HET MYSTERIE
VAN SUNNY SIDE.
Het Engelsche viermast-jacht „Fandome", op weg voor een bezoek
aan Amsterdam, arriveerde Donderdag te IJmuiden. - Het typisch
vaartuig, wachtend om geschut te worden
Een, die op den eersten schooldag
na de groote vacantie al moest
wachten voor „de geopende brug"
Hr. Ms. flottieljeleider „Tromp" is Donderdagmiddag bij de Nederlandsche
Scheepsbouw Mij., waar het schip voor rekening der Kon. Marine gebouwd
werd, officieel in dienst gesteld. Een overzicht aan boord tijdens de plechtigheid
De wandelpier en het Kurhausterras te Scheveningen zullen tijdens de
jubileumfeesten des avonds feestelijk geïllumineerd worden. Het aan
brengen der verlichting
De radio-telefonie in dienst van het leger bij de Engel
sche manoeuvres in de omgeving van Topsham
Het „Juliana-dok" bij liet passeeren van het IJ te Am
sterdam op transport naar Danzig
Voor den bouw van het nieuwe stadhuis op het Alexanderveld te Den Haag laat
de Technische Hoogeschool te Delft proefboringen verrichten. Het oprichten
der installatie
FEUILLETON
Naar bet Amerikaansch
van
HECTOR JENNINGS.
Ik keerde een paar van de grootste snippers
om en zag dat het briefje geschreven was op
oen blanco kwitantieformulier van de Han
delsbank. Dus Gertrude zou dien avond Jack
Bailey bij de brug ontmoeten! En ik leefde
in de heilige overtuiging dat hij ziek was!
Dat was niet bepaald de manier van doen
van een onschuldige man, het vermijden van
net daglicht en het bedriegen van de familie
van zijn verloofde! Het eenige wat er op zat
was dien avond eens een kijkje te gaan nemen
bij de brug.
Na de lunch stelde Jamieson mij voor met
nem mee te gaan naar Richfield en ik nam
öjn voorstel graag aan.
Ik ben geneigd waarde te hechten aan dat
verhaal van dokter Steward, zei de detectieve,
- sedert ik dat stukje papier in Thomas zak
gevonden heb.
Warner bmcht ons in de auto naar Richfield,
een aardig klein stadje of beter gezegd een
groot dorp aan de rivier.
Elm Street was de eenige straat van betee-
kenis en nummer veertien hadden we gauw
gevonden. Het was een klein wit huis, oud,
jnaar heelemaal niet schilderachtig, met een
jaag venster en een poortje aan den rand van
het grasveld. Op het pad naar het huis stond
een kinderwagen en van den kant waar een
ichommel stond, klonken ruzie-stemmetjes.
Drie kinderen waren heftig in conflict en een
slecht uitziende vrouw trachtte hen te kal-
meeren. Toen ze ons zag deed ze haar boeze
laar af en liep naar de voordeur.
Nadat ik haar begroet had, zei ik:
Ik kwam eens informeeren naar een kind
dat Lucien Wallace heet.
Ik ben blij, dat u gekomen bent, was het
antwoord.
Al zijn hier nog meer kinderen, de kleine
baas voelt zich nog al eenzaam. Ik had ge
hoopt, dat zijn moeder vandaag zou komen.
Jamieson deed een stap naar voren.
Bent u mevrouw Tate?
Ik vroeg me verbaasd af hoe de man den
naam wist.
Ja, meneer.
Mevrouw Tate. we komen om inlichtin
gen. Misschien kunnen we in huis
Ze begreep de wenk en verzocht ons bin
nen te komen en even later zaten we in een
armoedige kleine k -mer. Mevrouw Tate scheen
niet op haar gen c.
Hoe lang is Lucien al hier?, vroeg Jamie
son.
Vrijdag voor een week is hij hier geko
men. Zijn moeder betaalde een week pension
vooruit; de rest is niet betaald.
Was hij ziek, toen hij kwam?
Neen, meneer, niet meer. Hij was wel ziek
geweest, zei zijn moeder; hij was aan de be
terende hand en hij gaat nu goed vooruit.
Kunt u mij zijn moeder's naam en adres
geven?
Ze zei dat ze mevrouw Wallace heette en
dat ze geen vast adres haid. Ze zocht een pen
sion in de stad. Ze vertelde, dat ze een betrek
king had in een warenhuis en het kind daar
door niet behoorlijk kon verzorgen. De jongen
moest frische lucht en versterkende middelen
hebben. Ik heb zelf drie kinderen en één meer
maakt in het werk niet veel verschil, maar.,
ik wilde dat zijn moeder me die week pension
maar betaalde.
Heeft ze niet gezegd waar ze werkte?,
vroes Jamieson.
"Neen, meneer, maar de kleeren van den
jongen komen alle van King. Hij heeft veel
te mooie kleeren voor buiten.
Er klonk rumoer en geschreeuw aan de voor
deur, gevolgd door het geluid van naderende
kindervoeten. Twee dikke kinderen; een jon
gen en een meisje, kwamen de kamer inhol-
len aan elkaar vastgebonden met waschlijnen
en geleid door een lachenden jongen van een
jaar of zeven, m een bruine overall met kope
ren knoopen. De kleine koetsier trok dadelijk
mijn aandacht; het was een mooi kind en hoe
wel hij nog sporen toonde van zijn ziekte, zag
hij er toch vrij goed uit,
Ho, Flinders, kalm aan. je breekt de leid
sels nog!, riep hij tegen een van zijn „paar
den".
Jamieson bracht hem tot staan en hield hem
een gestreept blauw en geel potlood voor.
~Ik wil wedden, zei hij, toen de jongen
het potlood aangenomen had en op de man
chet van den detective probeerde of het goed
schreef. ik wil wedden, dat je niet eens weet
hoe je heet.
Jawel, hoor, zei de jongen. Lucien
Wallace.
Geweldig! En hoe heet je moeder?
Moeder natuurlijk. Zoo heet die van u
toch zeker ook.
En terwijl hij dit zei wees hij op mij
En waar woonde je voor je hier kwam?
De detective was beleefd genoeg geweest
niet te grinneken bij de laatste opmerking
van den jongen.
Grosmutter, zei hij.
Wel, jonge man, je schijnt niet veel van
je zelf af te weten, zei hij.
Ik heb het de heele week al geprobeerd,
zei mevrouw Tate. De jongen kent een paar
woorden Duitsch, maar hij weet niet, waar
hij gewoond heeft en vertelt niets.
Jamieson schreef iets op een kaartje en gaf
het haar.
Mevrouw Tate, zei hij. ik zou graag
willen dat u iets voor mij deed. Hier is geld om
te telefoneeren. Zoo gauw :de moeder van den
jongen komt, bel dan dit nummer op en vraag
naar den persoon, wiens naam op dit kaartje
staat. U kunt misschien wel aan den overkant
bij den drogist telefoneeren. U hoeft alleen
maar te zeggen: „de dame is gekomen".
De dame is gekomen, herhaalde mevrouw
Tate.
Uitstekend, meneer, en ik hoop, dat dat
gauw mag gebeuren. Het briefje van den
melkboer is al eens zooveel als gewoonlijk.
Hoeveel wordt voor het kind betaald?,
vroeg ik.
Drie dollars per week, met de wasch mee.
Goed, zei ik. Mevrouw Tate, ik zal u
het pension van de laatste week betalen en
een week vooruit. Als zijn moeder komt. mag
u niets over dit bezoek loslaten geen vroord
en in ruil voor uw stilzwijgen kunt u dan
dit geld voor uw eigen kinderen gebruiken.
Er kwam een glimp van vreugde op haar
gezicht en ik zag dat ze naar de voetjes van
de twee aanwezige Tate-kinderen keek.
Toen we thuiskwamen ging Jamieson direct
naar de telefoon en belde de firma King, het
bekende warenhuis in de stad, op.
Na een poosje gewacht te hebben kreeg hij
den chef van de afdeeling personeel te spreken
en praatte een poosje met hem. Toen de detec
tive den hoorn .opgehangen had. wendde hij
z-ich naar mij.
De zaak wordt er niet eenvoudiger op*
zei hij met zijn eigenaardig" glimlachje. Bij
King zijn vier dames die Wallace heeten; geen
van de vier is getrouwd en geen van alle ouder
dan twintig. Ik geloof, dat ik vanavond toch
maar naar de stad ga, zooals ik van plan was.
Om te beginnen moet ik naar het kinderzie
kenhuis. Maar voor ik ga, juffrouw Innes,
wide ik wel dat u mij die revolver liet zien die
u in het tulpenbed gevonden hebt.
Het was inderdaad een revolver, meneer
Jamieson. Maar ik kan u hem niet laten zien.
Hij is niet in mijn bezit.
Hoofdstuk XXH.
EEN LADDER DIE NIET OP HAAR
PLAATS STOND.
Aan het eten stelde Jamieson voor, dat er
een paar dagen iemand in zijn plaats zou ko
men, maar Halsey was overtuigd, dat er niets
bijzonders meer zou gebeuren en dat hij en
Alex voldoende bescherming vonden. De detec
tive ging vroeg in den avond naar de stad
terug en tegen negen uur was Halsey diep in
slaap hij had een groot deel van den dag
golf gespeeld op de groote leeren canapé in
de woonkamer.
Ik zat te breien en toen Gertrude opstond
en naar buiten ging, deed ik alsof ik er niets
van merkte. Toen ik dacht hij zij wel ver ge
noeg zou zijn, ging ik haar voorzichtig achter
na. Het was niet mijn plan voor luistervink te
spelen, maar ik wilde zeker zijn of het Jack
Bailey was, dien zij ging ontmoeten.
Ik liep langzaam het grasveld over, de haag
voorbij tot bij de portierswoning en kwam zoo
op den grooten weg. Een honderd voet naar
links liep het pad door de vallei naar de Golf
club en niet ver daar vandaan lag de brug
over het riviertje van Casanova.
Juist toen ik het pad wilde inslaan, hoorde
ik voetstappen achter me aankomen en ik
verborg me in de struiken. Het was Ger
trude, die kalm naar huis terugwandelde!
Ik was verbaasd, maar bleef in mijn schuil
plaats tot zij volgens mijn' schatting de villa
weer bereikt moest hebben. De reden waarom
het afspraakje niet doorgegaan was, was dui
delijk genoeg. Toen ik langs de brug liep stond
daar Alex, de tuinman, kalm een pijp te roo-
ken. Die was ook eens op onderzoek uitgegaan.
Ik had Liddy voor haar onvoorzichtigheid
•kunnen worgen. Evenals Alex voor zijn bru
taliteit.
(Wordt vervolgd).