KONINGINNEDAG IN HAARLEM Kunst in Haarlem en daarbuiten. De blik terug. Hoofdmomenten De residentie huldigt de Koningin Aubade voor het Paleis Voorhout. .-GRAVENHAGE, 31 Augustus. Het was vroeg in den ochtend druk in de stad. Drukker dan op vorige verjaardagen, omdat reeds om 10 uur een aubade aan Hare Maje steit is gebracht op het Lange Voorhout. De stad vertoonde, ondanks het onzekere weer, een vroolijk en opgewekt beeld. Overal wapperden de vlaggen. Niet alleen het rood- wit-blauw, want ook de gezanten hadden de vlag van hun land uitgestoken. Zooals gebrui kelijk waren de beugels van de tramwagen.'; met wimpels versierd. Bovendien waren aan de voorbalcons van de wagens doeken (rood-wit blauw en oranje) bevestigd, waartusschen het Nederlandsche wapen prijkte. Op het Lange Voorhout had de politie al vroeg m den ochtend uitgebreide orde-maat regelen getroffen. Ter linkerzijde van het Palels waren eenige rijen stoelen geplaatst. Hier hadden plaats genomen de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruïne, het college van burgemeester en wethouders en verschillende leden van den gemeenteraad en het Haagsche comité voor de luisterrijke viering van het regeeringsju- bileum. Op het voorplein was een katheder opge steld voor den dirigent, daarachter stond de Kon. Militaire kapel onder leiding van kapitein dr. Walthêr C. Boer en achter den kapel ston den de 2000 zangers en zangeressen. Even voor tien uur komen eenige motoren van de Haagsche politie voor het Paleis ge reden en enkele seconden daarna dringt ge juich uit de verte tot het Paleis door. Onder daverende toejuichingen van de duizenden en duizenden rijdt de jarige vorstin in een open auto tus- schen de rijen door. Naast Hare Maje steit heeft Prinses Juliana plaatsge nomen en tegenover Haar is Prins Bernhard, gekleed in het uniform van kapitein der grenadiers, gezeten. De kapel zet het Wilhelmus in, de Konink lijke Standaard wordt op het dak geheschen en de schildwachten presenteeren het geweer. Vriendelijk glimlachend danken de Koningin en de Prinses voor de juichende hulde en be treden dan 't PaleL gevolgd door prins Bern hard. In stille afwachting stonden toen de dui zenden enkele oogenblikken en zij juichten reeds toen twee lakeien over het koperen hek van het balkon een tapijt neerlegden. Daverend gejuich plantte zich voort langs alle rangen der wachtenden toen de Konink lijke famile ten slotte op het balcon verscheen. De Koningin was gekleed in een marine-blauwe robe met een kleine hoed in dezelfde kleur. De Prinses droeg een zeegroen-gebloemd toilet met een kleine toque van bruin en groen. De burgemeester van 's Gravenhage, mr. J. R. de Monchy, kwam naast de Koninklijke Familie op het balcon van het paleis staan. Daarna viel de stilte over het Lange Voor hout, Sem Dresden hief zijn dirigeerstok op en frisch begeleid door de Koninklijke Mili taire Kapel klonk het Kroningslied „Wees be groet met jubeltonen" dat de Koningin ook bij haar inhuldiging in 1398 is toegezongen.-Met groote aandacht volgde de Koningin de uit voering en oogenblikkelijk gaf Zij het teeken tot applaus. Vervolgens klonken de plechtige melodieën van twee bekende liederen uit „Valerius' Ge- denckclanck", De Koninklijke familie applaudisseerde, na dat de uitvoerenden „Merck toch hoe sterek' gezongen hadden. Tenslotte intoneerden de muzikanten het Wilhelmus. Was het een wonder, dat bij het zingen van ons volkslied niet alleen de zan gers en zangeressen instemden, maar ook alle duizenden, die niet gerekend konden worden tot de officieele koorleden van deze aubade. Hiermee werd de aubade beëindigd, maar toen kregen de menschen vandaag voor het eerst gelegenheid hun Koningin te bejubelen. En zij deden dit uit volle borst, terwijl tel kens het populaire „Lang zal zij leven" werd ingezet als inleiding voor nog dringende. <-n nog enthousiaster gejuich. De gemeenteraad bij de Koningin. Na deze zanghulde begaven het college van J. en W. en dc leden der verschillende fracties van den gemeenteraad van 's Gravenhage zich naar het paleis, om H.M. geluk te wcnschen met haar verjaardag en tevens hulde te be tuigen bij gelegenheid van haar 40-jarig re- geermgsjubileum. Vrijwel alle raadsleden wa ren bij deze audiëntie aanwezig. Burgemeester De Monchy bood H.M. namens het gemeentebestuur en de burgerij van Den Haag zijn gelukwenschen aan. De menschen kregen inmiddels niet genoeg .'an het juichen en toen zij langs hotel Des Indes kwamen, waar de Indische vorsten op het balcon de aubade hadden bijgewoond, werden ook deze (hartelijk toegewuifd. Voor het Paleis Noordeinde. Ofschoon men zulks niet verwachtte en het publiek-zich dus niet in de eerste plaats had geconcentreerd rond het Paleis aan het Noord einde, arriveerde de Koninklijke Familie hier te even over elf per auto, nadat men van het Paleis aan het Voorhout was vertrokken. Toch waren hier eenige duizenden menschen verzameld, terwijl ook langs de Heulstraat dichte rijen stonden geschaard. Een luid gejuich klonk op, toen de Lands- vorstinne in het zicht kwam, in de auto ge zeten naast dc Prinses. De Prins had plaats genomen voor Hare Majesteit. Voorafgegaan en gevolgd door eenige hof- dignitarissen in auto's, arriveerde H.M.. dte het uitstappen zeer hartelijk werd toegejuisht. Even toefde de Koninklijke Familie op het bordes om de huid in ontvangst te nemen, welke beantwoord werd door vriendelijk wui ven. FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-rechtbank te Haarlem zijn Dinsdag geen faillissementen uitgesproken. Wegens gebrek aan actief werden opgehe ven de faillissementen van: 1. J. D. Röbken, stucadoor, wonende te Haarlem, Harmenjansweg 43. Curator mr. H. E. Prinsen Geerligs, te Haarlem. 2. A. A. Zuurendonk, zonder beroep, wo nende te Haarlem, Badhuisstraat 8 rood. Curatrice mevr. mr. C. L. Vis-Sanders te Haarlem. Indië deelt in de feestvreugde. De hoofdstad in levendigen vlaggentool gesierd. BATAVIA. 31 Aug. (Aneta-A.N.P.) Door ge heel Nederlandsch-Indië is de verjaardag van H.M. de Koningin op zeer opgewekte wijze ge vierd Militaire parades werden gehouden ter wijl de hoofden van gewestelijk bestuur open baar gehoor hielden. Slechts in de hoofdstad ontbrak het tra- ditioneele militaire schouwspel, dat werd ver schoven naar 6 September a.s. Niettemin was ook hier de feeststemming duidelijk waar te nemen, in de eerste plaats door den levendi gen vlaggentooi van de stad, welke reeds vroeg in den morgen werd ontplooid. Ook Tandjong-P.riok, waar alle schepen ge- pavoiseerd waren,'bood een kleurigen aan blik. De eigenlijke viering van den verjaardag van H.M. werd ingezet met een galabal in de Militaire Sociëteit Concordia, dat o.m. werd bijgewoond door den gouverneur-generaal, den vice-president en leden van den Raad van Nederlandsch-Indië, den commandant der zeemacht en den commandant van het leger. Het openbaar gehoor ten palelze Rijswijk was zeer druk bezocht. Hier waren aanwezig vertegenwoordigers van alle geledingen dei- hoof dstedelijke samenleving. Een overzicht van de drieduizend schoolkinderen die Woensdagmorgen een aubade brachten voor het stadhuis. De réveille De Spaarnebazuin met padvinders voorop trok Woensdagmorgen In alle vroegte reeds door Haarlem's straten. RUNCIMAN'S BEMIDDELINGSARBEID. Het secretariaat van Lord Runciman heeft medegedeeld, dat Dinsdagochtend Franz Kauf- mann, voorzitter van den Metaalbewerkers- bond te Komotau, Schmidt, de secretaris van den Bond van Textielarbeiders te Reichen- berg en Wilhelm Weigl van het Duitsche Vak verbond van Reichenberg door Lord Runciman werden ontvangen. Zij overhandigden een memorandum over den huldigen economischen toestand der industrie in het Sudetenland en over de middelen om hier verbetering te bren gen. De nieuwe Vermeer in Boymans' Zomertentoonstelling tot 15 October geopend). Tot de wonderlijke ontdekkingen op kunst gebied behoort de in het vorige jaar in den Franschen kunsthandel opgedoken schilderij die door een uitnemend kunstgeleerde als Dr. Abraham Bredius onmiddellijk als een Johan nes Vermeer geïdentificeerd wred, daarna in Hollandsch bezit kwam, aangekocht voor het Rotterdamsche Boymans-museum, en thans daar op de tentoonstelling van meesterwer ken uit vier eeuwen, de groote attractie voor de bezoekers uit binnen en buitenland vormt. Het mag inderdaad wonderlijk heeten hoe een schilderij vap den zeldzaraen Delftschen meester, van wiehs hand nog gfeen veertig werken bekend waren, een zoodanig verborgen bestaan kon voeren, dat het door alle kunst historische onderzoekers en snuffelaars moet zijn voorbijgegaan. Het moet wel goed opge borgen zijn geweest, en de beteekenis ervan moet door niemand bevroet zijn, dat een doek van één meter dertig bij één meter twintig, een paar eeuwen lang aan de opmerkzaam heid der kunstliefhebbers heeft kunnen ont snappen. Wat begrijpelijk ware zoo het hier een willekeurig stuk schilderwerk uit vroeger tijd gold, maar wonderlijk wordt bij een prachtig stuk kunst als dit. Zoodat dit schilderij geen historie heeft, geen stamboom, en waarschijnlijk vóór 1937 in de kunstlitteratuur niet voorkomt. Hoe het in den Parijschen handel kwam is, naar ik meen, niet gepubliceerd, althans niet met concrete gegevens. Hetgeen trouwens alleen voor de historie, niet voor de schoonheid van het kunstwerk van belang zou zijn. De laatste is van zoo bijzonderen aard en van zoo hoog gehalte, dat men zich bij het gemis aan historie heeft neer te leggen. Al zou men uit pure belangstelling over den levensloop van zulk een kunstwerk graag nog eens den sluier opgelicht zien. Over deze voorstelling der Emmaüsgangers citeer ik het best de beschrijving uit den tentoonstellingscatalogus: „Vermeer heeft in dit magistrale doek het bij'belsche verhaal als het ware gesublimeerd. Weergegeven is het moment, dat de weder- opgestane Christus, over wien al het aardsche leed is heengegaan, zoo juist het brood ge broken heeft en zijn hand ter zegening op houdt. De discipelen vermoeden thans eerst, wien zij in hun midden hebben en met de diepste vereering zien zij naar den Meester op. De dienstmaagd heeft zoo juist het wit- Delftsche kannetje op tafel neergezet. Haar hand rust nog op het oor. Een innige hand bindt allen tezamen. In uiterste soberheid, groot gezien, zijn de figuren gegroepeerd rondom de tafel, bedekt met een wit laken op een donkerblauw kleed. Een wonder is de schildering van het stilleven. Karakteristiek voor den kunstenaar is het pointillé op het brood. Het schilderij is niet schoongemaakt: de oude vernis is geheel bewaard gebleven". De signatuur I Meer bovenaan op het doek, waarvan de catalogus rept, is op een afstand slechts onduidelijk waar te nemen. Een buitengewoon boeiend, een buitenge woon schoon schilderij, deze Christus bij Em- maus. Dat ls de eerste, tevens de blijvende indruk, als we ons op het bankje, dat voor het keurig opgestelde doek geplaatst is, heb ben neergezet. Het is weliswaar niet zoo heel gemakkelijk, maar we willen het toch pro- beeren tegelijk met die opstelling de verhalen over de ontdekking, den aankoop, de genero siteit van een tonnenschenkend Rotterdam mer, het enthousiasme van den grijzen ken ner Bredius, over alles tenslotte wat over dezen Vermeer te berde gebracht is, te ver geten en alleen de schilderij te zien. Dan is het niet alleen het wit-Delftk:he kannetje op de tafel dat in zijn reinen vorm en schildering zoo dadelijk aan Vermeer's kunst herinnert. Het is meer nog de zoo vertrouwde combinatie: blauw, wit en goudgeel, met elkaar door één zelfde puurheid verbonden, waardoor we ge boeid worden. Het wollig-zilverig grijze kleed van de links zittende figuur en het bezonken wijnrood van het ónderkleed der dienst maagd, ondersteunen bescheiden het smette loos wit van het tafellaken en het diepe hemelsblauw van Christus' mantel. Nobel... is het eerste kenschetsende woord, dat wij voor dit doek vinden kunnen. Men wordt er even stil van, door wat men simpele verf- materie weet, gegrepen te worden in een blijde verbazing, om wat met schilderen be reikt kan worden in onzen geest. Eerst als men wat vertrouwder is gewor den met wat waarlijk een verschijning is, komt die gevoeligheid tot rust en laat men het verstand haar controleeren. Hoe merk waardig mensch is deze Vermeer in het Hol land zijner dagen geweest. We kenden Em maüsgangers van Rembrandt, van Jan Steen, van anderen nog. Het mysterie scheen bij den eersten haast romantisch, bij den tweeden bijna gemoedelijk doorvoeld. In dezen Vermeer, in den kop van den Christus een van-de-wereld-af gestorven zijn. in de gespannenheid der rechtsche figuur een felheid, die bijna on-Hollandsch zijn. De kalme, reine beschouwelijkheid waarmee Ver meer zijn Kantwerksters, zijn Brieflezende dame, zijn Melkmeid zag; de sfeer van rust waarin de„Christus bij Martha en Maria" uit Edinburgh's Museum (drie jaar geleden in Rotterdam te zien) is voorgesteld, ze zijn weer geheel anders dan de gespannen activi teit, die Vermeer dan in zijn rijpsten tijd in zijn werk gelegd heeft en die, met het exeti- sche in de koppen, deze Emmaüsgangers eer naar Madrid dan naar Delft zou verwijzen zoo daar Vermeer's sprekend kleurensamen- stel niet ware, om met recht dit wonderwerk binnen onze grenzen te behouden. Want een wonder werk is deze aanwinst voor het Rotterdamsch museum zonder ver dere discussie. Een bron van diep genot voor v/ie een schilder stuk begrijpen kan. en niet minder voor hen wien de inhoud der voorstelling ter harte gaat. Misschien komt van- ia ag of morgen de wor- iingsgeschiedenis en die der eeuwen-lange reis van het doek nog eens het contact ver klaren dat voor mijn eevoel tusschen dezen Vermeer en de kunst van Zuid-Europa be staat. J. H. DE BOIS. Het regeerlngsjublleum geeft alle aanleiding den blik terug te richten naar den goeden ouden tijd, die volgens schrijver dezes deze kenschetsing met eere en naar waarheid mag dragen wanneer wij hem vergelijken met dien van vandaag den dag. Doch late ik, lachende Bajazzo van dit overigens zoo degelijke dag-' blad, mij niet tot bitterheid doen verleiden en liever treden In het milde licht eener zoete herinnering. Veertig jaar geleden: Wanneer ik toen hand in hand met een aardig meisje liep zeiden de menschen niet: „Kijk hem 'shij is toch getrouwdzou zij dat weten?". Maar toen zeiden ze glim lachend: „Kijk nu eens, wat een snoeperig jongetje daar met die leuke kinder juf wan delt". Veertig jaar geleden: Wanneer ik toen het gelukzaligste aller ge lukzalige oogenblikken beleven wilde, dan vroeg ik mijn moeder om chocoladevlaen nu mensch. voor mij is het 't plezierigst wanneer ik rust heben een beetje in een gemak- kelijken stoel mag zitten dommelen. Veertig jaar geleden: Toen speelde ik met blokken uit de blokken doos, maakte hooge torens en gooide die weer omver. Nu heb ik van allemaal wankele blok jes het torentje-torentje-bussekrult gebouwd dat men met eenig optimisme ..een carrière" mag noemen en ik ben als de dood dat ze het om zullen blazen. Veertig jaar geleden: Toen was het: ezeltje strek-je-tafeltje-dek- je. Mijn boterham lag altijd netjes klaar op mijn ontbijtbordje-met-roode-kaboutertjes en er stond een beker melk bij en 's avonds lag er 'n keurig-gesneden stukje vleesch op met spinazie en mijn schuivertje en mijn slabbe tje. Nu moet ik zelf voor mijn boterhammetje, mijn melk je en vleesch je zorgen en nu weet ik dat 't maar niet zoo op je bordje komt en dat je in het zweet des aanschijns moet wer ken voor en aleer je spinazie eten kunt. Veertig jaar geleden: Toen lachten de menschen en streelden ze mijn toen nog streelenswaardlge wangetje •wanneer ik zei dat tante Door heelemaal geen leuk mensch was en dat oóm Piet zoo'n roode neus had. „Wat een bij de handje zeiden ze dan verteederd. Maar vandaag-den-dag moet ik lief en vriendelijk zijn tegen nog heel wat on aardiger en onleuker menschen dan die goeie Door en die brave Piet. En ik schrijf hun brie ven met: „met de meeste hoogachting" en ,zeer geachte heer Pietersen". Veertig jaar geleden mocht ik bij alle meis jes van twintig jaar op schoot klauteren en ze knuffelden me ook nog. Mocht ik „bah vies" zeggen tegen een grij zen baard die mij niet aanstond. Kon ik. ongestoord, twaalf uur slapen. Mocht ik zoo maar de kamer uit als er visite was. Hoefde ik zelf niet op visite te gaan. Wist ik nog niet dat de groote menschen elkaar verdriet, en pijn doen en elkaar ver moorden en vriendelijke dingen tegen elkaar zeggen, terwijl ze denken: „ik wou dat die vent maar opschoot". Kortom: veertig jaar geleden was het een „goeie ouwe tijd" en ik wil de menschen wel eens zien. die het niet met mij eens zijn en die niet terug verlangen naar kinderjuf. Zijn er zulke? Mr. E- ELXAR uit het leven der Koningin. we hoofdmomenten uit het leven van vüSnfAn Wilhelmina overdenken dan gaan tredachten natuurlijk het eerst uit naar S nlechtlge inhuldiging van 6 September 1898 J; Amsterdam, rt een proclamatie had de toen 18-jarige «fin op 31 Augustus van datzelfde jaar de ffpering der Nederlanden aanvaard, wet volgende hoofdmoment uit het leven vari rrninrin Wilhelmina was een meer persoon- vit feit Op 7 Februari 1901 werd haar huwe- K met hertog Hendrik van Mecklenburg— LJhwerin te Den Haag voltrokken. Sc^rongewone blijdschap heeft het Neder- Wsche volk op 30 April 1909 mede £5 eeluk der Koningin toen op i Srinses Juliana werd geboren, wnp de Koningin ook in de moeilijke oor baren (1914—1918) de woorden uit Haar Samatie waarin zij de verzekering gaf dat Ei-rich voornam te regeeren zooals van een v 'fin uit het Huis van Oranje verwacht IX worden, nagekomen is, blijkt wel uit de ffike bezoeken die zij in deze jaren bracht nn de gemobiliseerde troepen en zich per soonlijk van den toestand der soldatenkampen °VTuistSintijden van nood toonde Koningin wilhelmina zich een ware „Moeder des Vader lands" Dergelijke momenten, misschien naar L^fpn'niet zoo indrukwekkend als b.v. de be- ïïtpn die de Duitsche Keizer, Koning Albert Sn Belrië, President Fallières van Frankrijk, 5p Koning van Denemarken en president Krueer voor den wereldoorlog aan ons land Krachten, zijn toch voor Koningin Wilhelmina r; Haar volk hoofdmomenten geworden die ppn onuitwischbaren indruk achter lieten. In 1933 kreeg ons land bezoek van twee Scandinavische vorsten, Koning Haakon van Noorwegen en Koning Gustaaf van Zweden brachten een bezoek aan H.M. de Koningin. Op 6 September 1923 herdacht de Koningin haar Zilveren Regeeringsjubileum en 31 Augus tas 1930 werd Zij vijftig jaar. Twee feiten die alom in Nederland met enthousiasme werden ^Met^csfmfs 1931 sprak onze Vorstin voor het eerst door de radio tot Haar Volk. Ook veel leed is Koningin Wilhelmina niet bespaard gebleven. Den 20sten Maart 1934 overleed de Koningin-Moeder Emma diep be treurd door haar dierbaren en door alle Ne derlanders, die haar beminnelijke persoonlijk heid niet licht zullen vergeten. Den 3den Juli van hetzelfde jaar overleed de Prins Gemaal. Twee jaar later op 8 September 1936 deed Prins Bernhard zijn intrede in de Koninklijke Familie. Hare Majesteit kondigde toen de ver loving van Prinses Juliana aan. Zeven Januari 1937 werd het huwelijk in de Groote Kerk in Den Haag plechtig voltrokken. Nog versch ligt de blijdschap in de herin nering waarmede de geboorte van Prinses Beatnx op 31 Januari 1938 werd begroet. Bonnet verklaart in den ministerraad, dat de aangegane verplichtingen zullen worden nagekomen, In de Dinsdag gehouden vergadering van den Franschen ministerraad heeft de mi nister van buitenlandsohe zaken Bonnet een uitvoerig overzicht gegeven van den buiten- landsch-politieken toestand, voornamelijk met betrekking tot de gebeurtenissen in het Verre Oosten, den oorlog in Spanje, de Fransch- Ifcaliaansche betrekkingen en het Tsjecho- Slowaaksche vraagstuk. In het bijzonder heeft hij zeer uitvoerig ge sproken over de Tsjecho Slowaaksche kwestie. Het Fransche standpunt blijft onveranderd: door een pact met Tsjecho Slowakije verbon den zal Frankrijk het verdrag nakomen. Tijdens het onderhoud, dat hij gedurende zjjn bezoek in Duitschland met Duitsche mi nisters heeft gehad, heeft Vuilleinin dat dade lijk te kennen gegeven. Parijs acht dan ook een Franschen stap te Berlijn om te herineren aan de verplichtingen tegenover Praag overbodig, vooral daar men iedere daad wil voorkomen, welke bij den geest, die thans in Duitschland heerscht, op onjuiste wijze zou worden uitge legd. Het contact tusschen Parijs en Londen is permanent. De Fransche regeering gelooft aan de moge lijkheid van een vreedzame regeling en hoopt, dat de Britsche pogingen een vriendschappe lijke oplossing van het geschil te verkrijgen tot succes zullen lelden. Nederlandsche gebieden tot elkaar gebracht. De „Meeuw" vliegt in 51/: uur van Curasao, naar Suriname. Zooals wij reeds eerder meldden, maakte een der K.L.M. Lockheed super electra vliegtui gen in de West, de Meeuw, een geslaagde proefvlucht van Curacao naar Paramaribo. Eenige gouvernementsambtenaren werden daarin de gelegenheid gesteld een rondvlucht van ongeveer 700 K.M. "mede te maken langs de kust en over het binnenland van het Suri- naamsche grondgebied. Zondag j.l. aanvaardde de Meeuw de terug eis en heeft daarbij den afstand Paramaribo --Curacao ditmaal rechtsreeks dus zonder tusschenlanding in Trinidad, afgelegd. Wanneer men bedenkt, dat de bootreis van Uira?ao naar Suriname zeven dagen vergt, is bet belang van- deze vlucht duidelijk. De af stand van ongeveer 1700 K.M. werd n.l. in 5V2 gevlogen. Dat wil dus zeggen, dat deze oe.ide Nedeï-landsche koloniën tot op belangrijk bunder dain één dagreis afstand van elkaar W gebracht hetgeen in de toekomst ongetwij- reid bijdragen zal tot een versterking der gen tuj&schen onze gebiedsdeelen in de Fransche standpunt tegenover Tsjecho Slowakije bevestigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 7