Bi P KORT VERHAAL PER AUTO EN BOOT DOOR ZUID-AFRIKA. Weer een zeeschip in Haarlem te water. De Karimata 75 meter teruggehaald. «f® De Kruger Wildtuin. Impala-antilopen in het Kruger-Wildpark. En zoo heb ik u dan al kennis laten maken met de grootste attracties van den Kruger Wildtuin, met de „leeuws", zooals men hier zegt, maar er is nog veel meer interessants en zeg maar gerust nog veel meer schoonheid te genieten. Laat ik eerst vertellen, hoe Pre- toriu9kop, het zuidelijkste en grootste rust- fcamp in het park, er eigenlijk uitziet. Het is een met een laag kippengaashekje omgeven ruimte van een goede 500 Meter in het vierkant. Aan den ingang staat een kan toortje, een winkelgebouw en klein restau rant, alles wit en met riet gedekt. Voor de rei zigers zijn kamers beschikbaar, maar deze zijn gebouwd in den vorm van kafferhutten, zoogenaamde rondavels. Ze zijn cirkelrond met een twee meter hoogen, witgekalkten muur, waarboven het dak op ijzeren spijlen staat, zoodat een ruimte van twee voet tus- schen dak en muur openblijft. Dat is voor de frissche lucht; een raam is er niet! Het dak is kegelvormig, van riet gemaakt met een cirkelvormigen houten witgekalkten top. Deze rondavels staan tamelijk grillig dooreen; hier en daar staat een boomgroepje, er bloeien wat bougainvillea's en poincettia's, en zoo vormt zich een alleraardigst geheel, vooral als het prachtige maanlicht het in rust zijn de kamp beschijnt en buiten de leeuwen brul len. Behalve in deze rondavels is er dan nog onderdak in tenten beschikbaar en eindelijk kan ieder, die wil, zijn eigen tent opslaan op de vrije ruimte achter de rondavels. Er zijn keurige toiletten en een rij badkamers en er is steeds warm water in overvloed. Een ideaal luxe-kamp dus. Een paar kaffer jongens zor gen voor den afwasch en nemen ook onze (kleeren eens onderhanden, die dait na drie 'weken tamelijk geforceerd reizen wel noodig hebben. Je verwondert je trouwens telkens, dat je goed zoo schoon uit die zwarte handen komt en dat deze menschen zoo goed was- schen kunnen, want ze wasschen zichzelf nooit. De mannen baden nog wel eens, de vrouwen heelemaal niet. Dat heeft heit groo- te voordeel, dat ze elkaar 's avonds in don ker aan den reuk kennen. Daarom hebben de menschen hier uitsluitend mannelijke be dienden. Een kaffervrouw, is niettegenstaan de alle mogelijke moeite, met heet water en zelfs parfums, in huis niet te harden! En ge weet, elke eerlijke neger zal het u vertellen, dat zij niet met ons kunnen samenleven, om dat wij zoo'n verschrikkelijke lucht (stank zeggen ze hier) verspreiden. En zoo leer je overal wat. Maar wij gaan nu weer eens rond het kamp kijken. Overal staan de auto's klaar. Men kan het park immers per auto bereiken. De aanhangwagen staat als steeds in het midden met de zes tentjes in een halven cirkel er om heen ge schaard. Zes tentjes van Mentora in Rotter dam, type Gijze Uil genoemd naar mijn Ca- nadeeschen vriend, eigenlijk de Berger-tent, maar met een paar kleine, door mij aange geven veranderingen, die werkelijk verbete ringen bleken te zijn. Daarachter staan onze beide Fordauto's, die met hun accu den stroom leveren voor het electriseh licht des avonds in 't kamp. Vóór de tenten worden de kruimels opgepikt doortoekans en glans spreeuwen, prachtig staalgroene dieren en.... heelemaal niet schuw! En nu er op uit! Waarheen doet er niet toe. Er stralen een vijftal wegen uit in ver schillende richtingen. Bij de eerste staat een bordje; Naar de Hippopool oftewel den Nijl paardenvijver, en dat lijkt niet zoo gek. De weg loopt weer door het echte lage veld. dat lk al een paar keer boschsteppe noemde. De meeste boomen zijn niet grooter dan een flinke pereboom, maar sterker vertakt. Veel struiken, veelal met doorns gewapend, na tuurlijk in groot aantal de bekende doring- boom, die immers een acaciasoort is. En tus- schen die boomen en struiken open gras vlakten, in grootte wisselend van een paar tot enkele honderden meters. We behoeven weer niet lang te rijden om het eerste wild te zien. Gnoes zijn het, die nu in de heete middaguren liggen te herkau wen in de spaarzame schaduw van een do ringboom. Dan springen een paar koedoes over den weg. Eerst twee wijfjes, dan een mooie bok! De prachtige kurketrekkervor- mige horens zijn zeker een meter lang! Even verder kleiner goed, de impala, een kleinere antilopen soort, zoo groot als een flinke geit met liervormige horens. Die komt door het heele park zeer veel voor, meest in kleine kudden van tien tot dertig stuks. Maar al tijd weer is het een genot, de mooie slanke diertjes eerst even verwonderd te zien staan kijken en ze dan ineens te zien wegspringen onder het maken van een paar echt onmo gelijke bokkesprongenJe kunt zoo zien, dat ze pleizier hebben in het leven, al is het gras ook erg droog en moeten ze toch weten, dat de dood in den vorm van den leeuw overal dreigt. Maar dat moet wel een der geluk kigste eigenschappen zijn van die dieren der wildernis, dat ze geen vrees voor de toekomst kennen, geen zorgen hebben voor den dag van morgen of zelfs voor het komende uur. hat Is het immers vooral, wat ons nekt en ons zoo vaak belet, het oogenblik volop te nieten. over die open plek en dan den wagen kalm uit laten loopen en den motor stoppen! Daar staan er nog twee vrij vóór ons, de volle flank naar ons toegekeerd, de sierlijke kop gedraaid, om het ongewone geluid te on derzoeken. Want deze dieren zijn nog geen auto's gewend. We zijn nu in een gedeelte van het park, dat den geheelen zomer voor het publiek gesloten is geweest en vandaag mo gen voor het eerst auto's doorrijden. Ver baasd kijken wij naar de prachtige dieren en zij naar ons. Eén draait zich om en komt nog een stap nader, wat natuurlijk geklik van fotosluiters uitlokt. Dat wordt hun te bar en met een ongelooflijke gratie draaien ze zich om en wandelen kalm weg. We tellen er ze ven, die als schimmen verdwijnen achter het struikgewas. Er zijn een twintigtal impala's in zicht en verderop koedoes. Zouden we eigenlijk wel verder gaan? Ja, want "het wild trekt al langzaam weg, en de nijlpaar den? Maar we zien toch nog weer zebra's en een verdwaalde jakhals en weer impala's; wat zijn ze toch mooi! En toekans natuurlijk en scharrelaars en groote roofvogels, hawk zeggen ze hier. En daar, wat steekt daar hoog boven dien struik uit? Stop; te vlug geremd! Het gevaarte duikt weg, maar komt even la ter weer boven den boomstruik uit kijken, ze ker zes meter van den grond. Daar staat onze eerste giraffe en buigt uit zijn hoogte den kop neer om boven uit den vlakken top van den boom te eten, zooals wij aan een bouquet rozen zouden ruiken. Wij zien alleen een me ter hals en een bijna meterlangen kop en mogen niet van den weg af om meer. te zien. Maar daar schemert nog wat door de strui ken heen. Nu laag en hoog óók. Daar komt, geen tien meter van ons af, een reuzengiraffe achter een boschje van daan en steekt kalm en Statig, in zijn rus- tigen telgang, den weg dwars over, vlak voor onze wagens langs, zonder er ook maar een blik aan te verspillen. Twee kleinere volgen en als ze vobr ons niet meer zichtbaar zijn, trap ik op den starter. Dadelijk zien we zes ikoppen op lange nekken boven de struiken uit vol aandacht naar ons kijken. Langzaam schuiven we vijf, tien, vijftien meter vooruit. De koppen op de lange nekken draaien met ons mee. Nu staan ze heelemaal vrij in het volle schootsveld van camera's en filmtoestellen. Elke sluitertik, elk filmge- ruisch doet de lange ooren even bewegen, soms den nek even hooger strekken. Zeker tien minuten lang hebben we elkaar zoo staan bewonderen, haast zonder een vin te verroeren. Dan buigt er één zich neer, knab belt aan een struikje, keert zich bedaard om en de anderen volgen als hij wiegend weg- stapt, alsof hij wilde zeggen; Eigenlijk heele maal niet interessant! Onze indruk was een andere; een oogenblik, dat je je leven lang niet vergeten zult! Voort gaat het weer. langzaam aan over den zonovergoten weg, door het van hitte trillende landschap. Een groote arend vliegt in wijde kringen hoog boven onze hoofden. De witte onderkant van de vleugels is met een zwarten zoom afgezet, de kijker toont den vuurrooden snavel en de knalroode pooten van den eenigen werkelijken adelaar van Zuid-Afrika; den bateleur-arend, dien de Boeren toerghaan noemen. Langzaam glijdt hij omlaag naar een grooten boom en troont daar hoog boven onze hoofden, als we uit stappen op een plek, waar een groot bord staat met „picnic-plek". Daar alleen mogen we onze wagens verlaten, maar daar wacht ook een politieman, die ons langs een kron kelend pad naar de rivier brengt. Midden in de misschien honderd meter breede rivier liggen zeven groote, ovale, blauwgrijze keien, van ruim een meter hoog. Dat zijn nijlpaar den. Heusch, want na 37 minuten staat er een op, toont ons welwillend den loggen kop en het enorme gebit, door eens flink te gapen, wandelt twee stappen en valt even la/ter weer in slaap, staande nog wel. Zóó is er niet veel interessants aan, maar je moet ze gezien hebben. Wij loopen nog even door langs de rivier. Daar schiet met kronkelend geritsel vlak voor mijn voeten een kleine krokodil te water. Die zijn hier dus ook. Oppassen! Wij hebben ook al van slangen gehoord, maar er nog Steeds geen gezien. En we reden terug langs zebra's en giraffen en koedoes en wildébeesten en ge noten menig prachtig kijkje in Afrika's rijke dierenwereld, dat ons alleen door den voor- uitzienden geest van Oom Paul bewaard is gebleven. Het slot van den dag vormde een troep groote bavianen, die zich koesterde in de avondzon op den Leeuwenburcht. Koddige figuren met den langen geknakten staart, maar vooral aardig om te zien, hoe de moe ders de jongen op den rug, eigenlijk achter op de heupen, meedroegen en ook hoe, wan neer een der jongen achterbleef, omdat hij in een boom geklommen was, en er niet meer uit durfde, steeds een der mannetjes een eind terug ging om de verdwaalde kleine weer in het familieverband te brengen. Merkwaardig, dat juist deze zoo verstandige dieren zich in dezen reuzen dierentuin het allerslechtst laten naderen. Je kunt veel dichter bij een troep leeuwen komen, die van hun prooi smullen, dan bij een troep apen, die op een rots of in een hoogen boom den zonsonder gang afwacht. In de schemering rijden we weer naar 't kamp terug. Een leeuw brult in de verte. Gnoes snorken, en als wij weer rustig in 't kamp ons avondmaaltje bereiden, klinkt bo ven het snorren van den primus uit het koor der pakhalzen, die hun schoonste lied aan heffen om den koning der wildernis over te halen, dezen nacht weer een prooi voor hen te slaan. En dat is de muziek van den Afri- kaanschen nacht, die ons straks in slaap zingt! (Nadruk verboden). EXAMENS. HANDENARBEID Haarlem, 12-13 Aug. Geëxamineerd'14 vrl. candidaten. Geslaagd de dames; M. C. R. Drijver, Am sterdam, E. Geldof, Huizen, A. E. Hulsbos, Haarlemmermeer, J. M. H. v. Leersum, Am sterdam, J. Lindemulder, Naarden, S. B. Scherjon, Utrecht, M. H. v. Diejen, Amster dam, M. E. A. Douwes, idem, J. Groot, idem, J. H. M. Heymeyer, idem, C. Hoek, idem, G. C. Pont, Bussum, M. H. Reyenga, Hilversum. Engelsch L. O. Geslaagd voor het akte-examen Engelsch L.O.; de heer A. P. van der Kraan, Velsen. Fransch L. O. Geslaagd voor het akte-examen Fransch L.O.: mej. M. A. Schol, IJmuiden. Zaterdag a.s. van de werf der Haarlemsche Scheepsbouw Mij. A.s. Zaterdag om 12 uur zal van de werf van de Haarlemsche Scheepsbouw Maat schappij weer een zeeschip worden te water gelaten. Dit schip is gebouwd voor rekening van de N.V. Gemengd Bedrijf Vaartuigen- dienst Suriname. Het vaartuig is 710 ton groot en is ingericht voor goederen- en vee- vervoer, terwijl het ook beperkte passagiers accommodatie bezit. Het zal den naam Prins Bernhard dragen. Bij de tewaterlating zal het gemeentebestuur van Haarlem vertegenwoor digd worden door wethouder E. v. d. Wall. De doopplechtigheid zal verricht worden door mevr. Coppooïse. Het schip is voorzien van een zes cylinder tweetakt Kromhoutmotor, welke 450 PK. kan ontwikkelen en welke aan het vaartuig een snelheid van tien mijl kan verleenen. Er zijn twee ruimen in, waarvan het voorste speciaal is ingericht voor het vervoer van ontvlam bare stoffen (o.a. vaten benzine). Achterop is een groote ruimte voor het vervoer van maxi maal 100 koeien en in verband met het war me weer is in deze ruimte ook een sproeilei- ding gebouwd, waardoor de dieren van tijd tot tijd ter verkoeling besproeid kunnen wor den. De lengte van het schip over alles is 54.75 Meter, de breedte 8.04 meter en de holte tot het hoofddek 3.82. Er is accommodatie voor 6 passagiers. Terwijl er in totaal voor 30 per sonen ruimte aan boord is. Het schip heeft 1 mast met 4 laadboomen, ingericht voor vijf tons lasten. De „Prins Bernhard", die voor den kust- dienst is gebouwd, zal op eigen kracht naar de West varen. Na de tewaterlating a.s. Zaterdag zal men op de werf de kiel leggen voor een sleepboot, bestemd voor de Fransche koloniën en voor een z.g. „onderlosser", een soort vaartuig, dat b.v. veel bij de Zuiderzeewerken wordt ge bruikt en waarbij het mogelijk is den bodem op te klappen, waardoor de lading naar be neden stort. Kaart van Ir. Taurel deugde niet. Pogingen worden tot eind Augustus voortgezet. (Van onzen specialen verslaggever) E Karimata is Zaterdagmid- dag van ligplaats veranderd. De baggermolen is achteruit gehaald over een afstand van 75 meter en graaft nu een strook af, die zich bevindt terzijde van het reeds afgezochte gebied. Deze strook heeft een breedte van ongeveer 30 meter en ligt naast de plaats waar nu twee en een halve week geleden de eerste en tot nu toe eenige goudstaaf werd ge vonden. Het is begrijpelijk, dat men een nieuw ar beidsterrein heeft gekozen. De vondsten, die men Vrijdagmiddag, in den nacht van Vrij dag op Zaterdag en Zaterdagmorgen deed waren zoo teleurstellend, dat men er veilig twee conclusies uit kon trekken. In de eerste plaats, dat het nutteloos was, op de plek waar men zich bevond, verder te werken en in de tweede plaats, dat de kaart van ingenieur Taurel, die tot leiddraad had gediend, niet deugde. Was deze kaart wel goed geweest zij werd, zooals men zich herinneren zal, ver vaardigd bij een in de jaren 1857 tot 1859 on dernomen poging tot berging van den Lutine- schat dan zou men tijdens het tweede ge deelte der afgeloopen week vondsten van be- teekenis hebben moeten doen. Deze vondsten zijn uitgebleven en de Karimata heeft haar werk zoo grondig verricht dat dit tevens in sluit, dat de kaart niet deugt. Nu is men dus weer aan het werk op een andere plaats. De heer Bol verklaarde ons Zaterdagmiddag, dat weliswaar de tot nu toe gevonden staaf de eenige is gebleven, maar dat de mogelijkheid aanwezig is, dat zich de andere staven op een plek naast de vind plaats bevinden. Uit zijn woorden meenden wij op te mogen maken, dat de kans, dat reeds onmiddellijk een belangrijke vondst gedaan wordt op het nieuwe gèbied niet heel groot is. Waarschijnlijk zullen we enkele da gen geduld moeten oefenen. Misschien dat er Woensdag of Donderdag verrassingen komen en Terschelling nieuwe sensaties beleeft. Tenzij er een sensatie van anderen aard komt. Die mogelijkheid is name lijk aanwezig. Op het eiland bevindt zich een jongeman, die al eerder door een mislukte poging om per kano naar Engeland te varen, de aandacht op zich heeft gevestigd. Thans bestu deert hij de stroomingen die tusschen Terschelling en de Karimata heer- schen, de werking der getijden en de mogelijkheid om van Terschelling af naar de Karimata te zwemmen en terug. Bij iedereen, die geacht kan worden op de hoogte te zijn van stroomingen en werking van het tij, wint hij adviezen in en wellicht kan dus eerstdaags het bericht de wereld worden ingezonden van den start voor een curieuzen zwemtocht. Naar wij uit Betrouwbare bron kunnen me- dedeelen zal de Karimata den arbeid niet staken voor de laatste dagen van Augustus. Misschien dat het werk ,als het weer goed blijft, zelfs daarna nog eenigen tijd zal wor den voortgezet. Voor eind Augustus geeft men den strijd om het Lutinegoud echter niet op. V acantieverrassing. HANS DE LA RIVE BOX. E kunt zeggen wat je wilt, maar het is hier een mooi land", sprak Evert van Haeren. Hij deed een trekje aan zijn pijp en knikte zijn schoonvader oolijk toe. „Een K.L.M.-vlieger als ik, die toch wel heel wat van de wereld ziet, kan daar over oordeelen". Vader Geurts knikte. Zijn grijze oogen tuur den over het lage land, waar boven een azu ren zomerhemel koepelde. Achter de ouder- wetsche boerderij klonk het monotone gera tel van een zware landbouwmachine. „Zeker, zeker", gaf hij toe. „Het is hier mooi en voor geen geld van de wereld zou ik willen verhuizen. Wij ouderwetsehe landbou wers hechten ons aan onze omgeving. Wij zien de schoonheid van de molens en van de akkers, van de breede slooten en de typische kleederdracht van onze dorpsgenooten. Over het algemeen zijn wij gelukkig en tevreden". Evert glimlachte. Voor hém leek dit een zame buitenleven een onwezenlijkheid. Hij hield van afwisseling, van leven. Vandaag naar Kopenhagen, morgen naar Brussel, vol gende week naar Bagdad. De wereld zien en genieten. Telkens wanneer hij met Truus in dit vredige dorpje logeerde leek het hem toe of alles een droom was. O zeker, het was hier mooi, heel mooi zelfs. De omgeving van Mid- denbuurenvliet met de oude molens, de on afzienbare akkers, de slooten met hun treur wilgen en de rulle karrensporen oefenden tel kens weer een aparte aantrekkingskracht op hem uit. Maar wanneer hij terug was in Den Haag en weer met twee beenen in het woelige, bedrijvige leven stond, kon hij zich niet voorstellen dat er menschen waren, die zóó gehecht waren aan hun geboortegrond. „Wij werken hard, zijn met weinig tevre den en hebben een gezond leven", vervolgde de oude Geurts. „Neem mij zelf nu eens. Ik heb betrekkelijk weinig van de wereld gezien, ken zelfs maar een heel klein beetje van ons land. Ik ben wel eens in Amsterdam geweest en in Den Haag en ook eens in Gelderland, maar dat is al lang geleden. Af en toe krijg ik een vaag verlangen om nog eens iets an ders van Nederland te zien. Je leest bijna el- ken dag van tochten met autobussen en dan schaam ik me feitelijk, omdat ik zoo zelden het dorp verlaat. Neem nou eens de Diesel- Bij de volgende bocht schemert weer iets treinen!" Nog nooit gezien. Vliegmachines? Af anders tusschen het gras. Ik rijd even verder om tusschen de struiken door te kunnen zien. Ja, weer impala's, maar daar tusschen de struiken in grootere dieren, gestreept; zebra's. Gauw nog even vooruit om zicht te krijgen en toe een stipje in de lucht. Een vliegveld? Schiphol en Waalhaven uit een geïllustreerd blaadje. Waarachtig, wij hebben maar heel weinig gezien, al denken we dat we heele Pie ten ziin". Evert knikte. Er was een vriendelijke glans in zijn oogen. „Ik ben het volkomen met u eens, vader", antwoordde hij warm. „Ik heb een planne tje. U komt in September eens een weekje bij ons in het Haagje logeeren en dan laat ik u Waalhaven in Rotterdam zien en we gaan eens toeren met een bus en een haven- tocht maken. Truus zal het heerlijk vinden, daar ben ik zeker van". Geurts knikte, in gedachten verzonken. „Top", zei hij toen ineens, „ik doe het. Het zal wel een beetje lastig zijn, maar een mensch moet er eens uit. Je bent een brave jongen, Evert". EN HAAG! Vader Geurts was op een stralenden na jaarsdag gearriveerd en Evert en zijn jonge vrouw sloofden zich uit het hun gast zoo aan genaam mogelijk te maken. In den namiddag zat het drietal op een zonnig terras in Sche- veningen en keek de oude landbouwer zijn oogen uit naar de langzaam voortschuivende rij automobielen op den boulevard en de tal rijke wandelaars, die voorbij flaneerden. .Morgen hebben we een verrassing voor u", fluisterde Truus en schoof vertrouwelijk haar arm door den zijnen. „Evert heeft drie plaat sen besproken in een touring-car; het zal een fijne tocht worden!" „Wat is dat, een toeringkaar?" vroeg vader Geurts een beetje wantrouwend. ,,Een groote autobus, vader, mét radio en gemakkelijke stoelen". „Een veilig en snel vervoermiddel", mengde Evert zich in het gesprek. „Je ziet de interes santste deelen van het land en hoeft alleen meer Als de politie uw fiets zondei achterlicht ziet óf.- als 'n automobilist u niet mocht zien Dan kan u dat duur,te staan komen, terwijl u voor 'n paai kwartjes klaar kunt zijnI Maar Iet op 't „RIJKSKEUR' 1 'n ROOD RIJWIELACHTERLISHT DAARTOE BENT U VERPLICHTII maar je oogen te gebruiken. Het wordt een mooie dag, om negen uur weg en ongeveer half zes 's middags terug". „Zoo. zooknikte de oude man. Toen begon hij te lachen. „Ik heb nog nooit in een autobus gezeten, weet je", legde hij uit Stipt op tijd vertrok den volgenden mor gen de touring-car. Alle fauteuils waren bezet en al dadelijk heerschte er een geanimeerde stemming. De chauffeur zette er meteen een flinke spurt in, maar vader Geurts was in het minst niet bang. Integendeel! Hij ge noot van het vooruitzicht een massa te zullen zien en toen een der andere vacantiegangers een vroolijk deuntje begon te fluiten, deed hij dapper mee, zoodat de stemming spoedig 100 pet. was. „Het wordt een verrassing, deze tocht' vertelde Evert. „Dat is iets nieuws". „Hoe bedoel je?" wilde vader Geurts weten. „Niemand van ons weet waar we heen gaan, alleen de chauffeur. We rijden op het oogenblik in de richting Gouda, maar het is best mogelijk dat we in Breda of in Alkmaar uitkomen. Juist dit soort verrassingstochten schijnt het publiek bijzonder aan te trek ken". „Ik hoop maar dat we door Rotterdam ko men", antwoordde de oude man. „Kerel, ke rel, wat vond ik dat indertijd een prachtige stad!" Gouda werd gepasseerd en de auto zette koers naar Utrecht. In de uitspanning van de Pyramide van Austerlitz werd gestopt en deed het gezelschap zich te goed aan een kopje koffie. „Zeg's, Evert, zou jij nou niet te weten kunnen komen, waar we heen gaan?" fluis terde vader Geurts op een gegeven oogenblik. „Ik ben zoo nieuwsgierig als een kind, ke rel Evert lachte, maar trok een rimpel. „Hij zal het niet willen zeggen, maar ik zal mijn best doen. Wacht u maar even En weg was hij, op zoek naar den chauffeur. Geurts en zijn dochter bleven in spanning achter. Eindelijk, na een minuut of vijf. kwam Evert terug. Hij scheen geen haast te heb ben en op zijn gelaat lag een peinzende uit drukking. Zwijgend nam hij weer aan het tafeltje plaats. „Nou vroeg Truus. „Heeft hij het "ge zegd?" Evert knikte. „Ja, eerst wilde hij niet, maar een sigaar tje deed wonderen". „En waar gaan we heen?" vroeg Geurts en staarde zijn schoonzoon hoopvol aan. Evert dronk het laatste restje koffie leeg. „Hfj zei", antwoordde hij langzaam, „dat we eerst naar Apeldoorn gaan en hmdan verder, naar het' Noorden. Zwolle en zoo". „Zwolle", herhaalde de oude man. ..En 't doel van den tocht is Middenbuuren- vliet", besloot Evert en streek eens langs zijn kin. .Middenbuurenvliet met zijn oude mo lens en zijn akkers en zijn slooten. En zijn schilderachtige kleederdracht. NEDERLANDSCH FABRIKAAT-DEMON STRATIE IN DE JUBILEUMWEEK HEDERLANDSCH-FABRIKMT Demonstratie; Een afbeelding van de feestelijke etalage- kaart die voor de actie van Nederlandsch Fa brikaat tijdens de jubileumweek is ontworpen. Voor de in den tijd van het Regeeringsjubi- leurn door de Vereeniging „Nederlandsch Fa brikaat" georganiseerde Nederlandsch Fabri kaat demonstratie en étalagewedstrijd bestaat een zeer groote belangstelling. Uit reeds ruim 125, door het geheele land verspreide, gemeenten, waaronder ook de grootste, werden van de plaatselijke organisa ties opgaven ontvangen tot deelneming, terwijl de aanvragen blijven binnenstroomen. POLITIEKE SCHOOL VOOR KATHOLIEKEN. Onlangs is in verschillende plaatsen, o.a. in Haarlemmermeer, een Politieke school voor Katholieken opgericht. Naar wij vernemen komt nu in Haarlem ook zulk een cursus, waar Sociologie en Staatsinrichting zal wor den gedoceerd. De cursus, die vooral ook voor jongeren geschikt is, begint in October a.s. TOESTAND VAN VERPLEEGSTER NOG STEEDS ZEER ERNSTIG. De toestand van zuster S., de verpleegster van het gemeente ziekenhuis te Den Haag, die Zaterdagavond uit angst voor een patient uit het raam van een op de eerste verdieping ge legen ziekenkamer sprong, blijft zeer ernstig. Zij verkeert nog steeds in levensgevaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 7