Van Atlantischen Oceaan
tot MiddellandscheZ ee.
HAARLEM IN 1898 EN 1938
W!
Een journalistieke inspectietocht
langs de Zuid-Fransche grens.
VERGELIJKINGEN EN
HERINNERINGEN
Weer een toestel van de Maat
schappij „Eurasia" neergeschoten.
Japanners zouden het toestel voor een
Chineesche machine gehouden hebben.
SJANGHAI, 7 September (Reuter-A.N.P.)
Officieel wordt medegedeeld, dat de Japansche
luchtstrijdkrachten wederom een vliegtuig
van de Maatschappij Eurasia neergeschoten
hebben op 30 mijl ten Zuidwesten van Hankau.
Het feit heeft zich gistermiddag voorgedaan.
Het toestel werd neergeschoten door 3 Japan
sche vliegtuigen, toen 't van 't vliegveld op
steeg, teneinde te vermijden met bommen en
machinegeweervuur bestookt te worden. De
eenige inzittende Chineesche piloot, is naar
men vreest gedood.
Volgens het Japansche persbureau Domei
hebben de Japansche piloten het toestel blijk
baar voor een Chineesche machine aangezien.
Prins Konoye van de Japansche
overwinning overtuigd.
Pau, het kasteel waar Henri IV werd geboren.
r e zetten onzen speurtocht naar „Fran-
sche legers, troepen, verdedigings
werken" voort. Nergens ter wereld
hebber» we zoo heerlijk rustig en in
zulk een onvergelijkelijk mooie omgeving, met
het uitzicht over enorme gletschers, sneeuw
velden en honderden meters hooge waterval
len.... pannekoekjes zitten eten als bij den
Pont d' Espagneonder bewaking van een,
zegge één gendarme! Die heeft zijn geweer en
zijn patronentasch kalm in 'n hoekje gezet
van de gelagkamer van het uitspanninkje waar
Madame zulke kostelijke flensjes maakt. In
vogelvlucht zitten we hier nog geen kilometer
van de grenzen, maar 'n geroutineerd berg
beklimmer doet er drie dagen over om in de
Spaansche vlakte af te dalen en dus lijkt 't
ons ook overdreven wanneer men vertelt dat
elk oogenblik legers hier Frankrijk kunnen
binnenrukken met zwaar geschut en tanks,
want 't muilezel-weggetje dat naar den Pont
d'Espagne leidt is niet breeder dan één meter.
Eén, desnoods flensjes-etende gendarme, is
dan ook ruimschoots voldoende om het terri
torium te beschermen.
Maar hier komen we in Foix. Den 5den Juni
zijn er daar door 'n onbekend gebleven
Spaansch vliegtuig bommen gegooid en de
heer Daladier is speciaal naar hier gekomen
om 'n onderzoek in te stellen en maatregelen
te treffen teneinde herhaling van zulk 'n inci
dent te voorkomen.
Waar zijn die bommen nu precies terecht
gekomen? Zoo hebben we aan den prefect en
aan den burgemeester gevraagd. En toen
maakten die heeren een gebaar en wezen aan:
daar ginds in de bergen! En dat, en niet
enders, is de nuchtere waarheid over hetgeen
den 5den Juni geschiedde en dat in een be
paalde pers heette: de rooden bombardeeren
thans open steden in Frankrijk! De brave be
woners van het stadje Foix hebben nauwe
lijks de ontploffingen gehoord en men moet
aannemen, dat de bommen in een onbewoond
berglandschap overboord zijn gegooid door een
verdwaald vliegtuig, dat met de zware belas
ting moeite had om terug te keeren, over de
hooge bergen.
Meneer de burgemeester, er zijn voor
zorgsmaatregelen getroffen en nu wil ik de
kazernes zienhet garnizoen!
De burgemeester en de prefect keken alsof
ze 't in Keulen hoorden donderen.
Garnizoen?kazernes?soldaten..
(en hier zette de burgervader 'n trotsche borst
op)meneer, de stad Foix, die 12.000 inwo
ners telt is misschien de eenige in Frankrijk
die geen centime schuld heeft, die nooit een
leening heeft uitgeschreven. Dat ten eerste.
Maar ten tweede: Foix is ook de eenige stad,
die geen enkelen politie-agent heeft!
En de prefect verklaart nader: ja, 't is in
derdaad waar! Het ministerie van Binnen-
landsche Zaken heeft er herhaaldelijk op
aangedrongen een commissariaat van politie,
met een commissaris en met politie-agenten
in Foix, een stadje van 12.000 inwoners, te in-
stalleeren. Maar de burgemeester en de ge
meenteraad hebben altijd geantwoord: Merci,
houden jullie maar je agentenbij ons zijn
geen dieven en er wordt niet gemoord en de
eenige parkwachter die de kwajongens, die
vruchten komen stelen of bloemen plukken
achter de broek zit, kan 't bést alléén af
Maar we snellen voort, kilometer na kilo
meter en nu naderen we het gevaarlijkste
punt, het dorpje Bourg-Madame. Geheel on
partijdig, naar waarheid onze ervaringen ver
tellend, verklaren we dat we hier voor 't eerst
iets hebben gezien hetgeen er op wees, dat er
aan den anderen kant van de Pyreneeën iets
gaande is. We hebben daar, alvorens in het
grensdorp aan te komen (we zijn hier even
ten oosten van de republiek Andorra) drie bat
terijen Fransch afweergeschut gezien, bediend
door veertig manschappen, plus kader, plus
vier officieren en in Bourg-Madame zelf lege
ren twintig Fransche soldaten en gendarmes
onder bevel van een kapitein. Een houten
brug over het stroompje, dat hier Frankrijk
van Spanje scheidt, wordt dag en nacht aan
deze zijde bewaakt door vijf soldaten. Toen
zijn we 't bruggetje overgegaan en we waren
in 't republikeinsche Spanje en werden er met
gebalde vuisten (bij wijze van groet, wel te
verstaan) welkom geheeten door één soldaat
en door vijf jongens met een geweer en een
bajonet en twee revolvers.
Hoe oud ben je, ventje? zoo hebben we er
aan één gevraagd.
Zestien jaar, meneer!
Trieste ervaring
Maar aan den anderen kant gaf 't ons toch
ook alweer de geruststellende gedachte, dat
men ook hier niets heeft te vreezen en dat ook
deze grensstreek volkomen veilig en rustig is.
En dit werd ons nog eens bevestigd toen we
den be vel voerenden (Franschen) officier om
inlichtingen vroegen.
Aan den overkant (Spanje) is 't brood
heel duur en 't ontbreekt er totaal aan medi
cijnen, aan geneesmiddelen. Elk oogenblik ko
men ze uit 't dorpje daar om 'bij ons iets te
koopeneen gendarme of een soldaat ver
gezelt hen dan naar den bakker of apotheker
bij onsen zoodra zij hun inkoopen heb
ben gedaan keeren ze weer terug!
Zóó ziet het „bedreigde oorlogsgebied" er uit
aan de Fransche zijde van de Pyreneeën.
En in gedachte maken we nog eens het
reisjeBiarritzHendayeLourdesLuchon
Andorra, ditmaal al onze aandacht schen
kend aan die kwestie van pest, cholera, typhus,
huidziekten en mond- en klauwzeer, nu we
weten dat alles hier volkomen rustig is en dat
we hier niet méér door bommen worden be
dreigd of door kanonschoten, dan op de
Champs Elysées of de Place de l'Opera. En
heeft men dat gedaan, eerlijk, onbevooroor
deeld.... dan beseft men volkomen hoe (la
ten we zeggen)onfatsoenijk deze laster
campagne is. Frankrijk, het asyl-recht eerbie
digend, heeft inderdaad de vluchtende legers
van de Spaansche republikeinen binnen laten
komen, ontwapend en den volgenden dag,
naar vrije verkiezing teruggezonden naar
Barcelona of naar Fontarabi. Men heeft de
ongelukkige vrouwen en kinderen en grijs
aards gastvrijheid gegeven, maar vóór alles
zijn ze allen aan 'n streng medisch onderzoek
onderworpen en in-geënt. We hebben in al die
dorpen en steden van Oceaan tot Middelland-
sche Zee ons de rapporten van den officieelen
medischen dienst laten voorleggen: er zijn en-
Het kasteel van Foix
kele gevallen van kinderziekten (mazelen,
roodvonk, kinkhoest) geconstateerd, maar geen
énkel, van pest, cholera, typhus etc. (Veeartse
nij-school: géén enkel geval van mond- en
klauwzeer). Het is verfoeilijk, dat men zulk
een campagne durft te beginnen om poli
tieke doeleinden, uit woede, dat men de belli-
gerenten terugzendt en anderszij ds met het
doel om prachtige badplaatsen, zooals Biarritz,
Hendaye, Luchon, Bagnères, Superbagnères,
Cauterets, Salies de Béarn of Gavarnie kapot
te maken om de naar herstel-zoekenden naar
elders te lokken.
En wilt U daarvan nog twee typische staal
tjes? In Aix les Thermes werd onze tafelbuur
een geneesheer, even aan de telefoon geroepen.
Een onbekende vroeg hem om dadelijk naar
het naburig dorpje te komen omdat er volgens
den slecht-Fransch sprekenden man zes hon
derd gevallen van cholera waren! 't Hééle dorp
telt450 inwoners! Voor alle zekerheid zijn
we er zélf met den dokter op uitgetrokken
niemand was ziekde geheimzinnige tele
fonist verdwenen! En toen we in Bagnères
kwamen was er zoo juist van den vroegeren
Engelschen minister Churchill een schrijven
gekomen dat hij ditmaal niet voor zijn kuur
durfde komen en ook niet zijn familie durfde
te zenden omdat hij „in sommige buiten-
landsche bladen had gelezen, dat men er niet
veilig voor bom-aanvallen is". Gelukkig was
de hooge commissaris daar om den Engel
schen diplomaat in een lang telegram te kun
nen geruststellen. En hij is gekomen!
Moge dit relaas van onze bevindingen er
toe bijdragen om een einde te maken aan deze
niet te kwalificeeren laster-campagne, welke
ten doel heeft Frankrijk in discrediet te
brengen!
KENRY A. TH. LESTURGEON
Strijd eindigt pas na den val van
Tsjang Kai Sjek.
TOKIO, 7 September.
In een interview met de United Press heeft
de Japansche minister-president, Prins Ko
noye, verklaard, dat Japan zoolang in China
zal vechten „totdat de anti-Japansche regee
ring, aan het hoofd waarvan Tsjang Kai Sjek
staat, ineengestort is".
Op de vraag hoe de verhouding tusschen
Japan en Sovjet'Rusland is, antwoordde Ko
noye: Wij gelooven niet, dat er moeilijkheden
met Rusland zullen komen. Wij wensehen met
dat land vriendschappelijke betrekkingen te
onderhouden". Hij zeide nog, dat het onmo
gelijk was om te voorspellen, wanneer het
Chineesche conflict geëindigd zou zijn. „Het
doel, dat Japan zich in China heeft gesteld
is niet veranderd". Nadat Prins Konoye op
verschillende moeilijkheden was ingegaan, die
de verwezenlijking van de Japansche politiek
in den weg staan, zeide hij, dat hij vertrouwen
had in de overwinning van Japan „Wij zijn
er aan gewend den gordel vaster aan te snoe
ren en wij zijn dan ook vast besloten om de
gestelde doeleinden van de Japansche politiek
te bereiken". De premier deelde nog mede, dat
het onwaarschijnlijk was, dat de nationale
mobilisatie in de naaste toekomst verder uit
gebreid zou worden.
De toekomst.
Op een vraag, of er reeds een programma
was opgesteld betreffende de veroverde ge
bieden na het eindigen van de vijandelijkhe
den, antwoordde Konoye: „Het is moeilijk
reeds thans te zeggen, hoe een zoodanig pro
gramma er uit zou zien, maar het is zeker,
dat wij het dan bestaande Chineesche regime
zullen ondersteunen en de welvaart van het
Chineesche volk zullen bevorderen. Er is op
het oogenblik geen Chineesch regeeringsor-
gaan. waarmede Japan over een vrede zou
kunnen onderhandelen. Met de twee nieuwe
regeeringen te Peking en Nanking die vriend
schappelijk tegenover Japan staan, behoeven
wij niet meer te onderhandelen". Konoye wei
gerde op de mogelijke vredesvoorwaarden in
te gaan maar zeide: „De eenige voorwaarde,
waarop Japan geneigd zou zijn om de vijan
delijkheden in China te staken zou een in
storting van de regeering van Tsjang Kai Sjek
zijn".
Wat de mobilisatie betreft herinnerde Ko
noye er aan ,dat eenige gedeelten van de be
treffende wet reeds in werking getreden wa
ren, zooals de maatregelen ter registratie van
artsen en vakarbeiders. Andere deelen zouden,
indien en wanneer noodig, eveneens effectief
gemaakt worden.
Alle moeilijkheden zullen
worden overwonnen.
„Hetgeen echter van vitaal belang is"
zeide Konoye „is "het programma, dat groo-
te krachtsinspanning van de geheele natie zal
vergen nl. het beheer van onze zaken na het
beëindigen van den strijd met China. Dat zal
moeilijker zijn dan het winnen van den strijd
en dat is dan ook de reden, waarom onze eco
nomische beperkingen ook na het Chinee
sche incident" zullen moeten blijven gehand
haafd. Ik ben vast overtuigd, dat wij alle
moeilijkheden zullen overwinnen en dat wij
het Chineesche conflict tot een succesvol einde
zullen brengen. Ik wil de groote verantwoor
delijkheid niet onderschatten die mijn regee
ring en het Japansche volk in het algemeen
moeten dragen. Ik geef mij rekenschap van
de moeilijkheden, die wij het hoofd moeten
bieden teneinde vrede in den huidigen chaos
in China te brengen en de situatie in Oost-
Azië in het algemeen te stabiliseeren, zoodat
de menschen in dit deel in vrede en voorspoed
kunnen leven. Totdat deze doeleinden bereikt
zijn, zal de natie voortgaan met al haar ener
gie daaraan te wijden, een energie geken
merkt door den traditioneelen geest en moed,
waarvan het Japansche volk steeds bij elke
crisis blijk heeft gegeven".
(Nadruk verboden).
(United Press).
HOE HAARLEM ER VOOR 40 JAAR UITZAG. B o v e n De hoek
Groote Houtstraat (Noordeliü' gedeelte)Ged Oude Gracht (Ver
bouwd in 1903 Rechts: Hoefsmederij in de Groote Houtstraat
tegenover de Korte Houtstraat. (Afgebroken in 1910.)
Het Regeeringsjubilé van H.M. de Koningin
is aanleiding tot het maken van vergelijkin
gen tusschen de jaren 1898 en 1938.
Interessant is ook na te gaan hoe 40 jaar
geleden de toestand te Haarlem was.
De groei van Haarlem
Haarlem telde op 1 Januari 1898
62.734 inwoners. In die 40 jaar is ons
inwoner-aantal gestegen tot 135356,
dus meer dan verdubbeld. Daarbij
moet evenwel bedacht worden, dat de
annexatie van 1 Mei 1927 een vermeer-
meerdering gaf van ongeveer 30.000.
Haarlem's gemeentebestuur.
Burgemeester was Jhr. Mr. J. W. G. Boreel
van Hogelanden, die zijn woning had in het
Kenaupark. Het college van B. en W. werd ge
vormd door de heeren Mr. A. C. Waller, M. O.
de Kanter, Joh. de Breuk en Mr. Th. de Haan
Hugenholtz.
In den raad hadden zitting de heeren: Joh.
Winkler, H. v. d. Berg, S. Roog, J. Sabelis, Ed.
de Lanoy. J. G. Sneltjes, W. Stolp, A. v. d.
Steur Jr, Dr. H. D. Kruseman, (die later tot
wethouder gekozen werd). G. J. van Dieren
Bijvoet, J. Krol, H. F. van Thiel, Th. G. Schur-
mann, G. L. van Lennep, Dr. J. Nieuwenhuizen
Kruseman (ook dit raadslid werd later wet
houder). J. Klein, Mr. J. de Clercq van Weel,
J. A. Lodewijks, Mr. A. A. v. d. Mersch, Dr.
H. D. Tjeenk Willink, Mr. N. G. Cnoop Koop-
mans, Jhr. Mr. A. J. Rethaan Macaré, J. J. F.
Beynes, J. Leupen, Jhr. H. M. Speelman, Jhr.
Mr. F. W. van Styrum en C. G. Loomeijer.
Gemeente-secretaris was Mr. W. F. C. C.
Pijnacker Hordijk, die toen pas Mr. C. M.
Rasch was opgevolgd.
Gemeentefinanciën.
In dien tijd was het eindcijfer van de ge-
meentebegrooting iets over de 3 millioen gul
den. Nu overschrijden wij de 20 millioen! Toen
het college van B. en W. de begrooting voor
1899 ging opmaken begon het met een batig
saldo over 1897 van 7 ton, of bijna 25 pet. van
de uitgaven die in het komende jaar gedaan
moesten worden! Het tegenwoordige college
van B. en W. is nu begonnen de begrooting
voor 1939 op te maken en het is reeds door
ons medegedeeld, dat deze begrooting weer
begonnen moet worden met een groot nadee-
lig saldo over 1937.
In 1898 werden gewone en kapitaalsuitga
ven nog vermengd. Voor 1899 werd een ge
splitste begrooting opgemaakt, waaruit bleek,
dat de gewone inkomsten en uitgaven slechts
liepen over 1 1/4 millioen gulden.
Haarlem had een schuld van f 4.113.000. Nu
40 jaar later, is die gestegen tot f 45.000.000.
In 1898 waren 9793 personen in de plaatse
lijke directe belasting aangeslagen met een
belastbaar inkomen van f 8.607.000. Zij be
taalden f 303.277.
Het kohier voor 1936 '1937 bevatte 28015 aan
slagen met een totaal inkomen van f 60.527.247
De opbrengst der belastingen is niet met
elkaar te vergelijken, want nu worden andere
(en meer) belastingen geheven, maar onge
twijfeld wordt nu gemiddeld heel wat meer
betaald dan iets meer dan f 30.
40 jaar geleden was ruim 15 pet. van
de inwoners van Haarlem aangesla
gen in de belasting, In het laatste be
lastingjaar was dit percentage geste
gen tot ruim 21.
Het gemiddelde inkomen per belastingbe
taler was in 1898 f 816, in 1936/1937 f 2162.
Daarbij moet evenwel rekening gehouden
worden met het feit, dat het geld 40 jaar ge
leden meer waard was dan nu.
Natuurlijk» kostte de huishouding der ge
meente 40 jaar geleden veel minder dan nu.
Het aantal ambtenaren van de secretarie was
slechts 20, nu is dit gestegen tot 86.
De politie vergde in 1898 een uitgaaf van
f 66.000, nu is dit opgeloopen tot f 850.000.
Commissaris was in 1898 de heer H. J. F. A.
A. M. van Goor.
Bij het Burgerlijk Armbestuur (Maatschap
pelijk Hulpbetoon) waren in 1898 slechts 139
personen in doorloopende ondersteuning, daar
entegen hadden de kerkbesturen 1452 armen
die geregeld een bijdrage ontvingen. Nu is de
Armenzorg door de overheid regel geworden
(Maatschappelijk Hulpbetoon heeft verschei
dene duizenden in vaste ondersteuning) en
kerkelijken steun aanvulling.
Nu wordt aan Armenzorg tweemaal
zooveel door de gemeente uitgegeven
dan de geheele gemeentehuishouding
in 1898 kostte.
Het onderwijs.
Het openbaar lager- en uitgebreid lager
onderwijs werd in 1898 bezocht door 5427
leerlingen. Nu door 6777, maar daarbij is het
noodig te bedenken, dat het bijzonder on
derwijs in verhouding veel meer leerlingen
telt dan in 1898.
Er ontvangen nu In verhouding veel
jongelui middelbaar en voorbereidend hjjf'
onderwijs dan 40 jaar geleden. Toen h-
Haarlem alleen de H.B.S.'en. de Meisiess
en het Gymnasium, waar tezamen 5io i
lingen geteld werden. Bijna allen kwam?*
Haarlem, want de randgemeenten warP*
klein. Nu tellen de openbare ondno?
stellingen tezamen 1200 leerlingen in r
lem en 487 uit de buitengemeenten na
komen dan nog meer dan duizend leerlij
die de bijzondere scholen voor Middeih n
en Gymnasiaal onderwijs volgen en diP ,„ar
nog niet bestonden.. uieiM898
1898 was een belangrijk jaar
1898 was voor de gemeente Haarlem P
belangrijk jaar. 29 April van dat jaar wpJ
Gemeente Waterleiding feestelijk
(tot heden had Haarlem water verbruinY
Amsterdam) en op 18 Mei werd door den rÏÏ
beslist dat de concessie van de particuli
gasfabriek niet verlengd zou worden m
dat Haarlem zelf een gasfabriek zou gaan
richten. Later werd door dat lichtbedriif T
de electrische centrale opgericht.
Ook werden in dat jaar de plannen
gekeurd voor den bouw van het politiebod
in de Smedestraat.
De Commissaris van de Koningin in
Holland Jhr. Mr. J. W. M. Schorer
benoemd tot vice-president van den Ra-
van State, hij werd als Commissaris odspv^S
door Mr. G. van Tienhoven. 80
Bekende persoonlijkheden.
Tenslotte vermelden wij de bekende ner
soonlijkheden die 40 jaar geleden een be"
langrijk aandeel hadden in het vereeni°m<»"
leven te Haarlem: N. H. Andriessen (toon
kunstenaar), G. P. J. Beccari (brandweer)"
J. .J F. Beynes (industrieel), J. W. A. Beynes
(industrieel), H. v. d. Berg, arts (volksgezond-
heid), A. Bertling (verschillend gebied) j
Bierens de Haan (onderwijs en wetenschan)
Mr. F. A. Bijvoet (verschillend gebied en
R.K. vereenigingen), W. ten Boom (Christe
lijke vereenigingen), M. v. d. Boom (lichame
lijke opvoeding), W. F. Bremer Sr. (Ned.Herv
kerk), Joh. de Breuk, (algemeene vereenhim
gen, verder op oudheidkundig gebied en tuin-
bouw-aangelegenheden)H. J. Bronkhorst
(brandweer, enz.), Dr. P. J. Beukers (onder
wijs en algemeen gebied), Dr. H. J. Calkoen
(onderwijs en algemeen gebied), H. T. Chau-
pius, garnizoenscommandant (verschillende
vereenigingen), A. de Clercq (idem), Mr.
G. Cnoop Koopmans (idem zat in niet mim
der dan zes besturen)P. H. Craandijk (Docps
gezinde gemeente en andere vereenigingen),
J. de Vries en J. Craandijk (predikanten dér
Doopsgezinde gemeente die zich ook op veler
lei gebied bewogen), Mr. F. R. Crommelin
(Christelijke en algemeene vereenigingen),
B. Dankelman (verschillende vereenigingen)!
G. J. van Dieren Bijvoet (had zitting in 19
besturen), P. Dyserinck (verschillende be
sturen), Mr. Ch., Mr. H. en Mr. H. J. D. D.
Enschedé, die allen in verscheidene organi
saties zaten)G. F. Evelein (idem)Mi1. G. C.
Everwyn Lange (algemeene en landbouw
organisaties), Dr. A. H. Garrer (onderwijs,
enz)G. J. van Gasteren (tooneel)C. J, Gon-
net (oudheidkunde), F. A. Grysseels (alge
meene vereenigingen), W. B. Guskens (R.K.
organisaties), Mr. Th. de Haan Hugenholtz
(23 besturen), Mr. H. Ph. 't Hooft (algemeen
vereenigingen)H. L. Janssen van Raay (idem)
Mr. H. Ph. de Kanter (idem), P. Kleiweg
Dyserinck (vakonderwijs, enz.), Dr. J. Krol
Kzn. (algemeene vereenigingen), Dr. H. D.
Kruseman fidem), G. L., H. M. J. en Dr. M. P.
van Lennep (kerkelijke en andere vereeni
gingen) S. J. Graaf van van Limburg Styrnm
(verschillende organisaties)Dr. H. L. van
Linden van den Heuvell (volksgezondheid,
enz.), P. Loosjes (sport en andere vereeni
gingen), V. Loosjes (onderwijs, enz.), F. M.
baron van Lynden (verschillende vereeni
gingen, vooral op weldadigheidsgebied, G,
v. d. Most van Spijk (Handelsvereniging,
enz.)Mr. G. van Recken, Jhr. Mr. A. J. Ret
haan Macaré, W. L. Schram, J. A. G. v. d.
Steur. Jhr. F. W. van Styrum, J. K. Tadema,
Mr. A. W.a Thöne, Dr. J. Timmer, N. v. d.
Voort, en J. J. Zeewoldt die alleen in vele
besturen zitting hadden.
De Koningin rijdt uit.
Enthousiaste menigte juicht de Landsvrouwe
toe.
AMSTERDAM 7 September. Elf uur. Pa
relend klateren de heldere klanken van het
carillon over den stampvollen, zonovergoten
Dam: „Weest gegroet met jubeltonen".
Stil verklinkt het lied over de wachtende
menigte.
Dan beieren de klokken het Wilhelmus en
plots weerklinkt het langverwachte comman
do: „Geeft acht, presenteert geweer".
Het gejuich barst los, de staf muziek van
het vijfde regiment infanterie uit. Amersfoort
blaast het Wilhelmus, geestdriftig zingt de
menigte het volkslied mee.
De Koningin begint haar eersten rijtoer
door de stad sinds haar blijden intocht, toe
gejuicht door een onoverzienbare, geestdrif
tige schare.
En terwijl de rjjtuigen voor het paleis om
buigen om langs het Rokin den tocht naar
het Koloniaal Instituut aan te vangen, weer
klinkt ijl uit het carillon, hoog in den koepel
van het paleis, het „Wien Nêerlands Bloec
Na den nationalen feestdag lag het voor oe
hand, dat nu de werkzaamheden weer ware-
hervat, zich niet zoo velen meer op straa.
zouden bevinden als den dag tevoren. Maar
overal langs den weg kon men waarnemen,
dat, behalve degenen, die over hun eigen tijd
beschikken, op het laatste oogenblik heel ve
len even van hun werk waren afgeloopen om
de Koningin te begroeten en vensters en
bouwen langs de route waren overal dient
bezet. Wat niet op straat blijk van zijn be
langstelling gaf, bevond zich achter de dient
bezette ramen en vensters. Langs het Rokib
werd door de Reguliersbreestraat over Rem-
brandtplein door Utrechtschestraat rechts
om het Frederiksplein over de Hooge Sluis en
door de Sarphatistraat waar de kleintjes van
het Emmakinderziekenhius op den arm van
de verpleegsters de koningin toewuifden en
waar verderop de verpleegden uit het Antonie
van Leeuwenhoekziekenhuis langs den wea
stonden geschaard naar het Koloniaal Insti
tuut gereden. Hier was een compacte menig»
samengestroomd, die de Koningin een warme
ontvangst bereidde.