Hedz, tandsck
Indië-
tijdens de regeering
van H.M. de Koningin
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1938
Dane Me. De. D. Toch, MLniste-e
van Staat, oud Qouveeneuc-
Qeneeaai van llecLtetand&ch -Indië
Op het gebied van publieke werken is al
evenzeer veel tot stand gebracht. De aanleg
van wegen op Java, op Sumatra en ook op
andere eilanden is flink ter hand genomen,
zoodat het verkeer vergemakkelijkt is en zeer
is uitgebreid.
Voor goed geoutilleerde havens is gezorgd,
en aan het bezit van goede openbare gebou
wen is aandacht geschonken. Men hoort dan
ook van hen die Indië bezoeken niet anders
dan groote lof voor al wat door de Nederlan
ders in Indië is verricht. De groote uitgaven,
die zijn besteed, hebben in 1921 en volgende
jaren wel tot bezuiniging verplicht, maar in
1924 was men weer tot een sluitende begroo
ting gekomen. Helaas volgdë in 1930 en vol
gende jaren de crisis, welke tot nog grootere
bezuiniging dan in 1921 heeft genoodzaakt.
De daling der prijzen van de uitvoerproduc-
ten, niet het minst de lage suikerprijzen, heb
ben geleid tot stopzetting en beperking van
verschillende ondernemingen; het is duide
lijk dat dit zeer ongunstigen invloed had op
de Rijksinkomsten en dat tevens velen, zoo
wel Europeanen als Inlanders, daardoor werk
loos werden. Indië heeft zich prachtig door
de groote moeilijkheden heen geslagen, en
de Regeering heeft het Hare gedaan om alles
nog zooveel mogelijk geregeld te doen verloo-
pen. Het valt natuurlijk niet te ontkennen
dat velen, ondernemers, geëmployeerden en
werklieden daardoor zeer getroffen zijn.
Maar in 1937 is er een opleving geweest, die
den toestand veel verbeterd heeft, en al mo
gen de prijzen der producten zich niet ten
volle hebben gehandhaafd op het hooge ni
veau, waarop zij weder waren gekomen, toch
is er reden voor een meer. optimistischen kijk
op de toekomst. Moge dit optimisme werkelijk
gegrond blijken!
De hoogere uitgaven, welke .voor leger en
vloot noodig zijn, maken den fi'nancieelen
toéstand moeilijk maar daaraan valt niet
te ontkomen. De tegenwoordige tijdsomstan
digheden. leggen onsmeer dan ooit de ver
plichting op om voor een behoorlijke defen
sie van Ned.-Indie te zorgen.
IP EN zeer belangrijke maatregel, die tot
stand is gekomen, is de wettelijke erken
ning van de rechtspersoonlijkheid van. Ned.-
Indië. Daardoor is het sluiten van leeningen
op naam van Indië mogelijk geworden. Wel
iswaar moest in de laatste crisisjaren de In
dische schuld door Nederland gegarandeerd
worden, maar als weer normale toestanden
intreden zal dit weer kunnen vervallen.
Wij hebben het groote voorrecht, dat wij ito
Indië een goed corps ambtenaren hebben; op
elk gebied, ook op militair gebied, hebben wij
flinke, ernstige en bekwame werkers, die met
volle toewijding zich geven aan de taak wel
ke op hun schouders rust. En ik moge er bi'
voegen, dat ook buiten de ambtelijke wereld
door de ondernemers, kooplieden en in^
trieelen blijk wordt gegeven van groote werk"
kracht en energie.
De verhouding tusschen Nederland en in.
dië heeft wel 'eens aanleiding gegeven tot
eenige wrijving; in Indië eischte men dan
meer zelfstandigheid, minder afhankelijkheid
van Nederland. Maar met tact en onderlinge
waardeering kon ook die moeilijkheid wor
den ter zijde gesteld. En de Rijkseenheid
moet steeds in het oog worden gehouden, zoo
als men dit wel algemeen gevoelt en begrijpt
(f\ ND1CR de bevolking van Indië zijn in de
veertig jaren, welke nu achter ons liggen
geestesstroomingen opgekomen, zooals men
ze te voren niet had gekend. Het groote ver
keer met buiten Indië gelegen landen heeft
er toe geleid, dat allerlei denkbeelden en
wenschen naar Indië overwaaiden en bij de
bevolking ingang vonden. Politieke vereeni-
ging'en werden opgericht, politieke vergade
ringen werden gehouden; men sprak van de
„ontwaakte bevolking", er kwam een zooge
naamde inlandsche beweging. Het was de
taak der Regeering niet om die beweging te
bestrijden of tegen te gaan, maar om haar in
goede banen te leiden. Zooals onvermijdelijk
was, er zijn excessen voorgekomen; slechte
elementen trachtten de bevolking tegen het
gezag op te zetten; communisten poogden in
vloed op de bevolking te krijgen, maar de
Regeering heeft de excessen met goed gevolg
bestreden en is steeds den toestand meester
gebleven. Het is voorgekomen dat in een be-
stuursafdeeling het gelukt was onder een
weinig ontwikkelde bevolking nagenoeg ge
heel de bevolking lid van de communistische
partij te maken, maar toen de assistent-resi
dent ter plaatse de bevolking had toegespro
ken, kwamen allen hun kaartjes van het lid
maatschap der communistische partij1 bij den
assistent-resident inleveren en moesten ten
slotte de communisten tegen de bevolking
worden beschermd.
Hoe dat zij, de Regeering moet steeds
waakzaam zijn, en op de hoogte blijven van
hetgeen er onder de bevolking leeft.
Een goed en rechtvaardig bestuur heeft
voor de bevolking groote waarde en zij wil
bovendien dat er een sterk gezag zij, hetwelk
aller rechten beschermt.
Wij kunnen met voldoening terugzien op
het veertigjarig opperbestuur van H.M. de
Koningin over ons Indië en wii spreken dan
den ernstigen wensch uit, dat H.M. nog ver
scheidene jaren in goede gezondheid voor
land en volk-in Indië gespaard moge blijven.
(Nadruk verboden).
Koning Willem UI, Koningin Emma en Prinses Wilhelmina, naar een schilderij van Hermn»
ten Kate Jr m
Bij de komst van Prins Bernhard in ons land.
Armgard, Prins Bernhard en Prins Aschwin
toejuichingen der
H.M. de Koningin met Prinses Juliana, ?rmfa
voor het paleis Koordeinde in den Haag< w
menigte beantwoordend
DE veertig jaren van H.M.'s regeering
zijn voor Nederlandsch-Indië zeer be
langrijke jaren geweest. Immers in
die jaren zijn hervormingen van
groote bet-eekenis voor ons Indië tot stand
gekomen en is er vooruitgang op ieder gebied
geweest, al hebben de crisisjaren van 1930 af
natuurlijk ook voor Indië hun minder geluk
kigen invloed gehad.
In de proclamatie, welke H.M. bij de aan
vaarding der Regeering tot Haar volk richtte,
vei-klaarde Zij dat bij het opperbestuur over
Ned.-Indië rechtvaardigheid zou worden be
tracht. In 1923 bij de viering van de 25-jarige
Regeering van H.M. mocht ik als .Gouverneur
Generaal van Nederlandsch-Indië te Batavia
in het openbaar onze erkentelijkheid betuigen
dat H.M. steeds krachtig had gestreefd naar
een goede en rechtvaardige ontwikkeling van
land en volk in Indië. En thans, nu weder
vijftien jaren zijn verloopen, mogen wij dank
baar erkennen dat in die vijftien jaren op de
zelfde wijze is voortgewerkt.
In 1898, toen H.M. de Regeering aanvaard
de, was er een sterk gecentraliseerd bestuur,
maar de decentralisatiewet van 1903 heeft de
mogelijkheid geopend om gemeenten in het
leven te roepen, die met eigen geldmiddelen
de eigen belangen behartigen en verzorgen.
Eerst voor de groote plaatsen en later ook
voor vele kleinere plaatsen is van die mogé-
lijkheid gebruik gemaakt, en voor de gemeen
ten zijn raden ingesteld, waarvan de leden
eerst benoemd werden, terwijl later verkie
zingen voor de raden werden voorgeschreven.
Aanvankelijk namen de bestuursambtenaren
ter plaatse het voorzitterschap der raden
waar, maar spoedig zag men in dat er burge
meesters moesten worden aangesteld, die de
raden konden voorzitten en zich geheel aan
de belangen der gemeenten konden wijden.
Ook dat is geleidelijk geschied, men begon met
de grootere plaatsen en later kwamen ook
kleinere gemeenten daarvoor in aanmerking.
De decentralisatie heeft, zooals wel van zelf
•spreekt, er toe. geleid, dat de plaatselijke be
langen beter tot hun recht komen.
De begrooting voor geheel Indië werd in
1898 in Nederland opgemaakt en werd verder
door de wetgevende macht in Nederland af
gehandeld en beslist, zonder dat Indië daar
op invloed kon uitoefenen. Vaak vernamen de
autoriteiten in Indië niet eens, waarom aan
voorstellen en adviezen door hen ingezonden,
geen gevolg werd gegeven. Dat mocht niet zoo
voortduren. De begrooting voor een land
moet worden ontworpen in het land zelf, en
men moet ook in het land zelf'zich daarover
kunnen uitspreken. Men is dus begonnen in
Indië een ontwerpbegrooting te laten opma
ken; in een vergadering van den Raad van
Indië onder voorzitterschap van den Gouver
neur Generaal, waarin de commandanten van
leger en vloot en de chefs der departementen
tegenwoordig waren, werd de begrooting ont
worpen, en dit ontwerp werd dan met toelich
ting aan den Minister van Koloniën gezon
den, die het dan verder behandelde. Daarbij
kon het echter niet blijven. Aan den drang
naar een openbare behandeling der begroo
ting in Indië moest worden voldaan. Er was
een ontwerp van wet ingediend tot behande
ling der begrooting in het openbaar in een
uitgebreiden Raad van Indië, maar dit ont
werp is niet in behandeling gekomen, en ten
slotte is het in 1916 gekomen tot een wet,
Mr, Dr. d. Fock, Minister van Staat,
oud Gouverneur Generaal van
Nederlandsch-Indië.
waarbij de Volksraad te Batavia werd inge
steld, en een openbare behandeling der In
dische begrooting in den Volksraad werd
voorgeschreven. Aanvankelijk was de be
voegdheid van dit College slechts adviseerend,
maar bij de wet van 1925 is daarin verande
ring gekomen en bepaald, dat de Gouverneur
Generaal de begrooting vaststelt, voorzoover
hij zich met het gevoelen van den Volksraad
vereenigt, terwijl dan nog de goedkeuring bij
de wet noodig is. En is er geen overeenstem
ming tusschen Gouverneur Generaal en
Volksraad, dan geschiedt de vaststelling der
begrooting bij de wet.
HET behoeft wel geen betoog, dat aldus een
ingrijpende wijziging is tot stand geko
men. Terwijl vroeger in Indië zich alles bin
nenskamers afspeelde en men niets vernam
van de gronden en motieven, welke de Re
geering tot Hare bestuursdaden leidden, wordt
nu in het openbaar telken jare het Regee-
ringsbeleid besproken, en worden bovendien
alle verordeningen met toelichtingen uitvoe
rig behandeld, daar ook de verordeningen
aan den Volksraad worden ingediend, en
daarover overeenstemming van Gouverneur
Generaal en Volksraad moet worden verkre
gen. De commandanten van leger en vloot en
de chefs der departementen treden in den
Volksraad op, om de voorstellenen de hou
ding van de Regeering te verdedigen. Van
verantwoordelijkheid van die autoriteiten
aan den Volksraad is geen sprake; zij zijn
alleen verantwoordelijk aan den Gouverneur
Generaal. Wanneer er conflicten, rijzen tus
schen Gouverneur Generaal en Volksraad
moet ten slotte het opperbestuur in Neder
land beslissen. Maar uit den aard der zaak
moet er gemeen overleg zijn en moet daarbij
zoowel van de zijdevan den Gouverneur
Generaal als van de zijde van den Volksraad
zooveel mogelijk naar overeenstemming wor
den gestreefd. Van de zestig leden van den
Volksraad moeten er 30 tot de inlandsche be
volking behooren, terwijl de Voorzitter wordt
benoemd door H.M. de Koningin. De leden
worden deels gekozen bij getrapte verkiezing,
deels door den Gouverneur Generaal be
noemd. Het doel, dat met de benoeming van
een deel der leden door den Gouverneur Ge
neraal beoogd wordt, is te zorgen dat de groe
pen en deelen van Indië, die door de verkie
zingen geen vertegenwoordigers hebben ge
kregen, alsnog in den Volksraad kunnen wor
den vertegenwoordigd.
De Volksraad doet goed werk; de leden too-
nen de onderwerpen, die aan de orde komen,
goed te bestudeeren, en hoewel er wel eens
bezwaren worden geopperd zou men den Volks
raad niet meer willen, niet meer kunnen mis
sen. De Vereeniging Nederland-Indië sprak
zich kort geleden nog in dien geest uit.
j^AAST deze belangrijke staatkundige her
vormingen valt ook op het gebied van het
onderwijs voor de inlandsche bevolking groo
te vooruitgang te boeken. In 1907 is een uit
breiding en reorganisatie van dat onderwijs
tot stand gekomen, waarop reeds is voortge
bouwd en die goede resultaten heeft gehad. In
de eerste plaats zijn de zoogenaamde dessa-
scholen in het leven geroepen, in welke scho
len het meest eenvoudige onderwijs wordt ge
geven om het analfabetisme te bestrijden. De
schooltjes worden ten deele door de bevolking
zelf betaald, terwijl het Gouvernement eeni-
gen steun geeft, en zij zouden alleen daar
worden opgericht, waar de bevolking blijk gaf
dit onderwijs te wenschen. De proef, daarme
de genomen, slaagde volkomen en er zijn nu
duizenden van die scholen. Bovendien zijn de
gewone lagere scholen verbeterd en vermeer
derd, en zijn de scholen voor verder gaand on
derwijs hervormd, zoodat het onderwijs in de
Nederlandsche Taal meer op den- voorgrond
kwam. Later werden ook algemeen middelba
re scholen opgericht, als voorbereiding voor
het hooger onderwijs, waar ook Latijn wordt
onderwezen. En ten slotte is door particulier
initiatief een technische hoogeschool tot
stand gekomen, die daarna door de Regeering
is overgenomen, terwijl vervolgens ook een
recht-hoogeschool en een medische hooge
school door de Regeering zijn ingericht. Men
gevoelt dat zoodoende werd voldaan aan Ne-
derland's plicht om te streven naar verhoo
ging van het geestelijk en zedelijk peil der
bevolking.
Een maatregel die noodig werd door de
enorme toeneming der bevolking op Java,
namelijk een emigratie van Javanen uit de
sterkst bevolkte streken naar weinig bevolkte
deelen van de andere, eilanden, is beproefd,
en met succes bekroond. In den aanvang
werd geldelijke steun '_,voor die emigranten
naar de Lampongsche'districten in heb Zui
den van Sumatra gegeven; en er is nu een
welvarende Javaansche kolonie daar, en aan
geldeliiken steun bestaat geen behoefte meer.
De Regeering is nu doende om andere streken
in Sumatra en in andere eilanden te zoeken,
waarheen een gelijke emigratie van Javanen
kan plaats hebben.
Aan de bevordering van den landbouw der
bevolking is en wordt veel zorg besteed. De
oprichting van een departement van land
bouw was al dadelijk een daad, die in de goe
de richting ging, waardoor de maatregelen
in het belang van den landbouw goed én des
kundig werden onderzocht en overwogen. De-
inonstratievelden werden aangelegd, land-
bouwleeraren en landbouwconsulenten wer
den aangesteld; gedaan wordt wat mogelijk is
om de bevolking de juiste en meest vrucht
dragende wijze voor het beplanten hunner
velden voor te houden. Een goed landbouw-
crediet werd georganiseerd, zoodat de bevol
king zooveel mogelijk uit de handen van woe-
keeraars wordt gehouden. De landbouw moge
nadien onder het departement van economi
sche zaken zijn gebracht, maar de landbouw
heeft ook aan dat departement de volle aan
dacht.
En van groot gewicht is een goede irriga
tie. Zoowel kleine als groote irrigatiewerken
werden aangelegd en men heeft zich -niet be
paald tot dadelijk rendeerende irrigatiewer
ken, maar ook werken ontworpen en aange
legd, waarvan eerst na langeren tijd de voor
deden zichtbaar werden.
Ook de groote Nederlandsehe en in het al
gemeen de Europeesche landbouwonderne
mers hebben zich voor de irrigatie offers ge
troost en zoodoende krachtig meegewerkt. En
de verschillen, die vroeger wel rezen over het
gebruik van het water tusschen de bevolking
en de ondernemers zijn nu opgelost en geven
geen moeilijkheden meer.
Gaarne wordt erkend dat de groote land
bouwondernemers hunnerzijds alle krachten
hebben ingespannen om de cultures der sta
pelproducten, die voor uitvoer bestemd zijn,
op de beste wijze te drijven. Uitnemende
proefstations, waaraan wetenschappelijke
krachten van den eersten rang werkzaam zijn,
zijn opgericht en de wetenschappelijke man
nen, die men op de groote ondernemingen
aantreft, waken er voor dat aan de groote
cultures de beste zorg besteed wordt. Het
spreekt van zelf dat de suikerfabricage daar
door ook zeer wordt gebaat.
Landbouw is voorloopig in Indië nog de
hoofdzaak en zal dit vermoedelijk nog lang
wel zoo blijven. Maar dit neemt niet weg dat
reeds lang onder de bevolking een kleine in
landsche nijverheid wordt aangemoedigd en
bevorderd. Huisvlijtscholen en later am
bachtsscholen strekken om de bevolking voor
de kleine nijverheid en voor de ambachten op
te leiden, en zoodoende het werk te verbete
ren; zij leveren goede resultaten op.
HM. de Koningin naar een schilderij van G. C. Vrint.
N de laatste jaren wordt gestreefd naar
een uitbreiding van de groote nijverheid,
en inderdaad zijn reeds verschillende fabrie
ken van niet onbelan grij ken omvang en van
onderscheidene artikelen opgericht en reeds
aan het werk. Dat kan van veel belang wor
den Qn de Regeering tracht dan ook terecht
voo D-nstige 'ndustrieelen goede voorwaar
den ue scheppen, voorzoover Haar dat moge
lijk is.