd van het Regeeringsjubi-
leurn door de Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat" georganiseerde Nederlandsch Fabri
kaat demonstratie en étalagewedstrijd bestaat
een zeer groote belangstelling.
Uit reeds ruim 125, door het geheele land
verspreide, gemeenten, waaronder ook de
grootste, werden van de plaatselijke organisa
ties opgaven ontvangen tot deelneming, terwijl
de aanvragen blijven binnenstroomen.
POLITIEKE SCHOOL VOOR KATHOLIEKEN.
Onlangs is in verschillende plaatsen, o.a. in
Haarlemmermeer, een Politieke school voor
Katholieken opgericht. Naar wij vernemen
komt nu in Haarlem ook zulk een cursus,
waar Sociologie en Staatsinrichting zal wor
den gedoceerd. De cursus, die vooral ook voor
jongeren geschikt is, begint in October a.s.
TOESTAND VAN VERPLEEGSTER NOG
STEEDS ZEER ERNSTIG.
De toestand van zuster S., de verpleegster
van het gemeente ziekenhuis te Den Haag, die
Zaterdagavond uit angst voor een patient uit
het raam van een op de eerste verdieping ge
legen ziekenkamer sprong, blijft zeer ernstig.
Zij verkeert nog steeds in levensgevaar.