Mr. C Ridder
van Rappard
overleden.
H'
Kweekschool met
vierjarige opleiding
heeft vele voordeelen
De „Queen Mary" vergaart nieuwen roem.
Kundig en veelzijdig diplomaat.
GISTERMIDDAG is op het de
partement van Buitenland-
sche Zaken bericht ontvan
gen dat de Nederlandsche
gezant in Berlijn, mr C. Ridder van
Rappard, aan de verwondingen, die
hij opliep bij het auto-ongeluk te
Bückeburg, is overleden.
Mr. C. Ridder van Rappard. -f*
Mr. Carel Ridder van Rappard is op 19 Oc
tober 1874 te Assen geboren. Hij doorliep het
gymnasium te 's-Gravenhage en studeerde
daarna rechtswetenschappen aan de universi
teit te Utrecht. Na voltooiing zijner studiën
was hij eenigen tijd als advocaat ingeschre
ven bij de Haagsche balie, doch spoedig trad
hij in den diplomatieken dienst.
In het jaar 1916 werd hij benoemd tot chef
van de afdeeling bescherming van het depar
tement van Buitenlandsche Zaken. Het jaar
daarop werd hij aangesteld als leider van de
Britsche afdeeling aan het gezantschap der
Nederlanden te Berlijn met den titel van mi
nister-resident. Mr. Van Rappard bleef aldaar
werkzaam tot 1925, hij werd in 1920 bevor
derd tot gezantsehapsi-aad.
Hij vertrok in 1925 naar Rio de Janeiro,
waar H.M. de Koningin hem benoemd had tot
haar buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister. Vier jaar later in 1929, volgde zijn
benoeming tot Nederlandsch gezant te Boe
karest. terwijl hij van 1933 af tevens de be
langen van Nederland in Zuid-Slavië als ge
zant behartigde.
Een jaar later werd mr. Van Rappard be
noemd tot.gezant te Bern. Tevens permanent
vertegenwoordiger van Nederland bij den
Volkenbond.
Deze functie vervulde hij tot 1937, want in
dat jaar. ging hij als opvolger van mr. J. P.
Graaf van Limburg Stirum naar Berlijn.
De Nederlandsche gezantschapsraad te Ber
lijn, mr. C. G. W. H. Baron van Boetzelaer
van Oosterhout heeft de Duitsche regeering
gistermiddag officieel in kennis gesteld van
het overlijden van mr. C. Ridder van Rappard,
H.M. buitengewoon gezant en gevolmachtigd
minister te Berlijn.
Ook bekend sportfiguur.
Het tragisch verscheiden ten gevolge van
een auto-ongeluk van den Nederlandschen
gezant te Berlijn mr. C. Ridder van Rappard,
doet de belangrijke plaats in de herinnering
terugroepen, welke de overledene in zijn jon
gere jaren heeft ingenomen in de Nederland
sche sportwereld en in het bijzonder in de
lawntennis- en golfsport. In deze takken van
sport heeft de overledene niet alleen als
speler uitgeblonken, doch ook organisatorisch
werk verricht, waarop thans nog wordt voort
gebouwd, aldus de Tel.
Zoo was het wijlen mr. Van Rappard, die
in 1399, op 5 Juni in het Poolsche Koffie
huis te Amsterdam, te zamen met de heereen
jhr. W. P. Teding van Berkhout en P.
Louwerse den Nederlandschen Lawn Tennis-
Bond oprichtte, waarvan hij de eerste secre
taris was. Dit bleef hij tot 1907, toen hij
voorzitter van den bond werd, welke functie
hij tot 1912 vervulde.
Aan den heer Van Rappard is de bond
onnoemelijk veel verplicht, want hij leidde
de jonge organisatie in de eerste moeilijke
jaren.
Niet alleen organisator, maar ook speler
van beteekenis is mr. Van Rappard geweest.
Reeds in 1897 dus voor de oprichting van
den bond vinden wij hem in de dubbel-
finale om het kampioenschap van Nederland,
dat toen nog als een onder-onsje werd ver
speeld.
In 1899 bereikte Van Rappard de finale
heeren-enkelspel, welke hij van K. Beukema
verloor. In 1900 won hij het dubbelspel te
zamen met den huidigen president van de
Nederlandsche Bank, mr. L. J. A. Trip, waar
bij mr. Va.i Rappard uitkwam onder het den
ouderen tennissers zoo wel bekende pseudo
niem ,,5. P. Eler". In 1901 tenslotte treffen
wij zijn naam aan als enkelspelkampioen
van Nederland.
Ook in de golfwereld heeft het verscheiden
van mr. Van Rappard diepen indruk gemaakt
Hij was in den voor-oorlogschen tijd een be
kende figuur in het Haagsche golf en werkte
mede aan de oprichting van het Nederlandsch
Golf Comité op 16 Maart 1914, waarvan hij
de eerste voorzitter werd tot zijn aftreden in
1918.
De Führer en rijkskanselier Hitier heeft
naar aanleiding van het overlijden van den
Nederlandschen gezant te Berlijn, mr. C. Rid
der van Rappard; telegrafisch aan Koningin
Wilhelmina zijn deelneming betuigd.
Ook heeft de Führer en rijkskanselier een
telegrafische condoleance aan de zuster van
den overledene, jkvr. Hooft Graafland, gezon
den.
De rijksminister van Buitenlandsche Zaken
von Ribbentrop, heeft dén Nederlandsche mi
nister van Buitenlandsche Zaken en de zustei
van den overledene een hartelijk telegram
van deelneming gezonden.
Zeevaartdag en vlootschouw te
Sclieveningeii.
Ter gelegenheid van het Regeeringsjubileum
Onder auspiciën van het comité voor de
luisterrijke viering van het veertigjarig regee
ringsjubileum van H.M. de Koningin te Den
Haag wordt op Zaterdag 3 September te Sche-
veningen een zeevaartdag en vlootschouw ge
houden.
De voorzitter van het comité opent des och
tends 3 September a.s. een tentoonstelling van
scheepsmodellen en boeken op zeevaartgebied
in den tweeden foyer van het Kurhaus.
Om twee uur begint in de groote Kurzaal
een marine-bijeenkomst. Daar zullen het
woord voeren de chef van den marinestaf,
vice-admiraal J. Th. Furstner, en de vice
voorzitter van de Nederlandsche Reedersver
eeniging de heer J. E. G. Wesselink.
Het matrozenkoor. onder leiding van den
heer Th. van Elferen, zal Nederlandsche zee
liederen zingen en er zal een film over de
marine vertoond worden.
Om kwart over drie is deze bijeenkomst af-
geloopen.
Aan den minister van Economische Zaken,
mr. P. L. M. Steenberghe is gevraagd het
woord te willen voeren van de muziektent van
het Kurhaus-terras uit tot het publiek over de
beteekenis van de Nederlandsche marine.
Om half vier vangt op den Scheveningschen
boulevard het défilé aan. De opstelling vindt
plaats op den boulevard ter hoogte van het
Seinposttheater.
Om vier uur vangen de demonstraties van
de vloot en de marinevliegtuigen aan. Hieraan
wordt deelgenomen door: Hr. Ms. flottielje
leider Tromp, kruiser Sumatra", de onderzee
booten de 08. de Oil, de 012, de 015. de 016,
de torpedobooten de Z 6 en de Z 7, de kanon
neerboot ,3rinio", mijnenleggers „Douwe
Aukes" en „Hydra", de mijnenvegers „Willem
van Eeuwijk". „Pieter Floriszoon", „Jan van
Gelder" en .Abraham van der Hulst", twee
nevelvliegtuigen, twee torpedovliegtuigen, een
demonstratiegroep marïnevliegtulgen bestaan
de uit twee T 4 toestellen, 3 C 11 W. en 5 C
7 W. toestellen.
Het geheel staat onder leiding van den ka
pitein ter zee L. A. C. M. Doorman, comman
dant van de „Tromp".
Met zonsondergang, illumineeren de sche
pen, die voor de kust zijn blijven liggen en
die zooals b.v. de Sumatra een prikkabel heb
ben.
Om halftien des avonds vangt dan het zoek-
lichtspel aan van boord van de oorlogssche
pen. Intusschen is de verlichting van boule
vard en pier gedoofd en worden van kwart
voor tien tot tien uur van boord van de Su
matra en de Tromp lichtgranaten en licht
spoormunitie afgeschoten. Bij de lichtgrana
ten, die met een tijdbuis van 2000 Meter wor
den afgeschoten, straalt bij de ontploffing een
sterke magnesium zon, die den achtergrond in
een helder licht'stelt.
Van tien uur tot kwart over tien komen
vliegtuigen. Zij zullen o.m. parachute-flares
uitwerpen en bij gunstig weer in het licht
van de door hen uitgeworpen fakkels landen.
Van kwart over tien tot half elf wordt van
boord van de Sumatra en de Tromp vuurwerk
afgestoken.
Om half elf begint op het terras van het
Kurhaus een taptoe, te geven door de Ko
ninklijke Marinekapel met de tamboers en
pijpers van de mariniers.
Om elf uur is de zeevaartdag ten einde.
Tuinders worden geholpen.
Ministersfeltverdereuitkeering
van voorschotten in het zicht.
Definitieve steuntoeslag eerst na
bestudeering van alle gegevens
Op de vragen van den heer Wijnkoop be
treffende de economische positie van den
tuinbouw heeft de minister van Economische
Zaken geantwoord, dat het hem bekend is,
dat de economische positie van den tuinbouw,
voornamelijk als gevolg van de nog steeds
voortdurende moeilijkheden (bij den uitvoer
van tuinbouwproducten, moeilijk is en dat
Mr. M. L. Steenberghe
Minister van Econom. Zaken
dientengevolge de toestand in de tuinbouw
bedrijven, alsmede in de gezinnen der tuin
ders veelal zorgelijk moet worden geacht. De
bedrijfsuitkomsten van den tuinbouw, die in
de eerste helft van 1937 eenige verbetering
vertoonden, zijn sindsdien weer ongunstiger
geworden, terwijl de bedrijfsonkosten een stij
ging vertoonden. In verband hiermede werden
reeds in den loop van het jaar 1937 de richt
prijzen voor tuinbouwproducten verhoogd,
waardoor de steuntoeslag voor de daarvoor in
aanmerking komende producten kon worden
verruimd.
De op 7 Juli jl. plaats gehad hebbende uit-
keering van tuinbouwsteun de eerste van
dit jaar was slechts een voorschotuitkee-
ring op den steuntoeslag, welke eerst defini
tief kan worden vastgesteld, als de volledige
gegevens ter beschikking staan.
Evenals in de afgeloopen jaren het geval
was. ligt het in het voornemen der regeering
ook in 1938 den steuntoeslag op tuinbouwpro
ducten vast te stellen met inachtneming van
de gemiddelde opbrengst van het product ter
veiling en den richtprijs. Teneinde aan de be
hoefte van de tuinders tegemoet te komen,
zal, in afwachting van de definitieve vaststel
ling van dien toeslag, zoodra de vcreischte ge
gevens zijn verzameld, met bekwamen spoed
tot het doen van verdere voorschotuitkeerin-
gen worden overgegaan.
Het Blauwe Lint verandert van eigenaar.
meent Minister
van Onderwijs
Godsdienstonderwijs
niet verplicht
Aan de memorie van antwoord inzake het
wetsontwerp tot wijziging van de lager-onder-
wijswet 1920 en van daarmee verband hou
dende bepalingen der pensioenwet 1922 is het
volgende ontleend:
In het pleidooi van vele leden voor het in
voeren van de vijfjarige kweekschool wordt er
terecht aan herinnerd, dat reeds de daaraan
verbonden kosten voor den minister van On
derwijs een onoverkomelijk bezwaar zijn ge
weest om het desbetreffende ontwerp van zijn
ambtsvoorganger over te nemen.
Daargelaten nog de overige bezwaren, moet
dan ook de minister zijn in de memorie van
toelichting uiteengezet standpunt blijven in
nemen.
Er worden drie zakelijke gronden tegen
de uitbreiding van de driejarige opleiding met
een vierde leerde leerjaar genoemd. De eerste
is, dat de driejarige kweekschool goed bruik
bare onderwijzers aflevert, de tweede, dat een
vierde leerjaar tot niets anders zal leiden dan
opvoering van nuttelooze intellectueele kennis,
en de derde, dat verlenging van de opleiding
een zeer zwaren last op de ouders der kwee-
kelingen zal leggen.
De stelligheid, waarmede in het voorloopig
verslag is beweerd, dat men de vraag, of de
driejarige kweekschool goed bruikbare onder
wijzers aflevert, niet ontkennend kan beant
woorden, zou aan overtuigingskracht gewon
nen hebben, indien men daarbij de bewijzen
had kunnen voegen van eenige jaren onder
vinding. Het feit is echter, dat de driejarige
kweekschool eerst in 1935 leerlingen voor de
aanvangsklasse aannam en als zoodanig dus
in 1938 voor het eerst onderwijzers afleverde.
Het is in strijd met de feiten, wanneer men
stelt, dat op de kweekschool groote geleerd
heid wordt aangebracht. Haar doel is slechts
de leerlingen zoover te brengen, dat zij over
voldoende leerstof voor de Lagere School ge
makkelijker kunnen beschikken en dat z-ij
die wat nog iets geheel anders is in ge-
schikten vorm voor de schoolkinderen weten
te gebruiken.
De leden, die de tegenwoordige kweekschool
verdedigen, hebben, naar het voorkomt, geen
oog voor het groote bez-waar, dat de drie
jarige opleiding maar één jaar van rustig
werken bevat: het eerste jaar komt in de ver
drukking doordat de kennis en ontwikkeling
der toegetreden leerlingen in velerlei opzicht
uiteen loopen, en het derde jaar staat onder
den druk van het komende examen.
Uitbreiding van den leertijd tot vier jaren
zal daarom vooral van beteekenis zijn, omdat
zij 't mogelijk maakt de middelmoot, waarin
in rustige sfeer de eigenlijke, ontwikkelende
studie valt, van één tot twee jaren te ver
lengen.
Met verschillende argumenten licht de
minister verder toe, dat Öe meening van ver
scheidene leden, dat het wetsontwerp tot een
verhooging der onderwijsuitgaven van meer
dan een half millioen gulden zal leiden, van
allen grond ontbloot is.
Ten slotte is den minister gevraagd duidelijk
uiteen te zetten, welke wijzigingen in de fi-
nancieele verhouding tusschen het rijk en de
bijzondere kweekscholen zullen ontstaan.
In tegenstelling met de bestaande subsi-
dieering kent het wetsontwerp drie elementen
voor het bepalen van de rijksvergoeding: a.
de aan de directeuren en leeraren uitbetaalde
wedden, b. de kosten van grond en van
schoollokalen, c. de overige kosten. Ten aan
zien van punt a. blijft de tot dusver reeds
bestaande financieele verhouding tusschen
het rijk en de kweekscholen gehandhaafd;
alleen zal de rechtsgelijkheid nog iets meer
in acht genomen worden, doordat het aantal
lesuren van de afdeeling a. en dat van de af
deeling b., waarvoor vergoeding wordt ver
leend, niet begrensd zullen zijn tot vaste getal
len, doch als maximum zal gelden het ge
middeld aantal lesuren van de gezamenlijke
rij kskweekscholen.
Het komt den minister niet wenschelijk
voor, het aantal akten voor speciale vakken
uit te breiden met die voor stenografie, ma-
chineschrijven en Esperanto. De behoefte
daaraan is naar zijn meening niet gebleken.
De minister kan zich vereenigen met het
denkbeeld, dat de wet de gevallen zal noemen,
waarin op de akte als onderwijzer wordt aan-
geteekend, dat deze niet de bevoegdheid ver
leent tot het geven van onderwijs in lichame
lijke oefening.
Dat ook de leerling van de rijkskweekschool
met godsdienst en bijbel moet worden in aan
raking gebracht, staat voor den minister vast.
Kennis van den inhoud van den bijbel is
voorshands nog afgezien van religieuse waar
den voor eiken beschaafde, ook voor den
onderwijzer der jeugd, onmisbaar. Onze taal,
onze letter kimde, onze kunst, onze geschiede
nis, onze volksziel blijft een gesloten boek
voor wie den bijbel niet kent.
Voor den aandrang van sommige leden om
het ontvangen van godsdienstonderwijs als
verplichting voor te schrijven bestaat geen
voldoende grond.
De datum van in werking treden is thans
vastgesteld op 1 September 1939 in plaats van
op 1 September 1938.
Het Britsche passagiersschip „Queen Mary", dat den blauwen wimpel wist
te veroveren.
Over het ontstaan van de
veelbegeerde onderscheiding.
Er heerscht vreugde in Britsche
scheepvaartkringen nu het statige
schip, de Queen Mary" opnieuw
bewezen heeft het snelste koop
vaardijschip ter wereld te zijn
door den tocht van Amerika naar
Engeland in een recordtijd af te
leggen. Het record van de Nor
mandieis historie
(Van een bijzonderen medewerker).
De rijweg is geen speelplaats.
Vierjarig jongetje door vrachtauto aangereden
en gedood.
Vrijdagmiddag omstreeks half vier is het
vierjarig zoontje van de familie D. Rutgers te
Varsseveld bij het spelen op den rijweg door
een vrachtauto uit Nijmegen gegrepen.
Het kind werd op slag gedood. Den chauf
feur treft geen schuld.
Fietser bij het passeeren door auto
gegrepen.
Vrijdagavond omstreeks acht uur is op den
Rijksweg te Holten de 22-jarige ongehuwde
straatmaker Loteweges, wonende te Holten die
per rijwiel gaande in de richting Deventer, een
woonwagen passeerde, door een uit de andere
richting komende personenauto gegrepen. Dè
man sloeg tegen den grond en bleef bewuste
loos liggen De geneesheer, die de eerste hulp
verleende, constateerde een schedelfractuur.
In zeer ernstigen toestand is hij naar een
ziekenhuis te Deventer vervoerd en daar op
genomen. Men vreest voor zijn leven.
ET bezit van het vermaarde „Blauwe
lint" is sinds jaar en dag een der
grootste wenschen van de kapiteins
der Oceaanreuzen geweest eil in het
bijzonder tusschen Engeland en Frankrijk
ontstond hierover een sportieven, maar zeker
hardnekkigen strijd. Nu eens kwam Frankrijk,
dan weer, gelijk nu het geval is, Engeland ze
gevierend uit den strijd en doorgaans was de
triomf geen al te lang lot besehoren. Het is
overigens nog niet zoo heel lang geleden, toen
de „Queen Mary" het lint eveneens had ver
overd (in 1936), dat de Cunard White-Star-
line tot ieders verrassing mededeelde, dat zij
het zegeteeken niet werischte te aanvaarden.
Aan dit gebaar lag een gezond motief ten
grondslag: er moest een einde komen aan den
voortdurenden concurrentiestrijd in de Atlan
tische scheepvaart en men diende zich veel
eer te bepalen tot een sportieve en kameraad
schappelijke samenwerking. Velen hebben dit
optreden van de groote scheepvaartlijn met
gejuich begroet en men waardeerde het alom
dat 't verstand het dus eindelijk van den ze
nuwprikkelenden sportgeest gewonnen had,
een geest die bijkans een eeuw vaardig was
geweest over den Atlantischen strijd. Een
andere kwestie is het niet te loochenen feit,
dat de recordstrijd nochtans en ook zonder
het blauwe lint als uiterlijk eereteeken, bleef
bestaan, waardoor het dus blééf gaan om de
roem van het snelste schip te zijn. En intus
schen geraakte de fiere houding van de Brit-
schè scheepvaartmaatschappij weer snel in
vergetelheid: in 1937 trad de Fransche kapi
tein Thoreux van de Normandië weer als over
winnaar uit het strijdperk en thans, ruim een
jaar later, gaat de „Queen Mary" weer met de
eer strijken.
De geboorte van den wimpel.
HET heeft overigens lang geduurd voor en
aleer men eigenlijk wist waaraan dit ze
geteeken van den Oceaan haar ontstaan
dankte. Velen beweerden dat dit teeken er
nooit geweest was en Inderdaad begon men
er pas over te spreken toen de stoomschepen
in opkomst kwamen en de op winst beluste
reederijen alles in het werk stelden om de
reis naar het onbekende land in zoo kort mo
elijken tijd af te leggen. Anderen bestreden
deze opvatting en huldigden de meening dat
blauwe lint veel eerder was ontstaan, nl. in
den tijd van de theevaarders van China naar
Engeland. Algemeen was men het er wel over
eens, dat de trofee nooit in den vorm van een
blauwen wimpel bestaan had. En eerst kort
geleden doken uit een Engelsch scheepvaart
archief verschillende documenten op, waaruit
de werkelijke oorsprong van het blauwe lint
zonneklaar bleek. Dat nauwkeurige data ont
braken, behoeft niet te verwonderen, want het
oogenbiik waarop het idee van den blauwen
wimpel in het' brein van een woedenden, te-
leurgestelden koopman ontstond, was zoo on
belangrijk en alledaagsch, dat niemand op
het idee kwam om daarover nauwkeurig ver
slag uit te brengen.
Het was in het begin van de vorige eeuw.
Tallooze Engelsche kooplieden lieten z!ch ver
lokken door de winsten die er met het nieuwe
handelsartikel, de Australische wol, gemaakt
werden. De weken waarin gewacht werd op
de ongelooflijk snelle zeilschepen die de wol
zouden aanbrengen, behoorden tot de meest
opwindende periode, die de Britsche handel
ooit kende. Binnen enkele dagen en uren wer
den kleine kooplieden enorm rijk en make
laars zagen heele vermogens verloren gaan,
wanneer hun schepen te laat aankwamen. Een
van deze kooplieden trof het twee jaar ach
tereen al bar slecht, ofschoon zijn schepen tot
de beste behoorden. Hij raasde en vloekte, joeg
zijn bemanning weg en nam voor allengs hoo-
ger loon nieuwe menschen aan. Niets hielp,
zijn speculaties liepen op niets uit. Toen kwam
hij op het illustere denkbeeld, dat hem voor
den ondergang moest bewaren. Hij zou het
volgende jaar een klinkende belooning uit
reiken aan het schip dat als eerste de haven
binnenliepEn meer nog zou hij doen! Hij
zou de bemanning een eereteeken 'geven, den
een of anderen wimpel, misschien een blauwe,
gelijk de linten der beroemde ridderorders.
Was het de zucht naar roem, naar toppres
taties? Of misschien uitsluitend naar de pro
zaïsche geldelijke belooning? Of naar het uit
geloofde lint? Hoe het zij, een jaar later bleek
terstond dat de gedachte, ontstaan door ver
twijfeling en gevoed door wanhoop en teleur
stelling. goud waard was. Drie schepen van
de vloot van dezen koopman liepen ver voor
de andere de haven binnen. De overwinnaar
van dit drietal ontving den beloofden wimpel,
die hoog, duidelijk zichtbaar voor iedereen in
de mast kwam te hangen.
Toen het volgende jaar opnieuw een van
zijn schepen won, deden de andere kooplie
den de een na de ander hetzelfde. Weer een
paar jaar later ontving ieder schip van de di
verse kooplieden, dat het eerst van de ge-
heele vloot binnenkwam, den blauwen wimpel.
Spoedig prijkten ruim een dozijn schepen met
het eereteeken. Toen was de aardigheid er
natuurlijk gauw af. Daarom kwamen de ree
derijen bijeen en besloten dat er een lichaam
moest worden ingesteld, dat voortaan uitslui
tend het recht zou hebben te beschikken over
den blauwen wimpel. Van toen af werden de
scheepsjournalen nagekeken en wie inderdaad
het snelst, gereisd had, ontving den wimpel
Daarmee was tevens de eer van het blauw?
lint gered.
De „Umbria" en de „City of Paris".
jnv E avontuurlijkste periode in deze kroniei
der wedrennen is het begin van de tach
tiger jaren, de dramatische strijd tusschen de
„Umbria" en de „City of Paris" geweest. De
schepen kozen een uur na elkander zee en
voeren dagen achtereen vredig naast elkaar
want de kapiteins hadden de opdracht gekre.'
gen er vooral geen wedstrijd van te maken"
Des nachts trachtten ze echter steevast el
kander voorbij te loopen om 's morgens te
ontdekken dat ze weer naast elkaar lagen.
Pas jaren later werd dit ononderbroken duej
ten gunste van de „City of Paris" beslist. Het
was een wonderlijk schip, deze „City of Pa-
ris", want door een of andere oorzaak bereik
te het vaartuig een snelheid die anderhalve
knoop grooter was dan men als maximum
berekend had!
G- H. W.
WIELRIJDEN.
Baankampioenscliappen van
Haarlem.
Het bestuur van de Federatie van Wieler
clubs te Haarlem hield Vrijdagavond een ver
gadering om zijn standpunt inzake de kam
pioenschappen van Haarlem nader uiteen te
zetten. Men scihrijft ons daarover het vol
gende:
Het grootste deel der jury van de Heem-
steedsche wielerbaan, deel uitmakend van het
huidige Federatie-bestuur heeft de laatste ja
ren steeds de wedstrijden geleid tot genoegen
van publiek en renners. Daarom is het onbe
grijpelijk waarom de renners en een deel van
het" publiek jl. Zondag zulk een zonderlinge
houding tegen de jury aannam. De jury stond
niet alleen in haar volste reclht, maar het
was ook haar plicht jl. Zondag tegen de on
sportieve houding der renners op te treden;
zij heeft dan ook de renners C. de Best en T.
Ooms voor drie maanden en Terburg voor één
maand schorsing bij de N.W.U. voorgedragen.
Het bestuur wilde niet ingaan op het com
promis-voorstel van den voorzitter der jury.
Daarvoor waren de renners te ver gegaan.
Wanneer zij, die Zondag aanwezig waren, al
les nog eens rustig overdenken, zullen zij moe
ten erkennen, dat in het belang der wieler
sport niet anders gehandeld mocht worden.
De jury had gemeend verplicht te zijn, te
genover het publiek voor goede sport te zor
gen en dit te eischen van de renners. Zij Is
hierin jl. Zondag ten zeerste teleurgesteld. Zij
hoopt, dat de volgende wedstrijden een beter
verloop zullen hebben.
LAWNTENNIS.
Jeugdwedstrijd Nederland-
België.
België leidt met 51.
Op de banen der Noordwijksche Sportver-
eeniging is Vrijdag de jeugdwedstrijd Neder
land'België begonnen. De resultaten van den
eersten dag waren (eerstgenoemde spelers
zijn landgenooten)
GlückmanVerbeeck 911, 57.
BosschaartWielemans 36, 46.
RinkelWampack 57, 57.
WentPayfa 6—1, 6—3.
W. Akkersdijk—Evalenko 36, 68.
BoumanToussant 75, 26, 3—6.
België leidt dus na den eersten dag met
5—1.
CRICKET.
INGELSE'S ELFTAL VERLIEST VAN
EALING C. C.
Uit Londen:
Ook de laatste wedstrijd, dien R.C. Ingelse's
Elftal op zijn tournee in Engeland speelde, is
in een nederlaag geëindigd. Maar deze neder
laag is heel wat eervoller dan de cijfers doen
vermoeden. Tegenstander was de Ealing
Cricket Club.
Voor de vierde maal in successie won Ingelse
den toss. Regen was oorzaak, dat eerst te twee
uur kon worden begonnen. Stolk en Bouvv
zorgden voor een goeden start; op 40 viel het
eerste wicket, n.l. van Stolk, voor een zeer
goede 26. Ook Bouvy met 13 ging op hetzelfde
totaal. Op 54 waren er 5 wickets neer.
Het wicket was te moeilijk voor de Neder
landers; op 86 zat het team aan den kant.
Ingelse scoorde een nuttige 14.
Ingram, de Middlesex-bowler, was onbe
speelbaar, 6 voor 24.
Terwiel begon in zijn besten vorm; hij had
op 1 reeds vier wickets veroverd en op 9 reeds
6. De snel opdrogende pitch kwam de gast-
heeren toen te hulp; voor 8 wickets werd het
Nederlandsche totaal gepasseerd.
De innings sloot op 122, waarvan Edwards 25,
Holder 23 en Pearce 26.
Terwiel nam voor de derde maal in 6 dagen
9 wickets, ditmaal voor 55 runs. Stolk had met
1 voor 50 geen geluk.