Export-plannen der regeering oogsten lof. PER AUTO EN BOOT DOOR ZUID-AFRIKA. VERDWENEN BUITENPLAATSEN DE GEMEENTE VELSEN. Op het verband tassehen invoer en uitvoer gewezen. Vestigingseischen te hoog opgeschroefd POPULIEREN. fitmijksmmii In het wildreservaat van Mr. Robins. ill Eland-aiitilopen in het WanJcie- wildreservaat in Rhodesia. Door Dr. W. C. N. VAN DER SLEEN Een van mijn jeugdige vrienden, die met een schrik wakker geworden was in het lo- geergebouw van onzen gastheer, meenende, dat hij door bandieten geroofd en in den ker ker geworpen was, mopperde den heelen dag zoo'n beetje en kwam tot de volgende conclu sie: ..Daar hebben wij nu honderd mijl per Ford door de wildernis gegaloppeerd om een olifantskeutel te zien!" Ja, je kunt de zaken altijd op verschillende manieren opvatten en eigenlijk had hij gelijk; iets werkelijk nieuws vonden we dien dag niet, maar ik had hem toch niet graag willen missen. De „wegen", waarlangs de gids ons leidde, waren werkelijk niet veel méér dan richtingen in de wildernis, en galo'ppeeren is nog te weinig gezegd voor de prestaties van onze Ford. Hinderniswedloop drukt het ook niet heelemaal uit. Het hield het midden tusschen beide. Maar dat is leuk werk en het is interessant te zien wat een auto, door vaardige hand bestuurd, in vrijwel geheel ongebaand terrein kan presteeren. Zoo reden we dus welgemoed de wildernis in. Tus schen ons in op het smalle vóórbankje zat een kaffer, een aardige jongen, die op mijn vra gen in Hollandsch. Engelsch of Spaansch steeds in het kaffersch antwoordde. Het eeni- ge duidelijke aan hem was de geur, die aan dit volkje eigen is! Hij gaf af en toe met een handbeweging de richting aan en wees ons het wild, dat hij met zijn geoefende oogen vaak eerder ontdekte dan wij. Hij keek heel verbaasd, toen ik vrij plotseling stopte, omdat een paar maraboe's. mansgroote, reigerachti- gc vogels, voortwandelden over een vrij kaal stukje grasland. Maar hij zag, lang voor ons, de groote antilope van het Noorden, de tses- sebe, die wij tot nu toe niet hadden gezien. Even later wees hij ons een kleine kudde struisvogels, waarvan één, een prachtig man netje, kenbaar aan de mooie zwart en witte veeren, nieuwsgierig op ons afkwam, om er later in gestrekten draf vandoor te gaan. Dat deden de warthogs. de borstelzwijnen niet! Die gingen dadelijk met een vaart en onder groot kabaal aan den haal. Dat zijn zoo'n beetje de wachters van de wildernis hier, en mr. Robins vertelde ons daarvan een aardig staaltje. De giraffe drinkt moeilijk. Zijn lange nek, die evenals de onze maar ze ven halswervels telt, is vrijwel niet te buigen. Als hij drinken wil aan een waterplas, moet hij de pooten zeer ver uiteen zetten en komt dan moeizaam weer overeind. Daarbij komt, dat hij, wanneer hij drinkt, vrijwel niet kan uitwijken en dus bijna weerloos is. Nu komt het vaak voor, dat giraffen als het ware rond- lummelen bij de drinkplaats, tot een troep warthogs komt. Dan gaat ook de giraffe drin ken, met de wratzwijn-familie tusschen de beide voorpooten in. De varkens waarschuwen bij het eerste onraad en in hun gezelschap voelt de giraffe zich veilig. Zoo steunen de dieren der wildernis op elkaar en gaat het verhaal van den blinde en den lamme daar ook heel vaak op. Maar onze warthogs waren alleen en dus ging het weer voort door grasvlakten en laag kreupelhout. Tot daar midden op het pad drie kanonskogels lagen, keutels van een voet mid dellijn. Dat kon alleen een olifant op zijn ge weten hebben, en even verder stonden de ko lossale voetsporen in den drassigen grond. Dergelijke sporen van hun aanwezigheid heb ben we nog vele malen gevonden, maar nooit ook maar iets van de dikhuiden zelf te zien kunnen krijgen. Dan stapt een groote vogel naar den rand van een plasje. Een geweldige, roode snavel bungelt voor aan een langen, dunnen nek en als hij opvliegt herken ik aan de fel half wit en half zwarte vleugels den nimmerzat. Ei- staat een prachtige kleurenschets van hem in dat nooit volprezen boek van Kühners: „lm lande meiner Modelle". Daaruit herkeji ik den dubbelen ooievaar, zooals ge hem 4?m zijn grootte zoudt kunnen noemen. En aan den overkant van den plas, in een hoogen boom, zat nog een oude kennis, de vischarend met zijn prachtig witten kop en borst en nog wel met vrouw en kinderen op het nest! Weel een buitenkansje! En zoo zwerven we verder, nu op het rivierdal aan, waar het wild vaak komt drinken. Een mooie koedoe springt voor ons dwars over den weg. Zijn kurketrekker- achtig geworden horens, van meer dan een meter lang, steken even scherp af tegen de heldere lucht, voordat hij achter een heuvel tje verdwijnt. Even verder staan weer twee groote dieren. Door hun zware beharing lij ken ze wel wat op lama's, maar de hals is kor ter. Het zijn kringgatjes, zooals de Transvaler den waterbak noemt, die een typisch witte haarkrans om zijn achterste heeft. Even later zien we het mannetje met de merkwaardige vooroverbuigende horens. Maar vóór de ca mera's kunnen werken, is hij er al in groote sprongen vandoor. Geruischloos bijna en zon der waarschuwenden kreet gelukkig. Want even verder staan een paar van de mooiste tropheeën voor den camera-jager, twee man netjes-sabelantilopen met de haast meter- lange, achterovergebogen horens. Ze zijn bij na zwart, behalve een paar witte vlekken aan den kop. Maar het zijn vooral de houding en de horens, die deze dieren maken tot een dei- mooiste wildsoorten van Afrika. En dan wordt het weer tijd om te keeren en we gaan nog een babbeltje maken met onzen gastheer. We passeer en met goed gevolg de bloedhonden en hebben al spoedig den indruk, dat deze man zich hier niet hoeft te vervelen. Het eerste wat mijn oog treft, is een forsche astronomische kijker. Onze vriend is eerdaags 25 jaar lid van de Astronomical Society en doet in de prachtige heldere lucht van het zuidelijk halfrond véél lengte- en breedte-be palingen. Hij had juist een versterking in den voet aangebracht en een en ander aan de fijnregulatie verbeterd. Even verder staat een reuzencamera voor microfotografie en hij toont ons twee microscopen een voor gewoon, de andere voor gesteente-onderzoek. Een ma chine voor het maken van gesteente-slijp- plaatjes is er ook en allerlei cartografische instrumenten, want Robins is topograaf ge weest, heeft in het donkerste Afrika gereisd, kort na Stanley en Livingstone, en tot in den Congo toe zijn taak verricht. Maar nu moest hij eigenlijk een assistent hebben voor al dien wetensehappelijken arbeid. Ik zou hem best eens een 25 jaar willen helpen daar! Wij nemen afscheid en vinden na een zwa- ren rit, maar nu tenminste door bekend ter rein, onzen sleepwa, zooals de Afrikaners zeg gen, terug. Onderweg, vlak bij Robins, ont moeten wo nog een familie in een zware V8, die, niettegenstaande ze ons spoor konden volgen, het traject niet voldoende snel hadden kunnen afleggen en dus midden in het veld met zijn allen in den wagen hadden moeten overnachten. En niemand had er uit gedurfd voor het heelemaal licht was natuurlijk. Wij rijden naar Bulawayo terug. Dat we dien weg slecht vonden toen we heen gingen! Nu ja, er waren wel eens moeilijke stukjes. Maar we weten nu wat hindernisrijden per auto in ruw terrein is! Alleen, de wildernis was schoon en deze weg is zoo ontzaglijk stof fig dat, toen ik in Bulawayo het volksbadhuis met een bezoek vereerd had, ik er hard over gedacht heb, mijn vulpen te vullen uit het bad. Maar ik had juist nog inkt genoeg! Intusschen was het weer omgeslagen. Na zes weken zonneschijn eindelijk weer eens wolken en bovendien een zeer koude wind. We zijn dat niet meer gewend en vooral die mot regen is vreeselijk vervelend. Een dag in de stad is al erg, maar met motregen en kouden wind is het verschrikkelijk. Maar de wagen moest doorgesmeerd en nagezien worden na die polka of Sehotschë drie of wat het was. Maar Bulawayo is groote stad genoeg om er een paar uur te kunnen zoek brengen. Niet met flaneeren door de winkelstraten, want die zijn er maar twee en daar verkoopen ze tus schen Kaapstad en Livingstone overal precies hetzelfde. Maar er is een museum en dat bevat o.a. de resultaten van opgravingen in Zimbabwe. Ik heb het indertijd al vermeld, dat Chineesch aardewerk het mogelijk maakte, den bloeitijd van Zimbabwe te bepalen op ongeveer het jaar duizend van onze jaartelling. Die scher ven liggen in dit museum, maar ik kan er natuurlijk niets moois aan zien. Er liggen een paar gouden kralen en andere sieraden van goud. De glazen kralen zijn al interessanter, die wijzen beslist naar het Oosten, naar Ara- en Egypte. Er liggen ook ijzeren speerpunten en de beroemde vogels en andere emblemen uit soapstone, iets dergelijks als wat wij Speksteen noemen. Tusschen twee haakjes, daar maken de inboorlingen in het noorden van Kruger-park ook nu nog aardige dierfigu ren van! Heel belangrijk zijn echter ook de andere potscherven van Zimbabwe, die niet Chineesch, maar inheemsch zijn, dus wat we nu zouden noemen: Bantoe-werk. Maar die term Bantoe is gevaarlijk. De eigenlijke Ban toes zij waarschijnlijk pas in de laatste eeuwen zuidwaarts gekomen en dit aardewerk met een bijna klokbekervorm en versiering met rijen van stippen, die met een stokje schijnen te zijn aangebracht, werd door de Bosjesman nen, 'de oerinwoners van Midden-Zuid-Afrika, vervaardigd. En dit is een buitengewoon be langrijke bijzonderheid, zegt mij professor Neville Jones, die mij rondleidde. Want in een der mooiste grotten van dit land, die de zui verst bewaarde gekleurde Bosjesmanteeke- ningen bevat, komt ditzelfde aardewerk voor in een tamelijk diepliggende laag, vergezeld van een aantal steenen gebruiksvoorwerpen, meest uit glasheldere kwarts vervaardigd, zooals die nu sinds eeuwen al niet meer wor den gebruikt en gemaakt. „En dat bewijst, dat de teekeningen, waar u hier foto's van ziet, reeds ongeveer duizend jaar geleden gemaakt zijn". Mijn eerste antwoord hierop was: „Wat een geluk toch, dat die Chinees in Zimbabwe zijn bordje heeft laten vallen!" En dat het tweede geluid, dat ik liet hooren, een vraag was, be grijpt de lezer ook. Waar is die grot? Waar zijn die teekeningen? Kan ik die zien? En ik verliet het museum met een publicatie over de vondst, met een sehetsteekeningetje van den weg en een introductiebriefje aan den gids, die ons er zal móeten brengen, want het is een dik uur loopen van den weg, door wild bergterrein. De gids woont een vijftig kilome ter hiervandaan aan een weg, waar wel eens meer een auto komt. Onze wagen bromt weer Oordeel der Tweede Kamer over de begrooting van Economische Zaken. Aan het voorloopig verslag der Tweede Ka mer over de begrooting van Economische Zaken wordt het volgende ontleend: Verscheidene leden vingen hun beschou wingen aan met het uitspreken van hun ver trouwen in het regeeringsprogram, zooals dit in de troonrede en vooral in de millioenen- nota tot uiting komt. Zij zagen daarin een breed plan van nationale economische en so ciale politiek. Dit plan verdient lof, in het bijzonder indien men het beziet met het oog op de bevordering van werkgelegenheid en volkswelvaart. Verscheidene andere leden konden niet in zien, dat in het economisch beleid der re geering, dat door ons land tot dusverre aller minst bevredigende resultaten heeft opge leverd, thans een principieele wijziging zou zijn gekomen. Voor optimisme, scheen hun geen goede grond aanwezig. Eenige leden waren van oordeel dat het eco nomisch beleid nog steeds wordt bemoeilijkt, daar dat een werkelijk eensgezinde leiding ontbreekt. Huns inziens is dit een gevolg van de tegenstrijdige opvattingen van minister Colijn eenerzïjds en van minister Steenberghe anderzijds. Als een tweeden factor, die de economische politiek belemmert, beschouwen zij de systematische „hetze", die door be paalde groepen van onze bevolking wordt gevoerd tegen onzen besten afnemer. Vele andere leden waren van meening dat van zulk een „hetze" geenszins sprake is. Zoowel de aangekondigde uitbreiding van het instituut der exportcredietverzekering als het voornemen om tot het toekennen van exportpremies over te gaan werd door vele leden toegejuicht. Een deel van hen betwij felde echter of het beoogde doel, een be langrijke uitbreiding van de werkgelegenheid, wel bereikt zal worden Verscheidene leden hadden uit de mededee- lingen in de millioenennota den indruk ge kregen, dat de regeering maatregelen en po gingen tot uitbreiding van onzen export, in het bijzonder tot verovering van nieuwe en herovering van verloren gegane markten, te veel afhankelijk stelt van voorafgaand par ticulier initiatief. Kon men dus vrijwel algemeen met de plannen der regeering tot bevordering van den export instemmen, verscheidene leden meenden, dat de voorgenomen verhooging van invoerrechten met dit streven naar ver ruiming van den export onvereenigbaar is. Verhooging van invoerrechten moet leiden tot vermindering van den invoer en deze zal haar directen terugslag hebben op den uit voer: ook de uitvoer zal dalen. Bovendien zal een verhooging van invoer rechten, zeker indien zij zoo belangrijk is als de regeering blijkbaar voornemens is, lei den tot een stijging van de kosten van het levensonderhoud en mede daardoor vazi de productiekosten hier te lande, waardoor de mededinging van Nederland op de interna tionale markt nog verder wordt belemmerd. Andere leden betuigden hun volle instem ming met de richting, waarin de plannen der regeering op dit gebied zich bewegen. Vele leden verklaarden zich volstrekt af- keerig van elk experiment om het prijspeil m ons land te beïnvloeden door de waarde van den gulden ten opzichte van andere va luta's te doen dalen. Verscheidene leden verzochten de regee ring bij de bevordering van den export in het bijzonder te willen letten op de belangen van de agrarische bedrijven, speciaal van den tuinbouw Gaarne zou men worden ingelicht omtrent de plannen der regeering ten aanzien van de economische samenwerking tusschen Neder land en Nederlandsch-Indië. Verscheidene leden verwachten van deze samenwerking be langrijke voordeelen voor beide gebiedsdee- len. Vooral nu ten gevolge van den oorlog in het verre oosten de invoer in Indïë uit de goedkoop produceerende Oostersche landen is verminderd, scheen hun de gelegenheid gunstig om de samenwerking met het moe derland te versterken. In het bijzonder de uitvoer van textielproducten naar Indië zal nog kunnen toenemen. Verscheidene leden bepleitten krachtiger steun van de regeering voor onze havens. Deze hebben eenerzïjds te lijden van de po gingen der Duitsche autoriteiten om het ver keer zooveel mogelijk over Duitsche havens te leiden, anderzijds van de Belgische maat regelen ten gunste van het verkeer in de Bel gische havens. Ten aanzien van Antwerpen is de toestand naar de meening van deze le den zeer onbevredigend. De belangen van deze haven worden door de Belgische regeering krachtdadig voorgestaan. De Nederlandsche havens daarentegen worden aan haar lot overgelaten. Deze leden zouden willen verne men, wat de regeering nu voornemens is ver der tot steun aan de havens te doen. Voor hetgeen de regeering ten behoeve van den middenstand gedaan heeft en voor het geen zij voornemens is alsnog te doen had den vele leden waardeering. De toestand van den middenstand is echter nog allerminst gunstig, op grond waarvan deze leden, het gerechtvaardigd achtten opnieuw de speciale aandacht van de regeering voor de nooden van den middenstand te vragen. Verscheidene leden hadden den indruk, dat de vestigingseischen te hoog worden opge schroefd. Zij achten de overbezetting van het middenstandsbedrijf een ernstig euvel, maar men mag dit euvel niet bestrijden door hoo- gere vestigingseischen te stellen dan voor een behoorlijke bedrijfsuitoefening noodig is. Van de noodzakelijkheid in 1940 een be- drijfstelling te houden, waarvan de kosten bijna f 500.000,zullen bedragen, waren ver scheidene leden geenszins overtuigd. Van verschillende zijden werd opnieuw aan gedrongen op spoedige indiening van een ontwerp-natuurbeschermingswet. Met leede oogen moet men nog altijd de voortgaande vernietiging van natuurschoon gadeslaan. Westerbroeck. De buitenplaats Westerbroeck vinden wij ock niet vermeld bij Craandijk en andere schrijvers, wel Westerbeek. Mogelijk heette de plaats eerst Westerbroeck en daarna Wes terbeek. Ook deze plaats was gelegen in den Velserbroek, bij de Hofgeest. De naam Hofgeest werd later gebruikt als een plaats aanduiding, doch eerst was de Hofgeest ook een buitengoed. De eerste ons bekende eigenaar was volgens Elias Mr. Dirk Munter, een zoon van Joan Munter en Margaretha Geelvinck. Hij was 12 September 1648 geboren en overleed 12 Janu ari 1701. Wanneer de heer Munter de buiten plaats Westerbroeck gekocht heeft, vinden wij niet vermeld, wel dat hij de hofstede Meervliet aanlegde. Dat beteekent dus, dat hij de stich ter van het buitengoed Meervliet kan worden genoemd. Op 7 Januari 1692 verkocht hij Wester broeck aan zijn zwager Daniël Bernard, Heer van Kattenbroek en de Uytendijken van Mastwijk. Deze, die 21 Februari 1626 was ge boren, was koopman en reeder op Rusland. Spanje, Italië en de Levant, in 1689 werd hij benoemd tot directeur der sociëteit Suriname, was kapitein der burgerij, kerkmeester van de Waterkerk, sinds 1678 directeur van den Levantschen handel. Hij werd in 1688 be noemd tot superintendent van de Laken Vent- hal en in 1698 tot kolonel der burgerij. Hij woonde te Amsterdam op de Keizers gracht en was in 1655 getrouwd met Clara Alewijn, geboren in 1635. Weduwnaar gewor den, trouwde hij op 4 Augustus 1670 te Sloten vroolijk met nieuwe olie, dus vol moed er op uit. Naar de Bosmansteekeningen van Nswa- tugi. Ze liggen in de Matopo hills, een prach tig bergterrein Zuidwest van Bulawayo, waar ook Rhodes, de schepper van Rhodesia, begra ven moet liggen op een uitzichtpunt, zoo over weldigend, dat deze geweldige het The world's view ofwel Het uitzicht der wereld noemde. (Nadruk verboden). Singapore—Londen zonder tussclieidanding PORT DARWIN, 9 November (Reuter/A.N.P.) De drie Britsche bommenwerpers, die een recordvlucht naar Australië hebben ge maakt, zullen volgens het plan, dat de leider der expeditie, escadrilleleider Kellet, heden ochtend bekend heeft gemaakt, op de thuis- viucht zonder tusschenlanding van Singapore naar Engeland vliegen. Eerst zullen zij echter nog een rondreis door Australië maken. Maximumstraf tegen „puzzle- koning" geëischt. AMSTERDAM, 9 November. Het Hof zette vandaag de behandeling voort van de strafzaak tegen een man, die zich „puzzle- koning" noemt, doch die tegelijkertijd expert is in het aanknoopen van relaties met dames. Hij maakt zijn slachtoffers wijs, dat~ hij trouwplannen heeft, weet haar geld af te troggelen en van trouwen komt niets. Dit maal was een dienstbode de dupe geworden. De procureur-generaal was van meening, dat de maximumstraf moet worden opgelegd n.l. drie jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. dr. A. Sternheim drong op vrijspraak aan. Arres 23 November. met Cornelia Munter, een zuster i 388.000. ,crmo&a Ya5 In het oud archief van Velsen akte voor van 13 November 1695 w Adriaansen van der Moira verklaar?*1® Jau en getransporteerd te hebben aan a -Verkocüt sen Dreeger, voor en ten behoev* C!aaS' dorp Velsen, een stuk land in de w n het aan de Oostlaan voor ïooo ten w r°e- lend door de nieuwe waateringe en t a te- den door Dirk Munter. Hieruit bliiUT ao°N genoemde streek bekend was als h broek en de buitenplaats Westohr daaraan haar naam hebben te Westbroek en de Oostbroek waren Hati "57filcoi».V>rrv<alr Tn aan den Velserbroek. In een akte van ook de Zuidbroek genoemd, maar S v"01® broek hebben wij nergens kunnen vL or(i" Na de heer Bernard vinden wii 4 naars van Westerbroeck meer vpnS ge moedelijk heeft deze, zooals wij reeds r ?et* opgemerkt, daarna een anderen rTL 0^ kregen. naam ge- In HET WEGENNET VAN NOORD-HOLLAND. Hoeveel zal liet in totaal kosten1! ER ZIJN NOG TOLLEN. In het algemeen verslag der afdeelim». de Provinciale Staten van NoordhollanH fende de rekening van het Wegenfond, 2" 1937 en de begrooting voor 1939 van dat ft? met brief van Gedeputeerde Stalen houd°„a verslag inzake den aanleg door de Provincie, wegen voor doorgaand verkeer en van kamw alsmede het verslag in zake het Tertiair w„,°' fonds, wordt o.a. gezegd: "8 Men zou thans gaarne vernemen, hoeveel 31 December 1937 aan de uitvoering van het genplan in totaal was ten koste gele»d en hoeveel globaal nog het verder benoodiide |2 drag voor de geheele uitvoering daarvan T schat kan worden. 8 Enkele leden stelden hierbij nog de vraa. j Gedeputeerde Staten reeds thans zonden L nen aangeven hoeveel van de nog benoodS gelden ten laste van den kapitaaldienst zoude, zijn te brengen en hoeveel uit de gewone mid delen zou kunnen worden voldaan. Voorts werd gewezen op de omstandigheid dat wegenaanleg op groote schaal onvermiidS medebrengt, dat in belangrijke mate cvdtuur gronden aan hunne oorspronkelijke bestemmhj onttrokken worden, zoodat hiermede niet ve der behoort te worden gegaan dan voor het c volstrekt noodig is. Van verschillende zijden werd voorts de aan dacht gevestigd op den nog steeds bestaand» tol bij de Zaanbrug te Wormerveer en den over- last, door de omwonenden hiervan ondervonden Men vroeg hoever Gedeputeerde Staten ree"' gevorderd zijn met hunne pogingen om de op. heffing van dezen tol te bevorderen, en of voor zoover dit niet wel mogelijk is, althans verla ging van het toltarief zou kunnen worden ver kregen. Ook zou men gaarne een staat zien overgelegd van de thans in ons gewest nog bestaande tollen en de mogelijkheid, om tot algeheele opheffa' daarvan te geraken. FAILLISSEMENTEN Door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem, zijn de volgende faillissementen uit gesproken op Dinsdag 8 November 1938. J. van der Wal, aannemer van bouwwerken, wonende te Zandvoort, Haltestraat no. 9. Curator Mr. J. C. Y. Nieuw.enhuys te Haarlem N. Bruins, koopman, thans los arbeider, wo nende te Krommenie, Krommeniedijk 40 Curator mr. J. G. Bettink, te Haarlem. Albert de Boer, smid, wonende te Wormer veer, Krommenieërweg 265, Curator Mr. J. Verlooy, te Heemstede. A. J. Seysener, aannemer van nieuwbouw, wonende te Hillegom, Vosselaan 22, Curator Mr. H. M. C. Dekhuyzen te Zaan dam. H. Dil, filiaalhouder eener Stoomwasscherij en ververij, woonende te Zaandam, Czarina- straat 1, hoek Damstraat. Curator Mr. O. H. van Wijk te Heemstede. Rechter-Commissaris in deze faillissementen Mr. E. J. W. Trop te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werd opgeheven het faillissement van J. G. J. van Zeist, sla gersknecht, wonende te Lisse, Grachtweg 42, STANDBEELD VAN MASARYK OMGETROKKEN. PRAAG 9 November. Vijftien studenten zijn gearresteerd. Zij hebben het standbeeld van Masaryk voor de universiteit in Praag met een touw omver getrokken. Deze daad verrichtten zij, onmiddellijk nadat zij een lezing hadden aangehoord over Masaryk. Dadelijk na het einde der lezing stormden de studenten naar buiten en poogden het stand beeld van het voetstuk te lichten. Toen dit niet gelukte, haalde men een touw en trok het beeld omver. (United Press). EEN EENHEIDSPARTIJ IN SLOWAKIJE OPGERICHT. In een radiorede heeft de Slowaaksche mi nister-president Tiso medegedeeld, dat een eenheidspartij is opgericht, welke zal heeten: „Slowaaksche Volkspartij van Hlinka". Populieren, zegevieren in den drang om God te loven. Kaarsrecht groeien zij naar boven. Weten niet van vormenplichten, dan zich naar het Licht te richten. Waarbij al hun taaie takken zich in strenge lijn verstrakken. And'ren mogen meer plezieren dan de rechte populieren, Mogen rijker schaduw geven in den drang zich uit te leven, Ongebogen, ingetogen, staan in elk getij de hoogen, die slechts naar het Licht verlangen, En den meesten wind opvangen. Sterke, slanke populieren, Ook al staan ze maar met vieren doen in vlakke bodemstreken het eentonig rhythme breken. Bij geduchte omveer sluchten tarten zij de bliksemschichten als profetisch-opgerichten. Fiere populieren sieren Als een gunst van 't Albestieren als gebenedijde boomen, 't Pad waarlangs de menschen komen. ANTONIE POES. Uithef HAARLEMSCHE WERKINRICHTING. Tot leidster van de afd. meisjes van de Haarl. Werkinrichting is benoemd mej. M. C. van Ma- ris, thans leidster van een weefinrichting te Utrecht. AMSTERDAMSCHE VEEMARKT. 209 vette kalveren: 1 kw. 7278; 2e kw. 62— 70, 3e kw. 5260 per KG levendgewicht. 44 nuchtere kalveren 611 per stuk. 131 varkens: Vleeschvarkens, wegende van 90110 KG 6162 per KG slaehtgewïcht; Zware varkens 60—61 per KG slachtgewicht. Vette varkens 59—60 per KG slachtgewicht. MARKTOVERZICHT. Vette kalveren: aanvoer matig, handel ge drukt, prijzen hooger, eenige zeer beste boven noteering. Nuchtere kalveren: zeer matige aanvoer, vlugge handel, prijzen constant. Varkens: zeer matige aanvoer en handel. Prijzen lager. POL A NEGRI. 7al (Caricatuur van Nino

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8