SKI- KLEEOSMG Peek Cloppenburg Drie nedei laagjes voor minister Slotemaker. DAMPO Geen politieke beteekenis. Dr. Colijn sprak een opwekkend woord. GRIEPen KOU EHSER-WATER Pleiter voor marechaussee weerlegt bezwaren VRIJDAG 2 DECEMBER 1938 EERSTE KAMER Motie inzake leerlingenschaal verworpen. DEN HAAG Donderdag. Minister Slotemaker kreeg bij den aanvang van dezen middag 3 nederlaagjes te boeken, die echter op zichzelf, wat zijn minister ie ele leven betreft, geen politieke beteekenis heb ben. Het begon met de aanneming van het amen- dement-Moller om de post subsidieering van de Rotterdamsche Handels-Hoogeschool een wijdere beteekenis te geven, n.l. subsidieering Handels-Hoogescholen, zoodat dan ook de R.K. instelling te Tilburg er onder zou vallen en tevens om uitdruk king te geven aan dit principieele verlangen met een gulden te ver- hoogen. Met 4746 be haalde Dr. Moller de over winning, doordat de R.K. en a.r. fracties zich ge- iteund zagen door de 2 •hristen-democraten. On middellijk daarop bleken de stemmen over het met 't eerste samenhangende amendement-Moller om nu de post „onvoorziene uitgaven" met f 1 te verminderen te staken, zoodat dit voorstel in een volgende vergade ring nogmaals in stemming kom: de heer Drees (s.d.) had aanvankelijk verzuimd de presentie-lijst te teekenen, wat in de gegeven omstandigheden wel 'n zeer ongelukkig ver zuim was, want anders zou Dr. Moller heden niet eens z'n principieele overwinning behaald hebben. Met 5836 kreeg Dr. Moller zijn zin met z'n verzet tegen het bestaan van 'n af- deeling A aan de Rijks H.B.S. te Leeuwarden waar ook de gemeentelijke H.B.S. reeds zulk 'n afdeelïng heeft en tenslotte derde echec je voor minister Slotemaker kreeg -de heer Schouten zijn zin doordat de Kamer thans de door dezen afgevaardigde bestreden post van f 20.000 voor uitbreiding van de Tech nische Hoogeschool voor het doen van (na tuur iwetenschappelijke onderzoekingen met 5242 verwierp: zooals men weet was het door den heer Schouten ontwikkelde bezwaar vooral gericht tegen 't feit, dat z.i. de gren zen tusschen wat er om wetenschappelijke redenen en wat er met 't oog op verlangens uit 't bedrijfsleven zou gebeuren, niet vol doende vaststonden. Nadat de heer Til an us (c.h.) eigenlijk al bij voorbaat bij 't algemeen debat over de af- deeling Lager Onderwijs zijn amendement i.z. de tegen een laag salaris aan te stellen jonge onderwijskrachten had verdedigd, kwam eindelijk de Minister aan het woord. Deze begon met het vraagstuk van de leer lingenschaal. Wat de paedagogische vraag betreft te groote klassen wees hij er op, dat in 1932 onder het kabinet Ruys de schaal gewijzigd was op grond van de overtuiginL. dat men op die manier permanent f 5 millioen per jaar zou besparen. In den huidigen bud- getairen toestand kan de Regeering er niet aan denken, thans die besparing prijs te geven. Wijziging van het betreffende artikel (28) der L.O. wet is zeer gewenscht, doch ze kan thans niet verwezenlijkt, ook niet als de motie- Thijssen, die de wijziging urgent noemt, een meerderheid mocht halen. Geld was hiervoor niet te vinden. Iets an ders ware de suggestie van Dr. Deckers bij de algemeene beschouwingen over de staatsbe groting, n.l. of er niet elders op de Onderwijs- begrooting te bezuinigen zou zijn. Dit zou echter nooit voldoende kunnen wezen om t.a.v. den leerlingenschaal eenige zoden aan den dijk te zetten. De oplossing is evenmin te bereiken met behulp van invoering van een zgn. lager dan 't normale jeugdsalaris van jonge onderwijskrachten. Wie een acte Lager Onderwijs heeft be haald kan daaraan niet automatisch het recht ontleenen 'n onderwijzers-betrekking te krij gen. Overigens, zou men de leerlingenschaal van 1923 herstellen, dan zouden toch niet meer dan 1400 kweekeiingen met acte, d.w.z. slechts een vrij klein percentage van alle werk- looze acte-bezittende krachten, een plaats kunnen krijgen. Stopzetting van het staats examen zou niet baten om het aanbod van a.s. onderwijzers voldoende te kunnen inper ken. Stopzetting der kweekschool-opleiding heeft de Regeering bij de bezuinigingsvoor stellen aan de hand gedaan, doch toen wilde men er blijkens de critiek in de af deelingen geuit, in de Kamer niet aan. Toch is er wel een en ander gebeurd om de opleiding te verminderen en met succes. Te genover 1932 is het percentage van hen die nu in opleiding zijn slechts 44 pet. De Minister wees voorts op de daling in het aantal wachtgelders, op dat der vrouwe lijke wachtgelders; zoodat hij binnen niet te langen tijd 't oogenblik ziet komen, waarin de sollicitatie vrij zal zijn, dat er n.l. geen voorrang genietende wachtgelders meer zul len zijn. Wat kan men nu doen voor de dragers van een acte, als men niet de leerlingenschaal wil (kam wijzigen? Daarop weten de belang hebbenden zelf ook geen afdoend antwoord te geven. Sommigen zullen tenslotte een positie moe ten vinden buiten het onderwijs. Dit eischt nu eenmaal de noodzaak der feiten. Op de begrooting is trouwens o.a. een post uitge trokken om hun die 'n technische opleiding ambieeren ten einde te trachten een werk kring op technisch gebied te vinden, beurzen te kunnen toekennen. Slechts 53 werklooze acte-houders hebben hiervan gebruik ge maakt. Wat meer, thans werklooze, acte-houders tegen een betaalde belooning laten werken in de school, zulks in overleg met Sociale Zaken en op kosten van het Departement zulks bij wijze van werkloosheidsbestrijding en dit in verband met de plannen van Minister Romme in zake de jeugdwerkloosheidsbestrij- ding, ziet daar 'n denkbeeld, dat mogelijk ver wezenlijking kan vinden en waarvoor de Minister wel te vinden is. Zoo zouden er ver moedelijk nog meer krachten aan den arbeid kunnen komen dan alleen tengevolge van aanneming van het amendement-Tilanus het geval zou wezen. Omtrent de verschillende in het debat te berde gebrachte, meer op zichzelf staande onderwerpen vernamen we, dat de vernieu wing van het onderwijs 's Ministers steun beeft, dat het ambulantisme ter sprake kan komen bij de in voorbereiding zijnde techni sche herziening van de L. O. wet, waarbij men dan ook de kwestie van het Fransch weer onder de oogen kan zien. In tweede instantie verzekerde Minister Slotemaker den heer Thijssen nog eens. dat de zaak van de leerlingenschaal zoozeer van alle kanten in den Ministerraad was bekeken, dat het geen zin zou hebben er daar. na even- tueele aanneming van de motie-Thijssen, noi eens op terug te komen. Voor de stemming hierover verklaart Dr. Moller (R.K.) het met den zakelijken in houd eens te zijn, doch haar geheel overbodig te achten, aangezien het Kabinet niet kan twijfelen dat de geheele Kamer een oplossing van het vraagstuk van de leerlingenschaal noodzakelijk acht. De 3 Regeerings-fracties plus de Staatkundig Gereformeerden stem den tegen, met het gevolg, dat de motie slechts 39 vande 92 uitgebrachte stemmen haalde. Bij de artikelen verdedigde de heer T i 1 a- n u s (cJi.) een amendement, dat Rijksver goeding wil doen verleenen voor z.g.n. surnu- meraire leerkrachten (kweekeiingen met acte) tegen een salaris van f 60 per maand, voor die scholen, welke een zoodanig aantal leerlingen tellen, dat ze geacht kunnen wor den in moeilijkheden te verkeeren. Spr. gaf toe, dat het amendement niet elegant was. slechts pl.m. 500 jongelui zou helpen, doch men kon het nu eens 'n jaar probeeren. De heer Thijssen (s.d.) zag in 't voorstel niets meer dan 'n noodverband, dat, als men amper de deur uit is, reeds van je afvalt, ook vrees de hij voor den Minister, dat hij op deze manier terecht zou komen in 'n wespennest, zooals hij er nog nooit een had gezien. Kort om deze afgevaardigde voelde niets voor het amendement, dat daarentegen wel de instem ming verwierf van Ds. Kersten (St. Ger.), De door den heer Tilanus ondernomen po ging vond mevr. M. BakkerNort (v.d.) wel sympathiek, doch zij meende, dat een dergelijk onderwerp alleen door de Regeering zelf goed kan worden voorbereid en niet door 'n Kamerlid. Tot initiatief in zulk een inge wikkelde materie is nu eenmaal eigenlijk al leen de Regeering goed in staat. Mr. v. D ij- ken (a.r.) zette uiteen, dat het voorstel- Tilanus in de praktijk alleen op verplaatsing- van werkloosheid zou neerkomen. Als de voor steller niet meer geld verlangt voor de kwee keiingen met acte dan de Minister tot. nu toe bereid is te geven, dan heeft het amendement aldus de chr. dem. v. Houten geen enkele beteekenis. Ir. Albarda (s.d.) deelde ook een bezwaar van Mr. v. Dijken, dat men niet via de begrooting de wet dient te ver anderen, al was 't slechts voor den duur van 1 jaar. Hiermee was de Minister 't eens, die verder o.m. opmerkte de gevolgen van het amendement niet te kunnen overzien. Minis ter Slotemaker rekende voor, dat er alles bij elkaar slechts 75 menschen meer in de school zouden komen dan er thans zijn, terwijl de Regeering (plan-Romme) heel wat meer hoopt te doen. Met 5233 werd het amendement verwor pen, dat de stemmen van alle christelijk- historischen, bijkans alle Katholieken, de nat. socialisten en de Staack. Gereformeerden kreeg. AVONDVERGADERING. voor DAMES en HEEREN. Vraagt onze prospectus HAARLEM: GROOTE HOUTSTRAAT 38-40 - TEL. 10390 (Adv Inqez. Med.) heer de Visser (commun.) zag liever de post voor burgerwachten vervallen. De heer Cohen (v. d.) betoogde, dat niet langer de werkloosheidsbestrijding nog ten deele 'n gemeentelijke aangelegenheid mag blijven. Rijkszaak dient ook, in veel groot-ere mate te worden, dan thans 't geval is, de luchtbe scherming. Al is er op dit gebied ook een taak voor gemeenten en particulieren, zoo ziet de heer Drees (s. d.) ten dezen toch ook een centrale taak. Met dezen afgevaardigde waren mr. Wen- delaar (lib.), de heer Sweens (R.K.) en Mr. Diepen hors t (a.r.) die voorts o.m. voor betere bescherming van de openbare zedelijkheid pleitte het eens. Mevrouw Ma ckay (c. h.) ging nog een stapje ver der door er bij den Minister op aan te drin gen het stelsel van de wet heelemaal te her zien. n.l. zoo, dat de leiding, ook wat den fi- nancieelen kant der zaak betreft, bij het Rijk zou komen te berusten. Een veel besproken onderwerp was de Zon dagswet; de heer Duymaer v. Twist (a.r.) wil geen nieuwe Zondagswet, doch behoor lijke naleving van de bestaande, terwijl de heer Posthuma (chr. dem.) gaarne zou zien. dat, gelijk in Engeland, de voetbalwed strijden Zaterdags en niet Zondags zullen plaats hebben. Mevr. de Vries-Bruins (s. d.) klaagde over misbruik van burgemeesters wat betreft het verbieden van allerlei films. E. v. R. Kamp voor Joodsche vluchtelingen gereed gemaakt. In opdracht van de regeering wordt het kamp van de Rotterdamsche vacantieschool te Hoek van Holland gereed gemaakt voor de ontvangst van Joodsche vluchtelingen. Hoewel het kamp aanstaanden Maandag gereed moet zijn vooi; deze ontvangst, kan nog niet worden opgegeven wanneer de eerste vluchtelingen arriveeren. Voor de collecte van Zaterdag. Donderdagavond heeft de minister-president, dr.. H. Colijn, over beide zenders een opwek king tot 'steun aan de Nationale collecte op 3 December uitgesproken. De minister-president sprak ongeveer als volgt: Wellicht nog niet aan allen duidelijk, is de omvang van den nood der uitgewekenen vol gens ras of geloof, gevolg van het groote aan tal personen, dat sinds de eerste November dagen hier te lande een schuilplaats heeft ge zocht. Aan den avond van den dag, waarop de collecte zal worden gehouden, zal het aan tal vluchtelingen, aan wie in de laatste weken vergund is naar Nederland te komen, tegen de vierduizend loopen. Rekent men de kosten per dag en per persoon voor huisvesting, voe ding en kleeding op ongeveer f 1.50, dan zou dit, indien deze vierduizend toegelatenen allen voor rekening der gemeenschappelijke lief dadigheid kwamen, per jaar een bedrag van ruim twee milllioen gulden vorderen. Nu is dit tot nog toe niet het geval. Voor- loopig hebben gelukkig zeer velen onderdak gevonden bij familie of bij vrienden. Die ko men dus niet of niet geheel voor rekening van de gemeenschappelijke liefdadigheid, maar daar staat tegenover, dat we Zaterdag de deur nog niet kunnen sluiten. Er komen er nog meer en niemand kan zeggen, wat ons op dat gebied nog te wachten staat. Er is dus veel eld noodig, om onze plicht van barmhartig heid te vervullen en dit vooral, omdat wP weten, welke mogelijkheden er zijn om hier toegelatenen naar andere landen dnn geven. Tot nog toe zijn de vooruitzichtte daarop althans voor de volwassenen niet stig, eer zelfs ongunstig te noemen We rn ten dus rekenen op een groot getal mensch moeten worden. Dat is het, wat ik i, onder uw aandacht heb willen brengen 66115 het oog op de collecte. Het gaat hier nietmet> leniging van nood voor enkele dagen of 0ni grootere of kleinere hulp voor eenmaal m01 het aaat om bestendise huln a on Waar dat gedurende geruimen tijd onderhouden mnoton uMirrten "Daf ie hpt- mat ;i- Zal e het oog op de collecte. Het gaat hiernw111 lonio-ino- \ton rt/inii nnnr onholn Ofp jaat om bestendige hulp aan een <n- aantal menschen, gedurende geruimen Die kennis van den toestand, die moet Zat dag de gulheid van uw hart en de vaar<u heid van uw hand besturen om mildeliit f' geven. Wij herinneren ons allen, dat Kont? lijke woord om groot te kunnen zijn in au waarin ook een klein volk groot kan zijn n grootheid kunnen we ook toonen in onze mii? dadigheid tegenover hen, die in zwaren riVT verkeeren. En we volbrengen dan tevens het gebod tegenover den naaste, want al is er "r in eigen land veel nood te lenigen en allerlei gebied veel te verzorgen, hier in m geval is thans te voorzien in het leed, dat vpÏ dieper in het leven snijdt, dan wat wii bii t zelf kennen. ons Toon de Zaterdagcollecte daarom dat cm volk den roep verstaat, die thans tot óns komt Ook omdat we daardoor wellicht anderen -m bewegen kunnen met ons samen de hand *5 den ploeg te slaan. Hotel ,De Drie Egmontlen" uitgebrand. Brandweer stond machteloos tegenover de vuurzee. EGMOND AAN ZEE, 1 December. Van nacht is door onbekende oorzaak brand uit gebroken in het hotel-café „De drie Egmon- den" te Egmond aan den Hoef, eigendom van en geëxploiteerd door den heer Modderman De Egmondsche brandweer, die spoedig tér plaatse was, kon niets tegen de vuurzee uit richten. Met assistentie van de Alkmaarschè brandweer slaagde men erin de belendende perceelen te behouden. Het geheele perceel brandde uit. De heer Modderman is wel tegen brand- doch niet tegen bedrijfsschade verzekerd. Dan rug en borst flink met Dampo inwrijven en Dampo diep inademen. Wonderlijk zooals dat helptl (Adv. ingez. MedJ Binnenlandschc Zaken. De vele sprekers, die vanavond en vannacht het woord voerden haalden heel wat onder werpen overhoop. Wie Binneniandsche Zaken zegt, die zegt tegenwoordig bovenal ook: al of niet te vergaande aantasting van de gemeen telijke autonomie. Zoo klaagde de heer S t e i n- metz (R.K.) over het ingrijpen in de ge meentelijke zelfstandigheid door middel van circulaires, terwijl deze afgevaardigde betoog de, dat verbetering van den financieelen toe stand der gemeenten niet te krijgen is door een gemeentelijke inkomstenbelasting, die nog meer afhankelijkheid ten opzichte van de cen trale Regeering zou teweeg brengen. Soortge lijke klachten, alsook spijtigheid, dat ze verder nog niets van den Minister konden loskrijgen over de belastingplannen in kwestie, uitten verschillende andere afgevaardigden. Dr. Vos (lib.) wierp zich in 't bijzonder op als kampioen voor de burgerwachten, doch de Militair vliegtuig bij noodlanding zwaar beschadigd- Omstreeks drie uur geraakte Donderda middag van een Koolhoven-verkenner, welke op weg was van Haamstede naar Soester- berg, de benzinetoevoer verstopt, ten gevolge waarvan de motor afsloeg. De noodlanding zou zonder schade zijn verloopen, indien zich niet midden in het weiland te Zeist waai de vlieger daalde een prikkeldraadversper ring had bevonden. Het vliegtuig botste tegen de versperring en sloeg over den kop, waarbij de neus en de vleugels zwaar beschadigd werden. De vlie ger bleef ongedeerd. Echt Vermengd met warme melk het van ouds beroemde middel bij Hoest - Verkoudheid - Griep (Adv inqe-. rjri Opsporingsbevoegdheid z.i. niet wegens ongeschiktheid ontnomen Prins Bernhard ging gisteren op het eiland Rozenburg jagen en stapte daartoe te Hoek van Holland aan boord van de „Berghaven". Voor den Centralen Raad van Be roep is gisteren de bekende Ossche kwestie behandeld. Bij de getuigen- verhooren kwamen geen nieuwe fei ten meer aan het licht. Slechts wist thans één van de leiders van het jeugdwerk in Oss, naar wier gedra gingen de marechaussee ook een onderzoek had ingesteld, zich niets meer te herinneren. Daarna ivas het woord aan den verdediger der mare chaussees mr. James uit Apeldoorn, terwijl de beroepen bestreden werden door mr. P. Meyes, van het departe ment van Justitie. Nadat mr. James het oordeel van prof. van Bemmelen uit Leiden en van prof. Hazewin- kenSuringar, uit Amsterdam, die beiden van oordeel zijn, dat de minister van Justitie niet bevoegd was op te treden als thans geschied, had vermeld, begon hij aan zijn eigenlijk pleidooi. Hij zeide o.m.: Het motief, dat voor den minister doorslag gevend moet zijn, was: de richtige opsporins van strafbare feiten. Uit het feit dat de mi nister aan den wachtmeesters de uitoefening van de opsporingsbevoegdheid heeft terug gegeven, zoodra 'zij uit Oss weg waren, i: echter voor een ieder duidelijk, dat zijn mo tief niet kan zijn geweest: de richtige op sporing van strafbare feiten, doch dat het in werkelijkheid is geweest: de wachtmeesters uit Oss verwijderd te krijgen. Betoogd is, dat ook op 1 April 1938 geens zins onomstootelijk vast stond, dat de brigade zich aan een bedenkelijke methode van opspo ringsonderzoek had schuldig gemaakt en klagers sluiten hierbij aan een betoog voor het gerecht, dat de minister zonder behoor lijk onderzoek naar de feiten, zijn beslissing heeft genomen en dat daarin reeds een be- voegdheidsmisbruik is gelegen, temeer waar het hier een dergelijk ingrijpende en opzien barende maatregel betrof. Het meest elementaire recht van een amb tenaar die van dergelijke zaken als „terreur en domheidsmacht" wordt beschuldigd, n.l. dat hij daarover gehoord wordt en in staat wordt gesteld de beschuldigingen zoo moge lijk te weerleggen, is aan de brigade Oss ont houden. PI. wijst er voorts op, dat de maat regel tegen de collectiviteit der brigade is genomen, zonder dat uit de stukken, waarvan de minister reeds kennis had genomen, bleek, dat de wachtmeester Tap part noch deel had gehad aan de bewuste opsporingsonderzoeken. Waar gaat het heen, vraagt pl., als de admi nistratie een ambtenaar kan treffen, alleen al omdat hij tot een bepaald corps of onder deel behoort en van wie vaststaat, dat hem ook maar niets kan worden verweten? Ook om deze reden is de tegen de gansche brigade getroffen maatregel, ongeacht ieder aandeel en de beweerde fouten, misbruik van bevoegd heid. Pleiter kwam hierna tot een bespreking van de afzonderlijke zaken, en behandelde aller eerst die betreffende de opzichters der werk verschaffing. Pleiter wenschte te constateeren, dat vol strekt onwaar is, dat, zooals de minister in de Kamer mededeelde, de burgemeester aan de wachtmeesters zou hebben meegedeeld, dat het hem gebleken was, dat het hier geen strafbaar- feit betrof en dat niettemin tot arrestatie zou zijn overgegaan. Het verheugt pleiter dan ook zeer, dat dit thans in de contramemorie in hooger beroep wordt toegegeven, aangezien daarmede weder de zooveelste grief vervalt. Aan het slot van dit deel van het pleidooi kwam pleiter tot de conclusie, dat de door het Ambtenarengerecht aan de wachtmeesters verweten fouten in geenen deele hebben be staan. Nadat de kwestie van de beide geestelijken met gesloten deuren was behandeld, ging pleiter op de andere zaken in. Zijn slotconclu sie was, dat van de tegenover de marechausse- brigade geuite beschuldigingen vrijwel niets overbleef. Daarna was het woord aan mr. Meyes, die opmerkte, dat in de stukken en het pleidooi van mr. James ten onrechte de suggestie wordt gewekt, als zouden de opsporingsambte naren het recht en de plicht hebben om alles op te sporen, wat op te sporen valt. Uit geen der wetsartikelen is een dergelijke opvatting af te leiden. Voorts merkte pl. op, dat duidelijk is om schreven, dat de taak van de opsporingsambte naren en van de hulp-officieren van justitie een zuier subsidiaire is en dat zij geen enkel eigen recht hebben. Zij zijn allen onderge schikt aan den officier van justitie. Boven de opsporingsambtenaren staat de justitieele macht en pl. ziet niet in, waarom deze macht aan hen niet kan opdragen een onderzoek in een bepaalde zaak na te laten. Volgens pl. valt het bepaalde in art. 1 van het rijkspolitiebesluit zeer stellig onder de repressieve politiezorg, en op grond van dit besluit is de minister van Justitie zeer zeker verplicht te zorgen, dat de opsporing van straf bare feiten in goede banen blijft. Wat de collectiviteit van den getroffen maat regel betreft, merkte pleiter op, dat ook daaruit reeds kan volgen, dat de minister zijn ingrijpen niet als een strafmaatregel heeft bedoeld. Anders zou wel een onderzoek naar het individueele op treden zijn ingesteld. De minister was echter van oordeel, dat er in de brigade te Oss een verkeerde geest heerschte en dat het in het belang van de richtige opspo ring zou zijn, daarin verandering te brengen en de geheele brigade met medewerking van zijn ambtgenoot naar verschillende andere stand plaatsen over te plaatsen. Uit dit oogpunt bezien kan dan ook de wacht meester Tap, wien geen onjuiste handelingen zijn aangewreven, niet klagen over hem daar voor toegebrachte schade. Daarna kwam pleiter aan de verschillende te berde gebrachte zaken, waarbij hij op verschil lende punten critiek op het optreden der wacht meesters oefende. Pleiter eindigde zijn betoog met de mededee- ling, dat de tegenwoordige brigade-commandant Mientjes, in Oss ten aanzien van den huidigen toestand aldaar dezelfde meening heeft als de burgemeester nl. dat alles thans vlot marcheert en dat er een volkomen goede samenwerking is tusschen de nieuwe brigade en de gemeentelijke politie. De uitspraak werd bepaald op 22 December. Aan de orde was daarna de zaak van de wachtmeesters tegen den inspecteur der mare chaussee in zake de overplaatsing. Mr. James refereerde zich aan het beroep schrift en merkte op, dat deze zaak staat of vak met de vorige, want inaien in die zaak de beslis sing onjuist wordt geacht dan geldt dat ook voor de overplaatsing. Ook in deze zaak werd de uitspraak op 22 December.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 12