Mr. C Ridder van Rappard overleden. H' Kweekschool met vierjarige opleiding heeft vele voordeelen De „Queen Mary" vergaart nieuwen roem. Kundig en veelzijdig diplomaat. GISTERMIDDAG is op het de partement van Buitenland- sche Zaken bericht ontvan gen dat de Nederlandsche gezant in Berlijn, mr C. Ridder van Rappard, aan de verwondingen, die hij opliep bij het auto-ongeluk te Bückeburg, is overleden. Mr. C. Ridder van Rappard. -f* Mr. Carel Ridder van Rappard is op 19 Oc tober 1874 te Assen geboren. Hij doorliep het gymnasium te 's-Gravenhage en studeerde daarna rechtswetenschappen aan de universi teit te Utrecht. Na voltooiing zijner studiën was hij eenigen tijd als advocaat ingeschre ven bij de Haagsche balie, doch spoedig trad hij in den diplomatieken dienst. In het jaar 1916 werd hij benoemd tot chef van de afdeeling bescherming van het depar tement van Buitenlandsche Zaken. Het jaar daarop werd hij aangesteld als leider van de Britsche afdeeling aan het gezantschap der Nederlanden te Berlijn met den titel van mi nister-resident. Mr. Van Rappard bleef aldaar werkzaam tot 1925, hij werd in 1920 bevor derd tot gezantsehapsi-aad. Hij vertrok in 1925 naar Rio de Janeiro, waar H.M. de Koningin hem benoemd had tot haar buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister. Vier jaar later in 1929, volgde zijn benoeming tot Nederlandsch gezant te Boe karest. terwijl hij van 1933 af tevens de be langen van Nederland in Zuid-Slavië als ge zant behartigde. Een jaar later werd mr. Van Rappard be noemd tot.gezant te Bern. Tevens permanent vertegenwoordiger van Nederland bij den Volkenbond. Deze functie vervulde hij tot 1937, want in dat jaar. ging hij als opvolger van mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum naar Berlijn. De Nederlandsche gezantschapsraad te Ber lijn, mr. C. G. W. H. Baron van Boetzelaer van Oosterhout heeft de Duitsche regeering gistermiddag officieel in kennis gesteld van het overlijden van mr. C. Ridder van Rappard, H.M. buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Berlijn. Ook bekend sportfiguur. Het tragisch verscheiden ten gevolge van een auto-ongeluk van den Nederlandschen gezant te Berlijn mr. C. Ridder van Rappard, doet de belangrijke plaats in de herinnering terugroepen, welke de overledene in zijn jon gere jaren heeft ingenomen in de Nederland sche sportwereld en in het bijzonder in de lawntennis- en golfsport. In deze takken van sport heeft de overledene niet alleen als speler uitgeblonken, doch ook organisatorisch werk verricht, waarop thans nog wordt voort gebouwd, aldus de Tel. Zoo was het wijlen mr. Van Rappard, die in 1399, op 5 Juni in het Poolsche Koffie huis te Amsterdam, te zamen met de heereen jhr. W. P. Teding van Berkhout en P. Louwerse den Nederlandschen Lawn Tennis- Bond oprichtte, waarvan hij de eerste secre taris was. Dit bleef hij tot 1907, toen hij voorzitter van den bond werd, welke functie hij tot 1912 vervulde. Aan den heer Van Rappard is de bond onnoemelijk veel verplicht, want hij leidde de jonge organisatie in de eerste moeilijke jaren. Niet alleen organisator, maar ook speler van beteekenis is mr. Van Rappard geweest. Reeds in 1897 dus voor de oprichting van den bond vinden wij hem in de dubbel- finale om het kampioenschap van Nederland, dat toen nog als een onder-onsje werd ver speeld. In 1899 bereikte Van Rappard de finale heeren-enkelspel, welke hij van K. Beukema verloor. In 1900 won hij het dubbelspel te zamen met den huidigen president van de Nederlandsche Bank, mr. L. J. A. Trip, waar bij mr. Va.i Rappard uitkwam onder het den ouderen tennissers zoo wel bekende pseudo niem ,,5. P. Eler". In 1901 tenslotte treffen wij zijn naam aan als enkelspelkampioen van Nederland. Ook in de golfwereld heeft het verscheiden van mr. Van Rappard diepen indruk gemaakt Hij was in den voor-oorlogschen tijd een be kende figuur in het Haagsche golf en werkte mede aan de oprichting van het Nederlandsch Golf Comité op 16 Maart 1914, waarvan hij de eerste voorzitter werd tot zijn aftreden in 1918. De Führer en rijkskanselier Hitier heeft naar aanleiding van het overlijden van den Nederlandschen gezant te Berlijn, mr. C. Rid der van Rappard; telegrafisch aan Koningin Wilhelmina zijn deelneming betuigd. Ook heeft de Führer en rijkskanselier een telegrafische condoleance aan de zuster van den overledene, jkvr. Hooft Graafland, gezon den. De rijksminister van Buitenlandsche Zaken von Ribbentrop, heeft dén Nederlandsche mi nister van Buitenlandsche Zaken en de zustei van den overledene een hartelijk telegram van deelneming gezonden. Zeevaartdag en vlootschouw te Sclieveningeii. Ter gelegenheid van het Regeeringsjubileum Onder auspiciën van het comité voor de luisterrijke viering van het veertigjarig regee ringsjubileum van H.M. de Koningin te Den Haag wordt op Zaterdag 3 September te Sche- veningen een zeevaartdag en vlootschouw ge houden. De voorzitter van het comité opent des och tends 3 September a.s. een tentoonstelling van scheepsmodellen en boeken op zeevaartgebied in den tweeden foyer van het Kurhaus. Om twee uur begint in de groote Kurzaal een marine-bijeenkomst. Daar zullen het woord voeren de chef van den marinestaf, vice-admiraal J. Th. Furstner, en de vice voorzitter van de Nederlandsche Reedersver eeniging de heer J. E. G. Wesselink. Het matrozenkoor. onder leiding van den heer Th. van Elferen, zal Nederlandsche zee liederen zingen en er zal een film over de marine vertoond worden. Om kwart over drie is deze bijeenkomst af- geloopen. Aan den minister van Economische Zaken, mr. P. L. M. Steenberghe is gevraagd het woord te willen voeren van de muziektent van het Kurhaus-terras uit tot het publiek over de beteekenis van de Nederlandsche marine. Om half vier vangt op den Scheveningschen boulevard het défilé aan. De opstelling vindt plaats op den boulevard ter hoogte van het Seinposttheater. Om vier uur vangen de demonstraties van de vloot en de marinevliegtuigen aan. Hieraan wordt deelgenomen door: Hr. Ms. flottielje leider Tromp, kruiser Sumatra", de onderzee booten de 08. de Oil, de 012, de 015. de 016, de torpedobooten de Z 6 en de Z 7, de kanon neerboot ,3rinio", mijnenleggers „Douwe Aukes" en „Hydra", de mijnenvegers „Willem van Eeuwijk". „Pieter Floriszoon", „Jan van Gelder" en .Abraham van der Hulst", twee nevelvliegtuigen, twee torpedovliegtuigen, een demonstratiegroep marïnevliegtulgen bestaan de uit twee T 4 toestellen, 3 C 11 W. en 5 C 7 W. toestellen. Het geheel staat onder leiding van den ka pitein ter zee L. A. C. M. Doorman, comman dant van de „Tromp". Met zonsondergang, illumineeren de sche pen, die voor de kust zijn blijven liggen en die zooals b.v. de Sumatra een prikkabel heb ben. Om halftien des avonds vangt dan het zoek- lichtspel aan van boord van de oorlogssche pen. Intusschen is de verlichting van boule vard en pier gedoofd en worden van kwart voor tien tot tien uur van boord van de Su matra en de Tromp lichtgranaten en licht spoormunitie afgeschoten. Bij de lichtgrana ten, die met een tijdbuis van 2000 Meter wor den afgeschoten, straalt bij de ontploffing een sterke magnesium zon, die den achtergrond in een helder licht'stelt. Van tien uur tot kwart over tien komen vliegtuigen. Zij zullen o.m. parachute-flares uitwerpen en bij gunstig weer in het licht van de door hen uitgeworpen fakkels landen. Van kwart over tien tot half elf wordt van boord van de Sumatra en de Tromp vuurwerk afgestoken. Om half elf begint op het terras van het Kurhaus een taptoe, te geven door de Ko ninklijke Marinekapel met de tamboers en pijpers van de mariniers. Om elf uur is de zeevaartdag ten einde. Tuinders worden geholpen. Ministersfeltverdereuitkeering van voorschotten in het zicht. Definitieve steuntoeslag eerst na bestudeering van alle gegevens Op de vragen van den heer Wijnkoop be treffende de economische positie van den tuinbouw heeft de minister van Economische Zaken geantwoord, dat het hem bekend is, dat de economische positie van den tuinbouw, voornamelijk als gevolg van de nog steeds voortdurende moeilijkheden (bij den uitvoer van tuinbouwproducten, moeilijk is en dat Mr. M. L. Steenberghe Minister van Econom. Zaken dientengevolge de toestand in de tuinbouw bedrijven, alsmede in de gezinnen der tuin ders veelal zorgelijk moet worden geacht. De bedrijfsuitkomsten van den tuinbouw, die in de eerste helft van 1937 eenige verbetering vertoonden, zijn sindsdien weer ongunstiger geworden, terwijl de bedrijfsonkosten een stij ging vertoonden. In verband hiermede werden reeds in den loop van het jaar 1937 de richt prijzen voor tuinbouwproducten verhoogd, waardoor de steuntoeslag voor de daarvoor in aanmerking komende producten kon worden verruimd. De op 7 Juli jl. plaats gehad hebbende uit- keering van tuinbouwsteun de eerste van dit jaar was slechts een voorschotuitkee- ring op den steuntoeslag, welke eerst defini tief kan worden vastgesteld, als de volledige gegevens ter beschikking staan. Evenals in de afgeloopen jaren het geval was. ligt het in het voornemen der regeering ook in 1938 den steuntoeslag op tuinbouwpro ducten vast te stellen met inachtneming van de gemiddelde opbrengst van het product ter veiling en den richtprijs. Teneinde aan de be hoefte van de tuinders tegemoet te komen, zal, in afwachting van de definitieve vaststel ling van dien toeslag, zoodra de vcreischte ge gevens zijn verzameld, met bekwamen spoed tot het doen van verdere voorschotuitkeerin- gen worden overgegaan. Het Blauwe Lint verandert van eigenaar. meent Minister van Onderwijs Godsdienstonderwijs niet verplicht Aan de memorie van antwoord inzake het wetsontwerp tot wijziging van de lager-onder- wijswet 1920 en van daarmee verband hou dende bepalingen der pensioenwet 1922 is het volgende ontleend: In het pleidooi van vele leden voor het in voeren van de vijfjarige kweekschool wordt er terecht aan herinnerd, dat reeds de daaraan verbonden kosten voor den minister van On derwijs een onoverkomelijk bezwaar zijn ge weest om het desbetreffende ontwerp van zijn ambtsvoorganger over te nemen. Daargelaten nog de overige bezwaren, moet dan ook de minister zijn in de memorie van toelichting uiteengezet standpunt blijven in nemen. Er worden drie zakelijke gronden tegen de uitbreiding van de driejarige opleiding met een vierde leerde leerjaar genoemd. De eerste is, dat de driejarige kweekschool goed bruik bare onderwijzers aflevert, de tweede, dat een vierde leerjaar tot niets anders zal leiden dan opvoering van nuttelooze intellectueele kennis, en de derde, dat verlenging van de opleiding een zeer zwaren last op de ouders der kwee- kelingen zal leggen. De stelligheid, waarmede in het voorloopig verslag is beweerd, dat men de vraag, of de driejarige kweekschool goed bruikbare onder wijzers aflevert, niet ontkennend kan beant woorden, zou aan overtuigingskracht gewon nen hebben, indien men daarbij de bewijzen had kunnen voegen van eenige jaren onder vinding. Het feit is echter, dat de driejarige kweekschool eerst in 1935 leerlingen voor de aanvangsklasse aannam en als zoodanig dus in 1938 voor het eerst onderwijzers afleverde. Het is in strijd met de feiten, wanneer men stelt, dat op de kweekschool groote geleerd heid wordt aangebracht. Haar doel is slechts de leerlingen zoover te brengen, dat zij over voldoende leerstof voor de Lagere School ge makkelijker kunnen beschikken en dat z-ij die wat nog iets geheel anders is in ge- schikten vorm voor de schoolkinderen weten te gebruiken. De leden, die de tegenwoordige kweekschool verdedigen, hebben, naar het voorkomt, geen oog voor het groote bez-waar, dat de drie jarige opleiding maar één jaar van rustig werken bevat: het eerste jaar komt in de ver drukking doordat de kennis en ontwikkeling der toegetreden leerlingen in velerlei opzicht uiteen loopen, en het derde jaar staat onder den druk van het komende examen. Uitbreiding van den leertijd tot vier jaren zal daarom vooral van beteekenis zijn, omdat zij 't mogelijk maakt de middelmoot, waarin in rustige sfeer de eigenlijke, ontwikkelende studie valt, van één tot twee jaren te ver lengen. Met verschillende argumenten licht de minister verder toe, dat Öe meening van ver scheidene leden, dat het wetsontwerp tot een verhooging der onderwijsuitgaven van meer dan een half millioen gulden zal leiden, van allen grond ontbloot is. Ten slotte is den minister gevraagd duidelijk uiteen te zetten, welke wijzigingen in de fi- nancieele verhouding tusschen het rijk en de bijzondere kweekscholen zullen ontstaan. In tegenstelling met de bestaande subsi- dieering kent het wetsontwerp drie elementen voor het bepalen van de rijksvergoeding: a. de aan de directeuren en leeraren uitbetaalde wedden, b. de kosten van grond en van schoollokalen, c. de overige kosten. Ten aan zien van punt a. blijft de tot dusver reeds bestaande financieele verhouding tusschen het rijk en de kweekscholen gehandhaafd; alleen zal de rechtsgelijkheid nog iets meer in acht genomen worden, doordat het aantal lesuren van de afdeeling a. en dat van de af deeling b., waarvoor vergoeding wordt ver leend, niet begrensd zullen zijn tot vaste getal len, doch als maximum zal gelden het ge middeld aantal lesuren van de gezamenlijke rij kskweekscholen. Het komt den minister niet wenschelijk voor, het aantal akten voor speciale vakken uit te breiden met die voor stenografie, ma- chineschrijven en Esperanto. De behoefte daaraan is naar zijn meening niet gebleken. De minister kan zich vereenigen met het denkbeeld, dat de wet de gevallen zal noemen, waarin op de akte als onderwijzer wordt aan- geteekend, dat deze niet de bevoegdheid ver leent tot het geven van onderwijs in lichame lijke oefening. Dat ook de leerling van de rijkskweekschool met godsdienst en bijbel moet worden in aan raking gebracht, staat voor den minister vast. Kennis van den inhoud van den bijbel is voorshands nog afgezien van religieuse waar den voor eiken beschaafde, ook voor den onderwijzer der jeugd, onmisbaar. Onze taal, onze letter kimde, onze kunst, onze geschiede nis, onze volksziel blijft een gesloten boek voor wie den bijbel niet kent. Voor den aandrang van sommige leden om het ontvangen van godsdienstonderwijs als verplichting voor te schrijven bestaat geen voldoende grond. De datum van in werking treden is thans vastgesteld op 1 September 1939 in plaats van op 1 September 1938. Het Britsche passagiersschip „Queen Mary", dat den blauwen wimpel wist te veroveren. Over het ontstaan van de veelbegeerde onderscheiding. Er heerscht vreugde in Britsche scheepvaartkringen nu het statige schip, de Queen Mary" opnieuw bewezen heeft het snelste koop vaardijschip ter wereld te zijn door den tocht van Amerika naar Engeland in een recordtijd af te leggen. Het record van de Nor mandieis historie (Van een bijzonderen medewerker). De rijweg is geen speelplaats. Vierjarig jongetje door vrachtauto aangereden en gedood. Vrijdagmiddag omstreeks half vier is het vierjarig zoontje van de familie D. Rutgers te Varsseveld bij het spelen op den rijweg door een vrachtauto uit Nijmegen gegrepen. Het kind werd op slag gedood. Den chauf feur treft geen schuld. Fietser bij het passeeren door auto gegrepen. Vrijdagavond omstreeks acht uur is op den Rijksweg te Holten de 22-jarige ongehuwde straatmaker Loteweges, wonende te Holten die per rijwiel gaande in de richting Deventer, een woonwagen passeerde, door een uit de andere richting komende personenauto gegrepen. Dè man sloeg tegen den grond en bleef bewuste loos liggen De geneesheer, die de eerste hulp verleende, constateerde een schedelfractuur. In zeer ernstigen toestand is hij naar een ziekenhuis te Deventer vervoerd en daar op genomen. Men vreest voor zijn leven. ET bezit van het vermaarde „Blauwe lint" is sinds jaar en dag een der grootste wenschen van de kapiteins der Oceaanreuzen geweest eil in het bijzonder tusschen Engeland en Frankrijk ontstond hierover een sportieven, maar zeker hardnekkigen strijd. Nu eens kwam Frankrijk, dan weer, gelijk nu het geval is, Engeland ze gevierend uit den strijd en doorgaans was de triomf geen al te lang lot besehoren. Het is overigens nog niet zoo heel lang geleden, toen de „Queen Mary" het lint eveneens had ver overd (in 1936), dat de Cunard White-Star- line tot ieders verrassing mededeelde, dat zij het zegeteeken niet werischte te aanvaarden. Aan dit gebaar lag een gezond motief ten grondslag: er moest een einde komen aan den voortdurenden concurrentiestrijd in de Atlan tische scheepvaart en men diende zich veel eer te bepalen tot een sportieve en kameraad schappelijke samenwerking. Velen hebben dit optreden van de groote scheepvaartlijn met gejuich begroet en men waardeerde het alom dat 't verstand het dus eindelijk van den ze nuwprikkelenden sportgeest gewonnen had, een geest die bijkans een eeuw vaardig was geweest over den Atlantischen strijd. Een andere kwestie is het niet te loochenen feit, dat de recordstrijd nochtans en ook zonder het blauwe lint als uiterlijk eereteeken, bleef bestaan, waardoor het dus blééf gaan om de roem van het snelste schip te zijn. En intus schen geraakte de fiere houding van de Brit- schè scheepvaartmaatschappij weer snel in vergetelheid: in 1937 trad de Fransche kapi tein Thoreux van de Normandië weer als over winnaar uit het strijdperk en thans, ruim een jaar later, gaat de „Queen Mary" weer met de eer strijken. De geboorte van den wimpel. HET heeft overigens lang geduurd voor en aleer men eigenlijk wist waaraan dit ze geteeken van den Oceaan haar ontstaan dankte. Velen beweerden dat dit teeken er nooit geweest was en Inderdaad begon men er pas over te spreken toen de stoomschepen in opkomst kwamen en de op winst beluste reederijen alles in het werk stelden om de reis naar het onbekende land in zoo kort mo elijken tijd af te leggen. Anderen bestreden deze opvatting en huldigden de meening dat blauwe lint veel eerder was ontstaan, nl. in den tijd van de theevaarders van China naar Engeland. Algemeen was men het er wel over eens, dat de trofee nooit in den vorm van een blauwen wimpel bestaan had. En eerst kort geleden doken uit een Engelsch scheepvaart archief verschillende documenten op, waaruit de werkelijke oorsprong van het blauwe lint zonneklaar bleek. Dat nauwkeurige data ont braken, behoeft niet te verwonderen, want het oogenbiik waarop het idee van den blauwen wimpel in het' brein van een woedenden, te- leurgestelden koopman ontstond, was zoo on belangrijk en alledaagsch, dat niemand op het idee kwam om daarover nauwkeurig ver slag uit te brengen. Het was in het begin van de vorige eeuw. Tallooze Engelsche kooplieden lieten z!ch ver lokken door de winsten die er met het nieuwe handelsartikel, de Australische wol, gemaakt werden. De weken waarin gewacht werd op de ongelooflijk snelle zeilschepen die de wol zouden aanbrengen, behoorden tot de meest opwindende periode, die de Britsche handel ooit kende. Binnen enkele dagen en uren wer den kleine kooplieden enorm rijk en make laars zagen heele vermogens verloren gaan, wanneer hun schepen te laat aankwamen. Een van deze kooplieden trof het twee jaar ach tereen al bar slecht, ofschoon zijn schepen tot de beste behoorden. Hij raasde en vloekte, joeg zijn bemanning weg en nam voor allengs hoo- ger loon nieuwe menschen aan. Niets hielp, zijn speculaties liepen op niets uit. Toen kwam hij op het illustere denkbeeld, dat hem voor den ondergang moest bewaren. Hij zou het volgende jaar een klinkende belooning uit reiken aan het schip dat als eerste de haven binnenliepEn meer nog zou hij doen! Hij zou de bemanning een eereteeken 'geven, den een of anderen wimpel, misschien een blauwe, gelijk de linten der beroemde ridderorders. Was het de zucht naar roem, naar toppres taties? Of misschien uitsluitend naar de pro zaïsche geldelijke belooning? Of naar het uit geloofde lint? Hoe het zij, een jaar later bleek terstond dat de gedachte, ontstaan door ver twijfeling en gevoed door wanhoop en teleur stelling. goud waard was. Drie schepen van de vloot van dezen koopman liepen ver voor de andere de haven binnen. De overwinnaar van dit drietal ontving den beloofden wimpel, die hoog, duidelijk zichtbaar voor iedereen in de mast kwam te hangen. Toen het volgende jaar opnieuw een van zijn schepen won, deden de andere kooplie den de een na de ander hetzelfde. Weer een paar jaar later ontving ieder schip van de di verse kooplieden, dat het eerst van de ge- heele vloot binnenkwam, den blauwen wimpel. Spoedig prijkten ruim een dozijn schepen met het eereteeken. Toen was de aardigheid er natuurlijk gauw af. Daarom kwamen de ree derijen bijeen en besloten dat er een lichaam moest worden ingesteld, dat voortaan uitslui tend het recht zou hebben te beschikken over den blauwen wimpel. Van toen af werden de scheepsjournalen nagekeken en wie inderdaad het snelst, gereisd had, ontving den wimpel Daarmee was tevens de eer van het blauw? lint gered. De „Umbria" en de „City of Paris". jnv E avontuurlijkste periode in deze kroniei der wedrennen is het begin van de tach tiger jaren, de dramatische strijd tusschen de „Umbria" en de „City of Paris" geweest. De schepen kozen een uur na elkander zee en voeren dagen achtereen vredig naast elkaar want de kapiteins hadden de opdracht gekre.' gen er vooral geen wedstrijd van te maken" Des nachts trachtten ze echter steevast el kander voorbij te loopen om 's morgens te ontdekken dat ze weer naast elkaar lagen. Pas jaren later werd dit ononderbroken duej ten gunste van de „City of Paris" beslist. Het was een wonderlijk schip, deze „City of Pa- ris", want door een of andere oorzaak bereik te het vaartuig een snelheid die anderhalve knoop grooter was dan men als maximum berekend had! G- H. W. WIELRIJDEN. Baankampioenscliappen van Haarlem. Het bestuur van de Federatie van Wieler clubs te Haarlem hield Vrijdagavond een ver gadering om zijn standpunt inzake de kam pioenschappen van Haarlem nader uiteen te zetten. Men scihrijft ons daarover het vol gende: Het grootste deel der jury van de Heem- steedsche wielerbaan, deel uitmakend van het huidige Federatie-bestuur heeft de laatste ja ren steeds de wedstrijden geleid tot genoegen van publiek en renners. Daarom is het onbe grijpelijk waarom de renners en een deel van het" publiek jl. Zondag zulk een zonderlinge houding tegen de jury aannam. De jury stond niet alleen in haar volste reclht, maar het was ook haar plicht jl. Zondag tegen de on sportieve houding der renners op te treden; zij heeft dan ook de renners C. de Best en T. Ooms voor drie maanden en Terburg voor één maand schorsing bij de N.W.U. voorgedragen. Het bestuur wilde niet ingaan op het com promis-voorstel van den voorzitter der jury. Daarvoor waren de renners te ver gegaan. Wanneer zij, die Zondag aanwezig waren, al les nog eens rustig overdenken, zullen zij moe ten erkennen, dat in het belang der wieler sport niet anders gehandeld mocht worden. De jury had gemeend verplicht te zijn, te genover het publiek voor goede sport te zor gen en dit te eischen van de renners. Zij Is hierin jl. Zondag ten zeerste teleurgesteld. Zij hoopt, dat de volgende wedstrijden een beter verloop zullen hebben. LAWNTENNIS. Jeugdwedstrijd Nederland- België. België leidt met 51. Op de banen der Noordwijksche Sportver- eeniging is Vrijdag de jeugdwedstrijd Neder land'België begonnen. De resultaten van den eersten dag waren (eerstgenoemde spelers zijn landgenooten) GlückmanVerbeeck 911, 57. BosschaartWielemans 36, 46. RinkelWampack 57, 57. WentPayfa 6—1, 6—3. W. Akkersdijk—Evalenko 36, 68. BoumanToussant 75, 26, 3—6. België leidt dus na den eersten dag met 5—1. CRICKET. INGELSE'S ELFTAL VERLIEST VAN EALING C. C. Uit Londen: Ook de laatste wedstrijd, dien R.C. Ingelse's Elftal op zijn tournee in Engeland speelde, is in een nederlaag geëindigd. Maar deze neder laag is heel wat eervoller dan de cijfers doen vermoeden. Tegenstander was de Ealing Cricket Club. Voor de vierde maal in successie won Ingelse den toss. Regen was oorzaak, dat eerst te twee uur kon worden begonnen. Stolk en Bouvv zorgden voor een goeden start; op 40 viel het eerste wicket, n.l. van Stolk, voor een zeer goede 26. Ook Bouvy met 13 ging op hetzelfde totaal. Op 54 waren er 5 wickets neer. Het wicket was te moeilijk voor de Neder landers; op 86 zat het team aan den kant. Ingelse scoorde een nuttige 14. Ingram, de Middlesex-bowler, was onbe speelbaar, 6 voor 24. Terwiel begon in zijn besten vorm; hij had op 1 reeds vier wickets veroverd en op 9 reeds 6. De snel opdrogende pitch kwam de gast- heeren toen te hulp; voor 8 wickets werd het Nederlandsche totaal gepasseerd. De innings sloot op 122, waarvan Edwards 25, Holder 23 en Pearce 26. Terwiel nam voor de derde maal in 6 dagen 9 wickets, ditmaal voor 55 runs. Stolk had met 1 voor 50 geen geluk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 2