Recepten
WIE HANDWERKT ER MEE?
I'
Japan en de thee
V R IT DÏ'G 23 SEPTEMBER 1938
ZorJag;
Gevulde tomaten
Kalfsnierstuk
Aardappelen
Slaboonen
Appelmoes met
room.
Maandag:
Macaroni
kaas
Koud vleesch
Andijvie
Aardappelen
Vruchten
Dinsdag:
Gebakken lever
Bloemkool
Aardappelen
Trommelkoek met
stroopsaus
Woensdag:
Bloemkoolsoep
Runderlappen
Stoof peertjes
Aardappelen
Vanillerijst
Donderdag:
Haché van rest runder
slag- lappen
Roode kool
Aardappelen
met ham en Gebraden appelen
Vrijdag:
Gekookte heilbot
Aardappelen
Eiersaus
Sla van andijvie en biet
Pannekoeken
Zaterdag:
Vischschoteltje met
aardappelpurée
Gebakken eieren met
kropsla en botersaus
Aardappelen
Vruchten
VEGETARISCHE MENU'S.
1 Linzensoep met crou- 3 Aardappelsoep
tons
Aardappelpurée
Bloemkool
Vanillevla met appel
moes
2 Gevulde selderij knol
aardappelkoekjes
Griesmeelschoteltje
met rozijnen
Gebakken aardappelen
Sla van andijvie en biet
Rijstkoekjes
4 Kaasbroodjes
Bleekselderij au jus
Aardappelen
Warme gemberpudding
met warme vanillesaus
Linzensoep:
Benoodigdheden: 2 ons linzen. 2 L. water, y2
lepel zout, 2 preien, 1 bosje selderij, 40 gr. bo
ter. maggi-aroma.
Bereiding: De linzen uitzoeken en wasschen.
in het water een nacht laten weeken en gaar
koken (y2 uur). Alles door een zeef gieten en
de linzen er door wrijven. De gezeefde soep weer
aan den kook brengen en y, uur laten doorko
ken met de gesnipperde prei en de gehakte sel
derij. De soep zoo noodig binden met wat bloem
de boter er door roeren en op smaak afmaken
met maggi's aroma. Gebakken dobbelsteentjes
brood er bij geven.
Aardappelsoep:
Benoodigdheden: 1 pond aardappelen. 2 niet
te groote uien, 2 preitjes, 1 kleine selderijknol.
1/2 ons boter, 1 lepel zout, 1 1/4 L. water, 1 ei,
1/4 L. melk, maggi-aroma.
Bereiding: De fijngesnipperde uien in de bo
ter heel licht bruin fruiten, de geschilde, in
blokjes gesneden aardappelen toevoegen evenals
de gesnipperde prei, en de klein gesneden selde
rijknol. Het water en het zout toevoegen en de
soep laten koken tot de aardappelen door en
door gaar zijn. De soep door de zeef gieten, alles
goed doorwrijven, de melk toevoegen en nog
even door koken. De soep bij het ei gieten dat
in de soepterrine geklopt is en op smaak af
maken met Maggi-aroma.
Eenvoudige zandkoekjes:
Benoodigdheden: 1 ons zachte boter. 1 ons
gezeeefde bloem, 1 pakje vanillesuiker, 1/4 thee
lepel zout, 40 gr. basterdsuiker.
Bereiding: De boter tot room roeren, bloem,
basterdsuiker, zout en vanillesuiker er bijdoen
en met een houten lepel doormengen tot een
samenhangenden bal, of met de hand doorkne
den. Van dit deeg kleine balletjes maken ter
grootte van een knikker, deze niet te dicht bij
elkaar op een beboterd bakblik leggen, ze met
een vork plat drukken (deze in bloem doopen)
en de koekjes in een matig warme oven licht
bruin bakken (15 a 20 minuten).
Half om half.
Benoodigdheden: 3 ons zelfrijzend bakmeel, 2
ons boter, 1 ons lichte basterdsuiker (ruim), 2
lepels cacao (afgestreken), 1 pakje vanillesui
ker.
Bereiding: De boter in de bloem met 2 mesjes
in stukjes snijden. De suiker toevoegen en kne
den tot een soepelen bal.
Het deeg in tweeën verdeelen. Door de eene
helft de vanillesuiker roeren, door de andere
helft de cacao. Het deeg uur op een koele
plaats wegzetten. Daarna eiken bal uitrollen tot
een dap deeg van 1/2 c.M. dikte. Het cacao-
deeg op het vanilledeeg leggen en de lappen
samen stevig oprollen. Het deeg zoo noodig nog
oplaten stijven, dan met een scherp, telkens in
bloem gedoopt mes er dunne plakjes van snij
den. Deze op een beboterd bakblik leggen en in
een matig warme oven lichtbruin bakken. (20
minuten.)
Cocosmacarons:
(16 stuks)
Benoodigdheden: 4 eiwitten, 3 ons suiker, 1
ons geraspte cocosnoot, 2 lepels bloem, ouwel.
Bereiding: De eiwitten met de cocos en de
suiker, al kloppende warm laten worden au bain
marie. De suiker moet heelemaal gesmolten zijn
als men de kom uit het water neemt. Is de
massa wat afgekoeld, dan de bloem er doorroe
ren. Van dit deeg kleine porties leggen op een
dun beboterd, met ouwel bedekt bakblik. De ma-
carons in een matig warme oven heel licht
bruin bakken. (30 a 40 minuten). Na bekoeling
de ouwel rondom afbreken.
Amandeïpitten:
Benoodigdheden: 3 ons zelfrijzend bakmeel, 2
pakjes vanillesuiker, 1 eierdooier, 2 ons boter,
1 ons basterdsuiker, 1/4 theelepel zout, y* ons
mooie amandelen.
Bereiding: De amandelen met kokend water
opzetten, even door laten koken, afgieten, af
spoelen en pellen.
Ze in tweeën splijten. Boter, bloem, suiker,
zout en vanillesuiker tot een bal kneden. Deze
uitrollen tot c.M. dikte en er kleine ronde
koekjes van steken. Deze op een beboterd bak
blik leggen. Op de koekjes de halve amandelen
leggen, en ze er even indrukken. Ze met het
eidooier bestrijken en in een matig warme oven
licht bruin en gaar bakken. (15 a 20 minuten).
Een smaakvol
kussent niet moeilijk te vervaardigen
Uit allerlei materiaal kan dit smaakvolle,
gezellige kussen vervaardigd worden. Het deco
ratieve doch zeer eenvoudige patroon past zich
in ieder interieur aan en 't zal niemand moei
lijk vallen om bij dit interieur de meest ge
schikte kleurcombinaties te bedenken.
Het hier afgebeelde ontwerp is uitgevoerd
m citroengeel en terra op bruine Noorsche
stof, geborduurd in groote stiksteken over 12
draden. De borduurwol is een soort dikke fan
tasiewol, die op zeer bijzondere wijze is ge
twijnd, waardoor het eigenaardige gekartelde
effect wordt veroorzaakt, dat een indruk
maakt van een zeer ingewikkeld borduursel.
Er zijn gelukkig vele mooie wolsoorten in den
handel, zoodat ieder zeker in dit opzicht zal
slagen.
Een andere mooie uitvoering van het pa
troon is, de weefseldraden van de stof uit te
trekken, waar op de afbeelding lijnen staan,
en deze dan door te stoppen met dikke draden
wol, bijv. met kelim- of smyrnawol. Ook kunt
u een uitstekend resultaat krijgen, door eerst
met stiksteken in bijv. zephirwol van vier dra
den het patroon uit te werken en daarna alle
stiksteken weer onderhanden te nemen door er
een woldraad van dezelfde kleur door te ha
len, van boven naar onderen en omgekeerd
bij den volgenden steek; hierdoor ontstaat on
geveer dezelfde gekartelde lijn als bij het
ontwerp.
Niet alleen grove weefsels komen in aan
merking voor dit kussen; U kunt ook peau de
pêche, fluweel, laken of fijn linnen gebruiken.
Hierbij neemt u dan jute, welke U op de gladde
stof goed vasthecht en waarop u dan de ste
ken op dezelfde wijze kunt aanbrengen als bij
een grove stof, echter moeten nu beide laag
jes doorgestoken worden. Later wordt de hulp
stof verwijderd door er eenvoudig de draden
van uit te trekken.
Het werkschema geeft U duidelijk het pa
troon aan; de afmetingen worden in partjes
verdeeld en deze partjes zijn dan de kleinste
afmetingen van ieder „staafje", drie staafjes
naast elkaar vormen weer een „blok" en deze
ziet U steeds in het patroon door elkaar ge
vlochten. Mocht u zich vergissen dan contro
leert zich dat onmiddellijk vanzelf en zult u
de fout niet ver behoeven te zoeken. Indien,
zooals bij het ontwerp, ieder partje een stik-
steek van 12 draden breed is, dan is een
staafje 5 partjes of stiksteken hoog, dus 60
draden. Dit zij slechts als voorbeeld bedoeld,
want u kunt het patroon even grof of fijn uit
voeren als U dat zelf het meest geschikt lijkt.
Het af- en aanhechten der draden geschiedt
het beste door de eindjes wol met fijn garen
vast te naaien; hierdoor wordt de achterzijde
mooi glad, welke anders bij dikke wol leelijke
oneffenheden op de strak over het kussen
gespannen voorzijde zouden kunnen vormen.
Als afmaakkoord draaien wij zelf van de wol
een mooi dik exemplaar; dit maakt een veel
aardiger effect dan dat, wat wij per meter
kunnen koopen.
De kussenafmetingen zijn volgens eigen
wensch te regelen; in allerlei grootten en mo
dellen treffen wij de vullingen kant en klaar
in den handel aan en dit is heel wat ver
kieslijker dan dat we dit stoffige werkje zelf
gaan ondernemen, want de moeite loont het
bovendien niet eens, gezien de lage prijzen,
die er voor gevraagd worden.
Vrouwengesprekken
Onverbrekelijke eenheid door
eeuwen heen.
Precies vijfentwintig jaar geleden stierf in
Japan de beroemde schrijver Okatoera Ka-
koezo, die het zeer eigenaardige, typisch-
Japansche „Boek van de thee" in het licht
gaf. Een boek dat een openbaring was, omdat
het als 't ware den geestelijken kant, den
„achtergrond" van het theegenot in Japan
voor ons belichtte.
Kakoezo geeft in dit boek een filosofie van
de thee: hij spreekt van „thee-isme" en duidt
met dit woord een geheele cultus aan, ge
grond op de vereering van het schoone te
midden van den dagelijkschen sleur, die ook
in Japan grauw en triestkan zijn. Wat
is de thee voor den Japanner? Niet slechts
een uurtje schoonheid per dag; neen. onver
brekelijk met haar verbonden is zijn geheele
houding tegenover zijn medemensch en te
genover de natuur. De thee symboliseert de
hygiëne, de reinheid, want de vingers die haar
beroeren, de kleeren van de deelnemers aan
de thee-ceremonie, de kamer waarin zij ge
houden wordt, 't moet alles onberispelijk
zijn; zij symboliseert de levenskunst, want- zij
bewijst, dat schoonheid evenzeer in het een
voudige als in het kostbare en extravagante
te vinden is. Bij elke studie van de Japansche
cultuur staat als vanzelf de thee in het
middelpunt. In het dagelij ksche spraakge
bruik noemt de Japansche een mensch zon
der gevoel en intelligentie „iemand zonder
een sprankje thee in zich", terwijl den over
dreven fijngevoeligen, 'n tikje aanstellerigen
mensch wordt verweten, dat hij „veel te veel
thee" heeft!
Theebereiding.
In een hoofdstuk over de Japansche thee-
scholen brengt Kakoezo naar voren, dat er
eigenlijk geen bepaald „volmaakt" theerecept
bestaat.
De thee is een kunstwerk en heeft de
meesterhand noodig om haar edelste eigen
schappen te doen uitkomen.
Een oud Japansch dichter klaagt, dat er
op deze aarde drie diep treurige dingen zijn:
het bederven van de beste kinderen door een
slechte opvoeding, het schenden van de
schoonste schilderijen door het domme aan
gapen door de massa en het verkwisten van
edele thee door een slechte bereiding. De
thee-ontwikkeling kent drie stadia, die van
de gekookte, de gestampte en de getrokken
thee. De menschheid van heden behoort tot
de laatste school. Deze verschillende manie
ren om de thee te bereiden zijn karakte
ristiek voor de tijdperken, waarin zij werden
toegepast.
De eerste „thee-apostel", Loe Nu, leefde in
de 8ste eeuw en zag in de theebereiding een
afspiegeling van de harmonie en orde, die] en de thee door de eeuwen heen een" onver-
in de geheele schepping heerscht. Hij schiep brekelijke eenheid zijn gebleven!
een wetboek voor de thee, de „Cha-king",
dat uit drie deelen bestaat en alles bevat, wat
maar in de verte met de thee verband houdt.
Loe Nu kende slechts de theekoeken, die
gekookt werden; na hem kwam tijdens de
Sang-dynastie de gestampte thee in de mode:
de blaadjes werden in een molentje tot poe
der gemalen en met water vermengd gedron
ken. Thans drinken de Japanners hun thee
getrokken net als wij. Men strooit enkele
blaadjes in een schaal of kopje, giet er kokend
water op en drinkt de thee zonder toevoeging
van melk en suiker.
Het theedrinken is langzamerhand gewor
den tot een waren cultus van reinheid en ver
fijning; 't werd een heilige handeling, waar
bij gastheer en gast zich voor een enkel
oogenblik één voelen in het hoogst denkbare
aardsche geluk.
De theekamer: een oase.
Volgens Okadoera moet de theekamer een
oase zijn in het dorre woestenij van het dage-
lijksch leven. Een oase, waar de moede zwer
ver uitrust en zich verkwikt.
De eigenlijke ceremonie is een precies voor
geschreven samenstel van handelingen,
waarin ook de bloemen en schilderijen in de
theekamer hun rol spelen.
Geen schelle kleur mag de harmonie van
de kamer verbreken, geen gsluid, het ryhtme
der bewegingen, geen gebaar of woord de
eenheid der dingen. Een zware, precieuze
taak was al sinds eeuwen hot kiezen van de
juiste bloemen voor de theeceremonie, een
taak, die vroeger de „theemeesters" vervulden
Iedere tak, iedere kelk moest zorgvuldig wor
den bekeken voor ze werden afgesneden. En
tenslotte kreeg één bepaalde tak de eere
plaats in de theekamer. Niets mocht ernaast
worden geplaatst, opdat de werking niet zou
worden verstoord. In de tweede helft van de
16e eeuw bereikte de kunst van het bloemen-
schikken in de theekamer haar hoogsten
bloei.
N dezen tijd van belangrijke gebeur
lijkheden op internationaal gebied
wordt er veel en langdurig ge
sproken over de diverse mogelijkhe
den, die de naaste toekomst ons zal
brengen en gelukkig blijkt daarbij duidelijk,
dat vele vrouwen zich ervoor interesseeren en
behoorlijk gedacht hebben over alles wat zij te
berde brengen. Natuurlijk zijn dat vaak echte
vrouwen-opinies, dat wil zeggen: waarin het
gevoelsargument zeker een of andere rol
speelt, maar dat is niet meer dan begrijpelijk
en wenschelijk, laat het vrouwelijk element
ook in zulke staatkundige problemen zijn in
vloed maar doen gelden.
Annex hiermee is de politiek, waarover veel
vrouwen ook genoeg te vertellen hebben, maar
die toch niet zooveel belangstelling wekt, om
dat er meestal geen directe gebeurtenissen
mee verband houden, maar die veeleer een
sturen is naar een bepaalde toekomst, welke
partij het ook betreft. Dit vage ligt veel vrou
wen al minder goed, en terwijl bij vrouwen
onderling de huidige gebeurtenissen druk be
sproken worden, zal men ze zelden in politiek
debat aantreffen, misschien wel nog als een
man erover begonnen is, en zoo nu en dan
zijn meening er tusschendoor lanceert.
Behalve deze beide onderwerpen zijn er nog
eindeloos veel meer die de moeite van het
bespreken ruimschoots waard zijn. als daar
zijn: gelezen boeken, opvoedingsproblemen,
alle mogelijke abstracte onderwerpen, huis
houdelijke vraagstukken en nog veel meer
andere, die te berde worden gebracht.
Huishoudelijke vraagstukken noemen wij
met opzet, omdat ook daarin moeilijkheden
voorkomen, die na bespreking met een ander,
tot een oplossing kunnen geraken, zooals daar
zijn: loonkwesties, moeilijkheden over reke
ningen, reparatie-werkzaamheden, nieuwe
aanschaf en dergelijke. Dit kan men niet alle
maal zonder meer rangschikken onder „huis
vrouwenpraatjes", waarop ik straks terugkom,
maar het heeft evengoed recht op erkenning
als de mannen-gesprekken over hun werk.
Hierbij kan dan ook het praten over de
mode worden gerekend, die toch ook zeker
recht heeft op haar plaats in de conversatie
tusschen vrouwen onderling.
Het wordt echter al bedenkelijk, wanneer
vrouwen alleen nog maar praten over het
huishouden en de mode; maar het naarste is
nog dat er zooveel vrouwen zijn, die dat graag
doen, en daarom geen enkele andere conver
satie meer kennen.
Wanneer de sluizen van haar welsprekend
heid eenmaal zijn geopend, is er geen houden
meer aan, zij beginnen bij de dienstbode, gaan
via de leveranciers naar de kinderen en be
landen tenslotte bij de mode, óf bij beginnen
bij de laatste en nemen de verdere volgorde:
kinderen dienstbode leveranciers, enzoo-
voorts.
Een jonge vrouw, die het meest belangstel
ling heeft voor dergelijke gesprekken, trekt
haar gezichtskring al erg nauw, maar zij kan
er bovendien wel vrij zeker van zijn, dat die
nog steeds nauwer gaat worden, want het be
gint bij alleen maar opvoedingsproblemen,
huishoudelijke moeilijkheden, de mode, en het
ontaardt langzaam maar zeker en daardoor
is het juist zoo verraderlijk in Pietje die
zoo huilde omdat hij geen koekje kreeg, in
de dure suiker die bij Van Puffelen een cent
duurder is dan bij Jansen „hij maakt er
misbruik van dat hij de eenige kruidenier in
de straat" is en in het goedkoope coupon
netje stof dat zoo tegenviel.
Dit nu zijn de echte huisvrouwenpraatjes,
waarmee twee of meer vrouwen zonder uitstel
haar beide (of meer) mannen grondig op de
vlucht kunnen jagen en werkelijk niet zonder
reden.
Zoo zijn er vrouwen die eindeloos kunnen
vertellen over de meest futile onbelangrijk
heden van hun kinderen aan andere vrouwen,
die geen kinderen hebben; of er zijn er die
lange verhalen doen over mode-ondervindin
gen via winkeljuffrouwen in dure winkels,
tegen kennissen die zelf weinig voor haar klee
ding kunnen of willen besteden. Of die een
ander doorzagen over de onvolkomenheden
van den een of anderen leverancier.
Zulke gesprekken leiden tot niets, zij maken
elk onderwerp zoo dood als een pier en het
kringetje van de belangstelling wordt er
steeds kleiner door. Langzaam maar zeker,
zooals ik al zei en op een kwaad moment
heeft men alleen nog maar belangstelling
voor al dat kleine gedoe.
Er zijn talloos veel manieren om onze ge
zichtskring te verruimen, om onze hersens
weer eens aan het werk te zetten, en wanneer
zij den heelen zomer door, min of meer op
non-actief zijn geweest, dan is het in dezen
tijd goed om zich eens te beraden, hoe wij
daar in de komende wintermaanden ver
andering in zullen brengen. Er is gelegenheid
genoeg, zoowel in huis als daarbuiten, het
zal onzen blik verruimen, en ons leven ver
rijken.
E. E. J.—P.
cli
.4
f
4.
A
t
y
ïl
't*'
-X'
yt
4,
-*•
A
V
M
J'A"
4
V
A
A— -*
i E
JL
Deze wollen bolero, geschikt om in hpf
jaar over een dun japonnetje ie drain a"
gebreid van lichtblauwe wol, waarin een -
den draad loopt, het geheel is omgehaakfS
donkerblauwe wol en versierd °met f
breien we dus als volgt: 8 r., omsl 2 wTle
15 r., omsl. 2 tezamen, 15 r., omsl. 9 r 11
Nu breien we weer 5 ribbels en herhai
dan den eersten gaatjestoer, daarna wir-
ribbels en den 2den gaatjestoer. Zoo J
door tot we 25 ribbels hebben, waaraf
voor den schouder 11 st. afkan ten (4-3 91
De overige 40 st. breien we tot, we 60 riïï!"
hebben en daarna maken we de rondin» if
den hals. Hiervoor kanten we aan den hak!!
eerst 7 st. af, en daarna nog 3x2 st waX
we doorbreien tot het geheel 70 ribbels in
Nu breien we den schouder schuin op als h
ven en kanten af. Het andere voorpand
een spiegelbeeld, van het eerste. 13
We stikken schoudernaad en zijnaden
de machine licht en strijken alles onder 11
vochtige doek. Nu haken we lan°s hef 5?
heele bolerotje en langs de armsgaten Pt"
toer vasten met donkerblauw en daarna i
toer stokjes. In elk gaatje borduren weïï
een aardig bloemetje met als middelpunt it
gaatje, waarom heen we een sterretje en in
takje werken.
SP_<mr
zijden bloemetjes, waardoor een fleuri» «7
heel ontstaat.
We hebben 150 gr. lichtblauwe wol noodi.
een restantje donkerblauw en oranje en S"
nen no. 3.
Te beginnen met den rug zetten we 100 st nn
en breien 90 pennen gewoon recht, zoodat'»
dus 45 ribbels hebben. Nu kanten we at"
weerszijden voor het armsgat 10 st a
(4-3-2-1), en met de 80 st. die we over hm
den, breien we nog 25 ribbels. Daarna kai'm
we in 't midden voor den hals 30 st strak''al
terwijl we aan weerszijden den schoudt.
schuin opbreien, en wel van den hals af te i,
ginnen eerst 18 st. dan 12 st. dan 6 st Jf
kanten.
In de voorpanden worden op regelmati»
afstanden gaatjes gebreid, waarin later da
bloemetjes gewerkt worden. We zetten 51 st
op en breien 3 ribbels. De volgende om
breien we aLs volgt:
16 st. recht, omslaan, 2 recht te zamen 15
st. recht, omsl. 2 te zamen, 16 st. recht 'wé
breien de pen gewoon recht over en na 5
ribbels krijgen we 'n tweede gaatjestoer met
dien verstande, dat deze gaatjes midden 'ie.
schen de vorige gaatjes komen. Deze nen
De theemeesters en de kunst.
De oude Japansche theemeesters hebben,
met als middelpunt van al hun handelen en
streven de theeceremonie, zeer veel gedaan
voor de Japansche kunst. Ze hebben de klas
sieke architectuur en binnenhuiskunst op
nieuw tot, bloei gebracht. Alle beroemde tui
nen in Japan zijn door theemeesters aange
legd: volkomen harmonisch van lijn "en
kleur. Een der grootste Japansche schilder
scholen dankt haar ontstaan aan den thee-
meester Honami Koetsu, die ook beroemd is
geworden door zijn lak- en aardewerk.
Geweldig is de invloed van de theemeesters
geweest niet alleen op kunstgebied, maar op
het heele Japansche leven. Zij hebben de
vrouwen geleerd, hoe de fijnste spijzen
moesten worden bereid zij voerden de zacht-
_;etinte kleuren voor kleedingstoffen in. En
aan hun invloed is het te danken dat Japan
Reissouvenirs. Toen onlangs een der boo
ten van de Cunard-lijn te Londen van een reis
om de wereld terugkeerde, had de bemanning
zooveel souvenirs van de reis meegebracht, dat
er 220 taxi's noodig waxen, om hen met hun
bagage thuis te brengen.
Waarom noemt men een soort erwten capu
cijners? Omdat de bloem wel wat heeft van
een monnikenkap (het latijnsche woord hier
van is capusa) en omdat de kleur van die
erwten grauw is, als de monnikenkleeding.
LIEFDE EN IJS.
Te Graz in Oostenrijk verschijnen, al net pre
cies als overal elders ter wereld, geregeld hu
welijksadvertenties in de bladen.
Merkwaardig was echter, dat een poosje gele
den alle adverteerders, die langs dezen meer en
meer gebruikelijken weg een levensgezel(lin)
hadden gezocht, de schitterendste aanbiedingen
ontvingen. Het wemelde in de brieven, die hen
werden toegezonden van „heeren met goede po
sitie" en „vermogende jongedames". En nog
merkwaardiger: in al die brieven werd een be
paalde, zooeven geopende, ijssalon als plaats van
samenkomst genoemd.
Zoo kwam het, dat op dien bepaalden dag
tallooze keurig gekleede dames en heeren in het
ijssalonnetje zaten, wachtten, en ijs aten
Allen gingen echter onverrichter zake tenslotte
weer heen. En een paar dagen later werd de
eigenaar van het zaakje, die langs dezen onge-
bruikelijken weg getracht had, klanten te vin
den, wegens bedrog opgepakt, en kreeg drie
maanden gevangenisstraf.
Het ijs bleek „glad ijs" te zijn geweest.
Amerikaansche maaltijden
Onbekende bereidingswijze, doch groote
zorg voor den maaltijd.
Wanneer een volbloed Hollandsche in
Amerika komt, krijgt ze bij den eersten
maaltijd het eene schrikschokje na het an
dere, want er is enorm verschil tusschen Ame
rikaansche spijsbereiding en de onze.
In de eerste plaats wordt bij iederen maal
tijd veel meer groente en vruchten gebruikt
dan bij ons en bijna geen enkele vrucht wordt
gewoon opgediend. Men bereidt ze op aller
lei verschillende manieren, zoo afwisselend
mogelijk.
De eerste maaltijd heet „breakfast" en be
gint tegenwoordig met een schijf grapefruit
of enkel een glaasje van het sap dezer vrucht,
al of niet vermengd met tomatensap. Deze
voorspijs, die een uitstekende, natuurlijke
stimulans vormt, bevalt ook de meeste Euro
peanen heel goed, doch de Amerikaansche
gewoonte om hierbij nog een groot glas ijs wa
ter naar binnen te spoelen, bekomt hen min
der. Verder is het Amerikaansche „break
fast" in vergelijking met ons ontbijt van brood
met thee, bijzonier uitvoerig, want de burgers
van de nieuwe wereld zijn van meening, dat
alleen een mensch, die zwaar gegeten heeft,
flink kan werken. Na de grapefruit volgt een
stuk meloen 't geheele jaar door verkrijg
baar! toebereid met peper en zout, dan ko
men de z.g. „cereals", havervlokken, gepofte
rijst, enz., die als pap worden gegeten óf zoo
uit het carton met toevoeging van suiker en
melk óf met boter of gebraden spek. Aan 'tslot
komt nog wat vleesch en visch.
De Amerikaansche „lunch" om twaalf uur
gebruikt, is een lichtere maaltijd. Men begint
bijna altijd met een slaatje, nuttigt dan een
vleeschgerecht en eindigt met koffie, waarbij
de geliefde „hot rolls", heel kleine, heet opge
diende, knappende wittebroodjes, niet mogen
ontbreken.
Een Amerikaansch „lunchslaatje" is echter
een heel ander ding als een slaatje bij ons.
Men dient bijv. een schijf ananas op, bestrooit
met geraspte oude kaas en peper of peren
met sla en mayonnaise, of zoete vruchten mei
pikante saus. Dikwijls worden ongesuikerde
wafels uit maismeel of havermeelkoekjes erbij
geserveerd.
De hoodmaaltijd is het diner, dat meestal
heel laat plaats heeft. Ook nu weer komen
eigenaardige gerechten op tafel, zooals 'oijv.
krabben met zachte schalen, voor een Euro
peaan eerst wat griezelig, sacramento-zalm,
oesters, enz. enz. Ook geniet men zeer van een
paar soorten dikke soep als „Clamchowder"
Maïs speelt een groote rol in het Amerikaan
sche menu. Dikwijls verschijnt het al aan het
ontbijt in den vorm van koeken of pap. Zijn
de kolven nog niet geheel rijp, dan worden ze
als asperges in water gekookt en met boter
gegeten. Met dit gerecht worden ook in ons
land reeds een paar jaar proeven genomen,
evenwel hoewel het zeer smakelijk is -
met weinig resultaat.
Geheel onbekend bij ons zijn de zoete aard
appels die een Amerikaanschen maaltijd een
heel bijzondere noot geven. En dan zijn daar
in de nieuwe wereld nog tal van groenten en
vruchten, die wij niet eens bij name kennen.
Eierplanten en Spaansche boonen vervullen
sneden en vervolgens met peper en zout be"
verder is er nog de „alligatorpeer", een reus
achtige vleezige vijg, die in stukken wordt ge-
sn,den en vervolgens met peper en zout be
strooid en met olie en azijn op smaak afge
maakt, zoodat men als 't ware het hew
„vruchtenslaatje" uit de harde vruchtschaai
lepelt.