DE BALANS VAN MÜNCHEN.
Hongarije wendt zich tot de vier
mogendheden.
Reden tot dankbaarheid;
nog geen reden tot juichen
Uit het land van den
broederkrijg.
tERDAG IS OCTOBER 1938
Vijf lichtingen opgeroepen.
Uit betrouwbare bronnen verneemt United Press uit Boedapest,
dat de Hongaarsche regeering nog in den afgeloopen nacht de
vier mogendheden van München en Polen medegedeeld heeft, dat
Hongarije de onderhandelingen te Komarom heeft afgebroken, ten
gevolge van de houding der Praagsche regeering. Hongarije deelde
gelijktijdig mede, dat het zich alle rechten voorbehoudt om de
door Hongarije noodig geoordeelde maatregelen te treffen. Boven
dien werd medegedeeld dat de Hongaarsche regeering „zeer spoe
dig" van de vier genoemde mogendheden een beslissing betreffende
het Hongaaarsch-Tsjechische conflict verwacht.
Gisteravond nog werd te Boedapest bekend, dat de Hongaarsche
regeering vijf lichtingen onder de wapenen had geroepen.
Contact met Duitschland
en Italië.
Zoowel te München als te Rome
heeft de Hongaarsche regeering na
de mislukking van de onderhandelin
gen te Komaron contact gezocht.
0 Hitier ontving om drie uur gister
middag in het Fiihrerhaus te Mün
chen den vroegeren minister-presi
dent van Hongarije, Daranyi, die
in het begin van den middag per
vliegtuig in deze stad was aangeko-
^Da'ranyi was vergezeld van den Duit-
schen gezant te Boedapest, Baron
van ErdmannsdorfVon Ribbentrop
nam aan de besprekingen deel.
Ongeveer tegelijkertijd arriveerde de
chef van het kabinet van den Hon-
gaarschen minister van buiten-
landsche Zakengraaf Szaky
gistermiddag, eveneens per vliegtuig,
te Rome. Hij werd ontvangen door
den Hongaarschen gezant te Rome,
baron Villani.
Von Kanya.
Villani had te voren in een gesprek met
Ciano Italië verzocht het initiatief te nemen
t een bijeenkomst der vier mogendheden.
Graaf Czaky is daarop ten einde Villani's
verzoek te ondersteunen Ciano en Musso
lini van de Hongaarsche eischen op de hoogte
te stellen, naar Rome vertrokken.
Het gesprek met Ciano duurde anderhalf
uur. Czaky zou ook Mussolini nog ontmoe
ten,.
De beslissing van Mussolini is nog
niet bekend, maar wel zou er reeds
tusschen Rome, Berlijn Londen en
Parijs van gedachten gewisseld zijn.
Naar verluidt zou Czaky Ciano heb
ben medegedeeld, dat de zaak dringt
daar de situatie dagelijks ernstiger
wordt.
Hongarije zou er op aandringen dat
de vier mogendheden te Rome of in
een andere plaats zouden bijeenko
men,
De oproeping der Hongaarsche
lichtingen.
Het Hongaarsche telegraafagentschap pu
bliceert in verband met de mobilisatie van
vijf Hongaarsche lichtingen een bericht van
den volgenden inhoud;
De tengevolge van de onderbreking der
Hctigaarsch-Tsjecho-Slowaaksche onderhan
delingen ontstane toestand, de dreigemen
ten, die nog tijdens de onderhandelingen van
Tsjecho-Slowaaksche zijde geuit werden, be
nevens de door Tsjecho-Slowakije genomen
militaire maatregelen, hebben in het belang
van de opvoering der militaire veiligheid van
Hongarije nieuwe maatregelen noodzakelijk
gemaakt. Tot dit doel vaardigt de minister
van defensie Zaterdag (heden - Red.) een
proclamatie uit, waarin het oproepen van vijf
achtingen bevolen wordt. De dienstplichti
gen, die behoorden tot de lichtingen 1908 en
1511 moeten zich reeds Maaniag bij hun
•roep melden.
Volgens Havas heeft deze maatregel geen
bintengewone beroering in Duitsche politieke
hingen teweeggebracht. In gezaghebbende
«ingen verklaart men. dat tijdens de onder
handelingen te Komaron Hongarije bewijs
heeft afgelegd van een gereserveerde hou
ding.
Men gelooft niet, dat de nieuwe
mobilisatiemaatregelen, waartoe Hon
garije besloten heeft na het afbreken
nor besprekingen, de vier mogend-
beden, die de accoorden van Mün
chen hebben onderteekend. kunnen
verhinderen te komen tot een vreed
zame regeling van het geschil tus
schen Praag en Boedapest.
Von Kanya over de conferentie
te Komarom.
J? de °Proeping der vijf lichtingen is be-
v£badat de Hongaarsche minister van
w'emandsche zaken, "Von Kanya, verslag
Daranyi.
had uitgebracht over de onderhandelingen te
Komarom.
De besprekingen te Komarom zijn volgens
Von Kanya mislukt, omdat de Tsjecho Slo-
waaksche delegatie bezwaren maakte bij het
practisch doorvoeren van het besluit van de
conferentie van München, dat de nieuwe
grenzen moeten berusten op ethnische basis.
De Tsjecho Slowaken weigerden zuiver Hon-
gaarsch gebied af te staan op grond van eco
nomische en strategische overwegingen, als
mede op grond van redenen van verkeers-
politiek. Zij wilden slechts het Donau-eiland
Schütt en een smalle strook langs de grens
afstaan, terwijl de belangrijke Hongaarsche
steden in 'verband met de spoorlijnen in
Tsjecho Slo waaksche handen zouden blijven.
Ook de zuiver Hongaarsche stad Komarom, de
geboorteplaats van den romanschrijver Jokai
en van den componist Lehar, zou niet bij
Hongarije komen, doch een Donauvrijhaven
worden.
Bovendien poogde de Tsjecho Slowaaksche
regeering militairen druk uit te oefenen, door
het achterwege laten van de aangekondigde
demobilisatie, terwijl in radio-redevoeringen
werd gewezen op de wapenmacht.
Ook volkenrechtelijk aldus Von Kanya
was de toestand niet duidelijk,, aangezien
de Tsjechische regeering werd vertegenwoor
digd door den Slowaakschen minister-presi
dent en den Roetheensche» minister-pre
sident.
Vervolging van Hongaren in
Tsjecho-Slowakije?
Naar het Hongaarsche telegraaf agentschap
bericht zijn in de Tsjechische plaatsen Goe-
moer en Abauj sterke afdeelingen infanterie
en mitrailleurafdeelingen van het Tsjechische
leger aangekomen, welke de vestingwerken
aan de grens en verder het land in hebben
bezet.
Sedert Donderdag komen weer groote scha
ren vluchtelingen over de grens. Zij verklaar
den, dat iedere Hongaar, die tijdens de be
sprekingen te Komaron blijk heeft gegeven
van zijn Hongaarsche gezindheid, thans dooi
de Tsjechen wordt vervolgd. Vluchtelingen
uit Kasa hebben bericht, dat de Tsjechen in
de laatste dagen 1.300 politieke gevangenen,
meest Hongaren, hebben vrijgelaten, doch
thans worden ware „drijfjachten" georgani
seerd om de vrijgelatenen weer te vangen.
COMMISSARIS DER NEW YORKSCHE
LUCHTHAVENS NIET TEGENWOORDIG BIJ
DE AANKOMST VAN DE „NORDWIND".
De commissaris der luchthavens van New
York, Mackenzie, heeft geweigerd deel te ne
men aan de ontvangst van het Duitsche
Oceaanvliegtuig Nordwind", dat op het vlieg
veld Washington is aangekomen.
Mackenzie heeft dienaangaande een parti
culier telegram gericht tot den Duitschen
ambassadeur, waarin hij zegt: „De Amerikaan-
sche katholieken kunnen geen betrekkingen
onderhouden met Duitschers, zoolang Duitsch
land niet den weg'naar de beschaving terug
heeft gevonden op het gebied van geloofs
vrijheid en in het bijzonder wat betreft de be
handeling van kardinaal Innitzer en de Oos
tenrijksche katholieken.'.
Anti-Joodsche excessen te Weenen
Mishandelingen, vernielingen, brand
stichting
In de Jodenbuurt van Weenen is gister
avond een anti-Joodsche betooging gehouden.
De betoogers, die volgens Reuter voor het
meerendeel niet ouder waren dan achttien
jaar, marcheerden door de straten, terwijl zij
de ruiten van Joodsche woningen stuksloegen
en alle Joden, die zij op straat tegen kwamen,
opjoegen.
In de voormalige synagoge in de Plossgasse,
waar de Joden bijeen waren gekomen om te
bidden, mishandelden de demonstranten een
rabbijn. Vervolgens sloegen zij alle ruiten
stuk. waarna zij een gedeelte van het gebouw
in brand staken. De brandweer wist het vuur
snel te blusschen.
In officieele kringen wordt verklaard, dat
men hier te doen heeft met een eigenmachtig
optreden van het gepeupel, en dat de natio-
naal-socialistische partij niets met de oproer
kraaiers te maken heeft
Pjncl cn goed
I|I1« helpen hierbij
neipen nieroij
altijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 cc.
Cachets, genaamd.,Mijnhardtjes"2st. 10ct.Doos50ct
(Adv. Ingez. Med.)
Hitier ontvangt Tsjvalkofski.
Tsjechische minister verzekert den Führer een
loyale houding van Tsjecho-Slowakije tegen
over Duitschland.
De Führer heeft gisteren in het bij
zijn van den rijksminister van buiten
landsche zaken, von Ribbentrop, den
Tsjecho-Slowaakschen minister van
buitenlandsche zaken, Tsjvalkofski,
ontvangen.
De Tsjechische minister, zoo meldt
het D.N.B., gaf den Führer de verzeke
ring, dat Tsjecho Slowakije tegenover
Duitschland een loyale houding zal
aannemen.
De Führer heeft daarvan met vol
doening kennis genomen en gaf tegen
over den Tsjecho Slowaakschen minis
ter van buitenlandsche zaken uitdruk
king aan zijn leedwezen, dat in de
kwestie der Hongaarsche minderheden
nog geen oplossing is gevonden. Hij
sprak de hoop uit, dat het gelukken
moge ook in deze kwestie zoo spoedig
mogelijk een bevredigende oplossing
te vinden.
Tsjvalkofsky heeft later nog een
apart onderhoud met Von Ribbentrop
gehad.
Het brood en het pakje tabak.
Onze medewerkster te Campello (bij Ali
cante) schrijft ons:
VANDAAG wil ik van een kleine gebeur
tenis vertellen, die wel heel sterk onze
economische verhoudingen van het
oogenblik in het licht stelt. Ik was van de
week bij een bevriende familie in een naburig
dorp. We zaten vóór het huis, in de na
middag-zon, in gesprek over den oorlog, het
eeuwig terugkeerende thema, dat men ver
mijden wil, maar niet vermijden kan, nu en
dan opgeschrikt door een uit onbekende
verten komenden bijzonder waren doffen slag,
waarvan iedereen de beteekenis weet.
Daar zien we een man den stóffigen kron
kelweg van het landgoed opkomen. Stil is 't
hier buiten, er is weinig aanloop, dus wordt,
ieder bezoeker al uit de verte bekeken, wie 't
zijn zou, een vriend, een vreemde, wat het
doel van zijn komst mag zijn. Spoedig maken
wij uit, dat we hem niet kennen, 't Is een
leuk boerentype van -middelbaren leeftijd, in
zijn Zondagsche buis, de zoogenaamde „Bru-
sa" en met een mandje over den schouder. Hij
komt op ons toe met die eigenaardige rust en
waardigheid, welke den gezeten Spaanschen
boer kenmerken. Nu is het typisch bij zulk be
zoek, vooral, wanneer gij uw bezoeker niet
kent, dat er aanvankelijk absoluut niet ach
ter te komen is, wat deze eigenlijk wil, want
over alles zal hij 't hebben, behalve juist over
dit laatste. En dan is 't ook nog verre van ge
makkelijk het Valenciaansche dialect te vol
gen, waarin onze vriend ons weldra over het
weer, de amandeloogst en wat al niet onder
houdt.
Maar opeens heeft de kleine Joaquin, de
ondeugende zesjarige zoon des huizes, het
mandje ontdekt, dat onze gast argeloos op
een stoel heeft neergelegd en heft een luid
gejuich aan: een brood, een heel coca! (rond
brood). Om dit gejubel te verklai'en, moet ik
herinneren aan wat ik in een vorige corres
pondentie al eens vertelde, dat we al een
heelen tijd, dank zij de tegenpartij, die geen
graan of meel meer bimiijlaan, heelemaal
zonder brood zitten, iets wat voor de kleine
Joaquins en Pacco's en hoe ze allemaal heeten,
die gewend waren ieder oogenblik een boter
ham te krijgen, een hard gelag is.
Verbaasd kijken wij onzen bezoeker aan,
die blijkbaar nog voorraad meel heeft en
eigen brood maakt en nu verklaart de man
eindelijk het doel van zijn visite. Hij wil het
brood, dit vandaag zoo kostbare ding, met
ons ruilen. Maar raadt eens waartegen? Tegen
dat nog kostbaarder goed, het genotmiddel,
dat de Spanjaard het minst van al missen
kan, waarvoor hij in staat is zijn laatste cen
time uit te geven, zijn laatste levensmidde
len te ruilen, tegen tabak!
Iedere Spanjaard is nu eenmaal gewend den
heelen dag zijn sigaretje te draaien. Smaakt
het hem werkelijk? Heeft hij er werkelijk ge
not van? Er behoefte aan? Er zijn er velen,
die 't betwijfelen en het Spaansche rooken
alleen voor een onuitroeibare gewoonte hou
den, die van kindsbeen af in het volk zit. In
ieder geval kan men vandaag, nu ook tabak
tot de dingen hoort, die alleen bij hooge uit
zondering te krijgen zijn, met een pakje tabak
wonderen doen, ja zeggen we gerust, practisch
alles bereiken, 't Is b.v. vandaag uiterst moei
lijk werkvolk te krijgen de menschen zijn
óf naar het front of ze werken in de oor
logsindustrie, heel weinigen zijn maar vrij en
die weinigen zijn sterk gevraagd voor velerlei
doeleinden, 't Helpt u meestal heel weinig of
gij de toch al zoo hooge loonen nog overbiedt,
een middagmaal erbij geeft, dat ge zelf niet
hebt, ge komt niet aan menschen, vooral niet
buiten; de menschen schuwen den langen weg
naar u toe, komen niet ten slotte, al hebt ge
nog zoo vast afgesproken. Maar kom met
tabak en alles wordt in eens anders!
En zoo kwam onze vriend, die gehoord had,
dat hier nog tabak was, met zijn brood. Ik
geloof, dat werkelijk hiermede wel heel scherp
de economische situatie van het oogenblik
wordt gekenteekend. In ieder geval is voor ons
de wensch van onzen onbekenden bezoeker
niets bijzonder vreemds en al vermoeden we
haast, dat voor zulk een schat als een pakje
tabak, wellicht ook iets meer dan een enkel
brood te krijgen zou zijn, we neigen al dade
lijk sterk tot toestemming. Niet alleen heeft
de man een langen weg te voet naar ons goed
afgelegd, maar ook is het brood voor ons
vandaag met den juichenden kleinen Joaquin
wel iets heel bijzonders. En dus wordt de ruil
maar afgesloten, terwijl onze vriend niet weet,
hoe hij ons bedanken zal. En Joaquin, die on
middellijk een dikke boterham krijgt, wilde
wel, dat er nog maar veel pakjes tabak
waren.
C. B.
Anthony Eden geeft in dit artikel
een uiteenzetting van de lessen,
die naar zijn meening uit de jong
ste Europeesche crisis te trekken
zijn. Hij is er dankbaar voor, dat
de vrede, dank zij het onvermoeide
streven van Chamberlain behou
den bleef, maar geeft anderzijds
uiting aan zijn bezorgdheid over
de wijzewaarop overeenstemming 1
tusschen de vier mogendheden tot
stand gekomen is, n.l. onder den
druk van geweld. Eden, die naar
men weet tot de conservatieve op
positie in het Lagerhuis behoort,
pleit in dit verband voor een in
nerlijk vereenigd en behoorlijk be
wapend Engeland. Wij vragen de
volle aandacht van onze lezers voor
dit artikel, dat wij overigens, ge
lijk duidelijk is, geheel voor reke
ning van den schrijver laten.
EUROPA heeft een zeer bewogen tijd
vak achter den rug. De algemeen
verbreide vrees voor den dreigenden
oorlog heeft overal plaats gemaakt
voor een gevoel van verlichting, omdat er
tenminste uitstel verkregen is. Nu echter dat
gevoel van opluchting langzamerhand af
neemt, groeit wederom de bezorgdheid voor
de toekomst, doch tegelijkertijd ook de vast
besloten wil, een herhaling van zulk een gru
welijke keus tusschen tweeërlei kwaad, als de
jongste weken ons te zien gaven, in het ver
volg voorgoed te voorkomen. Want inderdaad
was het een hatelijke keus, zoowel voor de
Britsche regeering als voor het volk; en zóó
komt het, dat er steeds meer lieden zijn, die
nadenkend over de gebeurtenissen der laatste
weken de nieuwe toekomst donker inzien.
Dit alles heeft zijn goede zijde. Immers, hoe
wel er redenen te over zijn voor gevoelens van
verlichting en dankbaarheid, is er geen stof
tot juichen en nog veel minder past het ons
trotseh te zijn. Niemand kan dr. Benesj' abdi
catie lezen zonder een verdrietig gevoel, dat
zelfs nog sterker is dan het gevoel van ver
nedering; want tenslotte is het zijn regee
ring geweest, die het grootste offer aan den
vrede gebracht heeft. Tsjecho-Slowakije heeft
Europa bevrijd van het onmiddellijk onheil en
aldus onze beschaving blijvend aan zich ver
plicht.
Van alle zorgwekkende overwegingen, waar
toe de jongste gebeurtenissen ons inspireeren
is -deze wel de meest ontstellende, dat alle
veranderingen die zich thans voltrekken, in
feite het gevolg zijn van het dreigen met ge
weld. Plooi de zaken hoe ge wilt, dit laatste
valt niet te loochenen. Wij zijn er op achter
uit gegaan, sedert alle volken door hun onder-
teekening van het Briand-Kellogg-paet ga
randeerden nimmer vam geweld te zullen ge
bruik maken voor het beslechten van inter
nationale geschillen. Welk recht kent Europa
thans buiten het recht van den sterkste? Het
peil der internationale betrekkingen is beden
kelijk gedaald.
Tegenover deze bittere werkelijkheid staat
slechts één belangrijke winst: de volken van
Europa hebben overduidelijk, ja zelfs op
hartstochtelijke wijze getoond, hoezeer zij den
vrede begeeren. Hoe waar dat is blijkt wel on
weerlegbaar uit den jubel, waarmede de Brit
sche premier in Duitschland begroet werd.
Het Duitsche volk verwelkomde hem terecht
als den man, die zich geen moeite, hoe groot
ook, ontzien had om den oorlog te voorko
menIn dit licht moeten wij de toekomst
beschouwen. Niemand zal willen beweren, dat
wij uit alle moeilijkheden zijn; velen vreezen
dat wij er nog dieper in verwikkeld zijn. Hoe
verdeeld de meeningen ook zijn, algemeen is
het verlangen om met inspanning van alle
nationale krachten Engeland in de toekomst
voor een herhaling van deze pijnlijke positie
te vrijwaren.
In dit opzicht is het land waarlijk eensge
zind en evenzoo is men vrijwel algemeen be
reid al het mogelijke te doen om de veilig
heid van het land te vergrooten. Vandaar de
eisch tot versnelling van het tempo der Brit
sche herbewapening, speciaal op het gebied
van luchtmacht en luchtdoel-artillerie.
Velen zijn zelfs voorstanders van een or
ganisatie van de burgerij, hetzij in den vorm
van nationalen dienstplicht of van een an
deren vorm van organisatie, waardoor in een
eventueele toekomstige crisis Engeland onein
dig veel sterker zou komen te staan dan een
paar weken geleden. Om dit te bereiken zal
ieder in zekere mate een offer moeten bren
gen, doch het Britsche volk is in het verleden
steeds hiertoe bereid gebleken, wanneer de
werkelijkheid het van de noodzakelijkheid
van zulk een offer overtuigde.
Vele anderen weer, die het in dezen tijd als
een nationalen plicht gevoelen partijdebatten
tot een minimum te beperken zijn van oor
deel, dat de democratie, wil zij blijven be
staan, een élan en een geestdrift moet ver
wekken, even krachtig en vurig als andere re-
geeringsvormen elders dit hebben te weegge-
bracht
De twee onderwerpen, waarmede het Brit
sche publiek zich tegenwoordig het meest
bezighoudt zijn: de buitenlandsche politiek en
de landsverdediging. Het zou een ontschatbare
winst beteekenen, zoo de Engelschen in dit
opzicht tot een zekeren graad van overeen
stemming konden geraken. Is dat mogelijk? De
moeilijkheden zijn tastbaar en zeer groot, doch
naar het mij wil voorkomen niet onoverkome
lijk. Men zou tenminste een poging in deze
richting kunnen wagen, hoe twijfelachtig
sommigen de kans op succes ook moge toe
schijnen. Er zijn (natuurlijk!) verschillen van
beschouwing, van methode, van accentuee
ring: verschillen, die de bestaande partij ver
deelingen doorkruisen.
Hier tegenover stelle men echter de onmete
lijke winst voor ons geheele volk: een winst,
die niet alleen Engeland ten goede zou ko
men (tengevolge van het grooter vertrou
wen dat zulk een eenheid wekken zou) doch
eveneens buiten Engeland, als gevolg van de
doelbewustheid der Britsche politiek.
Binnenslands zou dit althans leiden tot een
beperking van de tegenwoordig vrijwel onaf
gebroken parlementsdebatten over Buiten
landsche Zaken. Want wat wij thans zien is,
dat die debatten hoe kan het anders?
veeleer de verschillen verscherpen, dan dat
zij de overeenstemming bevorderen.
Laat ons nu eens zien op welke wijze prac
tisch deze eenheid tot stand kan komen ten
aanzien van de buitenlandsche aangelegen
heden, waarmede tegenwoordig alle binnen-
landsche Britsche problemen ten nauwste
verband houden. De meest voor de hand lig
gende oplossing zou natuurlijk zijn een re
geering waarin alle partij groepeeringen ver
tegenwoordigd waren, zooals onvermijdelijk
zou zijn in tijden van oorlog. Misschien is
dat thans vooralsnog onmogelijk, maar zou
het niet geleidelijk te verwezenlijken zijn?
Een eerste stap op dezen weg zou kunnen
Door
ANTHONY EDEN,
Oud-Britsch minister van
Buitenlandsche Zaken.
zijn: een veel vollediger en veelvuldiger in-
formatorisch contact tusschen de regeering
en de oppositioneele partijleiders, via dit
contact, zoo het mogelijk ware, zou men aan
weerszijden een duidelijker begrip van el
kanders meeningen en inzichten verkrijgen.
Wijlen minister Ramsay Macdonald be
pleitte eens de benoeming door het parlement
van een soort Raad van State. Het is heden
ten dage nog oneindig veel gewenschter een
dergelijk lichaam in te stellen. Natuurlijk is
dat allerminst bedoeld als een muilkorf voor
de discussies. Doch wanneer het debat uit
ging van de wetenschap bij alle parlements
leden, dat het optreden van de regeering, van
welken aard ook slechts beoogt uitvoering te
geven aan een buitenlandsche staatkunde,
waarover de geheele natie het eens is dan
zou de discussie een heel ander karakter
krijgen.
Een gedurige moeilijkheid in het voeren
der buitenlandsche politiek is de volgende:
het gebeurt wel eens, dat de regeering ter
rechtvaardiging van haar beleid goede motie
ven heeft, die zij nochtans op het oogenblik
zelve niet kan openbaar maken. Deze moei
lijkheid heeft in Frankrijk het leven gege
ven aan de z.g. parlementaire commissies,
bestaande uit de vertegenwoordigers van alle
partijen: deze vertegenwoordigers krijgen dan
in vertrouwen van de verantwoordelijke mi
nisters een uiteenzetting van de gedragslijn
der regeering te hooren. In Engeland zijn van
tijd tot tijd verzoeken ingediend om een ge
heime zitting, met name bij de bespreking
van het hoofdstuk landsverdediging. Mis
schien is de Fransche oplossing niet in over
eenstemming met den Britschen aard doch
wanneer eenmaal een nationale eenheid in
zake buitenlandsche staatkunde en lands
verdediging zou zijn bereikt, zou men deze
geheimhouding van motieven veel gemakke
lijker billijken dan thans nu de tegenstellin
gen zoo fel op de spits gedreven worden!
Zeker, het is gemakkelijk hierop te ant
woorden, dat het pleiten voor deze soort een
heid een streven naar het onmogelijke is, En
toch, wanneer er een oorlog mocht uitbre
ken, zou ieder zonder aarzelen dezen gang
van zaken aanbevelen! Het schijnt mij een
zeer wel te verdedigen stelling, dat de poging
onze nationale eenheid te verzekeren ten
einde den oorlog af te wenden evenzeer te
rechtvaardigen is als in geval van oorlog de
poging, dien te winnen.
Eveneens is het duidelijk, dat de toestand
zoo ernstig is, dat het nemen van buitenge
wone maatregelen zonder eenig uitstel er vol
komen door wordt gerechtvaardigd.
Gewijzigde Europeesche verhoudingen.
DE veranderingen in den Europeeschen
toestand, te weeg gebracht door de con
ferentie te München, zijn ernstig en vér
strekkend: hoe eerder wij dit beseffen hoe
beter! In geheel Midden- en Zuid-Europa
heeft de invloed van Engeland en Frankrijk
plaats gemaakt voor dien van Duitschland,
Anthony Eden.
en niemand kan nu nog voorzien tot hoever
deze reiken zal! In ieder geval, dit feit zal
een duchtige uitwerking hebben op Engeland's
commercieele positie, die reeds gevoelig ge
leden heeft onder de vijandelijkheden in het
verre Oosten. Het Britsche volk zal gedwon
gen worden met onverbiddelijken ernst den
inventaris op te maken van zijn handelsbe
trekkingen over de geheele wereld; het zal
maatregelen moeten nemen om zich het be
houd van de meest onontbeerlijke markten te
verzekeren
Dit geldt insgelijks voor de landsverdedi
ging. Het is gevaarlijk, geen rekening te wil
len houden met onaangename eventualitei
ten. En niemand kan ontkennen, dat er thans
helaas een mogelijkheid bestaat, dat in een
toekomstig conflict Engeland en Frankrijk
zich wel eens geheel alleen op eigen kracht
zouden moeten verlaten! Die kracht, indien
ze slechts ten volle geordend en ten volle ont
plooid wordt, is nog altoos geweldig en ont
zagwekkend.
Er bestaat alleen gevaar, dat men na het
omzeilen van deze klippen, zou hopen, dat nu
verder alles wel in orde komt, dat men dezelf
de lukrake methoden van het verleden kan
volgen, steeds in de hoop, dat de ervaring dei-
laatste weken een nachtmerrie geweest is, die
niet meer kan terugkeeren.
Ongegrond optimisme zal zonder twijfel
tot een catastrofe leiden. Engeland met zijn
uitgestrekte bezittingen, kan geen hoop koes
teren te blijven bestaan wanneer het ver
keert in een positie van militaire inferioriteit,
en zijn burgerbevolking niet op het oorlogs
gevaar is voorbereid. Wij leven nu eenmaal
in een wereld, waarin, goedschiks of kwaad
schiks, de groote militaire machten zóó zijn
georganiseerd, dat zij „a la minute" gereed
moeten zijn voor den oorlog. Niemand kan
beweren, dat de tegenwoordige staat van
Engeland's oorlogstoerusting, noch in bur
gerlijk, noch in militair opzicht, ook maar in
de verste verte aan dien eisch voldoet: het
zal geruimen tijd duren, eer dit het geval zal
zijn! Eerst wanneer de nationale eenheid
eenmaal werkelijkheid zal zijn, zal de ware
nationale wil van Groot-Brittannië krachtiger
en met beter gevolg tot uitdrukking kunnen
komen!
(Nadruk, ook bij gedeelten, verboden. We
reldcopyright Cooperation Parijs).