PROCLAMATIE
DEN HAAG
jïET KINDERLEVEN VAN
De ex-gouvernante Miss Saxton-Winter
vertelt over haar herinneringen.
een
j)e poppen
poote rol ie de jeugd van
onze Landsvrouwe.
- et was in het vroege najaar
van 1885 dat ik door een ge-
- meenschappelijke vriendin
9' werd voorgesteld aan de da
me aan wie door Hare Majesteit, Ko
ningin Emma der Nederlanden, was
opgedragen
een Engelsche gouvernan
te zoeken voor de jeugdige Kroon
prinses Wilhelmina, toentertijd een
jünd van even vijf jaar oud".
Tnn leidt Miss E. Saxton-Winter, de ex-gou-
ernante van onze Koningin in den tijd dat
noe prinses pas, haar bij de firma Schel-
KiJen Giltay te Amsterdam verschenen boek
Then onze Koningin nog Prinsesje was" in.
li dan gaat ze verder met persoonlijke herin
neringen uit de kinderjaren van onze Ko
ningin te vertellen.
Geen kind zelfs geen koningskind dat
Apeend is met een verstandige moeder, be-
Sïft OD vijfjarigen leeftijd reeds lessen te
f.pren Toen ik bij haar kwam leidde de kleine
Prinses dan ook net zulk een gelukkig, een
voudig leven als de meeste kinderen in die ja
ren wanneer hun grootste verantwoordelijk
heidsgevoel bestaat in de zorg voor hun pop-
nen en hun grootste droefheid veroorzaakt
wordt door een gebarsten hoofd of gebroken
arm of been van een hunner hevelingen. De
Koningin hechtte groote waarde aan de wijze,
waarop haar kind met haar poppen speelde.
Hare Majesteit was terecht van oordeel dat de
karaktertrek van beschermende teederheid
die zulk een hoofdtrek moet vormen in het
karakter der volwassen vrouw in kleine meis
fes reeds geleidelijk ontwikkeld kan worden
door ze aan te moedigen haar poppen te be
handelen en te verzorgen als waren zij geen
te berispen om hun tekortkomingen werd ik
er gewoonlijk aan herinnerd, dat „ik niets
met ze te maken had" of dat ik „mij er niet
mee bemoeien mocht". Nadat wij ernstig den
heelen toestand overwogen en besproken had
den werd ik tot „peettante" van een der kleine
meisje „Suzanna" gemaakt. Het werd een ge
woonte dat Suzanna ieder jaar, als ik vacan-
tie had, met mij naar Engeland ging, en het
inpakken van haar kleertjes en de voorbereid
selen voor wat haar broertjes en zusjes „een
zeer gevaarlijk reis" noemden gaven de jonge
Koningin tijden van tevoren werk en genoe
gen. Alles, wat Suzanna meenam, werd door
de jonge Konigin zelf stuk voor stuk uitge
kozen. en ik ontving altijd tot in de kleinste
bijzonderheden aanwijzingen, welke jurkjes,
manteltjes en hoedjes moesten gedragen wor-
den in warm. koud of vochtig weer.
't Arme kind verstaat geen „Fransch"
Voor dit doel had een jong Fransch meisje
een tijd in het koninklijk gezin doorgebracht.
Böhalve dat zij de Prinses Fransch leerde
spreken had zij een manier met de poppen in
gevoerd, die alleraardigst was, en zich geheel
aansloot aan het gewone leven. De dusge-
noemde „kinderen" werden altijd genoemd bij
hun eigen namen. Zij hadden een kamer voor
zich, waarin niets ontbrak, en die zoo inge
richt was dat ook de volwassenen, die op ze
passen moesten, zich er zonder moeite kon
den bewegen en van de aardige meubeltjes
konden gebruik maken. De poppenfamilie be
stond uit jongens en meisjes van allerlei leef
tijd en grootte, en een kleintje nog in de lange
kleeren. Hun verzorging nam een goed deel
van den dag in beslag. Want zij werden uit
gekleed en naar bed gebracht, gewekt en weer
aangekleed, ging mee uit rijden, speelden spel
letjes, luisterden naar verhalen, net als echte
kindertjes. Ze hadden zelfs hun vaste maal
tijden, waarvoor met zooveel zorg werd ge
dekt, alsof de poppe-kinders heusch verorber
den wat hun werd voorgezet".
Miss (Saxton-Winter vertelt verder hoe Prin
ses Wilhelmina met andere kinderen ging spe
len. Iedere week werden middagen gewijd aan
het ontvangen van kinderen van leden der
hofhouding, der diplomatie en der Nederland-
sche aristocratie. Op deze middagen ging het
vroolijk toe en waren ongedwongen scherts
en lustig gestoei aan de orde van den dag.
Koningin Emma leerde zelf haar dochter
naald en vingerhoed gebruiken, omdat zij er
prijs op stelde dat reeds vroeg in haar kind
de smaak voor fraaie handwerken zou ont
wikkeld worden. De Prinses leerde ook plaat
jes uitknippen en opplakken in plakboeken,
bestemd voor de kleine patientjes in het kin
derziekenhuis.
Liefhebster van dieren.
De ex-gouvernante zegt dat Prinses Wilhel
mina een groot liefhebster van dieren was.
,0p een zomer uitte ze den wensch dat zij
zoo gaarne een geitje zou willen hebben, voor
al om mee uit wandelen te nemen. En niet
lang daarna werd haar wensch vervuld. Twee
kleine geitjes werden aangeschaft en, versierd
met roodleeren halsbanden en roode leidsels,
aan hun koninklijke meesteres voorgesteld.
De Koning liet voor zijn kind vlak bij het
oude kasteel op het Loo een Zwitsersoh chalet
bouwen. Dit chalet vormde het middelpunt
van een grondgebied, waarover de Prinses,
zoo goed als geheel onafhankelijk, de scepter
mocht zwaaien. Het was, aldus Miss Saxton,
een alleraardigst miniatuur koninkrijkje, dat
een onuitputtelijke bron was van vreugde voor
de kleine bezitster.
Vier ruigharige Shetlandsdhe ponies en twee
mooie rijtuigen kreeg de Prinses.
Ik kan niet beschrijven hoe blij de Prinses
met dit geschenk was. vertelt haar toenmalige
gouvernante. Deels ter eer van den Engel-
schen oorsprong van de dieren, deels uit sym
pathie voor een Engelsch boek, dat de Prinses
eenige malen gelezen had, ontvingen de po-
nies de namen van Batsy, Blackie. Brownie en
Puck.
De eerste lessen.
De Koning benoemde in het begin van 1887
«s eersten onderwijzer der Prinses het hoofd
van een der openbare scholen te 's-Graven-
hage.
„Toen de Prinses zes en een half jaar oud
was kreeg ze haar eerste lessen.
Op 23 November 1890 ontsliep de Koning.
Koningin Emma werd tot Regentes uitgeroe
pen. op 27 Mei 1891 begaf de Koningin-Re-
fS ?mma z*ch met haar dochter naar
Amsterdam en voor het eerst vertoonde Ko-
VOj|m Wilhelmina zich als Koningin aan het
'belanSstelling van de jonge Koningin in
Tfmri popPenkinders, verminderde niets gedu-
<h«a\ deze iaren- Maar naarmate haar
R9vt!l^-nam het woord is aan Miss
.^„Winter, uit wier herinneringen wij
grepen doen begon zij de
tooi? f - harer „kinderen" een zeer zware
s te vmden en gevoelde meer dan eens be
maal' menschelijke wezentjes.
hoefte
om raad en hulp te vragen in gewich-
tiop no a<lu en nuiP te vras
sJ>cro« i^ genhec*en- Het spijt me te moeten
aal vü at.?e „kinderen niet het minste ont-
6 voor mij hadden, en als ik het iwaagde ze
In den zomer van 1890 bracht de Koningin
Regentes vergezeld van de jonge Koningin
eenigen tijd bij den keizer van Duitschland op
Potsdam door. Op weg naar Potsdam stapten
wij in Straatsburg uit om de groote kathe
draal te gaan zien.
De Koningin wilde boven op den toren
klimmen. Iedere bezoeker, die den toren wil
beklimmen, moet een klein entreegeld betalen,
en kinderen onder de twaalf jaar betalen half
geld. Het is overbodig te zeggen dat van zulke
voordeeltjes nooit ten behoeve van de Ko
ningin werd gebruik gemaakt, maar de oude
man. die de kaartjes verkocht, was eerlijk en
vroeg in het Fransch: Hoe oud is het meisje?
Toen geen antwoord volgde wendde hij zich
tot Koningin Wilhelmina zelf en zei: Made
moiselle, hoe is u? De Koningin, half geërgerd
over zijn indringerigheid en bovendien de re
den van de vraag niet begrijpend poogde het
hek te openen en door te loopen, maar de
man hield het hek dicht en herhaalde zijn
vraag. Nu waren wij allen een weinig ont
stemd en de adjudant der Koningin poogde
den man aan zijn verstand te brengen dat
Mademoisselle's leeftijd er niet toe deed. Blijk
baar werd deze mededeéling niet begrepen,
want terwijl de man het hek voor ons open
deed wierp hij een medelijdenden blik op Ko
ningin Wilhelmina en mompelde: ,,'t Arme
kind verstaat geen Fransch".
Een groote verandering greep nu plaats in
het onderwijs der jonge Koningin door de be
noeming van twee hoogleeraren van de uni
versiteiten, die Hare Majesteit onderricht ga
ven in vaderlandsche geschiedenis en alge
meene geschiedenis.
Om de verlegen makende zelfbewustheid te
voorkomen, die -zoo dikwijls waargenomen kan
worden bij meisjes, die uit haar kracht
groeien, had de Koningin-Regentes een erva
ren onderwijzeres in dienst genomen, die
durende de wintermaanden eens ln de week
uit Brussel kwam.
Beoefening van de kookkunst
Om een bekwame kookster te worden moest
natuurlijk, als in alle vakken, eerst een
kere leerschool doorloopen worden, moesten
eenige heerlijke kooksels mislukken, en han
den en gezicht geschroeid en gebrand wor
den. Dit alles moet achter den rug zijn, voor
dat de leerlingen rechtmatig kunnen verwach
ten dat hun pogingen om een biefstuk te bak
ken of een ommelet klaar te maken, naar be-
hooren zullen worden gewaardeerd. Tenmin
ste zoo verging het de Koningin en mij. Hoe
wel wij ons met ijver op -de nieuwe kunst toe
legden deden de gasten weinig anders dan
afkeuren en uitlachen. Maar niettegenstaande
dat wisten wij met behulp van kookboeken,
nuttige wenken van den kok, en de groote vin
dingrijkheid der Koningin, ons tenslotte een
uitstekenden naam te verwerven ten opzichte
van de lekkernijen, die in het chalet op het
Loo vervaardigd werden.
Afscheid van de poppen.
De poppen hadden zulk een belangrijke rol
gespeeld in het leven van de Koningin dat
iedere aanmaning om ze terzijde te zetten
steeds door de liefhebbende eigenares met
kracht weersproken werd. Evenwel, alle din
gen hebben hun eigen tijd en gelegenheid.
Derhalve was er ook een eigen tijd en gele
genheid voor al Harer Majesteits ontspanning.
En zoo werd besloten dat de treurige tijd was
aangebroken om de poppen in gedachten en
overleg met Hare Majesteit een ondergeschik
te plaats te geven en de „kinders" te vervan
gen door andere vormen van ontspanning. Ik
kan niet verzwijgen dat het vonnis niet vol
trokken werd onder veel verdriet aan de eene
zijde en veel toegeven aan de andere zijde. De
Koningin Regentes moest hare dochter belo
ven dat de poppen in de eigen kamer der Ko
ningin behoorlijk onder dak zouden worden
gebracht en wel op zulk een wijze dat, of zij
speelde met haar lievelingen of niet, deze
steeds zichtbaar zouden zijn en bij haar blij
ven.
Leearen bij het M. O.
congresseerden.
van 31 Augustus 1898
De eerste regeeringsdaad
van H.M. de Koningin
Veertig jaar geleden aanvaardde Koningin
Wilhelmina formeel de regeering. Een buiten
gewoon nummer van de Staatscourant van 31
Augustus 1938 bevatte de volgende procla
matie:
„Wij Wilhelmina, bij de Gratie Gods, Konin
gin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nas-
sau enz. enz. enz.
AAN MIJN VOLK!
Op dezen voor U en Mij gewichtigen
dag, gevoel Ik Mij gedrongen eenige woor
den tot u te richten.
Allereerst een woord van warme dank
baarheid! Sedert Mijne vroegste jeugd
hebt gij Mij omgeven met uwe liefde. Uit
alle deelen van het Koninkrijk, uit alle
kringen der maatschappij, van ouden en
jongen, ontving Ik steeds de treffendste
blijken van gehechtheid. Nadat Mijn be
minde Vader Mij was ontvallen, werd al
uw aanhankelijkheid aan Mijn Stamhuis op
Mij overgebracht. Thans, nu Ik gereed sta
de schoone, doch zware taak, waartoe Ik
geroepen ben, te aanvaarden, gevoel Ik Mij
aLs gedragen door uw trouw.
Ontvang Mijnen dank! Hetgeen Ik tot
dusver mocht ondervinden liet onuitwisch-
bare indrukken bij Mij na. Het is Mij een
waarborg voor de toekomst.
Mijne innig geliefde Moeder, aan wie Ik
onuitsprekelijk veel verschuldigd ben, gaf
Mij het voorbeeld van een edele en ver
hevene opvatting der plichten, die nu op
Mij rusten.
Ik stel Mij tot levensdoel, dat voorbeeld
na te volgen, te regeeren zooals van een
Vorstin uit het Huis van Oranje wordt ver
wacht. Aan de Grondwet getrouw, wensch
Ik den eerbied voor den Nederlandschen
naam en de Nederlandsche vlag te beves
tigen. Ik wensch bij het opperbestuur over
de Bezittingen en Koloniën in Oost en West
rechtvaardigheid te betrachten, en naar
Mijn vermogen bij te dragen tot verhoo
ging van uw geestelijk en stoffelijk welzijn.
Ik hoop en verwacht, dat uw aller steun
in welken ambtelijken of maatschappelij-
ken werkkring binnen of buiten het Ko
ninkrijk gij zijt geplaatst, Mij daarbij
nooit ontbreken zal.
Op God vertrouwende en met de bede
dat Hij Mij sterke, aanvaard Ik de regee
ring.
Gedaan te 's Gravenhage op heden 31
Augustus 1898.
WILHELMINA".
De proclamatie was mede onderteekend door
de volgende ministers:
Buitenlandsche Zaken: De Beaufort.
Justitie: Cort van der Linden.
Binnenl. Zaken: Goeman Borgesius.
Marine: Röell.
Financiën: Pierson.
Oorlog: Eland
Waterstaat, Handel/Nijverheid: Lely.
Koloniën: Cremer.
Tienduizendste schip in de
Rotterdamsche haven.
Het Duitsche s.s. „Coburg" van de Nord-
deutsche Lloyldi te Bremen, dat Dinsdag te
Rotterdam aankwam, was het tienduizendste
schip, dat in 1938 de Rotterdamsche haven
binnenliep. Het was op wég van Oost-Azië
naar Hamburg.
Tegen twaalf uur heeft het 7400 bruto ton
metende schip ligplaats genomen in de Merwe-
haven voor loods 2 van W. Muller en Co.
Zooals gebruikelijk is. is ook dit schip met
een korte plechtigheid ontvangen.
Den kapitein werd een aandenken overhan
digd, dat bestond uit een zilveren sigaretten
koker met inscriptie, waarbij een oorkonde.
Contact met hoogleeraren bepleit.
De inspecteur bij het middelbaar onderwijs
in Nederland, de heer G. Bolkenstein, heeft
heden op het congres van de algemeene ver-
eeniging van leeraren bij het middelbaar on
derwijs in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht
een inleiding gehouden over het „Rapport van
de commissie inzake aansluiting tusschen het
middelbaar, gymnasiaal en hooger onderwijs".
Naast de algemeene eischen. aldus spreker,
heeft men rekening te houden met de vak-
eischen. Bij de behandeling van deze vak-
eischen komen de algemeene beginselen tot
uiting, welke ide meerderheid van de com
missie huldigde, n.l. vermindering van het
aantal vakken; vereeniging van verwante
vakken tot één vak; de voordeelen van een
beknopte algemeene leerstof van een vak naast
keuze-onderwerpen ter verdieping en ter ver
vanging van het onderwijs. Vervolgens be
handelde spreker de wensehelijkheid van het
regelmatig contact tusschen de docenten van
het voorbereidend en het hooger onderwijs.
De tweede spreker op dezen dag was de oud
minister van financiën, mr. P. J. Oud, die een
rede uitsprak naai' aanleiding van het 75-jarig
bestaan der wet op het middelbaar onderwijs.
Het mes zat weer te los in den zak
midden in de feestvreugde
De residentie biedt, gedurende deze feeste
lijke dagen rond het regeeringsjubileum van
haar hoogste en geliefdste inwoonster, zooveel
dat vermeldenswaardig is, dat ik u niet alles
in geuren en kleuren kan vertellen, want daar
zou geen eind aan komen. Van alles wat er
;eschiedt geeft dit blad u trouwens nauwkeu
rig verslag en mijn taak kan geen andere zijn
dan het neerschrijven van wat losse en per
soonlijke indrukken, niet zoozeer van de ge
beurtenissen op zichzelf, als wel van de stem
ming en de sfeer, \vaarin deze gebeurtenissen
plaats hebben.
Eenige indrukken dusen dat is ook al
moeilijk genoeg, want wie door den Haag wan
delt wordt overstelpt door indrukken, zoo heeft
de feestvreugde haar stempel gedrukt op deze
altijd vroolïjke. maar toch eigenlijk wel een
weinig gereserveerde stad, waar de deftigaards
den toon aangeven. En deftigheid, dat is iets
dat moeilijk is te omschrijven, maar dat zeker
wel eens het tegenovergestelde van echte, uit
gelaten vreugde is.
Maar met deze dagen hebben de meeste Ha
genaars hun deftigheid dan toch wel voor een
goed deel afgestroopt. Dat is voornamelijk de
schuld van de vlaggen en de lichtjes, voor wel
ker jolige fleurigheid de ingetogenheid de
vlucht neemt.
Nu reeds hangt vrijwel overal het rood-wit-
blauw uit de huizen te wapperen op de laat-
zomersehe zoelte. En vele straten hebben zich
gezamenlijk vlaggedoek aangeschaft om er zich
mee te tooien. Vooral de straten van de bin
nenstad munten daarin uit. Alles is nog wel
niet gereed, maar veel reeds wel en dat is
werkelijk de moeite waard. De drukke Veene-
straat bijvoorbeeld is niet meer te herkennen
de wandelaar gaat er onder een oranjedoek-
versiering door, die van deze anders zoo zake
lijke straat- een soort vroolijken lusthof maakt.
Die oranjedoek-versiering wordt opgeluisterd
en afgewisseld door geestige voorstellingen
die symboliseeren wat er in de afgeloopen
veertig jaren kenmerkend is geweest. Ge ziet
er gesymboliseerd: de mobilisatie, de crisis, de
vredesconferenties, den socialen vooruitgang
en vele andere hoogte- en laagtepunten van
1898 tot 1938. Zelden zag ik zoo'n aardige,
mooie en interessante straatversiering.
Er is elders ook veel te zien. De binnenstad
„tot onherkenbaar-wordens" versierd.
Dan is er de verlichting. Daar wordt voort
durend meer werk van gemaakt. Een straat
(of zoo ge wilt: laan) als de Vijverberg bij
voorbeeld, ongetwijfeld een der schoonste
stadsgezichten van Europa, met de mooie
breede Hofvijver, den weligen boomengroei, de
oude gebouwen van het Binnenhof die uit het
vijvervlak omhoog komen gerezenDe
Vijverberg is huis aan huis geïllumineerd.
Daar vindt ge groote bankkantoren, een
restaurant en het gebouw van de K. N. A.
en die allemaal hebben schitterende lichtjes
langs hun gevels aangebracht. In het donker
groen vap de boomkruinen zijn trossen en
slingers van lichtende Oranjeballons aange
bracht, uit de Hofvijver spuit een hooge fon
tein op, die wisselende kleuren van licht ver
toont, ginds aan de korte zijde ziet ge de Ge
vangenpoort, welker omtrek in lichtlijnen te
gen den duisteren avond staat en dan staan
er nog vijf hooge masten met breede bekkens
in top, waaruit waaierende en wapperende
gasvuren lekken. Ik hoef u niet te zeggen hoe
mooi de Vijverberg bij avond is. Vlakbij op de
Plaats staat het standbeeld van De Witt in
een breede waaier van groen en licht als een
indrukwekkend sluitstuk van den Kneuterdijk,
die een ware pergola-van-lioht is.
Op het Plein waar de ministeries van defen
sie, koloniën, buitenlandsche zaken en water
staat zijn en waarvan de geheele „achter
wand" wordt ingenomen door het groote ge
bouw van de Witte Sociëteit, kan het licht-
lievende gemoed ook terdege te gast gaan. Het
valt op dat de ministeries nieuwe lichtver-
sieringen hebben gekregen. Tot nu toe waren
die altijd dezelfde, bij iedere feestelijke na
tionale gelegenheid.
Nu is er wat nieuws gekomen, dat veelal bij
zonder fraai en stijlvol is. Trouwens, er is meer
nieuws. Jaren lang bijvoorbeeld woi'den er bij
feestelijke gelegenheid vlaggetjes tusschen de
fraaie boomen van den Voorhout gespannen.
Maar dat wordt langzamerhand zoo groezelig,
zoo nonchalant en zoo conventioneel, dat de
menschen er gemelijke grapjes over gingen
maken. Ze zeiden; „dat de gemeente d'r
„vuile wasch" weer eens opgehangen had".
Voor deze gelegenheid nu heeft de gemeente
deze „vuile wasch" voorgoed opgeborgen en
zij heeft een geheel nieuwe versiering-tevens
verlichting laten maken, die het uitstekend
doet en die de prachtige Voorhout'alle recht
doet wedervaren.
Maar wanneer alles klaar is en dat zal
binnen een paar dagen zeker wel het geval
zijn vertel ik u nog wel meer van de ver
sierde residentie.
Woordenwisseling van dronken mannen met
ernstige gevolgen.
Dinsdagmiddag om zes uur ontstond tus
schen twee mannen, die stonden te praten aan
het Zuiderdiep te Groningen, om nog onbe
kende redenen een woordenwisseling, welke op
een gegeven oogenblik zoo hevig werd, dat de
mannen tot handgemeen overgingen.
De 57-jarige arbeider A. E. trok plotseling
een mes en stak daarmede zijn tegenstander,
den 54-jarigen arbeider G. S. in de linkerzijde.
Hevig bloedend wist de gewonde nog een na
burige politiepost te bereiken, waar hij voor-
loopig werd verbonden. Met liet hem naar het
academisch ziekenhuis overbrengen. Zijn toe
stand is ernstig.
De dader, die onder den invloed van sterken
drank zou hebben verkeerd, is door de recher
che in zijn woning aangehouden.
Vertraging in transfereering van
marken.
Maatregelen der regeering gevraagd.
Het Tweede Kamerlid Woudenberg heeft
aan de ministers van sociale zaken, van fi
nanciën en van economische zaken de volgen
de vragen gesteld.
Hebben de ministers kennis genomen van
de aanzienlijke vertraging in de transfereering
der marken-bedragen, welke de met volle me
dewerking van de regeering in Duitschland
te werk gestelde Nederlandsche arbeiders
stortten ter overmaking aan hun familieleden
in Nederland?
Zijn de ministers bereid zoodanige maat
regelen te treffen, dat de achtergebleven ge
zinnen van de in Duitschland werkende Ne
derlandsche arbeiders wekelijks en zonder
eenige vertraging in het volle bezit komen van
de ten hunnen bate gestorte bedragen?
Do Duitsche Manoeuvres.
De Generaals tegen oorlog
Hitier zou hun op eerewoord ver
zekerd hebben, dat hij slechts
een politiek spel speelt.
In een artikel onder den titel „Hitier speelt
wel een zeer hoog spel" schrijft dr. M. van
Blankenstein in het Utrechtsch Nieuws
blad de volgende merkwaai'dige dingen:
De manoeuvres, welke thans in Duitschland
worden gehouden, wekten de achterdocht van
het legerbestuur, dat op het oogenblik vaster
dan ooit overtuigd is, dat Duitschland geen
oorlog kan wagen, vooral nu het weet, op
wien Duitschland als vriend en vijand zou
kunnen rekenen. Generaals die vroeger wel
eens getwijfeld hebben, zijn nu vast overtuigd,
dat een oorlog voor Duitschland gelijk zou
staan met zelfmoord. In een bespreking, die
H i 11 e r voor het begin der manoeuvres ge
houden heeft, is die achterdocht zeer krach
tig tot uiting gekomen. De militaire groot-
machtigen meenden dringend te moeten waar
schuwen tegen de dingen, die nu gaande zijn.
Om hen gerust te stellen heeft toen H i 11 e r
op zijn eerewoord verklaard, dat hij de ma
noeuvres in geen geval in een oorlog zou
laten eindigen. Zij vormen slechts een element
in zijn politieke spel tegenover Tsjecho-Slo-
wakije. „Wat daar gaande is", zoo moet hij
hebben verklaard, „is feitelijk niet anders dan
een psychologisch duel tusschen Ben es j en
mij. En ik verzeker de heer en, dat ik B e n e s j
er onder manoeuvreeren zal. zooals ik
Schuschnigg er onder gemanoeuvreerd
heb". Daarmede was het uit met den tegen
stand der militairen, al is zeker meer dan één
deelnemer naar huis gegaan in de overpein
zing, dat de omstandigheden van Tsjecho-
Slowakije in ieder opzicht verschillend zijn
van de omstandigheden van Oostenrijk, en
dat er vooral een hemelsbreed verschil is tus
schen Benesj en Schuschnigg. In
Schuschnigg had Hi11 er een vrijwel
hulpeloozen tegenstander, die onder zeer in
competente invloeden stond, en wist hoe wei
nig betrouwbaar alles was waarop hij moest
steunenin Benesj heeft hij den ervaren-
sten staatsman in Europa tegenover zich, een
man wiens opkomst organischer, maar niet
minder merkwaardig is geweest dan de zijne.
Een man vooral, die gepantserd is met zelf
vertrouwen, met geduld, met een aangeboren
optimisme, en die weet wat hij achter zich
heeft. Een man bovendien, die deze
uitspraak van Hitier kent!
Het kan ons niet anders dan optimistisch
stemmen, als wij de waarlijk buitengewoon
verontrustende feiten beschouwen in het licht
van dit fiet. Maar den ernst der verschijnse
len moeten wij toch nog in een volgend arti
kel in beschouwing nemen."
PROGRAMMA
Een typische noot aan onze stad geven de
hooge bezoekers van overzee: de verschillen
de Indische vorsten die de Koningin hun ge-
lukwenschen komen aanbieden. Dikwijls ver-
toonen deze Sultans en andere hoogwaardig-
heidsbekleeders, die meestal vergezeld zijn
van hun echtgenooten en zoons, zich in Euro-
peesche kleedij en zijn zij alleen getooid met
een voor ons exotisch hoofddeksel. Dan is er
aan deze vreemde gasten „niet veel te zien".
Maar soms, bijvoorbeeld Zaterdag toen de Ko
ningin enkele dezer delegaties op het Huis ten
Bosch in gehoor ontving, vertoonen zij zich
in groot ornaat en dat is zeer indrukwekkend
van bevalligheid, rijkdom en voor onze oogen
sprookjesachtige traditie. Het is een merk
waardig anachronisme deze vorsten, zonen
van oeroude geslachten, in hun traditioneele
kleedij, prachtig van zwart en goud en zilver,
en hun vrouwen, gekleed in de bevalligste ge
waden, geweven in de verrukkelijkste kleuren,
uit het nuchter-moderne Hotel Paulez te zien
komen, om plaats te nemen in een hyper-
modern-gestroomlijnde auto.
Op zij van die twintigst-eeuwsche auto is
dande gouden pajong (een soort statie
parasol) bevestigd die het eeuwenoude sym
bool is van de waardigheid van wien hem
voeren mag.
Zaterdag en Maandag was het overal in de
stad al erg druk. Deze drukte was mede het
gevolg van het landstorm-défilé en de groote
wapenschouw.
Wij zijn begonnen aan een reeks feestdagen,
die, zooals het zich nu laat aanzien, onver
getelijk zal worden.
Mr. E. ELIAS.
Lagere suikeroogst in Oost-Indië.
Naar het „Nieuws" van bevoegde zijde ver
nam rekent men in Neö.-Indische suikerkrin
gen op een lager'en oogst voor 1933 dan oor
spronkelijk verwacht werd. Deze zal onge
twijfeld minder zijn dan de vastgestelde ton
nage van 1.400.000 ton „kristal".
DONDERDAG 1 SEPTEMBER.
HILVERSUM I, 1875 M.
A.V.R.O.-uitzendirig.
8.00 Gramofoonpl. (Om 8.15 Berichten).
10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Orgelspel (Gr. opn.). 10.50 Modepraatje.
11.15 Het Kovacs Lajos-orkest (gr. opn.). (Om
12.15 berichten). 12.30 Gramofoonmuziek. 1.00
Ensemble Carel Alberts en gramofoonmuziek.
2.30 Omroeporkest. 3.15 Gramofoonmuziek.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Viool
en piano. 5,00 Voor de kinderen. 5.30 Aeolian-
orkest en soliste. 6.30 Sportpraat-je. 7.00 Cau
serie: Voor studenten in den dop. 7.15 AVRO-
dansorkest. 7.45 Gram. muz. 8.00 Berichten
ANP. Mededeelingen. 8.15 Gramofoonmuziek
Radiotooneel. 9.30 Omroeporkest en soliste.
10.45 Sportreportage. 11.00 Berichten ANP, gra
mofoonmuziek. 11.3012.00 Dansmuziek (gr.
pl).
HILVERSUM n, 301,5 en 415,5 M.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00
KRO. 2.00—12.00 NCRV.
8.00-9.15 Gr. platen (om ca. 8.15 Berichten).
10.00 Gramofoonplaten. 10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig
halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest
(1.001.20 Gramofoonplaten). 2.00 Handwerlc-
uur. 3.00 Gramofoonplaten. 3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonplaten. 5.00 Handenarbeid
voor de jeugd. 5.30 Orgelspel. 6.30 Gramofoon
platen. 6.45 Causerie: Der jongelingen sieraad.
7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Re
portage, eventueel gramofoonmuziek.8.00 Be
richten ANP. Herhaling SOS-berichten. 8.15
De Haarlemsche Orkestvereeniging, koren en
solisten. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berich
ten ANP. 10.05 Kamermuziek en gramofoon-
jilaten. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M.
11.25 Gram. muziek. 12.05 Het Aston Hippo
drome Orkest. l.?5 Spellingswedstrijd. 1.20
Sportreportage. 1.50 Gramofoonmuziek. 2.35
Jack Wilson and his Versatile Five. 3.05 Zang
voordracht. 3.35 Stedelijk Orkest van Bourne
mouth en solist. 5.05 Gramofoonmuziek. 5.20
Het Keltische Trio. 5.50 Sportreportage. 6.20
Berichten. 6.45 De BBC-Singers. 7.20 Manto-
vani en zijn dansorkest. 8.20 BBC-symphonie-
orkest en solisten. 10.00 Berichten. 10.25 Korte
Kerkdienst. 10.45 Sydney Kyte en zijn Band.
11.15 Declamatie. 11.35 Vervolg dansmuziek.
11.5012.20 Dansmuziek (gr. pl.).
RADIO PARIJS, 1648 M.
8.10, 9.00 en 10.20 Gramofoon. 12.40 Bailey-
orkest. 3.05 Gramofoonmuziek. 4.20 Parcal-
orkest. 5.20 Variété-programma. 5.50 Piano
voordracht. 8.35 Zang. 8.50 Nationaal orkest.
10.5011.05 Gramofoonmuziek.
KEULEN, 456 M.
6.50 Gr. pl. 7.30 Otto Fricke's orkest. 8.50
Omroepdansorkest. 10.20 Volksliederenconcert.
12.20 Omroep-Amusementsorkest. 2.30 Populair
concert. 3.40 Gramofoonplaten. 4.20 Omroep-
Amusementsorkest. 6.45 Pianovoordracht. 7.20
Gevarieerd concert. 9.20 Radiotooneel. 10.50
Omroepkleinorkest, boerenkapel en solisten.
12.203.20 Danziger Landesorkest.
BRUSSEL, 322 M.
12.20 Gramofoonplaten. 12.50 Omroepsalon-
orkest en gramofoonplaten. 1.50—2.20 Gramo
foonplaten. 5.20 Omroepsalonorkest en gra
mofoonmuziek. 6.50 en 7.23 Gramofoon pl.
8.20 Omroeporkest en gemengd koor. 10.40
11.20 Gram. pl.
BRUSSEL, 484 M.
12.20 Gramofoon pl.. 12.50 Omroepkleinor
kest. 1.502.20 Gramofoon pl. 6.35 Omroep
kleinorkest. 7.35 en 8.20 Gramofoonplaten.
9.20 Omroepsymphonie-orkest. 10.3011.20
Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
8.20 Kernspreuk, berichten. 8.35 Viool en
piano. 8.50 Uit Luzern: Orkestconcert. 9.45 De
clamatie. 10.05 Vervolg concert. 10.50 Berich
ten. 11.20 Omroeporkest (Gr. opn.) 12.20
2.20 Nachtconcert (Gr. pl.) (1.15—1.26 Tijd-
,sein).