DE BALANS VAN MÜNCHEN. Hongarije wendt zich tot de vier mogendheden. Reden tot dankbaarheid; nog geen reden tot juichen Uit het land van den broederkrijg. tERDAG IS OCTOBER 1938 Vijf lichtingen opgeroepen. Uit betrouwbare bronnen verneemt United Press uit Boedapest, dat de Hongaarsche regeering nog in den afgeloopen nacht de vier mogendheden van München en Polen medegedeeld heeft, dat Hongarije de onderhandelingen te Komarom heeft afgebroken, ten gevolge van de houding der Praagsche regeering. Hongarije deelde gelijktijdig mede, dat het zich alle rechten voorbehoudt om de door Hongarije noodig geoordeelde maatregelen te treffen. Boven dien werd medegedeeld dat de Hongaarsche regeering „zeer spoe dig" van de vier genoemde mogendheden een beslissing betreffende het Hongaaarsch-Tsjechische conflict verwacht. Gisteravond nog werd te Boedapest bekend, dat de Hongaarsche regeering vijf lichtingen onder de wapenen had geroepen. Contact met Duitschland en Italië. Zoowel te München als te Rome heeft de Hongaarsche regeering na de mislukking van de onderhandelin gen te Komaron contact gezocht. 0 Hitier ontving om drie uur gister middag in het Fiihrerhaus te Mün chen den vroegeren minister-presi dent van Hongarije, Daranyi, die in het begin van den middag per vliegtuig in deze stad was aangeko- ^Da'ranyi was vergezeld van den Duit- schen gezant te Boedapest, Baron van ErdmannsdorfVon Ribbentrop nam aan de besprekingen deel. Ongeveer tegelijkertijd arriveerde de chef van het kabinet van den Hon- gaarschen minister van buiten- landsche Zakengraaf Szaky gistermiddag, eveneens per vliegtuig, te Rome. Hij werd ontvangen door den Hongaarschen gezant te Rome, baron Villani. Von Kanya. Villani had te voren in een gesprek met Ciano Italië verzocht het initiatief te nemen t een bijeenkomst der vier mogendheden. Graaf Czaky is daarop ten einde Villani's verzoek te ondersteunen Ciano en Musso lini van de Hongaarsche eischen op de hoogte te stellen, naar Rome vertrokken. Het gesprek met Ciano duurde anderhalf uur. Czaky zou ook Mussolini nog ontmoe ten,. De beslissing van Mussolini is nog niet bekend, maar wel zou er reeds tusschen Rome, Berlijn Londen en Parijs van gedachten gewisseld zijn. Naar verluidt zou Czaky Ciano heb ben medegedeeld, dat de zaak dringt daar de situatie dagelijks ernstiger wordt. Hongarije zou er op aandringen dat de vier mogendheden te Rome of in een andere plaats zouden bijeenko men, De oproeping der Hongaarsche lichtingen. Het Hongaarsche telegraafagentschap pu bliceert in verband met de mobilisatie van vijf Hongaarsche lichtingen een bericht van den volgenden inhoud; De tengevolge van de onderbreking der Hctigaarsch-Tsjecho-Slowaaksche onderhan delingen ontstane toestand, de dreigemen ten, die nog tijdens de onderhandelingen van Tsjecho-Slowaaksche zijde geuit werden, be nevens de door Tsjecho-Slowakije genomen militaire maatregelen, hebben in het belang van de opvoering der militaire veiligheid van Hongarije nieuwe maatregelen noodzakelijk gemaakt. Tot dit doel vaardigt de minister van defensie Zaterdag (heden - Red.) een proclamatie uit, waarin het oproepen van vijf achtingen bevolen wordt. De dienstplichti gen, die behoorden tot de lichtingen 1908 en 1511 moeten zich reeds Maaniag bij hun •roep melden. Volgens Havas heeft deze maatregel geen bintengewone beroering in Duitsche politieke hingen teweeggebracht. In gezaghebbende «ingen verklaart men. dat tijdens de onder handelingen te Komaron Hongarije bewijs heeft afgelegd van een gereserveerde hou ding. Men gelooft niet, dat de nieuwe mobilisatiemaatregelen, waartoe Hon garije besloten heeft na het afbreken nor besprekingen, de vier mogend- beden, die de accoorden van Mün chen hebben onderteekend. kunnen verhinderen te komen tot een vreed zame regeling van het geschil tus schen Praag en Boedapest. Von Kanya over de conferentie te Komarom. J? de °Proeping der vijf lichtingen is be- v£badat de Hongaarsche minister van w'emandsche zaken, "Von Kanya, verslag Daranyi. had uitgebracht over de onderhandelingen te Komarom. De besprekingen te Komarom zijn volgens Von Kanya mislukt, omdat de Tsjecho Slo- waaksche delegatie bezwaren maakte bij het practisch doorvoeren van het besluit van de conferentie van München, dat de nieuwe grenzen moeten berusten op ethnische basis. De Tsjecho Slowaken weigerden zuiver Hon- gaarsch gebied af te staan op grond van eco nomische en strategische overwegingen, als mede op grond van redenen van verkeers- politiek. Zij wilden slechts het Donau-eiland Schütt en een smalle strook langs de grens afstaan, terwijl de belangrijke Hongaarsche steden in 'verband met de spoorlijnen in Tsjecho Slo waaksche handen zouden blijven. Ook de zuiver Hongaarsche stad Komarom, de geboorteplaats van den romanschrijver Jokai en van den componist Lehar, zou niet bij Hongarije komen, doch een Donauvrijhaven worden. Bovendien poogde de Tsjecho Slowaaksche regeering militairen druk uit te oefenen, door het achterwege laten van de aangekondigde demobilisatie, terwijl in radio-redevoeringen werd gewezen op de wapenmacht. Ook volkenrechtelijk aldus Von Kanya was de toestand niet duidelijk,, aangezien de Tsjechische regeering werd vertegenwoor digd door den Slowaakschen minister-presi dent en den Roetheensche» minister-pre sident. Vervolging van Hongaren in Tsjecho-Slowakije? Naar het Hongaarsche telegraaf agentschap bericht zijn in de Tsjechische plaatsen Goe- moer en Abauj sterke afdeelingen infanterie en mitrailleurafdeelingen van het Tsjechische leger aangekomen, welke de vestingwerken aan de grens en verder het land in hebben bezet. Sedert Donderdag komen weer groote scha ren vluchtelingen over de grens. Zij verklaar den, dat iedere Hongaar, die tijdens de be sprekingen te Komaron blijk heeft gegeven van zijn Hongaarsche gezindheid, thans dooi de Tsjechen wordt vervolgd. Vluchtelingen uit Kasa hebben bericht, dat de Tsjechen in de laatste dagen 1.300 politieke gevangenen, meest Hongaren, hebben vrijgelaten, doch thans worden ware „drijfjachten" georgani seerd om de vrijgelatenen weer te vangen. COMMISSARIS DER NEW YORKSCHE LUCHTHAVENS NIET TEGENWOORDIG BIJ DE AANKOMST VAN DE „NORDWIND". De commissaris der luchthavens van New York, Mackenzie, heeft geweigerd deel te ne men aan de ontvangst van het Duitsche Oceaanvliegtuig Nordwind", dat op het vlieg veld Washington is aangekomen. Mackenzie heeft dienaangaande een parti culier telegram gericht tot den Duitschen ambassadeur, waarin hij zegt: „De Amerikaan- sche katholieken kunnen geen betrekkingen onderhouden met Duitschers, zoolang Duitsch land niet den weg'naar de beschaving terug heeft gevonden op het gebied van geloofs vrijheid en in het bijzonder wat betreft de be handeling van kardinaal Innitzer en de Oos tenrijksche katholieken.'. Anti-Joodsche excessen te Weenen Mishandelingen, vernielingen, brand stichting In de Jodenbuurt van Weenen is gister avond een anti-Joodsche betooging gehouden. De betoogers, die volgens Reuter voor het meerendeel niet ouder waren dan achttien jaar, marcheerden door de straten, terwijl zij de ruiten van Joodsche woningen stuksloegen en alle Joden, die zij op straat tegen kwamen, opjoegen. In de voormalige synagoge in de Plossgasse, waar de Joden bijeen waren gekomen om te bidden, mishandelden de demonstranten een rabbijn. Vervolgens sloegen zij alle ruiten stuk. waarna zij een gedeelte van het gebouw in brand staken. De brandweer wist het vuur snel te blusschen. In officieele kringen wordt verklaard, dat men hier te doen heeft met een eigenmachtig optreden van het gepeupel, en dat de natio- naal-socialistische partij niets met de oproer kraaiers te maken heeft Pjncl cn goed I|I1« helpen hierbij neipen nieroij altijd een poeder of cachet van Mijnhardt. Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 cc. Cachets, genaamd.,Mijnhardtjes"2st. 10ct.Doos50ct (Adv. Ingez. Med.) Hitier ontvangt Tsjvalkofski. Tsjechische minister verzekert den Führer een loyale houding van Tsjecho-Slowakije tegen over Duitschland. De Führer heeft gisteren in het bij zijn van den rijksminister van buiten landsche zaken, von Ribbentrop, den Tsjecho-Slowaakschen minister van buitenlandsche zaken, Tsjvalkofski, ontvangen. De Tsjechische minister, zoo meldt het D.N.B., gaf den Führer de verzeke ring, dat Tsjecho Slowakije tegenover Duitschland een loyale houding zal aannemen. De Führer heeft daarvan met vol doening kennis genomen en gaf tegen over den Tsjecho Slowaakschen minis ter van buitenlandsche zaken uitdruk king aan zijn leedwezen, dat in de kwestie der Hongaarsche minderheden nog geen oplossing is gevonden. Hij sprak de hoop uit, dat het gelukken moge ook in deze kwestie zoo spoedig mogelijk een bevredigende oplossing te vinden. Tsjvalkofsky heeft later nog een apart onderhoud met Von Ribbentrop gehad. Het brood en het pakje tabak. Onze medewerkster te Campello (bij Ali cante) schrijft ons: VANDAAG wil ik van een kleine gebeur tenis vertellen, die wel heel sterk onze economische verhoudingen van het oogenblik in het licht stelt. Ik was van de week bij een bevriende familie in een naburig dorp. We zaten vóór het huis, in de na middag-zon, in gesprek over den oorlog, het eeuwig terugkeerende thema, dat men ver mijden wil, maar niet vermijden kan, nu en dan opgeschrikt door een uit onbekende verten komenden bijzonder waren doffen slag, waarvan iedereen de beteekenis weet. Daar zien we een man den stóffigen kron kelweg van het landgoed opkomen. Stil is 't hier buiten, er is weinig aanloop, dus wordt, ieder bezoeker al uit de verte bekeken, wie 't zijn zou, een vriend, een vreemde, wat het doel van zijn komst mag zijn. Spoedig maken wij uit, dat we hem niet kennen, 't Is een leuk boerentype van -middelbaren leeftijd, in zijn Zondagsche buis, de zoogenaamde „Bru- sa" en met een mandje over den schouder. Hij komt op ons toe met die eigenaardige rust en waardigheid, welke den gezeten Spaanschen boer kenmerken. Nu is het typisch bij zulk be zoek, vooral, wanneer gij uw bezoeker niet kent, dat er aanvankelijk absoluut niet ach ter te komen is, wat deze eigenlijk wil, want over alles zal hij 't hebben, behalve juist over dit laatste. En dan is 't ook nog verre van ge makkelijk het Valenciaansche dialect te vol gen, waarin onze vriend ons weldra over het weer, de amandeloogst en wat al niet onder houdt. Maar opeens heeft de kleine Joaquin, de ondeugende zesjarige zoon des huizes, het mandje ontdekt, dat onze gast argeloos op een stoel heeft neergelegd en heft een luid gejuich aan: een brood, een heel coca! (rond brood). Om dit gejubel te verklai'en, moet ik herinneren aan wat ik in een vorige corres pondentie al eens vertelde, dat we al een heelen tijd, dank zij de tegenpartij, die geen graan of meel meer bimiijlaan, heelemaal zonder brood zitten, iets wat voor de kleine Joaquins en Pacco's en hoe ze allemaal heeten, die gewend waren ieder oogenblik een boter ham te krijgen, een hard gelag is. Verbaasd kijken wij onzen bezoeker aan, die blijkbaar nog voorraad meel heeft en eigen brood maakt en nu verklaart de man eindelijk het doel van zijn visite. Hij wil het brood, dit vandaag zoo kostbare ding, met ons ruilen. Maar raadt eens waartegen? Tegen dat nog kostbaarder goed, het genotmiddel, dat de Spanjaard het minst van al missen kan, waarvoor hij in staat is zijn laatste cen time uit te geven, zijn laatste levensmidde len te ruilen, tegen tabak! Iedere Spanjaard is nu eenmaal gewend den heelen dag zijn sigaretje te draaien. Smaakt het hem werkelijk? Heeft hij er werkelijk ge not van? Er behoefte aan? Er zijn er velen, die 't betwijfelen en het Spaansche rooken alleen voor een onuitroeibare gewoonte hou den, die van kindsbeen af in het volk zit. In ieder geval kan men vandaag, nu ook tabak tot de dingen hoort, die alleen bij hooge uit zondering te krijgen zijn, met een pakje tabak wonderen doen, ja zeggen we gerust, practisch alles bereiken, 't Is b.v. vandaag uiterst moei lijk werkvolk te krijgen de menschen zijn óf naar het front of ze werken in de oor logsindustrie, heel weinigen zijn maar vrij en die weinigen zijn sterk gevraagd voor velerlei doeleinden, 't Helpt u meestal heel weinig of gij de toch al zoo hooge loonen nog overbiedt, een middagmaal erbij geeft, dat ge zelf niet hebt, ge komt niet aan menschen, vooral niet buiten; de menschen schuwen den langen weg naar u toe, komen niet ten slotte, al hebt ge nog zoo vast afgesproken. Maar kom met tabak en alles wordt in eens anders! En zoo kwam onze vriend, die gehoord had, dat hier nog tabak was, met zijn brood. Ik geloof, dat werkelijk hiermede wel heel scherp de economische situatie van het oogenblik wordt gekenteekend. In ieder geval is voor ons de wensch van onzen onbekenden bezoeker niets bijzonder vreemds en al vermoeden we haast, dat voor zulk een schat als een pakje tabak, wellicht ook iets meer dan een enkel brood te krijgen zou zijn, we neigen al dade lijk sterk tot toestemming. Niet alleen heeft de man een langen weg te voet naar ons goed afgelegd, maar ook is het brood voor ons vandaag met den juichenden kleinen Joaquin wel iets heel bijzonders. En dus wordt de ruil maar afgesloten, terwijl onze vriend niet weet, hoe hij ons bedanken zal. En Joaquin, die on middellijk een dikke boterham krijgt, wilde wel, dat er nog maar veel pakjes tabak waren. C. B. Anthony Eden geeft in dit artikel een uiteenzetting van de lessen, die naar zijn meening uit de jong ste Europeesche crisis te trekken zijn. Hij is er dankbaar voor, dat de vrede, dank zij het onvermoeide streven van Chamberlain behou den bleef, maar geeft anderzijds uiting aan zijn bezorgdheid over de wijzewaarop overeenstemming 1 tusschen de vier mogendheden tot stand gekomen is, n.l. onder den druk van geweld. Eden, die naar men weet tot de conservatieve op positie in het Lagerhuis behoort, pleit in dit verband voor een in nerlijk vereenigd en behoorlijk be wapend Engeland. Wij vragen de volle aandacht van onze lezers voor dit artikel, dat wij overigens, ge lijk duidelijk is, geheel voor reke ning van den schrijver laten. EUROPA heeft een zeer bewogen tijd vak achter den rug. De algemeen verbreide vrees voor den dreigenden oorlog heeft overal plaats gemaakt voor een gevoel van verlichting, omdat er tenminste uitstel verkregen is. Nu echter dat gevoel van opluchting langzamerhand af neemt, groeit wederom de bezorgdheid voor de toekomst, doch tegelijkertijd ook de vast besloten wil, een herhaling van zulk een gru welijke keus tusschen tweeërlei kwaad, als de jongste weken ons te zien gaven, in het ver volg voorgoed te voorkomen. Want inderdaad was het een hatelijke keus, zoowel voor de Britsche regeering als voor het volk; en zóó komt het, dat er steeds meer lieden zijn, die nadenkend over de gebeurtenissen der laatste weken de nieuwe toekomst donker inzien. Dit alles heeft zijn goede zijde. Immers, hoe wel er redenen te over zijn voor gevoelens van verlichting en dankbaarheid, is er geen stof tot juichen en nog veel minder past het ons trotseh te zijn. Niemand kan dr. Benesj' abdi catie lezen zonder een verdrietig gevoel, dat zelfs nog sterker is dan het gevoel van ver nedering; want tenslotte is het zijn regee ring geweest, die het grootste offer aan den vrede gebracht heeft. Tsjecho-Slowakije heeft Europa bevrijd van het onmiddellijk onheil en aldus onze beschaving blijvend aan zich ver plicht. Van alle zorgwekkende overwegingen, waar toe de jongste gebeurtenissen ons inspireeren is -deze wel de meest ontstellende, dat alle veranderingen die zich thans voltrekken, in feite het gevolg zijn van het dreigen met ge weld. Plooi de zaken hoe ge wilt, dit laatste valt niet te loochenen. Wij zijn er op achter uit gegaan, sedert alle volken door hun onder- teekening van het Briand-Kellogg-paet ga randeerden nimmer vam geweld te zullen ge bruik maken voor het beslechten van inter nationale geschillen. Welk recht kent Europa thans buiten het recht van den sterkste? Het peil der internationale betrekkingen is beden kelijk gedaald. Tegenover deze bittere werkelijkheid staat slechts één belangrijke winst: de volken van Europa hebben overduidelijk, ja zelfs op hartstochtelijke wijze getoond, hoezeer zij den vrede begeeren. Hoe waar dat is blijkt wel on weerlegbaar uit den jubel, waarmede de Brit sche premier in Duitschland begroet werd. Het Duitsche volk verwelkomde hem terecht als den man, die zich geen moeite, hoe groot ook, ontzien had om den oorlog te voorko menIn dit licht moeten wij de toekomst beschouwen. Niemand zal willen beweren, dat wij uit alle moeilijkheden zijn; velen vreezen dat wij er nog dieper in verwikkeld zijn. Hoe verdeeld de meeningen ook zijn, algemeen is het verlangen om met inspanning van alle nationale krachten Engeland in de toekomst voor een herhaling van deze pijnlijke positie te vrijwaren. In dit opzicht is het land waarlijk eensge zind en evenzoo is men vrijwel algemeen be reid al het mogelijke te doen om de veilig heid van het land te vergrooten. Vandaar de eisch tot versnelling van het tempo der Brit sche herbewapening, speciaal op het gebied van luchtmacht en luchtdoel-artillerie. Velen zijn zelfs voorstanders van een or ganisatie van de burgerij, hetzij in den vorm van nationalen dienstplicht of van een an deren vorm van organisatie, waardoor in een eventueele toekomstige crisis Engeland onein dig veel sterker zou komen te staan dan een paar weken geleden. Om dit te bereiken zal ieder in zekere mate een offer moeten bren gen, doch het Britsche volk is in het verleden steeds hiertoe bereid gebleken, wanneer de werkelijkheid het van de noodzakelijkheid van zulk een offer overtuigde. Vele anderen weer, die het in dezen tijd als een nationalen plicht gevoelen partijdebatten tot een minimum te beperken zijn van oor deel, dat de democratie, wil zij blijven be staan, een élan en een geestdrift moet ver wekken, even krachtig en vurig als andere re- geeringsvormen elders dit hebben te weegge- bracht De twee onderwerpen, waarmede het Brit sche publiek zich tegenwoordig het meest bezighoudt zijn: de buitenlandsche politiek en de landsverdediging. Het zou een ontschatbare winst beteekenen, zoo de Engelschen in dit opzicht tot een zekeren graad van overeen stemming konden geraken. Is dat mogelijk? De moeilijkheden zijn tastbaar en zeer groot, doch naar het mij wil voorkomen niet onoverkome lijk. Men zou tenminste een poging in deze richting kunnen wagen, hoe twijfelachtig sommigen de kans op succes ook moge toe schijnen. Er zijn (natuurlijk!) verschillen van beschouwing, van methode, van accentuee ring: verschillen, die de bestaande partij ver deelingen doorkruisen. Hier tegenover stelle men echter de onmete lijke winst voor ons geheele volk: een winst, die niet alleen Engeland ten goede zou ko men (tengevolge van het grooter vertrou wen dat zulk een eenheid wekken zou) doch eveneens buiten Engeland, als gevolg van de doelbewustheid der Britsche politiek. Binnenslands zou dit althans leiden tot een beperking van de tegenwoordig vrijwel onaf gebroken parlementsdebatten over Buiten landsche Zaken. Want wat wij thans zien is, dat die debatten hoe kan het anders? veeleer de verschillen verscherpen, dan dat zij de overeenstemming bevorderen. Laat ons nu eens zien op welke wijze prac tisch deze eenheid tot stand kan komen ten aanzien van de buitenlandsche aangelegen heden, waarmede tegenwoordig alle binnen- landsche Britsche problemen ten nauwste verband houden. De meest voor de hand lig gende oplossing zou natuurlijk zijn een re geering waarin alle partij groepeeringen ver tegenwoordigd waren, zooals onvermijdelijk zou zijn in tijden van oorlog. Misschien is dat thans vooralsnog onmogelijk, maar zou het niet geleidelijk te verwezenlijken zijn? Een eerste stap op dezen weg zou kunnen Door ANTHONY EDEN, Oud-Britsch minister van Buitenlandsche Zaken. zijn: een veel vollediger en veelvuldiger in- formatorisch contact tusschen de regeering en de oppositioneele partijleiders, via dit contact, zoo het mogelijk ware, zou men aan weerszijden een duidelijker begrip van el kanders meeningen en inzichten verkrijgen. Wijlen minister Ramsay Macdonald be pleitte eens de benoeming door het parlement van een soort Raad van State. Het is heden ten dage nog oneindig veel gewenschter een dergelijk lichaam in te stellen. Natuurlijk is dat allerminst bedoeld als een muilkorf voor de discussies. Doch wanneer het debat uit ging van de wetenschap bij alle parlements leden, dat het optreden van de regeering, van welken aard ook slechts beoogt uitvoering te geven aan een buitenlandsche staatkunde, waarover de geheele natie het eens is dan zou de discussie een heel ander karakter krijgen. Een gedurige moeilijkheid in het voeren der buitenlandsche politiek is de volgende: het gebeurt wel eens, dat de regeering ter rechtvaardiging van haar beleid goede motie ven heeft, die zij nochtans op het oogenblik zelve niet kan openbaar maken. Deze moei lijkheid heeft in Frankrijk het leven gege ven aan de z.g. parlementaire commissies, bestaande uit de vertegenwoordigers van alle partijen: deze vertegenwoordigers krijgen dan in vertrouwen van de verantwoordelijke mi nisters een uiteenzetting van de gedragslijn der regeering te hooren. In Engeland zijn van tijd tot tijd verzoeken ingediend om een ge heime zitting, met name bij de bespreking van het hoofdstuk landsverdediging. Mis schien is de Fransche oplossing niet in over eenstemming met den Britschen aard doch wanneer eenmaal een nationale eenheid in zake buitenlandsche staatkunde en lands verdediging zou zijn bereikt, zou men deze geheimhouding van motieven veel gemakke lijker billijken dan thans nu de tegenstellin gen zoo fel op de spits gedreven worden! Zeker, het is gemakkelijk hierop te ant woorden, dat het pleiten voor deze soort een heid een streven naar het onmogelijke is, En toch, wanneer er een oorlog mocht uitbre ken, zou ieder zonder aarzelen dezen gang van zaken aanbevelen! Het schijnt mij een zeer wel te verdedigen stelling, dat de poging onze nationale eenheid te verzekeren ten einde den oorlog af te wenden evenzeer te rechtvaardigen is als in geval van oorlog de poging, dien te winnen. Eveneens is het duidelijk, dat de toestand zoo ernstig is, dat het nemen van buitenge wone maatregelen zonder eenig uitstel er vol komen door wordt gerechtvaardigd. Gewijzigde Europeesche verhoudingen. DE veranderingen in den Europeeschen toestand, te weeg gebracht door de con ferentie te München, zijn ernstig en vér strekkend: hoe eerder wij dit beseffen hoe beter! In geheel Midden- en Zuid-Europa heeft de invloed van Engeland en Frankrijk plaats gemaakt voor dien van Duitschland, Anthony Eden. en niemand kan nu nog voorzien tot hoever deze reiken zal! In ieder geval, dit feit zal een duchtige uitwerking hebben op Engeland's commercieele positie, die reeds gevoelig ge leden heeft onder de vijandelijkheden in het verre Oosten. Het Britsche volk zal gedwon gen worden met onverbiddelijken ernst den inventaris op te maken van zijn handelsbe trekkingen over de geheele wereld; het zal maatregelen moeten nemen om zich het be houd van de meest onontbeerlijke markten te verzekeren Dit geldt insgelijks voor de landsverdedi ging. Het is gevaarlijk, geen rekening te wil len houden met onaangename eventualitei ten. En niemand kan ontkennen, dat er thans helaas een mogelijkheid bestaat, dat in een toekomstig conflict Engeland en Frankrijk zich wel eens geheel alleen op eigen kracht zouden moeten verlaten! Die kracht, indien ze slechts ten volle geordend en ten volle ont plooid wordt, is nog altoos geweldig en ont zagwekkend. Er bestaat alleen gevaar, dat men na het omzeilen van deze klippen, zou hopen, dat nu verder alles wel in orde komt, dat men dezelf de lukrake methoden van het verleden kan volgen, steeds in de hoop, dat de ervaring dei- laatste weken een nachtmerrie geweest is, die niet meer kan terugkeeren. Ongegrond optimisme zal zonder twijfel tot een catastrofe leiden. Engeland met zijn uitgestrekte bezittingen, kan geen hoop koes teren te blijven bestaan wanneer het ver keert in een positie van militaire inferioriteit, en zijn burgerbevolking niet op het oorlogs gevaar is voorbereid. Wij leven nu eenmaal in een wereld, waarin, goedschiks of kwaad schiks, de groote militaire machten zóó zijn georganiseerd, dat zij „a la minute" gereed moeten zijn voor den oorlog. Niemand kan beweren, dat de tegenwoordige staat van Engeland's oorlogstoerusting, noch in bur gerlijk, noch in militair opzicht, ook maar in de verste verte aan dien eisch voldoet: het zal geruimen tijd duren, eer dit het geval zal zijn! Eerst wanneer de nationale eenheid eenmaal werkelijkheid zal zijn, zal de ware nationale wil van Groot-Brittannië krachtiger en met beter gevolg tot uitdrukking kunnen komen! (Nadruk, ook bij gedeelten, verboden. We reldcopyright Cooperation Parijs).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 9