KONINGINNEDAG IN HAARLEM
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
De blik terug.
Hoofdmomenten
De residentie huldigt de Koningin
Aubade voor het Paleis Voorhout.
.-GRAVENHAGE, 31 Augustus. Het was
vroeg in den ochtend druk in de stad.
Drukker dan op vorige verjaardagen, omdat
reeds om 10 uur een aubade aan Hare Maje
steit is gebracht op het Lange Voorhout.
De stad vertoonde, ondanks het onzekere
weer, een vroolijk en opgewekt beeld. Overal
wapperden de vlaggen. Niet alleen het rood-
wit-blauw, want ook de gezanten hadden de
vlag van hun land uitgestoken. Zooals gebrui
kelijk waren de beugels van de tramwagen.'; met
wimpels versierd. Bovendien waren aan de
voorbalcons van de wagens doeken (rood-wit
blauw en oranje) bevestigd, waartusschen het
Nederlandsche wapen prijkte.
Op het Lange Voorhout had de politie al
vroeg m den ochtend uitgebreide orde-maat
regelen getroffen.
Ter linkerzijde van het Palels waren eenige
rijen stoelen geplaatst. Hier hadden plaats
genomen de minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruïne, het college van burgemeester en
wethouders en verschillende leden van den
gemeenteraad en het Haagsche comité voor
de luisterrijke viering van het regeeringsju-
bileum.
Op het voorplein was een katheder opge
steld voor den dirigent, daarachter stond de
Kon. Militaire kapel onder leiding van kapitein
dr. Walthêr C. Boer en achter den kapel ston
den de 2000 zangers en zangeressen.
Even voor tien uur komen eenige motoren
van de Haagsche politie voor het Paleis ge
reden en enkele seconden daarna dringt ge
juich uit de verte tot het Paleis door.
Onder daverende toejuichingen van
de duizenden en duizenden rijdt de
jarige vorstin in een open auto tus-
schen de rijen door. Naast Hare Maje
steit heeft Prinses Juliana plaatsge
nomen en tegenover Haar is Prins
Bernhard, gekleed in het uniform van
kapitein der grenadiers, gezeten.
De kapel zet het Wilhelmus in, de Konink
lijke Standaard wordt op het dak geheschen
en de schildwachten presenteeren het geweer.
Vriendelijk glimlachend danken de Koningin
en de Prinses voor de juichende hulde en be
treden dan 't PaleL gevolgd door prins Bern
hard.
In stille afwachting stonden toen de dui
zenden enkele oogenblikken en zij juichten
reeds toen twee lakeien over het koperen hek
van het balkon een tapijt neerlegden.
Daverend gejuich plantte zich voort langs
alle rangen der wachtenden toen de Konink
lijke famile ten slotte op het balcon verscheen.
De Koningin was gekleed in een marine-blauwe
robe met een kleine hoed in dezelfde kleur. De
Prinses droeg een zeegroen-gebloemd toilet
met een kleine toque van bruin en groen.
De burgemeester van 's Gravenhage, mr.
J. R. de Monchy, kwam naast de Koninklijke
Familie op het balcon van het paleis staan.
Daarna viel de stilte over het Lange Voor
hout, Sem Dresden hief zijn dirigeerstok op
en frisch begeleid door de Koninklijke Mili
taire Kapel klonk het Kroningslied „Wees be
groet met jubeltonen" dat de Koningin ook bij
haar inhuldiging in 1398 is toegezongen.-Met
groote aandacht volgde de Koningin de uit
voering en oogenblikkelijk gaf Zij het teeken
tot applaus.
Vervolgens klonken de plechtige melodieën
van twee bekende liederen uit „Valerius' Ge-
denckclanck",
De Koninklijke familie applaudisseerde, na
dat de uitvoerenden „Merck toch hoe sterek'
gezongen hadden.
Tenslotte intoneerden de muzikanten het
Wilhelmus. Was het een wonder, dat bij het
zingen van ons volkslied niet alleen de zan
gers en zangeressen instemden, maar ook alle
duizenden, die niet gerekend konden worden
tot de officieele koorleden van deze aubade.
Hiermee werd de aubade beëindigd, maar
toen kregen de menschen vandaag voor het
eerst gelegenheid hun Koningin te bejubelen.
En zij deden dit uit volle borst, terwijl tel
kens het populaire „Lang zal zij leven" werd
ingezet als inleiding voor nog dringende. <-n
nog enthousiaster gejuich.
De gemeenteraad bij de Koningin.
Na deze zanghulde begaven het college van
J. en W. en dc leden der verschillende fracties
van den gemeenteraad van 's Gravenhage zich
naar het paleis, om H.M. geluk te wcnschen
met haar verjaardag en tevens hulde te be
tuigen bij gelegenheid van haar 40-jarig re-
geermgsjubileum. Vrijwel alle raadsleden wa
ren bij deze audiëntie aanwezig.
Burgemeester De Monchy bood H.M. namens
het gemeentebestuur en de burgerij van Den
Haag zijn gelukwenschen aan.
De menschen kregen inmiddels niet genoeg
.'an het juichen en toen zij langs hotel Des
Indes kwamen, waar de Indische vorsten op
het balcon de aubade hadden bijgewoond,
werden ook deze (hartelijk toegewuifd.
Voor het Paleis Noordeinde.
Ofschoon men zulks niet verwachtte en het
publiek-zich dus niet in de eerste plaats had
geconcentreerd rond het Paleis aan het Noord
einde, arriveerde de Koninklijke Familie hier
te even over elf per auto, nadat men van het
Paleis aan het Voorhout was vertrokken.
Toch waren hier eenige duizenden menschen
verzameld, terwijl ook langs de Heulstraat
dichte rijen stonden geschaard.
Een luid gejuich klonk op, toen de Lands-
vorstinne in het zicht kwam, in de auto ge
zeten naast dc Prinses. De Prins had plaats
genomen voor Hare Majesteit.
Voorafgegaan en gevolgd door eenige hof-
dignitarissen in auto's, arriveerde H.M.. dte
het uitstappen zeer hartelijk werd toegejuisht.
Even toefde de Koninklijke Familie op het
bordes om de huid in ontvangst te nemen,
welke beantwoord werd door vriendelijk wui
ven.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-rechtbank te
Haarlem zijn Dinsdag geen faillissementen
uitgesproken.
Wegens gebrek aan actief werden opgehe
ven de faillissementen van:
1. J. D. Röbken, stucadoor, wonende te
Haarlem, Harmenjansweg 43.
Curator mr. H. E. Prinsen Geerligs, te
Haarlem.
2. A. A. Zuurendonk, zonder beroep, wo
nende te Haarlem, Badhuisstraat 8 rood.
Curatrice mevr. mr. C. L. Vis-Sanders te
Haarlem.
Indië deelt in de feestvreugde.
De hoofdstad in levendigen vlaggentool
gesierd.
BATAVIA. 31 Aug. (Aneta-A.N.P.) Door ge
heel Nederlandsch-Indië is de verjaardag van
H.M. de Koningin op zeer opgewekte wijze ge
vierd Militaire parades werden gehouden ter
wijl de hoofden van gewestelijk bestuur open
baar gehoor hielden.
Slechts in de hoofdstad ontbrak het tra-
ditioneele militaire schouwspel, dat werd ver
schoven naar 6 September a.s. Niettemin was
ook hier de feeststemming duidelijk waar te
nemen, in de eerste plaats door den levendi
gen vlaggentooi van de stad, welke reeds vroeg
in den morgen werd ontplooid.
Ook Tandjong-P.riok, waar alle schepen ge-
pavoiseerd waren,'bood een kleurigen aan
blik.
De eigenlijke viering van den verjaardag
van H.M. werd ingezet met een galabal in de
Militaire Sociëteit Concordia, dat o.m. werd
bijgewoond door den gouverneur-generaal,
den vice-president en leden van den Raad van
Nederlandsch-Indië, den commandant der
zeemacht en den commandant van het leger.
Het openbaar gehoor ten palelze Rijswijk
was zeer druk bezocht. Hier waren aanwezig
vertegenwoordigers van alle geledingen dei-
hoof dstedelijke samenleving.
Een overzicht van de drieduizend schoolkinderen die Woensdagmorgen een
aubade brachten voor het stadhuis.
De réveille
De Spaarnebazuin met padvinders voorop trok Woensdagmorgen In
alle vroegte reeds door Haarlem's straten.
RUNCIMAN'S BEMIDDELINGSARBEID.
Het secretariaat van Lord Runciman heeft
medegedeeld, dat Dinsdagochtend Franz Kauf-
mann, voorzitter van den Metaalbewerkers-
bond te Komotau, Schmidt, de secretaris van
den Bond van Textielarbeiders te Reichen-
berg en Wilhelm Weigl van het Duitsche Vak
verbond van Reichenberg door Lord Runciman
werden ontvangen. Zij overhandigden een
memorandum over den huldigen economischen
toestand der industrie in het Sudetenland en
over de middelen om hier verbetering te bren
gen.
De nieuwe Vermeer in
Boymans' Zomertentoonstelling
tot 15 October geopend).
Tot de wonderlijke ontdekkingen op kunst
gebied behoort de in het vorige jaar in den
Franschen kunsthandel opgedoken schilderij
die door een uitnemend kunstgeleerde als Dr.
Abraham Bredius onmiddellijk als een Johan
nes Vermeer geïdentificeerd wred, daarna in
Hollandsch bezit kwam, aangekocht voor het
Rotterdamsche Boymans-museum, en thans
daar op de tentoonstelling van meesterwer
ken uit vier eeuwen, de groote attractie voor
de bezoekers uit binnen en buitenland vormt.
Het mag inderdaad wonderlijk heeten hoe
een schilderij vap den zeldzaraen Delftschen
meester, van wiehs hand nog gfeen veertig
werken bekend waren, een zoodanig verborgen
bestaan kon voeren, dat het door alle kunst
historische onderzoekers en snuffelaars moet
zijn voorbijgegaan. Het moet wel goed opge
borgen zijn geweest, en de beteekenis ervan
moet door niemand bevroet zijn, dat een doek
van één meter dertig bij één meter twintig,
een paar eeuwen lang aan de opmerkzaam
heid der kunstliefhebbers heeft kunnen ont
snappen. Wat begrijpelijk ware zoo het hier
een willekeurig stuk schilderwerk uit vroeger
tijd gold, maar wonderlijk wordt bij een
prachtig stuk kunst als dit.
Zoodat dit schilderij geen historie heeft,
geen stamboom, en waarschijnlijk vóór 1937
in de kunstlitteratuur niet voorkomt. Hoe
het in den Parijschen handel kwam is, naar
ik meen, niet gepubliceerd, althans niet met
concrete gegevens. Hetgeen trouwens alleen
voor de historie, niet voor de schoonheid van
het kunstwerk van belang zou zijn. De laatste
is van zoo bijzonderen aard en van zoo hoog
gehalte, dat men zich bij het gemis aan
historie heeft neer te leggen. Al zou men uit
pure belangstelling over den levensloop van
zulk een kunstwerk graag nog eens den sluier
opgelicht zien.
Over deze voorstelling der Emmaüsgangers
citeer ik het best de beschrijving uit den
tentoonstellingscatalogus:
„Vermeer heeft in dit magistrale doek het
bij'belsche verhaal als het ware gesublimeerd.
Weergegeven is het moment, dat de weder-
opgestane Christus, over wien al het aardsche
leed is heengegaan, zoo juist het brood ge
broken heeft en zijn hand ter zegening op
houdt. De discipelen vermoeden thans eerst,
wien zij in hun midden hebben en met de
diepste vereering zien zij naar den Meester
op. De dienstmaagd heeft zoo juist het wit-
Delftsche kannetje op tafel neergezet. Haar
hand rust nog op het oor. Een innige hand
bindt allen tezamen. In uiterste soberheid,
groot gezien, zijn de figuren gegroepeerd
rondom de tafel, bedekt met een wit laken op
een donkerblauw kleed. Een wonder is de
schildering van het stilleven. Karakteristiek
voor den kunstenaar is het pointillé op het
brood. Het schilderij is niet schoongemaakt:
de oude vernis is geheel bewaard gebleven".
De signatuur I Meer bovenaan op het doek,
waarvan de catalogus rept, is op een afstand
slechts onduidelijk waar te nemen.
Een buitengewoon boeiend, een buitenge
woon schoon schilderij, deze Christus bij Em-
maus. Dat ls de eerste, tevens de blijvende
indruk, als we ons op het bankje, dat voor
het keurig opgestelde doek geplaatst is, heb
ben neergezet. Het is weliswaar niet zoo heel
gemakkelijk, maar we willen het toch pro-
beeren tegelijk met die opstelling de verhalen
over de ontdekking, den aankoop, de genero
siteit van een tonnenschenkend Rotterdam
mer, het enthousiasme van den grijzen ken
ner Bredius, over alles tenslotte wat over
dezen Vermeer te berde gebracht is, te ver
geten en alleen de schilderij te zien. Dan is
het niet alleen het wit-Delftk:he kannetje op
de tafel dat in zijn reinen vorm en schildering
zoo dadelijk aan Vermeer's kunst herinnert.
Het is meer nog de zoo vertrouwde combinatie:
blauw, wit en goudgeel, met elkaar door één
zelfde puurheid verbonden, waardoor we ge
boeid worden. Het wollig-zilverig grijze kleed
van de links zittende figuur en het bezonken
wijnrood van het ónderkleed der dienst
maagd, ondersteunen bescheiden het smette
loos wit van het tafellaken en het diepe
hemelsblauw van Christus' mantel. Nobel...
is het eerste kenschetsende woord, dat wij
voor dit doek vinden kunnen. Men wordt er
even stil van, door wat men simpele verf-
materie weet, gegrepen te worden in een
blijde verbazing, om wat met schilderen be
reikt kan worden in onzen geest.
Eerst als men wat vertrouwder is gewor
den met wat waarlijk een verschijning is,
komt die gevoeligheid tot rust en laat men
het verstand haar controleeren. Hoe merk
waardig mensch is deze Vermeer in het Hol
land zijner dagen geweest. We kenden Em
maüsgangers van Rembrandt, van Jan Steen,
van anderen nog. Het mysterie scheen bij den
eersten haast romantisch, bij den tweeden
bijna gemoedelijk doorvoeld.
In dezen Vermeer, in den kop van den
Christus een van-de-wereld-af gestorven zijn.
in de gespannenheid der rechtsche figuur een
felheid, die bijna on-Hollandsch zijn. De
kalme, reine beschouwelijkheid waarmee Ver
meer zijn Kantwerksters, zijn Brieflezende
dame, zijn Melkmeid zag; de sfeer van rust
waarin de„Christus bij Martha en Maria"
uit Edinburgh's Museum (drie jaar geleden
in Rotterdam te zien) is voorgesteld, ze zijn
weer geheel anders dan de gespannen activi
teit, die Vermeer dan in zijn rijpsten tijd in
zijn werk gelegd heeft en die, met het exeti-
sche in de koppen, deze Emmaüsgangers eer
naar Madrid dan naar Delft zou verwijzen
zoo daar Vermeer's sprekend kleurensamen-
stel niet ware, om met
recht dit wonderwerk
binnen onze grenzen te
behouden.
Want een wonder
werk is deze aanwinst
voor het Rotterdamsch
museum zonder ver
dere discussie. Een
bron van diep genot
voor v/ie een schilder
stuk begrijpen kan. en
niet minder voor hen
wien de inhoud der
voorstelling ter harte
gaat.
Misschien komt van-
ia ag of morgen de wor-
iingsgeschiedenis en
die der eeuwen-lange
reis van het doek nog
eens het contact ver
klaren dat voor mijn
eevoel tusschen dezen
Vermeer en de kunst
van Zuid-Europa be
staat.
J. H. DE BOIS.
Het regeerlngsjublleum geeft alle aanleiding
den blik terug te richten naar den goeden
ouden tijd, die volgens schrijver dezes deze
kenschetsing met eere en naar waarheid mag
dragen wanneer wij hem vergelijken met dien
van vandaag den dag. Doch late ik, lachende
Bajazzo van dit overigens zoo degelijke dag-'
blad, mij niet tot bitterheid doen verleiden en
liever treden In het milde licht eener zoete
herinnering.
Veertig jaar geleden:
Wanneer ik toen hand in hand met een
aardig meisje liep zeiden de menschen niet:
„Kijk hem 'shij is toch getrouwdzou
zij dat weten?". Maar toen zeiden ze glim
lachend: „Kijk nu eens, wat een snoeperig
jongetje daar met die leuke kinder juf wan
delt".
Veertig jaar geleden:
Wanneer ik toen het gelukzaligste aller ge
lukzalige oogenblikken beleven wilde, dan vroeg
ik mijn moeder om chocoladevlaen nu
mensch. voor mij is het 't plezierigst wanneer
ik rust heben een beetje in een gemak-
kelijken stoel mag zitten dommelen.
Veertig jaar geleden:
Toen speelde ik met blokken uit de blokken
doos, maakte hooge torens en gooide die weer
omver. Nu heb ik van allemaal wankele blok
jes het torentje-torentje-bussekrult gebouwd
dat men met eenig optimisme ..een carrière"
mag noemen en ik ben als de dood dat ze het
om zullen blazen.
Veertig jaar geleden:
Toen was het: ezeltje strek-je-tafeltje-dek-
je. Mijn boterham lag altijd netjes klaar op
mijn ontbijtbordje-met-roode-kaboutertjes en
er stond een beker melk bij en 's avonds lag
er 'n keurig-gesneden stukje vleesch op met
spinazie en mijn schuivertje en mijn slabbe
tje. Nu moet ik zelf voor mijn boterhammetje,
mijn melk je en vleesch je zorgen en nu weet
ik dat 't maar niet zoo op je bordje komt en
dat je in het zweet des aanschijns moet wer
ken voor en aleer je spinazie eten kunt.
Veertig jaar geleden:
Toen lachten de menschen en streelden ze
mijn toen nog streelenswaardlge wangetje
•wanneer ik zei dat tante Door heelemaal geen
leuk mensch was en dat oóm Piet zoo'n roode
neus had. „Wat een bij de handje zeiden ze dan
verteederd. Maar vandaag-den-dag moet ik
lief en vriendelijk zijn tegen nog heel wat on
aardiger en onleuker menschen dan die goeie
Door en die brave Piet. En ik schrijf hun brie
ven met: „met de meeste hoogachting" en
,zeer geachte heer Pietersen".
Veertig jaar geleden mocht ik bij alle meis
jes van twintig jaar op schoot klauteren en
ze knuffelden me ook nog.
Mocht ik „bah vies" zeggen tegen een grij
zen baard die mij niet aanstond.
Kon ik. ongestoord, twaalf uur slapen.
Mocht ik zoo maar de kamer uit als er visite
was.
Hoefde ik zelf niet op visite te gaan.
Wist ik nog niet dat de groote menschen
elkaar verdriet, en pijn doen en elkaar ver
moorden en vriendelijke dingen tegen elkaar
zeggen, terwijl ze denken: „ik wou dat die vent
maar opschoot".
Kortom: veertig jaar geleden was het een
„goeie ouwe tijd" en ik wil de menschen wel
eens zien. die het niet met mij eens zijn en
die niet terug verlangen naar kinderjuf.
Zijn er zulke?
Mr. E- ELXAR
uit het leven der Koningin.
we hoofdmomenten uit het leven van
vüSnfAn Wilhelmina overdenken dan gaan
tredachten natuurlijk het eerst uit naar
S nlechtlge inhuldiging van 6 September 1898
J; Amsterdam,
rt een proclamatie had de toen 18-jarige
«fin op 31 Augustus van datzelfde jaar de
ffpering der Nederlanden aanvaard,
wet volgende hoofdmoment uit het leven vari
rrninrin Wilhelmina was een meer persoon-
vit feit Op 7 Februari 1901 werd haar huwe-
K met hertog Hendrik van Mecklenburg—
LJhwerin te Den Haag voltrokken.
Sc^rongewone blijdschap heeft het Neder-
Wsche volk op 30 April 1909 mede
£5 eeluk der Koningin toen op i
Srinses Juliana werd geboren,
wnp de Koningin ook in de moeilijke oor
baren (1914—1918) de woorden uit Haar
Samatie waarin zij de verzekering gaf dat
Ei-rich voornam te regeeren zooals van een
v 'fin uit het Huis van Oranje verwacht
IX worden, nagekomen is, blijkt wel uit de
ffike bezoeken die zij in deze jaren bracht
nn de gemobiliseerde troepen en zich per
soonlijk van den toestand der soldatenkampen
°VTuistSintijden van nood toonde Koningin
wilhelmina zich een ware „Moeder des Vader
lands" Dergelijke momenten, misschien naar
L^fpn'niet zoo indrukwekkend als b.v. de be-
ïïtpn die de Duitsche Keizer, Koning Albert
Sn Belrië, President Fallières van Frankrijk,
5p Koning van Denemarken en president
Krueer voor den wereldoorlog aan ons land
Krachten, zijn toch voor Koningin Wilhelmina
r; Haar volk hoofdmomenten geworden die
ppn onuitwischbaren indruk achter lieten.
In 1933 kreeg ons land bezoek van twee
Scandinavische vorsten, Koning Haakon van
Noorwegen en Koning Gustaaf van Zweden
brachten een bezoek aan H.M. de Koningin.
Op 6 September 1923 herdacht de Koningin
haar Zilveren Regeeringsjubileum en 31 Augus
tas 1930 werd Zij vijftig jaar. Twee feiten die
alom in Nederland met enthousiasme werden
^Met^csfmfs 1931 sprak onze Vorstin voor
het eerst door de radio tot Haar Volk.
Ook veel leed is Koningin Wilhelmina niet
bespaard gebleven. Den 20sten Maart 1934
overleed de Koningin-Moeder Emma diep be
treurd door haar dierbaren en door alle Ne
derlanders, die haar beminnelijke persoonlijk
heid niet licht zullen vergeten. Den 3den Juli
van hetzelfde jaar overleed de Prins Gemaal.
Twee jaar later op 8 September 1936 deed
Prins Bernhard zijn intrede in de Koninklijke
Familie. Hare Majesteit kondigde toen de ver
loving van Prinses Juliana aan.
Zeven Januari 1937 werd het huwelijk in de
Groote Kerk in Den Haag plechtig voltrokken.
Nog versch ligt de blijdschap in de herin
nering waarmede de geboorte van Prinses
Beatnx op 31 Januari 1938 werd begroet.
Bonnet verklaart in den ministerraad, dat de
aangegane verplichtingen zullen worden
nagekomen,
In de Dinsdag gehouden vergadering
van den Franschen ministerraad heeft de mi
nister van buitenlandsohe zaken Bonnet een
uitvoerig overzicht gegeven van den buiten-
landsch-politieken toestand, voornamelijk met
betrekking tot de gebeurtenissen in het Verre
Oosten, den oorlog in Spanje, de Fransch-
Ifcaliaansche betrekkingen en het Tsjecho-
Slowaaksche vraagstuk.
In het bijzonder heeft hij zeer uitvoerig ge
sproken over de Tsjecho Slowaaksche kwestie.
Het Fransche standpunt blijft onveranderd:
door een pact met Tsjecho Slowakije verbon
den zal Frankrijk het verdrag nakomen.
Tijdens het onderhoud, dat hij gedurende
zjjn bezoek in Duitschland met Duitsche mi
nisters heeft gehad, heeft Vuilleinin dat dade
lijk te kennen gegeven. Parijs acht dan ook een
Franschen stap te Berlijn om te herineren aan
de verplichtingen tegenover Praag overbodig,
vooral daar men iedere daad wil voorkomen,
welke bij den geest, die thans in Duitschland
heerscht, op onjuiste wijze zou worden uitge
legd. Het contact tusschen Parijs en Londen
is permanent.
De Fransche regeering gelooft aan de moge
lijkheid van een vreedzame regeling en hoopt,
dat de Britsche pogingen een vriendschappe
lijke oplossing van het geschil te verkrijgen
tot succes zullen lelden.
Nederlandsche gebieden tot elkaar
gebracht.
De „Meeuw" vliegt in 51/: uur van Curasao,
naar Suriname.
Zooals wij reeds eerder meldden, maakte een
der K.L.M. Lockheed super electra vliegtui
gen in de West, de Meeuw, een geslaagde
proefvlucht van Curacao naar Paramaribo.
Eenige gouvernementsambtenaren werden
daarin de gelegenheid gesteld een rondvlucht
van ongeveer 700 K.M. "mede te maken langs
de kust en over het binnenland van het Suri-
naamsche grondgebied.
Zondag j.l. aanvaardde de Meeuw de terug
eis en heeft daarbij den afstand Paramaribo
--Curacao ditmaal rechtsreeks dus zonder
tusschenlanding in Trinidad, afgelegd.
Wanneer men bedenkt, dat de bootreis van
Uira?ao naar Suriname zeven dagen vergt, is
bet belang van- deze vlucht duidelijk. De af
stand van ongeveer 1700 K.M. werd n.l. in 5V2
gevlogen. Dat wil dus zeggen, dat deze
oe.ide Nedeï-landsche koloniën tot op belangrijk
bunder dain één dagreis afstand van elkaar
W gebracht hetgeen in de toekomst ongetwij-
reid bijdragen zal tot een versterking der
gen tuj&schen onze gebiedsdeelen in de
Fransche standpunt tegenover
Tsjecho Slowakije bevestigd.