Drie mannen en hun Noodlot De Nederlandsche dames-zwemploeg vertrok Maandag naar den landenwedstnjd tegen Denemarken op 5 en 7 October a.s. te Kopenhagen. Even vpor het ver trek van het Centraal Station te Amsterdam De ontsteking van het vuur bij het graf van den Onbekenden Soldaat te Parijs en de bloemen hulde werden door Daladier persoonlijk verricht De nieuwbenoemde burgemeester van Wassenaar) dr. S. F. A. C. M. baron van Wijnbern»,, is Maandag als zoodanig geïnstalleerd. De intocht Yfn °en nieuwen burgervader en ziijwu' genoote in de gemeente YYassenaar Met bloemen werden de Duitsche gemotoriseerde atdeelingen te Schluckenau bij hun intocht in het Sudetenland door lieftallige bewoonsters der streek ver welkomd De Fin Ma,.ki heeft het wereldrecord op de 10.000 meter geslagen en gebracht op 30 minuten 2 seconden Adolf Hitler bracht Maandag een bezoek aan het door de Duitsche troepen bezette Sudetenland. Bij het passeeren van de grens bij Wildenau werd de Führer door de bevolking hartelijk verwelkomd Het hoogtepunt van de 3 October- feesten te Leiden vormde Maandag ds rondgang van den historischen en allegorischen optocht, welke deren keer tot onderwerp had „in en om het Leidsche Stadhuis". - Een detail uit den stoet Het brood vond bij de traditioneele uitdeeling van haring en brood op de 3 October-feesten te Leiden gretige afnemers FEUILLETON Naar het Engesch door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 22) Het was een heele toer om tijdig voor de begrafenis terug te zijn, maar het lukte. O'Malley vond zelfs nog tijd om op weg naar het station iets te eten. Een aantal vrienden van de Chesters had den zich bij de familie gevoegd. Toen hij zag dat de geestelijke en de begrafenisonderne mer uitstekend voor alles zorgden, voegde hij zich bij Louise, om haar te helpen met haar gasten. Maar er waren twee vriendinnen van haar die zouden blijven tot na de begrafenis. Ze hielpe- en verwenden haar zooveel ze konden en O'Malley, ziende dat ze in goede handen was, bleef verder zooveel mogelijk op den achtergrond. Het was een sombere middag. En toen de begrafenis voorbij was, vertrokken de vrien den en de meeste familieleden spoedig weer. Louise verzocht O'Malley den nacht over te blijven, waarin hij gaarne toestemde. Maar het bleek hem dat haar vriendinnen volkomen in staat waren haar door de eerste moeilijke dagen heen te helpen. O'Malley. die niet aan de familie verwant was, voelde zich niet geheel op zijn plaats nu de huishouding weer tot rust was geko men en hij besloot den volgenden ochtend naar de stad terug te keeren. Dien morgen verscheen Chesters notaris met het testament van den overledene. O'Malley was niet tegenwoordig bij het voor lezen van de laatste wilsbeschikking, hij hoorde er niet bij, vond hij. Het was overigens een bloote formaliteit, want het zou weken, misschien zelfs wel maanden duren voor er eenige orde op Chesters zaken gesteld zou kunnen worden. Doch hij bleef in het huis tot de notaris vertrokken was en nam toen afscheid van Louise. Ze stond erop hem naar het station te rijden. En ze bleef hem, in haar rouwkleeding op het perron naturen, tot de trein uit het gezicht verdwenen was. O'Malley nam een pijnlijke herinnering mee van haar smartelijk gezicht, toen hij op de treeplank van den wagon stond. Hij wist dat ze dankbaar was, maar hij kon niet weten, dat ze de trein bleef nastaren omdat ze O'Malley alleen als een lieven vriend beschouwde, maar ook om dat hij een vage schakel vormde met den man, dien zij liefhad. Zelfs haar vaders ver moedens en zijn tragische dood hadden de vlam van liefde niet kunnen temperen, hoe wel ze een dubbele wond in haar hart had den gemaakt. Louise had eens haar liefde gegeven en ze zou blijven liefhebben tot haar dood en. zooals ze hoopte en geloofde, ook daarna. Zoo scheidden hun wegen zich voor eeni- gen tijd. Louise keerde terug naar haar droef geestig huls om. zoo goed zij kon, de draden van haar leven weer op t nemen. En O'Malley was weer in New York en wist niet goed wat hij het eerst zou doen. Hij begaf zich recht streeks naar zijn kamers, stopte zijn pijp. stak die aan, zette zich in een gemakkelijken stoei en verzonk in gepeins. Welda kwam uit een chaos van feiten en gissingen een logische gevolgtrekking te voor schijn. Er stonden, voor zoover hij op het ïogenblik wist. maar twee personen in ver wijderd verband met den diefstal. Chester had Barrett verdacht er iets mee te maken te hebben gehad. O'Malley verdacht Schenk. Maar er was ab soluut geen aannemelijk motief om Schenk het leegstelen van een brandkast in de schoenen te schuiven. Terwijl er, wat Barrett betrof, een mogelijke, maar niet erg waar schijnlijke beweegreden was: wraak. Doch die geheimzinnige brief was er nog, die aan toonde dat er toch wel de schaduw van iets verdachts over Barret's leven hing. Dus, redeneerde O'Malley: Als Barret iets met den diefstal uitstaande had gehad, kon het motief alleen maar wraak zijn voor dat bedrog van jaren geleden, waarvan zijn vader het slachtoffer was geworden, want Barrett was te vermogend en nam een te belangrijke plaats in het zakenleven in, om een brand kast leeg te halen terwille van het geld. Maar Chester had niet alleen gestaan in dat bedrog! Er waren, volgens Louise, nog twee anderen. Een van deze was een zekere Bindles, de ander was Schenk. En als Barrett uit wraak Chester had geplunderd, zou hij zich niet tot dezen alleen beperken; hij zou zijn vergel ding ook tot de anderen uitstrekken. Vroeg of laat zouden Bindles of Schenk aan de beurt komen of beiden. Als er daarom met een van deze twee man nen iets gebeurde, zou het blijken dat de theorie-Barrett juist was. Maar er zou maar één manier zijn om Barrett's connectie met een dergelijken aanval vast te stellen. Dat was tegenwoordig te zijn als het offensief zou plaats hebben, of het berooving was of een aanslag op hun leven. Barrett zou een der gelijke onderneming zeker niet aan een ander opdragen, uit vrees voor afpersing daarna Als hij het deed. zou hij het zelf opknappen. En hij zou het ongetwijfeld de snachts doen. Daarom moest hij Barrett, in het oog houden 's avonds, want hij kon de andere twee niet tegelijk schaduwen. O'Malley was zich ten volle bewust dat zijn theorie haast fantastisch mocht heeten. gezien Barretts positie in de zakenwereld. Maar de historie met den brief was óók fantastisch en er waren heel wat vreemde dingen in het leven van vooraan staande lieden. Voor het oogenblik ging hij aan zijn bureau zitten om eenige, reeds lang uitgestelde brie ven te beantwoorden. Daarna maakte hij een wandeling, lunchte en begaf zich naar de stad om een paar boodschappen te doen. Hij dineerde dien avond vroeg en bij het inval len van de duisternis was hij langs River side Drive aan het slenteren, aan den kant tegenover het flatgebouw, waar Barrett woon de. Het schemerde nog, toen hij zoo gelukkig was om Barrett in een taxi te zien aankomen en de straat oversteken, hij 'keek de forsche gestalte na toen deze de hall binnentrad en verdween. En hij wachtte met de heimelijke hoop, dat, als de financier weer te voorschijn kwam, hij iets interessants beleven zou. Ergens achter in O'Malley's hoofd was een andere hoop, die hij maar half in zijn be wustzijn liet doordringen. Het was altijd mo gelijk dat Claudia Hunt naar binnen zou gaan of naar buiten komen. Misschien kwam ze wel naar buiten en zou ze de straat over steken, juist waar hij stond! Bij deze gedachte schrok hij van zichzelf en liep van louter schaamte naar de donkerste plek in de nabij heid. Hij bespionneerde haar huis. Maar na een oogenblik richtte hij het hoofd weer hoog op, Als hij het ter wille van zich zelf gedaan had, dan zou het niet te veront schuldigen zijn. in haar oogen en in zijn egien Doch wat zij ook mocht denken, voor zichzelf voelde hij zich verantwoord, want hij deed het voor Louise. En als dat geld niet werd terug gevonden. zou er maar een bedroefd klein beetje voor haar overblijven om van te leven Hij wachtte eenige uren en begaf zich dich ter naar het flatgebouw, naarmate het don kerder werd. En op het laatst werd zijn ge duld beloond door het verschijnen van een bekeride gestalte. Maar het was noch miss Hunt noch Barrett. Een man kwam het gebouw uit en bleef enkele oogenblikken op het trottoir staan, naar rechts en links kijkend en toen naar de rivier. O'Malley herkende hem als den jonge man, die dien avond met miss Hunt in liet stille restaurant gedineerd had. Uit louter nieuwsgierigheid nam hij hem een moment op. De jongeman, dien Claudia Hunt, zooals O'Malley zich herinnerde, Julian had genoemd stond op het trottoir een paar lichtbruine handschoenen aan te trekken. Toen hij daar mee klaar was, maakte hij een beweging in O'Malley's richting. Het was een vlug wenden van het hoofd en een gebaar van de hand, te kennen gevend, dat O'Malley zich bij hem moest voegen of hem achterop komen. O'Malley was half verborgen achter een boom. Er was geen straatlantaarn in de buurt, En hoewel hij eerst dacht dat de beweging voor hem bedoeld was, bracht een oogen blik van nadenken hem tot de overtuiging dat Julian hém, nadat hij uit de hel verlichte hall was gekomen, niet gezien kon hebben. Evenmin was het waarschijnlijk dat de jongeman, zoo hij hem al gezien had, hem op zoo'n familiaire manier gewenkt zou heb ben. O'Malley keek snel om zich heen. Even voor hem was een man juist van een bank op gestaan en liep nu in de richting die Julian had aangewezen. De nieuwsgierigheid van den jongen Ier was door deze met zorg overwogen manoeuvres gewekt en hij begaf zich langzaam den zelfden kant uit, wel oppassend een be hoorlijken afstand te bewaren. De man die op de bank had gezeten sloeg naar rechts af, zoodat zijn pad en dat van Julian moesten samenkomen. O'Malley ver- t-raagde zijn pas nog meer. Ever, later stak de man vóór hem den weg over en ging op ne» trottoir loopen met Julian iets voor hem uk (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8