N1 BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES Aan allen! De groote meisjes moeten a.s. Woensdag een jam-, wrijfwas, pinda- of appelstroop-potje of bus mede brengen. Het voorwerp moet natuur lijk goed schoon zijn. Zij, die klosjes hebben ge spaard, brengen de klosjes mede, terwijl de an dere kinderen ieder "één klosje moeten mede brengen. Voor de andere benoodigdheden zorg ik. We gaan met elkander allerlei Kerstversie ringen maken. Versieringen die weinig kosten en die de kamers met de a.s. feestdagen werkelijk gezellig zullen maken, 'k Hoop dat niemand iets vergeet. De voorwerpjes voor den Kerstboom waar we 1.1. Woensdagmiddag aan begonnen zijn, maken we het eerst af. Lief MADELIEFJE. Prettig dat je zoo'n goeden Sint Nicolaas gehad hebt. Het school feest is dus ook goed geslaagd. Fijn als alles zoo naar wensch verloopt. Tot Woensdag. Dag Madeliefje. Best DOORNROOSJE. Jammer dat je door ziekte den kalender niet hebt kunnen maken. Misschien krijg je voor de Kerstdagen nog even gelegenheid de schade in te halen. Je kunt hem dan met Kerst geven. Vergeet je de benoodigd heden voor a.s. Woensdag niet. Dag Doornroosje. Best DAUWDRUPJE. Waarom heb je je door de koude laten vatten? Je kon daardoor niet op de club komen, 'k Hoop dat je nu niet meer ziek wordt Tot Woensdag. Dag Dauw drupje. Lief HARLEKIJNTJE. Voor je zusje zal ik een clublokaaltje naast haar huis laten zetten. Ze behoeft dan slechts enkele stappen te gaan. Hoe ik het maak? Ondanks alle drukte geduren de de laatste weken, uitstekend. Tot ziens. Dag Harlekijntje. Lief BRUINOOGJE. Sint heeft goed bij je gereden. Zeven chocoladeletters wil wat zeggen. Of je nichtje op de club mag komen? Ja hoor, als haar ouders geabonneerd zijn op de IJm. Courant. Dag Bruinoogje. Best LELIETJE VAN DALEN. Je hebt 1.1. Zaterdag veel pret gehad tijdens het Sint Nico- laasfeest op de terreinen van Van Leer? Prettig dat je een fornuisje gehad hebt. Je kunt er thuis met je zusjes prettig mede spelen. Tot Woens dag. Dag Lelietje van Dalen. Best REPELSTEELTJE. Jammer dat Goud haartje 1.1. Woensdagmiddag verhinderd was de club te bezoeken. Je hebt een goeden Sint ge had, zeg. Hoe was het feest op school? Als Goud haartje maar even kans ziet a.s. Woensdag te komen, hoop ik dat ze komt. Ze komt anders met de Kerstversieringen niet klaar. Voor inha len is haast geen gelegenheid. Dag Repelsteeltje. Lief ZANGERESJE. Je rebus oplossen lukt mij niet. Dom hè? Ja, nu heb je een behoorlij ken brief geschreven, 'k Hoop dat je zoo door gaat. Heeft Sint je nog een lederen handtaschje gebracht? Verleden Woensdag was het mij niet mogelijk te komen, 'k Had zooveel voor elkander te brengen dat ik met den besten wil niet kon komen. Nu heb ik het nog wel druk, maar niet zoo erg meer als tegen St. Nicolaas. Vergeet je a.s. Woensdag vooral niets? Dag Zangeresje. Best WITWOLLETJE. Prettig voor je dat Sint nog een lederen schooltasch voor je hadt. Hij heeft je anders niet vergeten zeg. Breng volgende week zusje Berg maar mede. Als zij of haar moeder geen schuilnaam kunnen beden ken, dan zal ik een naam voor haar bedenken. Dag Witwolletje. Best ZWARTOOGJE. Meisje, wat is Sint goed op je geweest. Wat heeft hij je een snoezige pop gegeven. Krullend haar en een rood zijden geruit jurkje afgezet met een wit kraagje zal schattig staan, 'k Wensch je menig prettig uur tje met je pop toe. Dag Zwartoogje. Lief VERGEET-MIJ-NIETJE. Is Dicky Bigmans aöo verlegen? Dat is jammer. Verlegen zijn is lastig. Ze is echter nog jong en heeft dus nog gelegenheid genoeg te trachten boven haar verlegenheid uit te komen. Je hebt ook al een goeden Sint gehad? De goede man moet wel erg rijk zijn. Hij zou anders onmogelijk zooveel kin deren en menschen gelukkig kunnen maken. Tot Woensdag. Dag Vergeet-m ij-nietje. Best ZWARTKOPJE. Natuurlijk mag je, wanneer je a.s. Woensdag door pianoles verhin derd bent om 2.30 te komen, om 3.00 komen. Is het echter niet noodig, dan zie ik je met het oog op het werk liever tegelijk met de andere le den. Je hebt een goeden Sint gehad. zeg. Hoe heet het boek dat je gekregen hebt? Dag Zwart kopje. Best GOUDMUILTJE. Prettig dat je van Sint zooveel gekregen hebt. De feesten zijn ech ter niet van de lucht. Ben je nog steeds lid van in „Veilige Haven". Ook nog van de mondaccor- deonclub? Tot Woensdag. Probeer zoo vroeg mo gelijk te komen en vergeet niets. Dag Goud muiltje. Beste POLLY. Prettig vriend, dat ik weer eens een schrijven van je ontvangen heb. Je ver haaltje zal ik laten opnemen. Deze week echter nog niet. 'k Moet het eerst corrigeeren en daar voor ontbreekt me momenteel de tijd. Misschien volgende week. Wil je aan je huisgenooten m'n groeten terug doen. Het beste met je. Dag Polly. Best ZWEMSTERTJE. Je hebt keurig post papier gekregen zeg. Wat een eer geniet ik, dat je mij het eerst een briefje geschreven op je nieuwe papier hebt doen toekomen. Sint heeft je goed bedacht, 'k Hoop dat je naaimandje goe de diensten bewijst. Sint en Piet in eigen per soon zijn bij je thuis geweest? Wat zal Gretha dat prettig gevonden hebben. Kan je a.s. Woens dag de zwemles niet voor een keertje overslaan? Je Kerstversieringen komen anders niet gereed en dat zou jammer zijn. Dag Zwemstertje. Lief BLONDJE. Jammer zeg, dat je ziek bent en niet op de club kon komen, 'k Hoop echter dat het ziek zijn slechts van voorbijgaan- den aai-d zal zijn en ik je a.s. Woensdag weer op de club zie verschijnen. Hoofd- en keelpijn zijn zooal de algemeene klachten van veel kin deren momenteel. Het beste met je. Dag Blondje Best RAMENLAPSTERTJE. Wat heeft Sint jou een degelijk cadeau gegeven, 'k Hoop dat je de spaarpot echt gebruikt. Spax-en is een deugd. Helaas komt zij tegenwoordig nogal eens in de verdx-ukking. Evenals spax-en een deugd is, is gierigheid een ondeugd. Men moet nimmer de spaarzaamheid zoover drijven dat men zich zelf of andex-en niets gunt. Men heeft, menschen, die nergens lid van willen zijn, omdat het lidmaat schap geld kost, die 't liefst verjaardagen, enz. maar zonder meer willen doen voorbijgaan om de daaraan veirbonden kosten te voorkomen. Zulke menschen zijn stakkers en kunnen, on danks hun geld, nimmer gelukkig zijn. Een gx-oot genot, nl. de blijdschap van het geven missen zulke menschen. Sint wil graag dat je spaart, maar ook, dat je op 2?n tijd een ander of je zelf eens iets gunt. .Ook ik vind het prettig dat je vader binnenkort promotie maakt. Het beste met je zieke zus. Heb je nu je zin? Is je briefje lang genoeg? Dag Ranxenlapstertje. Best TEEKENAARSTERTJE. Ja, de goede Sint zal binnen enkele dagen de terugreis weer aanvaax-den. Hij heeft met kwistige handen z'n gaven gestrooid en daarbij ook aan jou gedacht. Prettig dat je het op school goed maakt. Als je er nu maar voor zorgt dat het thuis ook goed gaat. Gehoorzaam zijn, behoox*lijk eten en op tijd naar bed. Dag Teekenaarstertje. Lief KRULLEKOPJE. Het maken van een opstel schijnt je nogal wat moeite te kosten. Het ligt ook niet een ieder. Heb je toch een opstel ingeleverd? Welk cijfer heb je er voor gekre gen? Sint heeft je niet vex-geten zeg. 'k Denk dat je verleden week te laat met je briefje geweest bent, andex\s had ik teruggeschx-even. "Prettig dat je moeder heel blij was met je werk van de club. Dag Krullekopje. Best BOODSCHAPSTERTJE. Sint is ook op jou goed geweest. Wat heb je veel gekregen. Prettig zeg zooveel vei'schillende cadeaux te krijgen. Ze komen met de wintei-avonden zeer goed te pas. Gelukkig dat je het nog met een marsepain gebit kunt doen en je nog geen echt noodig hebt. Je schrijfbloc en couverts komen je ook goed van pas, al was het alleen maar om briefjes aan mij te schrijven. Tot Woensdag. Vergeet vooi-al niets. Dag Boodschapstertje. Lief BIJ-DE-HANDJE. Jij kan nu goed je moeder helpen met zwabbex-en en schrobben. Je hebt nu een zwabber, bezem, werkemmer en mattenklopper. Een werkuitrusting om van te watei-tanden. Wat zal je moeder nu vroeg klaar zijn. 'k Wed dat ze met haar vrije ui-en geen raad meer weet. Maar dan weet jij haar wel aan werk te helpen. Al was het inaar ofh met je te gaan spelen. Je hebt momenteel spelen in ovei-- vloed. Werk met genoegen. Dag Bij-de-handje. Veel groeten van Mejuffrouw E. VIJLBtllEF. WAT ANNEKE IN DEN LENTENACHT BELEEFDE. Het heerlijke feest van de bloemen. Was 't maar een droom, of. Met haar oogen zoo wijd mogelijk open, ligt Anneke in de duisternis van haar kamertje voor zich uit te stax-en. O, wat duurt het toch lang voor het twaalf uur is! Het lijkt wel, of de wijzex-s van het klokje, dat naast haar op het tafeltje staat,, niet vooruit gaan. Ze zien er wel leuk uit in het donker. Eigenlijk heeft Anneke er nog nooit op gelet, dat ze zoo'n mooi groen licht geven. O, nu zijn ze ineens een heel stuk verder. De kleine is bijna op de twaalf en de groote op de zes. Als die ook op de twaalf staat, dandan gaat het gebeuren! Dan zal ze kunnen zien of het waar is wat Juf haar heeft verteld. Ze kan niet gelooven, dat die iets zal vertellen, dat niet waar is. Henk, haar gx-oote broer, die al in de tweede klas vaxx de H.B.S. zit, zei, toen ze hem het mooie verhaal thuis vertelde, dat het allemaal vei-zin- sels wax-en. Het was niet waar, zei hij, dat alle bloemen op 21 Maart, 's nachts als de lente begon feest gaan viex-en. En of ze nu al tegen hem zei, dat Juf het verteld had, hij wilde het niet geloo ven. 't Was een spx-ookje en spi*ookjes waren niet waar. Maar Anneke weet wel beter. Zij is zoo dom niet om te twijfelen aan wat Juf zegt. Die kan 't toch veel beter weten dan Henk. Ze is nog heel wat knapper dan hij! Wacht maar, morgen! Dan zal Anneke aan Henk kunnen vertellen, dat ze het zelf gezien heeft, dat hij er niets van weet en Juf wel. De bloemen in hun winkel zullen immers ook feest vieren? En dat zijxx er heel wat: de winkel staat vol met prachtige bloemen. O, daar is de gx-oote wijzer bijna pp de acht. Ja. nu zal ze toch maar vast naar beneden gaan, dan kan ze daar wachten tot het twaalf uur is. Heel voorzichtig stapt ze uit haar bedje. Hu, 't is koud. Hè, waar zijn die nare pantoffels nu weer? Ze krijgt zulke koude voeten. Het licht durft ze niet aan te steken, want dan kan moeder haar hooren en mag ze vast niet naar beneden gaan. Wacht, daar voelt ze al een pantoffel; en daar is de andere ook. Weet je wat, ze zal haar trui over haar nachtponnetje aan doen. Dat is lekker warm en beneden in den winkel zal het vast erg koud zijn. Als ze haar trui aan heeft, sluipt ze op de tee- neix naar de deur. Nu komt er een heel erg moei lijk werk. De groote deur moet ze zonder lawaai te maken open doen. Dat valt niet mee; met haar kleine handjes kan ze maar net de knop stevig vastpakken. Heel eventjes kraakt hij en dan is de deur zoover open, dat ze op de gang kan glippen. Maar wat schx-ikt ze daar! O, wat is het donker op de gang, je kunt er niets zien. Haar hartje bonst in haar keel. Zal ze het wel doen? Zal ze maar niet liever weer naar bed gaan? 't Is zoo heel erg donker! Maar als ze niet gaat, kan ze mox-gen niets aan Henk vertellen. Ook overmor gen niet; een heel jaar moet ze dan wachten. Neen, dat doet ze niet, dat duurt veel te lang! En ze gaat; voetje voor voetje schuifelt ze over de duistere gang. Wat is nu alles anders dan ovei'dag! Het lijkt wel of de dingen allemaal le ven. Ze durft bijna niet vex-der, maar daar is de trap al. Als die nu maar niet kraakt, want dan kan vader of moeder haar wel eens hooren. Maar nee, het gaat best. Alleen de laatste tree maakt een heel klein beetje geluid. Dat kunnen ze bo ven niet hoox-en. Plotseling staat ze doodstil. Wat is dat? Wat hoort ze daar? Angstig houdt ze haar adem in; ze is er zeker van, dat ze iets heeft hooren loo- pen. Hoor daar is het weer. Nu komt het dichter bij. Zal ze moeder x-oepen? O, wist ze toch maar wat het is! Ze wil wel roepen, maar van angst kan ze zich niet meer bewegen en uit haar keel tje wil geen enkel geluid komen. Dan, 't is of ze zal gaan huilen van blijdschap, voelt ze zacht het fluweelen huidje van de poes langs haar bloote been strijken. Vlug bukt ze zich en tilt de poes op. Behagelijk snorrend kruipt deze tegen haar aan. Dat is een buiten kansje voor het dier! Daar komt hij warempel midden in den nacht, terwijl hij net eens wil gaan kijken, hoe het met de muizen staat, An neke tegen. De poes is echter niet alleen blij. Nee hoor, An neke is vast wel net zoo gelukkig. Ze is nu heele- maal niet bang meer. Stijf drukt ze met een arm de poes tegen zich aan, terwijl ze met de andere de deur van den winkel open doet. De kou komt Hier zie je een cirkel met 12 stralen. Op iedere straal lees je een naam. Al de lettei-s van al die namen vormen 12 dingen, die de Decembermaand ons gegeven heeft en nog geven kan. Probeer die dingen eens op te sporen. Naam voor naam zegt je niets. Je moet de lettex-s dooreen gooien. W. B.—Z. haar tegemoet, maar ze mei'lct er weinig van, met het warme poesenlijf zoo dicht tegen zich aan. Even kijkt ze in het x-ond. Wat een bloemen toch. En straks gaan ze allemaal feestviex-en. Welke zou nu van haar winkel koningin zijn? Die is er in eiken winkel heeft Juf gezegd. Hè, bijna stoot ze een groote vaas met serin gen, die op den grond staat, omver. Ziezoo, hier zal ze gaan zitten. Achter de toonbank, in een hoekje, de poes op haar schoot. Daarvandaan kan ze een heeleboel bloemen zien en als dan stx-aks het feest in vollen gang is zal ze nog wel wat naar voren gaan. Daar moet ze nu nog mee wachten, want als de bloemen haar zien, houden ze zich stil. De menschen mogen hun feest nooit meemaken. Daar zit oxxze Anneke nu. De knietjes heeft ze zoover mogelijk naar zich toe getrokken, de poes dicht tegen haar aan op haar schoot Dof dreunend weex-klinken de laatste slagen van de oude tox-enklok. Twaalf uur, de lente be gint! Voox'zichtig stappen zes roode tulpen, die op een hoek van de toonbank staan, uit hun vaas. Vex-heugd kijkt Anneke ze na. Zie je wel, nu gaat het beginnen! Kijk, wat gaan ze nu doen? O, ze ziet het al, Daar halen de tulpen uit de kast in een hoek van den winkel een x-ond doosje. Dat heeft ze wel eens in een boek geziexx. Het is de troon. Kijk, ze brengen hem vlak voor de buitendeur. Wat moe ten die arme tulpen hard werken. Ze worden er nog rooder van! Hé, wat komt daar nu weer aan? O, leuk, twee aaxx twee achter elkaar stappen daar tien van de mooiste viooltjes uit de etalage. Dat kun je zien, omdat ze allemaal een kleine viool dragen. Uit 'n anderen hoek komt een gele ti-ompetnarcis aan gewandeld. Hij is de dirigent en hij stelt zijn ox-kest naast den troon op. Nog veel meer moois is er te zien, alle bloemen zijn nu in beweging gekomen. Allerlei soorten wandelen de etalage uit en ook de vazen op den gx-ond zijn nu leeg. Op de toonbank stappen nog een paar lelletjes exx crocussen. Een hyacint glijdt net langs een hoek naai- omlaag, 't Is op den grond 'n bonte mengeling van kleuren. Alles loopt dooreen en toch doen ze allemaal wat. Dat is ook te begrijpen, want voor zoo'n feest moet er eerst heel wat klaargemaakt worden! Een is er slechts die niets doet. Heel eenzaam pronkt voor het raam nog een prachtige orchi dee. Nu weet Anneke meteen wie de koningin van hun winkel is. Natuurlijk die orchidee, want die doet niets. Ze is ook zoo mooi met haar flu weelachtige bloembladen. Wat kunnen die bloemen vlug werken! In een oogenblik is de heele winkel in een feestzaal ver anderd. Langs den kant staan allemaal kleine ta feltjes en stoeltjes, die Anneke nog nooit tevoren in den winkel heeft gezien. Waar zouden die van daan gekomen zijn? Voor den troon ligt nu een mooi gi-oen kleed. Een paar witte narcissen zijn nog bezig op de kleine tafeltjes donkex-roode zijden kleedjes te leggen. Dan, als sommige hier en daar nog wat x-echt zetten, weerklinkt er een hoog, helder f luit je; Alle bloemen schax-en zich vlug in twee rijen, aan weerskanten van den troon. Ze vor men een gang, die bijna tot aan de etalage komt waar nog steeds heel eenzaam, de orchidee staat. Het is een lange, slanke aronskelk, die geflo ten heeft. Hij blijkt de leiding te hebben, want op een wenk van hem tx-eden vier witte lelietjes near voren. Voorzichting, om hun kleedje niet te scheuren, klauteren zij de etalage in. Met kleine, deftige passen stappen zij op de orchidee toe. Als ze er vlak bij zijn, maken ze een heel diepe buiging. Minzaam knikt de orchidee met haar bloemkroon. Dan stapt ze uit 't vaasje en terwijl aan weerskanten van haar twee lelietjes loopen, begeeft ze zich naar de wachtende rij. Wanneer zij bij de eerste bloemen is aangekomen begint de muziek te spelen. Alle bloemen zingen mee en overal ziet Anneke vi-oolijke, blijde bloe- mengezichten. De koningin wacht tol het lied uit is en dan gaat ze op den troon zitten; de lelietjes komen aan weerskanten van haar te staan. Nu treedt de aronskelk naar voren. De andexe bloemen zoe ken allemaal 'n plaatsje dicht bij den troon. Daar begint de aronskelk te spreken. Anneke luistert scherp; hè, wat 'n zachte stem! Ze kan er haast niets van verstaan. Wacht, ze zal een beetje naar voren schuiven. Maar daar wordt'de poes wakker eu xnc-t een grooten sprong rent hij ineens ir. de richting van de kast, waar de troon uit gekomen is Onderweg stoot hij nog een vaas om ook. O, wat gaat er nu gebeuren? Met booze, verontwaardigde gezichten komen alle bloemen naar Anneke toegesneld. De arons kelk voorop. Dreigend gaan ze in een ooog om haar heen staan. Met een barsehe stem, die ze nu heel goed kan verstaan, vraagt de feestleider: „Wie ben je, en wat kom je hier doen?" Eerst weet Anneke van schrik niet, wat ze zeg gen zal, maar langzamerhand vertelt ze met een bevend stemmetje alles. En als haar verhaal vor dert, verandert ook de houding van de bloemen. Ook de aronskelk kijkt haar wat vriendelijker aan. Ja, nu kan hij begrijpen, waarom ze hier is. Ze heeft groot gelijk dat ze niet alles gelooft, wat Henk zegt. Terwijl hij z'n wijsvinger tegen zijn voorhoofd legt, komt hij ineens met een plan voor den dag. Ja, dat moet Anneke doen: ze moet mee feestvieren! Zoo vlug als zijn deftigheid hem toelaat gaat hij naar de koningin toe. Die moet hij het toch eerst vragen. Natuurlijk is het goed. Anneke moet niet alleen Henk kunnen vertellen wat ze ge. zien heeft, het is veel mooier als ze ook kan vex-tellen, dat ze zelf heeft meegedaan! Even i-aakt de koningin Anneke met haar tooverstafje aan en zonder dat ze er iets van merkt, is 2e opeens ongeveer net zoo gi-cot als de nax-cissen. Wat een feest begint er nu! De muziek speelt de mooiste wijsjes en Anneke danst met alle bloe. men. Heex-lijke limonade krijgt ze te drinken- het is zoo lekker, dat ze er zich bijna in verslikt! Even kucht het meisje „Anneke, Anneke, wordt toch eens makker!" Met een schok schrikt Anneke op. Voor haar staat moeder met een angstig en bezorgd gezicht. „Kindje, sta op! Hoe kom je er bij om hier té gaan zitten slapen? Vlug naar de warme kachel!" Langzaam komt Anneke overeind. Ze is stijf gewoi-den van het in elkaar zitten. Terwijl ze aan de hand van moeder naar de huiskamer gaat, herinnert ze zich weer alles van het feest. Bin! nen, bij de warme kachel, vertelt ze wat ze dien naclxt gezien en beleefd heeft. Moeder zegt niets, ze lacht maar een beetje. Maar vader en Henk' zeggen, dat ze gedroomd heeft. Ze willen het nog niet gelooven, maar Anneke weet wel beter; de aronskelk heeft het immers zelf gezegd! En straksstraks zal ze het alxes aan Juf vex-tellen ook, varx Henk, die het verhaal niet wilde gelooven en van het feest, dat ze nu zelf heeft meegemaakt! MIEK VAN DE VELDE. Een stad zonder bakkex-s. Dat is de Spaan- sche stad Sevilla, een stad van pl.m. 150.000 in woners. Het brood voor deze bevolking wordt gebakken in het nabijgelegen plaatsje Alcala. De bakkers brengen hun brood per spoor naar Se villa en brengen het dan per ezel, die ook met den trein is meegekomen, bij hun klanten rond. In dit Alcala zelf bx-engt de boer op een eigenaar dige manier zijn melk rond. Hij komt n.l. met de koe bij zijn klanten voor de deur en melkt dan de koe zooveel melk af als de klant noodig heeft en gaat dan weer verder om een volgende klant op dezelfde manier te bedienen. In den regel is de koe nog vex-gezeld van een kalfje. Als de klan ten bediend zijn, dan mag het kalfje zich aan wat er nog over is, te goed doen. AAR aanleiding van mijn praatje van 6 Nov. schx-eef iemand me: „Als die En- gelschen wel weten, dat ze toch niets verdachts zullen vinden, waarom zoe ken ze dan elk jaar opnieuw het heele parle mentsgebouw door?" Ik zou daarop kunnen ant woorden „juist omdat het Engelschen zijn". Een Engelschman komt er niet gemakkelijk toe oude gewoonten en gebruiken te laten varen en dus ook niet om nieuwigheden in te voeren. Een zeer sterk vooi-beeld vinden we hiei-van in een bank (geldkantoor) in Londen. Deze bank, „de Gouden Flesch", die in 1673 opgericht is door een goud smid, Richax-d Hoai-e, staat tegenwoordig in één der drukste winkelstraten van Londen n.l. Fleet Street. De hooge Engelsche adel laat zijn geld zaken door deze bank behartigen. Koningin Anna, die van 1702 tot 1714 over Engeland re- geei-de, behoorde tot de klanten van deze bank instelling. Alles in dit bankgebouw is even ouder- wetsch. De Directeur n.l. schrijft niet met een vulpen, zooals bijna ieder, die veel schrijven moet, tegenwoordig doet, ook niet met een sta len pen, maar nog net als de oprichter der bank gedaan heeft, met een ganzeveer. Ook vloeipa pier is hier uit den booze; de zandstrooier is nog in gebruik. Komt men bij de heex-en van de bank op bezoek of zitten de bedienden bij elkaar, dan worden geen sigaren of cigaretten gepresenteerd, maar een snuifje. Schrijfmachines zul je natuur lijk ook niet in 't gebouw aantreffen. Een tele foon is er echter wel, maar het toestel is zoo ouderwetsch, dat men misschien nog in een mu seum van telefoontoestellen een dergelijk exem plaar kan vinden. Wie als vreemdeling dit ge bouw binnenti-eedt, zal vei-baasd staan over een aantal hooge hoeden, die hij dicht bij den ingang op een hoedenplank ziet liggen. De bodes n.L doen allen hooggedopt hun wex-k. In een dergelijk groot gebouw zou men hier centrale verwai-ming hebben, het Londensche bankgebouw wordt ver warmd door een groote ouderwetsche kolom kachel. Niet alleen hieruit blijkt dat de Engelsch man graag het oude in stand houdt, ook in an dere gevallen zien we dat. Zoo wordt in 't plaats je Tinsly Green in Sussex al meer dan 300 jaar lang jaarlijks een wedstrijd in 't knikkeren ge houden. Dat niet alleen de jeugd daaraan mee doet, bleek dezen zomer toen n.l. de 85-jarige Sam Spooner, die 50 jaar geleden het kam pioenschap won, hij was dus toen 35 jaar, de jeugd liet zien hoe 't spel gespeeld moest wor den. In 't stadje Thaxed in Essex wordt al eeuwen lang op Paaschmaandag een dans uit gevoerd; de deelnemei-s trekken altijd langs den zelfden weg door de stad, onder gx-oote belang stelling van de overige bevolking. Nog blijkt dit vasthouden aan oude gewoonten uit de ver plichting van een schotsch edelman uit een be paald geslacht, dat hij op den horen moet bla zen als de koning in de nabijheid van zijn land goed jaagt of uit die van een ander adelman, die, als de koning hem komt bezoeken, aan da ophaalbrug over zijn kasteelgracht moet staan met een zilveren bekken, waarin dan de koning de handen moet wasschen of uit den plicht van een Schotsch edelman, die den koning eens per jaar een witte roos moet aanbieden. Zoo werd bepaald dat de hertog van Marlborough, toen hij van den koning het kasteel Blenheim ten ge schenke kreeg, eens per jaar den vorst een zij den vaandeitje zou aanbieden. De opvolgers van den eersten bezitter van 't kasteel hebben deze gewoonte steeds volgehouden en doen het nog. Denk nu niet, dat men alleen in Engeland zulke malle verplichtingen heeft. In ons land hebben we ze ook wel gehad; maar wij hebben ze bijna nvex-al waar ze bestaan hebben afgeschaft ol afgekocht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8