Drie mannen en hun Noodlot
FEUILLETON
50)
Naar het Engeseh
door
A. J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
Het was middag eer hij klaar was met zijn
ontbijt. Nadat hij de laatste hand had. ge
legd aan zijn toilet, ging hij opnieuw naar
de telefoon en vroeg het nummer van Louise
aan.
Toen hij verbinding had, vertelde hij haar
dat er belangrijke dingen gebeurd waren en
dat hij die graag met haar wilde bespreken.
„Het eenige is, Louise", besloot hij, „dat ik
niet weet hoe ik er uit kan breken. De zaak
nadert langzaam de crisis, snap je?"
„Het heeft toch niets te maken met W.
B. hè Terry? Ik bij zoo ongerust geweest
Weet je waar hij is? De politie schijnt vol
komen in het duister te tasten, wat dien
diefstal hier betreft. Maar de kranten zin
spelen op afschuwelijke dingen nu hij ver
dwenen is. Je weet wien ik bedoel".
„We doen beter met dit niet telefonisch
te behandelen, Louise. Maar kun je morgen
met mij in de stad lunchen?"
„Ik denk van wel, Terry. Ik ga eigenlijk nog
niet uit. Maar wanneer en waar?"
„Als je den trein van tien uur neemt, kom
ik je afhalen en dan kunnen we dat nader
bespreken. Is dat goed?"
„Ja, ik kom met den trein van tien uur. Ik
kan je niet zeggen hoezeer ik het op prijs
stel".
jDat heeft niets te beteekenen". verzekerde
O'Maliey haar. „Ik hoop veel meer te kunnen
doen", voegde hij er geheimzinnig aan toe.
„Je bedoelt dat je hoopt achter de waarheid
te komen?"
„Juist Louise. Maak je niet ongerust. Alles
komt in orde, dat zal je zien".
Louise bedankte hem nogmaals en belde
toen af. O'Maliey keerde zich voldaan van het
toestel af.
Hij had zoo laat ontbeten dat de maaltijd
wel meteen als lunch kon dienen. Dus, na
een paar brieven beantwoord te hebben, ging
hij een wandeling in het park maken. Om
drie uur begaf hij zich stadwaarts om een
nieuwen hoed te koopen ook de zijne was
in den slag gebleven en precies om vier
uur stapte hij de Plaza binnen.
Vijf minuten later zag hij Claudia uit een
taxi komen. Hij ging haar tegemoet en de
glans in zijn oogen, toen hij de hare ont
moette. bracht een zachten gloed op haar ge
zicht, die in tegenspraak was met het pro
test, dat van haar lippen kwam. Ze keek
haastig om zich heen.
„Verbeelde je je misschien dat we alleen
zijn?", fluisterde ze.
„Was het maar zoo!", zuchtte O'Maliey.
Ze gaf hem een kwasi-bestraffenden blik
en ging voor naar de tea-room. Toen ze ge
zeten waren en hij voor beide een bestelling
had opgegeven, vond ze het oogenblik geko
men om hem eens ernstig de les te lezen.
„Ik geloof", begon ze, nadat ze iemand ge
groet had in de buurt, „dat, als we weer samen
theedrinken, je een rustiger gelegenheid moet
uitkiezen. Je kijkt me aan of je me wilt op
eten. En daarbij heb ik je niet eens verlof
gegeven me zoo aan te kijken!"
O'Maliey lachte een vroolijken jongensach-
tigen lach.
„Je eerste voorstel vind ik meer dan voor
treffelijk", antwoordde hij toen, „maar je
tweede opmerking berust op een vergissing en
wat je derde betreft, die is werkelijk imperti
nent. Tusschen twee haakjes, dat is een aller
liefst hoedje".
Claudia staarde hem even met ingehouden
adem aan. Doch het gelukkige, lachende licht
in zijn oogen was te veel voor haar. Ze pro
beerde hem koel en verontwaardigd aan te
kijken, maar een onbedwingbaar gegichel
bedierf het effect. Dus sloeg ze haar oogen
neer om de schittering erin te verbergen.
„Wel", mompelde ze, „wat een verregaande
onbeschaamdheid!"
O'Maliey boog zich naar haar toe.
„Ik heb gisteravond je broer gesproken,
Claudia, liefste!", fluisterde hij. „Hij wachtte
me op toen ik thuis kwam. Ik heb hem ver
teld dat je met mij ging trouwen!"
„Jewat?", hijgde ze.
„Hij zei dat we het verder maar samen
moesten uitvechten. Wat hem betreft, hij geeft
zijn zegen!"
„Uitvechten mr. O'Maliey?"
„Ik heet Terrance", verbeterde hij gedul
dig.
Claudia staarde met groote oogen naar
hem.
„Wel!", slaagde ze er tenslotte in te zeg
gen „Van alle onmogelijke, ongehoorde, ar
rogante, enorme brutaliteiten
Verdere kwalificaties ontbraken haar.
O'Maliey leunde achterover in zijn stoel
„En nu", hernam hij ernstiger, „heb ik iets
vreeselijk belangrijks met je te bespreken
Ik zou graag willen dat je me alles vertelde
wat je weet van je broers vriendschap met
Louise Chester. Natuurlijk zal ik je, als je
dat verlangt, zeggen waarom ik dat weten
wil. Maar wéét je er eigenlijk iets van?"
„Wacht!", zei Claudia, gebiedend haast.
„Is het werkelijk waar dat je dat tegen Ward
gezegd hebt? We kennen elkaar pas een
week!"
O'Maliey keek haar onschuldig aan.
„O' ik dacht dat we dat onderwerp hadden
laten rusten"veronderstelde hij met vrien
delijken spot. „Maar ik wil het je wel uit
leggen, als je daar zoo bijzonder op gesteld
bent. De kwestie is dat ik vreeselijk veel van
je ben gaan hou
„Stil toch!", viel Claudia uit. „Wil je je be
hoorlijk gedragen?"
OMalley zag haar in lachend verwijt aan.
„En ik dacht dat je er over wilde pra
ten!"
Claudia deed krampachtige pogingen om
ernstig te blijven.
„Maar niet over dit gedeelte!", verklaarde
ze. Enwat wilde u me eigenlijk vragen,
mr. O'Maliey?"
O'Maliey wist wanneer hij moest ophouden.
Opnieuw ernstig herhaalde hij zijn vraag over
Louise Chester.
„Ik weet er niet veel van", bekende Claudia.
„Ik weet alleen dat hij nog altijd een portret
van haar heeft en dat ze hem heel leelijk
behandeld moet hebben. Nadat Wards vader
geruïneerd was en gestorven, heeft Ward
haar geschreven om haar haar vrijheid terug
te geven. Ze heeft dien brief nooit beant
woord. Ward heeft me dat op een avond ver
teld toen ik haar portret gezien had en naar
haar vroeg. Ze waren toen nog jong hij stu
deerde nog. En ze waren ook niet officieel
verloofd, er bestond alleen een vertrouwe
lijke verstandhouding tusschen hen
Claudia zag de twinkeling in OMalley's
oogen en voelde wat hem op de lippen brand
de. Daarom haastte ze zich om verder te
gaan:
„Hij had haar nog geen ring gegeven, dus
ze had niets terug te sturen. Maar ze had
tenminste zijn brief kunnen beantwoorden.
Ik vind dat zij hem juist in dien tijd niet
in den steek had mogen laten"
OMalley dacht een oogenblik na.
„Zoo", antwoordde hij toen, „dat was wat ik
weten wilde. Ja, ze had dien brief zeker kun
nen beantwoorden".
„Waarom", vroeg Claudia, „waarom vroeg je
dat?"
„Och, nergens om", was het ontwijkende
bescheid. „Ik wou het alleen maar weten. En
laten we nu over jou praten. Neen, niets
waartegen je bezwaar zult hebben" hij
boog zich naar voren en vervolgde op zach-
teren toon „hoewel, wat je me verteld
hebt, mij aan een ring doet denken en., .en...
ik houd zooveel van je Claudia! Maar dat
weet je langzamerhand wel. vermoed ik!"
De rest van hun gesprek liep over hun
wederzijdsche sympathieën en antipathieën,
over henzelf en anderen. Even voor zevenen
stond Claudia op en hij bracht haar naar
huis. Later dineerde hij in de stad en nam
den ondergrondsche in Zuidelijke richting.
Het was een minuut voor negenen en de
schemering was reeds gevallen, toen hij zich
op den hoek van Twelfh street en Broadwey
posteerde. Precies een minuut later stopte
een kleine gesloten auto naast hem. De chauf
feur in livrei liep achter den wagen om en
opende het portier.
O'Maliey kwam naderbij, zag Barrett in het
halfdonker zitten en stapte in. Het portier
ging achter hem dicht en de auto zetten zich
weer. in beweging.
„Brave kerel!" zei Barrett, toen O'Maliey
naast hem gezeten was. „Hier stop dat in je
zak, maar houd het gereed. Je zult hem noodig
hebben!
OMalley keek omlaag. In het zwakke sche
merlicht was Barretts uitgestrekte nana
zichtbaar en op de palm lag een vervaarlijKe
revolver; kaliber 45.
„Ik gebruik nooit zooiets", verklaarde OMal
ley. „Het lijkt warempel een kanon!"
„Maar deze zul je wel gebruiken", verzeker
de Barrett hem. „Hier pak aan. Schieten is
misschien niet noodig".
O'Maliey nam het wapen met tegenzin aan
en stopte het in zijn zak.
„Waar gaan we heen?", informeerde nu
„Ns»ar een aardig klein huisje in Arthur
streef', lichtte Barrett hem in. ,/En ik denk
wel dat het je laatste tocht erheen zal zijn;
Heb je prettig theegedronken vanmiddag/
(Wordt vervolgd).
Tijdens Haar bezoek aan Groningen inspecteerde H. M. de Koningin de eerewacht van het 12e regiment infanterie, welke voor
de ambtswoning van den commissaris der Koningin, mr. J. Linthorst Homan, was opgesteld
neett dr. Max tuwe het goede lot getrokken Uit handen van een iieitaiiige jongedame, gekleed
in nationaal costuum, ontving Me oud-wereldkampioen Vrijdagavond tijdens de loting voor Het
A.V.R.O.-schaaktournooi te Amsterdam zijn lot
De tunnel onder den spoorweg aan den Beukelsdijk te
Rotterdam is voor het drukke verkeer te smal geworden
en zal worden verbreed
De geredden van de „Cantabria", het vrachtschip van het
Spaansche gouvernement, dat 10 mijl van Cromer (Norfolk)
door een vaartuig van de Spaansche nationalistische marine
tot zinken werd gebracht
De reddingboot van Cromer (Norfolk) bracht eenigen der opvarenden van oe tot zinken
gebrachte „Cantabria" aan wal. De „Cantabria" werd door een vaartuig der vloot van
generaal Franco in den grond geboord
Staande op het bordes der ambtswoning van den commissaris der Koningin
in Groningen dankt H. M. de Koningin voor de toejuichingen der menigte
De Italiaansche componist Pietro Mas-
cagni arriveerde Vrijdag met zijn echt-
genoote te Den Haag, om er op
7 November a.s. de opvoering van zijn
opera „Cavalleria Rusticana" te leiden
In het gebouw van
de Opera te Den
Haag zijn onder
leiding van den
Italiaanschen com
ponist Pietro Mas-
cagni de repetities
voor de opvoering
van zijn opera
„Cavalleria Rusti
cana aangevangen