PROCLAMATIE DEN HAAG jïET KINDERLEVEN VAN De ex-gouvernante Miss Saxton-Winter vertelt over haar herinneringen. een j)e poppen poote rol ie de jeugd van onze Landsvrouwe. - et was in het vroege najaar van 1885 dat ik door een ge- - meenschappelijke vriendin 9' werd voorgesteld aan de da me aan wie door Hare Majesteit, Ko ningin Emma der Nederlanden, was opgedragen een Engelsche gouvernan te zoeken voor de jeugdige Kroon prinses Wilhelmina, toentertijd een jünd van even vijf jaar oud". Tnn leidt Miss E. Saxton-Winter, de ex-gou- ernante van onze Koningin in den tijd dat noe prinses pas, haar bij de firma Schel- KiJen Giltay te Amsterdam verschenen boek Then onze Koningin nog Prinsesje was" in. li dan gaat ze verder met persoonlijke herin neringen uit de kinderjaren van onze Ko ningin te vertellen. Geen kind zelfs geen koningskind dat Apeend is met een verstandige moeder, be- Sïft OD vijfjarigen leeftijd reeds lessen te f.pren Toen ik bij haar kwam leidde de kleine Prinses dan ook net zulk een gelukkig, een voudig leven als de meeste kinderen in die ja ren wanneer hun grootste verantwoordelijk heidsgevoel bestaat in de zorg voor hun pop- nen en hun grootste droefheid veroorzaakt wordt door een gebarsten hoofd of gebroken arm of been van een hunner hevelingen. De Koningin hechtte groote waarde aan de wijze, waarop haar kind met haar poppen speelde. Hare Majesteit was terecht van oordeel dat de karaktertrek van beschermende teederheid die zulk een hoofdtrek moet vormen in het karakter der volwassen vrouw in kleine meis fes reeds geleidelijk ontwikkeld kan worden door ze aan te moedigen haar poppen te be handelen en te verzorgen als waren zij geen te berispen om hun tekortkomingen werd ik er gewoonlijk aan herinnerd, dat „ik niets met ze te maken had" of dat ik „mij er niet mee bemoeien mocht". Nadat wij ernstig den heelen toestand overwogen en besproken had den werd ik tot „peettante" van een der kleine meisje „Suzanna" gemaakt. Het werd een ge woonte dat Suzanna ieder jaar, als ik vacan- tie had, met mij naar Engeland ging, en het inpakken van haar kleertjes en de voorbereid selen voor wat haar broertjes en zusjes „een zeer gevaarlijk reis" noemden gaven de jonge Koningin tijden van tevoren werk en genoe gen. Alles, wat Suzanna meenam, werd door de jonge Konigin zelf stuk voor stuk uitge kozen. en ik ontving altijd tot in de kleinste bijzonderheden aanwijzingen, welke jurkjes, manteltjes en hoedjes moesten gedragen wor- den in warm. koud of vochtig weer. 't Arme kind verstaat geen „Fransch" Voor dit doel had een jong Fransch meisje een tijd in het koninklijk gezin doorgebracht. Böhalve dat zij de Prinses Fransch leerde spreken had zij een manier met de poppen in gevoerd, die alleraardigst was, en zich geheel aansloot aan het gewone leven. De dusge- noemde „kinderen" werden altijd genoemd bij hun eigen namen. Zij hadden een kamer voor zich, waarin niets ontbrak, en die zoo inge richt was dat ook de volwassenen, die op ze passen moesten, zich er zonder moeite kon den bewegen en van de aardige meubeltjes konden gebruik maken. De poppenfamilie be stond uit jongens en meisjes van allerlei leef tijd en grootte, en een kleintje nog in de lange kleeren. Hun verzorging nam een goed deel van den dag in beslag. Want zij werden uit gekleed en naar bed gebracht, gewekt en weer aangekleed, ging mee uit rijden, speelden spel letjes, luisterden naar verhalen, net als echte kindertjes. Ze hadden zelfs hun vaste maal tijden, waarvoor met zooveel zorg werd ge dekt, alsof de poppe-kinders heusch verorber den wat hun werd voorgezet". Miss (Saxton-Winter vertelt verder hoe Prin ses Wilhelmina met andere kinderen ging spe len. Iedere week werden middagen gewijd aan het ontvangen van kinderen van leden der hofhouding, der diplomatie en der Nederland- sche aristocratie. Op deze middagen ging het vroolijk toe en waren ongedwongen scherts en lustig gestoei aan de orde van den dag. Koningin Emma leerde zelf haar dochter naald en vingerhoed gebruiken, omdat zij er prijs op stelde dat reeds vroeg in haar kind de smaak voor fraaie handwerken zou ont wikkeld worden. De Prinses leerde ook plaat jes uitknippen en opplakken in plakboeken, bestemd voor de kleine patientjes in het kin derziekenhuis. Liefhebster van dieren. De ex-gouvernante zegt dat Prinses Wilhel mina een groot liefhebster van dieren was. ,0p een zomer uitte ze den wensch dat zij zoo gaarne een geitje zou willen hebben, voor al om mee uit wandelen te nemen. En niet lang daarna werd haar wensch vervuld. Twee kleine geitjes werden aangeschaft en, versierd met roodleeren halsbanden en roode leidsels, aan hun koninklijke meesteres voorgesteld. De Koning liet voor zijn kind vlak bij het oude kasteel op het Loo een Zwitsersoh chalet bouwen. Dit chalet vormde het middelpunt van een grondgebied, waarover de Prinses, zoo goed als geheel onafhankelijk, de scepter mocht zwaaien. Het was, aldus Miss Saxton, een alleraardigst miniatuur koninkrijkje, dat een onuitputtelijke bron was van vreugde voor de kleine bezitster. Vier ruigharige Shetlandsdhe ponies en twee mooie rijtuigen kreeg de Prinses. Ik kan niet beschrijven hoe blij de Prinses met dit geschenk was. vertelt haar toenmalige gouvernante. Deels ter eer van den Engel- schen oorsprong van de dieren, deels uit sym pathie voor een Engelsch boek, dat de Prinses eenige malen gelezen had, ontvingen de po- nies de namen van Batsy, Blackie. Brownie en Puck. De eerste lessen. De Koning benoemde in het begin van 1887 «s eersten onderwijzer der Prinses het hoofd van een der openbare scholen te 's-Graven- hage. „Toen de Prinses zes en een half jaar oud was kreeg ze haar eerste lessen. Op 23 November 1890 ontsliep de Koning. Koningin Emma werd tot Regentes uitgeroe pen. op 27 Mei 1891 begaf de Koningin-Re- fS ?mma z*ch met haar dochter naar Amsterdam en voor het eerst vertoonde Ko- VOj|m Wilhelmina zich als Koningin aan het 'belanSstelling van de jonge Koningin in Tfmri popPenkinders, verminderde niets gedu- <h«a\ deze iaren- Maar naarmate haar R9vt!l^-nam het woord is aan Miss .^„Winter, uit wier herinneringen wij grepen doen begon zij de tooi? f - harer „kinderen" een zeer zware s te vmden en gevoelde meer dan eens be maal' menschelijke wezentjes. hoefte om raad en hulp te vragen in gewich- tiop no a<lu en nuiP te vras sJ>cro« i^ genhec*en- Het spijt me te moeten aal vü at.?e „kinderen niet het minste ont- 6 voor mij hadden, en als ik het iwaagde ze In den zomer van 1890 bracht de Koningin Regentes vergezeld van de jonge Koningin eenigen tijd bij den keizer van Duitschland op Potsdam door. Op weg naar Potsdam stapten wij in Straatsburg uit om de groote kathe draal te gaan zien. De Koningin wilde boven op den toren klimmen. Iedere bezoeker, die den toren wil beklimmen, moet een klein entreegeld betalen, en kinderen onder de twaalf jaar betalen half geld. Het is overbodig te zeggen dat van zulke voordeeltjes nooit ten behoeve van de Ko ningin werd gebruik gemaakt, maar de oude man. die de kaartjes verkocht, was eerlijk en vroeg in het Fransch: Hoe oud is het meisje? Toen geen antwoord volgde wendde hij zich tot Koningin Wilhelmina zelf en zei: Made moiselle, hoe is u? De Koningin, half geërgerd over zijn indringerigheid en bovendien de re den van de vraag niet begrijpend poogde het hek te openen en door te loopen, maar de man hield het hek dicht en herhaalde zijn vraag. Nu waren wij allen een weinig ont stemd en de adjudant der Koningin poogde den man aan zijn verstand te brengen dat Mademoisselle's leeftijd er niet toe deed. Blijk baar werd deze mededeéling niet begrepen, want terwijl de man het hek voor ons open deed wierp hij een medelijdenden blik op Ko ningin Wilhelmina en mompelde: ,,'t Arme kind verstaat geen Fransch". Een groote verandering greep nu plaats in het onderwijs der jonge Koningin door de be noeming van twee hoogleeraren van de uni versiteiten, die Hare Majesteit onderricht ga ven in vaderlandsche geschiedenis en alge meene geschiedenis. Om de verlegen makende zelfbewustheid te voorkomen, die -zoo dikwijls waargenomen kan worden bij meisjes, die uit haar kracht groeien, had de Koningin-Regentes een erva ren onderwijzeres in dienst genomen, die durende de wintermaanden eens ln de week uit Brussel kwam. Beoefening van de kookkunst Om een bekwame kookster te worden moest natuurlijk, als in alle vakken, eerst een kere leerschool doorloopen worden, moesten eenige heerlijke kooksels mislukken, en han den en gezicht geschroeid en gebrand wor den. Dit alles moet achter den rug zijn, voor dat de leerlingen rechtmatig kunnen verwach ten dat hun pogingen om een biefstuk te bak ken of een ommelet klaar te maken, naar be- hooren zullen worden gewaardeerd. Tenmin ste zoo verging het de Koningin en mij. Hoe wel wij ons met ijver op -de nieuwe kunst toe legden deden de gasten weinig anders dan afkeuren en uitlachen. Maar niettegenstaande dat wisten wij met behulp van kookboeken, nuttige wenken van den kok, en de groote vin dingrijkheid der Koningin, ons tenslotte een uitstekenden naam te verwerven ten opzichte van de lekkernijen, die in het chalet op het Loo vervaardigd werden. Afscheid van de poppen. De poppen hadden zulk een belangrijke rol gespeeld in het leven van de Koningin dat iedere aanmaning om ze terzijde te zetten steeds door de liefhebbende eigenares met kracht weersproken werd. Evenwel, alle din gen hebben hun eigen tijd en gelegenheid. Derhalve was er ook een eigen tijd en gele genheid voor al Harer Majesteits ontspanning. En zoo werd besloten dat de treurige tijd was aangebroken om de poppen in gedachten en overleg met Hare Majesteit een ondergeschik te plaats te geven en de „kinders" te vervan gen door andere vormen van ontspanning. Ik kan niet verzwijgen dat het vonnis niet vol trokken werd onder veel verdriet aan de eene zijde en veel toegeven aan de andere zijde. De Koningin Regentes moest hare dochter belo ven dat de poppen in de eigen kamer der Ko ningin behoorlijk onder dak zouden worden gebracht en wel op zulk een wijze dat, of zij speelde met haar lievelingen of niet, deze steeds zichtbaar zouden zijn en bij haar blij ven. Leearen bij het M. O. congresseerden. van 31 Augustus 1898 De eerste regeeringsdaad van H.M. de Koningin Veertig jaar geleden aanvaardde Koningin Wilhelmina formeel de regeering. Een buiten gewoon nummer van de Staatscourant van 31 Augustus 1938 bevatte de volgende procla matie: „Wij Wilhelmina, bij de Gratie Gods, Konin gin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nas- sau enz. enz. enz. AAN MIJN VOLK! Op dezen voor U en Mij gewichtigen dag, gevoel Ik Mij gedrongen eenige woor den tot u te richten. Allereerst een woord van warme dank baarheid! Sedert Mijne vroegste jeugd hebt gij Mij omgeven met uwe liefde. Uit alle deelen van het Koninkrijk, uit alle kringen der maatschappij, van ouden en jongen, ontving Ik steeds de treffendste blijken van gehechtheid. Nadat Mijn be minde Vader Mij was ontvallen, werd al uw aanhankelijkheid aan Mijn Stamhuis op Mij overgebracht. Thans, nu Ik gereed sta de schoone, doch zware taak, waartoe Ik geroepen ben, te aanvaarden, gevoel Ik Mij aLs gedragen door uw trouw. Ontvang Mijnen dank! Hetgeen Ik tot dusver mocht ondervinden liet onuitwisch- bare indrukken bij Mij na. Het is Mij een waarborg voor de toekomst. Mijne innig geliefde Moeder, aan wie Ik onuitsprekelijk veel verschuldigd ben, gaf Mij het voorbeeld van een edele en ver hevene opvatting der plichten, die nu op Mij rusten. Ik stel Mij tot levensdoel, dat voorbeeld na te volgen, te regeeren zooals van een Vorstin uit het Huis van Oranje wordt ver wacht. Aan de Grondwet getrouw, wensch Ik den eerbied voor den Nederlandschen naam en de Nederlandsche vlag te beves tigen. Ik wensch bij het opperbestuur over de Bezittingen en Koloniën in Oost en West rechtvaardigheid te betrachten, en naar Mijn vermogen bij te dragen tot verhoo ging van uw geestelijk en stoffelijk welzijn. Ik hoop en verwacht, dat uw aller steun in welken ambtelijken of maatschappelij- ken werkkring binnen of buiten het Ko ninkrijk gij zijt geplaatst, Mij daarbij nooit ontbreken zal. Op God vertrouwende en met de bede dat Hij Mij sterke, aanvaard Ik de regee ring. Gedaan te 's Gravenhage op heden 31 Augustus 1898. WILHELMINA". De proclamatie was mede onderteekend door de volgende ministers: Buitenlandsche Zaken: De Beaufort. Justitie: Cort van der Linden. Binnenl. Zaken: Goeman Borgesius. Marine: Röell. Financiën: Pierson. Oorlog: Eland Waterstaat, Handel/Nijverheid: Lely. Koloniën: Cremer. Tienduizendste schip in de Rotterdamsche haven. Het Duitsche s.s. „Coburg" van de Nord- deutsche Lloyldi te Bremen, dat Dinsdag te Rotterdam aankwam, was het tienduizendste schip, dat in 1938 de Rotterdamsche haven binnenliep. Het was op wég van Oost-Azië naar Hamburg. Tegen twaalf uur heeft het 7400 bruto ton metende schip ligplaats genomen in de Merwe- haven voor loods 2 van W. Muller en Co. Zooals gebruikelijk is. is ook dit schip met een korte plechtigheid ontvangen. Den kapitein werd een aandenken overhan digd, dat bestond uit een zilveren sigaretten koker met inscriptie, waarbij een oorkonde. Contact met hoogleeraren bepleit. De inspecteur bij het middelbaar onderwijs in Nederland, de heer G. Bolkenstein, heeft heden op het congres van de algemeene ver- eeniging van leeraren bij het middelbaar on derwijs in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht een inleiding gehouden over het „Rapport van de commissie inzake aansluiting tusschen het middelbaar, gymnasiaal en hooger onderwijs". Naast de algemeene eischen. aldus spreker, heeft men rekening te houden met de vak- eischen. Bij de behandeling van deze vak- eischen komen de algemeene beginselen tot uiting, welke ide meerderheid van de com missie huldigde, n.l. vermindering van het aantal vakken; vereeniging van verwante vakken tot één vak; de voordeelen van een beknopte algemeene leerstof van een vak naast keuze-onderwerpen ter verdieping en ter ver vanging van het onderwijs. Vervolgens be handelde spreker de wensehelijkheid van het regelmatig contact tusschen de docenten van het voorbereidend en het hooger onderwijs. De tweede spreker op dezen dag was de oud minister van financiën, mr. P. J. Oud, die een rede uitsprak naai' aanleiding van het 75-jarig bestaan der wet op het middelbaar onderwijs. Het mes zat weer te los in den zak midden in de feestvreugde De residentie biedt, gedurende deze feeste lijke dagen rond het regeeringsjubileum van haar hoogste en geliefdste inwoonster, zooveel dat vermeldenswaardig is, dat ik u niet alles in geuren en kleuren kan vertellen, want daar zou geen eind aan komen. Van alles wat er ;eschiedt geeft dit blad u trouwens nauwkeu rig verslag en mijn taak kan geen andere zijn dan het neerschrijven van wat losse en per soonlijke indrukken, niet zoozeer van de ge beurtenissen op zichzelf, als wel van de stem ming en de sfeer, \vaarin deze gebeurtenissen plaats hebben. Eenige indrukken dusen dat is ook al moeilijk genoeg, want wie door den Haag wan delt wordt overstelpt door indrukken, zoo heeft de feestvreugde haar stempel gedrukt op deze altijd vroolïjke. maar toch eigenlijk wel een weinig gereserveerde stad, waar de deftigaards den toon aangeven. En deftigheid, dat is iets dat moeilijk is te omschrijven, maar dat zeker wel eens het tegenovergestelde van echte, uit gelaten vreugde is. Maar met deze dagen hebben de meeste Ha genaars hun deftigheid dan toch wel voor een goed deel afgestroopt. Dat is voornamelijk de schuld van de vlaggen en de lichtjes, voor wel ker jolige fleurigheid de ingetogenheid de vlucht neemt. Nu reeds hangt vrijwel overal het rood-wit- blauw uit de huizen te wapperen op de laat- zomersehe zoelte. En vele straten hebben zich gezamenlijk vlaggedoek aangeschaft om er zich mee te tooien. Vooral de straten van de bin nenstad munten daarin uit. Alles is nog wel niet gereed, maar veel reeds wel en dat is werkelijk de moeite waard. De drukke Veene- straat bijvoorbeeld is niet meer te herkennen de wandelaar gaat er onder een oranjedoek- versiering door, die van deze anders zoo zake lijke straat- een soort vroolijken lusthof maakt. Die oranjedoek-versiering wordt opgeluisterd en afgewisseld door geestige voorstellingen die symboliseeren wat er in de afgeloopen veertig jaren kenmerkend is geweest. Ge ziet er gesymboliseerd: de mobilisatie, de crisis, de vredesconferenties, den socialen vooruitgang en vele andere hoogte- en laagtepunten van 1898 tot 1938. Zelden zag ik zoo'n aardige, mooie en interessante straatversiering. Er is elders ook veel te zien. De binnenstad „tot onherkenbaar-wordens" versierd. Dan is er de verlichting. Daar wordt voort durend meer werk van gemaakt. Een straat (of zoo ge wilt: laan) als de Vijverberg bij voorbeeld, ongetwijfeld een der schoonste stadsgezichten van Europa, met de mooie breede Hofvijver, den weligen boomengroei, de oude gebouwen van het Binnenhof die uit het vijvervlak omhoog komen gerezenDe Vijverberg is huis aan huis geïllumineerd. Daar vindt ge groote bankkantoren, een restaurant en het gebouw van de K. N. A. en die allemaal hebben schitterende lichtjes langs hun gevels aangebracht. In het donker groen vap de boomkruinen zijn trossen en slingers van lichtende Oranjeballons aange bracht, uit de Hofvijver spuit een hooge fon tein op, die wisselende kleuren van licht ver toont, ginds aan de korte zijde ziet ge de Ge vangenpoort, welker omtrek in lichtlijnen te gen den duisteren avond staat en dan staan er nog vijf hooge masten met breede bekkens in top, waaruit waaierende en wapperende gasvuren lekken. Ik hoef u niet te zeggen hoe mooi de Vijverberg bij avond is. Vlakbij op de Plaats staat het standbeeld van De Witt in een breede waaier van groen en licht als een indrukwekkend sluitstuk van den Kneuterdijk, die een ware pergola-van-lioht is. Op het Plein waar de ministeries van defen sie, koloniën, buitenlandsche zaken en water staat zijn en waarvan de geheele „achter wand" wordt ingenomen door het groote ge bouw van de Witte Sociëteit, kan het licht- lievende gemoed ook terdege te gast gaan. Het valt op dat de ministeries nieuwe lichtver- sieringen hebben gekregen. Tot nu toe waren die altijd dezelfde, bij iedere feestelijke na tionale gelegenheid. Nu is er wat nieuws gekomen, dat veelal bij zonder fraai en stijlvol is. Trouwens, er is meer nieuws. Jaren lang bijvoorbeeld woi'den er bij feestelijke gelegenheid vlaggetjes tusschen de fraaie boomen van den Voorhout gespannen. Maar dat wordt langzamerhand zoo groezelig, zoo nonchalant en zoo conventioneel, dat de menschen er gemelijke grapjes over gingen maken. Ze zeiden; „dat de gemeente d'r „vuile wasch" weer eens opgehangen had". Voor deze gelegenheid nu heeft de gemeente deze „vuile wasch" voorgoed opgeborgen en zij heeft een geheel nieuwe versiering-tevens verlichting laten maken, die het uitstekend doet en die de prachtige Voorhout'alle recht doet wedervaren. Maar wanneer alles klaar is en dat zal binnen een paar dagen zeker wel het geval zijn vertel ik u nog wel meer van de ver sierde residentie. Woordenwisseling van dronken mannen met ernstige gevolgen. Dinsdagmiddag om zes uur ontstond tus schen twee mannen, die stonden te praten aan het Zuiderdiep te Groningen, om nog onbe kende redenen een woordenwisseling, welke op een gegeven oogenblik zoo hevig werd, dat de mannen tot handgemeen overgingen. De 57-jarige arbeider A. E. trok plotseling een mes en stak daarmede zijn tegenstander, den 54-jarigen arbeider G. S. in de linkerzijde. Hevig bloedend wist de gewonde nog een na burige politiepost te bereiken, waar hij voor- loopig werd verbonden. Met liet hem naar het academisch ziekenhuis overbrengen. Zijn toe stand is ernstig. De dader, die onder den invloed van sterken drank zou hebben verkeerd, is door de recher che in zijn woning aangehouden. Vertraging in transfereering van marken. Maatregelen der regeering gevraagd. Het Tweede Kamerlid Woudenberg heeft aan de ministers van sociale zaken, van fi nanciën en van economische zaken de volgen de vragen gesteld. Hebben de ministers kennis genomen van de aanzienlijke vertraging in de transfereering der marken-bedragen, welke de met volle me dewerking van de regeering in Duitschland te werk gestelde Nederlandsche arbeiders stortten ter overmaking aan hun familieleden in Nederland? Zijn de ministers bereid zoodanige maat regelen te treffen, dat de achtergebleven ge zinnen van de in Duitschland werkende Ne derlandsche arbeiders wekelijks en zonder eenige vertraging in het volle bezit komen van de ten hunnen bate gestorte bedragen? Do Duitsche Manoeuvres. De Generaals tegen oorlog Hitier zou hun op eerewoord ver zekerd hebben, dat hij slechts een politiek spel speelt. In een artikel onder den titel „Hitier speelt wel een zeer hoog spel" schrijft dr. M. van Blankenstein in het Utrechtsch Nieuws blad de volgende merkwaai'dige dingen: De manoeuvres, welke thans in Duitschland worden gehouden, wekten de achterdocht van het legerbestuur, dat op het oogenblik vaster dan ooit overtuigd is, dat Duitschland geen oorlog kan wagen, vooral nu het weet, op wien Duitschland als vriend en vijand zou kunnen rekenen. Generaals die vroeger wel eens getwijfeld hebben, zijn nu vast overtuigd, dat een oorlog voor Duitschland gelijk zou staan met zelfmoord. In een bespreking, die H i 11 e r voor het begin der manoeuvres ge houden heeft, is die achterdocht zeer krach tig tot uiting gekomen. De militaire groot- machtigen meenden dringend te moeten waar schuwen tegen de dingen, die nu gaande zijn. Om hen gerust te stellen heeft toen H i 11 e r op zijn eerewoord verklaard, dat hij de ma noeuvres in geen geval in een oorlog zou laten eindigen. Zij vormen slechts een element in zijn politieke spel tegenover Tsjecho-Slo- wakije. „Wat daar gaande is", zoo moet hij hebben verklaard, „is feitelijk niet anders dan een psychologisch duel tusschen Ben es j en mij. En ik verzeker de heer en, dat ik B e n e s j er onder manoeuvreeren zal. zooals ik Schuschnigg er onder gemanoeuvreerd heb". Daarmede was het uit met den tegen stand der militairen, al is zeker meer dan één deelnemer naar huis gegaan in de overpein zing, dat de omstandigheden van Tsjecho- Slowakije in ieder opzicht verschillend zijn van de omstandigheden van Oostenrijk, en dat er vooral een hemelsbreed verschil is tus schen Benesj en Schuschnigg. In Schuschnigg had Hi11 er een vrijwel hulpeloozen tegenstander, die onder zeer in competente invloeden stond, en wist hoe wei nig betrouwbaar alles was waarop hij moest steunenin Benesj heeft hij den ervaren- sten staatsman in Europa tegenover zich, een man wiens opkomst organischer, maar niet minder merkwaardig is geweest dan de zijne. Een man vooral, die gepantserd is met zelf vertrouwen, met geduld, met een aangeboren optimisme, en die weet wat hij achter zich heeft. Een man bovendien, die deze uitspraak van Hitier kent! Het kan ons niet anders dan optimistisch stemmen, als wij de waarlijk buitengewoon verontrustende feiten beschouwen in het licht van dit fiet. Maar den ernst der verschijnse len moeten wij toch nog in een volgend arti kel in beschouwing nemen." PROGRAMMA Een typische noot aan onze stad geven de hooge bezoekers van overzee: de verschillen de Indische vorsten die de Koningin hun ge- lukwenschen komen aanbieden. Dikwijls ver- toonen deze Sultans en andere hoogwaardig- heidsbekleeders, die meestal vergezeld zijn van hun echtgenooten en zoons, zich in Euro- peesche kleedij en zijn zij alleen getooid met een voor ons exotisch hoofddeksel. Dan is er aan deze vreemde gasten „niet veel te zien". Maar soms, bijvoorbeeld Zaterdag toen de Ko ningin enkele dezer delegaties op het Huis ten Bosch in gehoor ontving, vertoonen zij zich in groot ornaat en dat is zeer indrukwekkend van bevalligheid, rijkdom en voor onze oogen sprookjesachtige traditie. Het is een merk waardig anachronisme deze vorsten, zonen van oeroude geslachten, in hun traditioneele kleedij, prachtig van zwart en goud en zilver, en hun vrouwen, gekleed in de bevalligste ge waden, geweven in de verrukkelijkste kleuren, uit het nuchter-moderne Hotel Paulez te zien komen, om plaats te nemen in een hyper- modern-gestroomlijnde auto. Op zij van die twintigst-eeuwsche auto is dande gouden pajong (een soort statie parasol) bevestigd die het eeuwenoude sym bool is van de waardigheid van wien hem voeren mag. Zaterdag en Maandag was het overal in de stad al erg druk. Deze drukte was mede het gevolg van het landstorm-défilé en de groote wapenschouw. Wij zijn begonnen aan een reeks feestdagen, die, zooals het zich nu laat aanzien, onver getelijk zal worden. Mr. E. ELIAS. Lagere suikeroogst in Oost-Indië. Naar het „Nieuws" van bevoegde zijde ver nam rekent men in Neö.-Indische suikerkrin gen op een lager'en oogst voor 1933 dan oor spronkelijk verwacht werd. Deze zal onge twijfeld minder zijn dan de vastgestelde ton nage van 1.400.000 ton „kristal". DONDERDAG 1 SEPTEMBER. HILVERSUM I, 1875 M. A.V.R.O.-uitzendirig. 8.00 Gramofoonpl. (Om 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Orgelspel (Gr. opn.). 10.50 Modepraatje. 11.15 Het Kovacs Lajos-orkest (gr. opn.). (Om 12.15 berichten). 12.30 Gramofoonmuziek. 1.00 Ensemble Carel Alberts en gramofoonmuziek. 2.30 Omroeporkest. 3.15 Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Viool en piano. 5,00 Voor de kinderen. 5.30 Aeolian- orkest en soliste. 6.30 Sportpraat-je. 7.00 Cau serie: Voor studenten in den dop. 7.15 AVRO- dansorkest. 7.45 Gram. muz. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Gramofoonmuziek Radiotooneel. 9.30 Omroeporkest en soliste. 10.45 Sportreportage. 11.00 Berichten ANP, gra mofoonmuziek. 11.3012.00 Dansmuziek (gr. pl). HILVERSUM n, 301,5 en 415,5 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.00-9.15 Gr. platen (om ca. 8.15 Berichten). 10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest (1.001.20 Gramofoonplaten). 2.00 Handwerlc- uur. 3.00 Gramofoonplaten. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramofoonplaten. 5.00 Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Orgelspel. 6.30 Gramofoon platen. 6.45 Causerie: Der jongelingen sieraad. 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Re portage, eventueel gramofoonmuziek.8.00 Be richten ANP. Herhaling SOS-berichten. 8.15 De Haarlemsche Orkestvereeniging, koren en solisten. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berich ten ANP. 10.05 Kamermuziek en gramofoon- jilaten. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.25 Gram. muziek. 12.05 Het Aston Hippo drome Orkest. l.?5 Spellingswedstrijd. 1.20 Sportreportage. 1.50 Gramofoonmuziek. 2.35 Jack Wilson and his Versatile Five. 3.05 Zang voordracht. 3.35 Stedelijk Orkest van Bourne mouth en solist. 5.05 Gramofoonmuziek. 5.20 Het Keltische Trio. 5.50 Sportreportage. 6.20 Berichten. 6.45 De BBC-Singers. 7.20 Manto- vani en zijn dansorkest. 8.20 BBC-symphonie- orkest en solisten. 10.00 Berichten. 10.25 Korte Kerkdienst. 10.45 Sydney Kyte en zijn Band. 11.15 Declamatie. 11.35 Vervolg dansmuziek. 11.5012.20 Dansmuziek (gr. pl.). RADIO PARIJS, 1648 M. 8.10, 9.00 en 10.20 Gramofoon. 12.40 Bailey- orkest. 3.05 Gramofoonmuziek. 4.20 Parcal- orkest. 5.20 Variété-programma. 5.50 Piano voordracht. 8.35 Zang. 8.50 Nationaal orkest. 10.5011.05 Gramofoonmuziek. KEULEN, 456 M. 6.50 Gr. pl. 7.30 Otto Fricke's orkest. 8.50 Omroepdansorkest. 10.20 Volksliederenconcert. 12.20 Omroep-Amusementsorkest. 2.30 Populair concert. 3.40 Gramofoonplaten. 4.20 Omroep- Amusementsorkest. 6.45 Pianovoordracht. 7.20 Gevarieerd concert. 9.20 Radiotooneel. 10.50 Omroepkleinorkest, boerenkapel en solisten. 12.203.20 Danziger Landesorkest. BRUSSEL, 322 M. 12.20 Gramofoonplaten. 12.50 Omroepsalon- orkest en gramofoonplaten. 1.50—2.20 Gramo foonplaten. 5.20 Omroepsalonorkest en gra mofoonmuziek. 6.50 en 7.23 Gramofoon pl. 8.20 Omroeporkest en gemengd koor. 10.40 11.20 Gram. pl. BRUSSEL, 484 M. 12.20 Gramofoon pl.. 12.50 Omroepkleinor kest. 1.502.20 Gramofoon pl. 6.35 Omroep kleinorkest. 7.35 en 8.20 Gramofoonplaten. 9.20 Omroepsymphonie-orkest. 10.3011.20 Gramofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 8.20 Kernspreuk, berichten. 8.35 Viool en piano. 8.50 Uit Luzern: Orkestconcert. 9.45 De clamatie. 10.05 Vervolg concert. 10.50 Berich ten. 11.20 Omroeporkest (Gr. opn.) 12.20 2.20 Nachtconcert (Gr. pl.) (1.15—1.26 Tijd- ,sein).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 5