N1
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
Aan allen!
De groote meisjes moeten a.s. Woensdag een
jam-, wrijfwas, pinda- of appelstroop-potje of
bus mede brengen. Het voorwerp moet natuur
lijk goed schoon zijn. Zij, die klosjes hebben ge
spaard, brengen de klosjes mede, terwijl de an
dere kinderen ieder "één klosje moeten mede
brengen. Voor de andere benoodigdheden zorg
ik. We gaan met elkander allerlei Kerstversie
ringen maken. Versieringen die weinig kosten en
die de kamers met de a.s. feestdagen werkelijk
gezellig zullen maken, 'k Hoop dat niemand iets
vergeet. De voorwerpjes voor den Kerstboom
waar we 1.1. Woensdagmiddag aan begonnen zijn,
maken we het eerst af.
Lief MADELIEFJE. Prettig dat je zoo'n
goeden Sint Nicolaas gehad hebt. Het school
feest is dus ook goed geslaagd. Fijn als alles zoo
naar wensch verloopt. Tot Woensdag.
Dag Madeliefje.
Best DOORNROOSJE. Jammer dat je door
ziekte den kalender niet hebt kunnen maken.
Misschien krijg je voor de Kerstdagen nog even
gelegenheid de schade in te halen. Je kunt hem
dan met Kerst geven. Vergeet je de benoodigd
heden voor a.s. Woensdag niet. Dag Doornroosje.
Best DAUWDRUPJE. Waarom heb je je
door de koude laten vatten? Je kon daardoor
niet op de club komen, 'k Hoop dat je nu niet
meer ziek wordt Tot Woensdag. Dag Dauw
drupje.
Lief HARLEKIJNTJE. Voor je zusje zal ik
een clublokaaltje naast haar huis laten zetten.
Ze behoeft dan slechts enkele stappen te gaan.
Hoe ik het maak? Ondanks alle drukte geduren
de de laatste weken, uitstekend. Tot ziens. Dag
Harlekijntje.
Lief BRUINOOGJE. Sint heeft goed bij je
gereden. Zeven chocoladeletters wil wat zeggen.
Of je nichtje op de club mag komen? Ja hoor,
als haar ouders geabonneerd zijn op de IJm.
Courant. Dag Bruinoogje.
Best LELIETJE VAN DALEN. Je hebt 1.1.
Zaterdag veel pret gehad tijdens het Sint Nico-
laasfeest op de terreinen van Van Leer? Prettig
dat je een fornuisje gehad hebt. Je kunt er thuis
met je zusjes prettig mede spelen. Tot Woens
dag. Dag Lelietje van Dalen.
Best REPELSTEELTJE. Jammer dat Goud
haartje 1.1. Woensdagmiddag verhinderd was de
club te bezoeken. Je hebt een goeden Sint ge
had, zeg. Hoe was het feest op school? Als Goud
haartje maar even kans ziet a.s. Woensdag te
komen, hoop ik dat ze komt. Ze komt anders
met de Kerstversieringen niet klaar. Voor inha
len is haast geen gelegenheid. Dag Repelsteeltje.
Lief ZANGERESJE. Je rebus oplossen lukt
mij niet. Dom hè? Ja, nu heb je een behoorlij
ken brief geschreven, 'k Hoop dat je zoo door
gaat. Heeft Sint je nog een lederen handtaschje
gebracht? Verleden Woensdag was het mij niet
mogelijk te komen, 'k Had zooveel voor elkander
te brengen dat ik met den besten wil niet kon
komen. Nu heb ik het nog wel druk, maar niet
zoo erg meer als tegen St. Nicolaas. Vergeet je
a.s. Woensdag vooral niets? Dag Zangeresje.
Best WITWOLLETJE. Prettig voor je dat
Sint nog een lederen schooltasch voor je hadt.
Hij heeft je anders niet vergeten zeg. Breng
volgende week zusje Berg maar mede. Als zij
of haar moeder geen schuilnaam kunnen beden
ken, dan zal ik een naam voor haar bedenken.
Dag Witwolletje.
Best ZWARTOOGJE. Meisje, wat is Sint
goed op je geweest. Wat heeft hij je een snoezige
pop gegeven. Krullend haar en een rood zijden
geruit jurkje afgezet met een wit kraagje zal
schattig staan, 'k Wensch je menig prettig uur
tje met je pop toe. Dag Zwartoogje.
Lief VERGEET-MIJ-NIETJE. Is Dicky
Bigmans aöo verlegen? Dat is jammer. Verlegen
zijn is lastig. Ze is echter nog jong en heeft dus
nog gelegenheid genoeg te trachten boven haar
verlegenheid uit te komen. Je hebt ook al een
goeden Sint gehad? De goede man moet wel erg
rijk zijn. Hij zou anders onmogelijk zooveel kin
deren en menschen gelukkig kunnen maken. Tot
Woensdag. Dag Vergeet-m ij-nietje.
Best ZWARTKOPJE. Natuurlijk mag je,
wanneer je a.s. Woensdag door pianoles verhin
derd bent om 2.30 te komen, om 3.00 komen. Is
het echter niet noodig, dan zie ik je met het oog
op het werk liever tegelijk met de andere le
den. Je hebt een goeden Sint gehad. zeg. Hoe
heet het boek dat je gekregen hebt? Dag Zwart
kopje.
Best GOUDMUILTJE. Prettig dat je van
Sint zooveel gekregen hebt. De feesten zijn ech
ter niet van de lucht. Ben je nog steeds lid van
in „Veilige Haven". Ook nog van de mondaccor-
deonclub? Tot Woensdag. Probeer zoo vroeg mo
gelijk te komen en vergeet niets. Dag Goud
muiltje.
Beste POLLY. Prettig vriend, dat ik weer
eens een schrijven van je ontvangen heb. Je ver
haaltje zal ik laten opnemen. Deze week echter
nog niet. 'k Moet het eerst corrigeeren en daar
voor ontbreekt me momenteel de tijd. Misschien
volgende week. Wil je aan je huisgenooten m'n
groeten terug doen. Het beste met je. Dag Polly.
Best ZWEMSTERTJE. Je hebt keurig post
papier gekregen zeg. Wat een eer geniet ik, dat
je mij het eerst een briefje geschreven op je
nieuwe papier hebt doen toekomen. Sint heeft
je goed bedacht, 'k Hoop dat je naaimandje goe
de diensten bewijst. Sint en Piet in eigen per
soon zijn bij je thuis geweest? Wat zal Gretha
dat prettig gevonden hebben. Kan je a.s. Woens
dag de zwemles niet voor een keertje overslaan?
Je Kerstversieringen komen anders niet gereed
en dat zou jammer zijn. Dag Zwemstertje.
Lief BLONDJE. Jammer zeg, dat je ziek
bent en niet op de club kon komen, 'k Hoop
echter dat het ziek zijn slechts van voorbijgaan-
den aai-d zal zijn en ik je a.s. Woensdag weer
op de club zie verschijnen. Hoofd- en keelpijn
zijn zooal de algemeene klachten van veel kin
deren momenteel. Het beste met je. Dag Blondje
Best RAMENLAPSTERTJE. Wat heeft Sint
jou een degelijk cadeau gegeven, 'k Hoop dat je
de spaarpot echt gebruikt. Spax-en is een deugd.
Helaas komt zij tegenwoordig nogal eens in de
verdx-ukking. Evenals spax-en een deugd is, is
gierigheid een ondeugd. Men moet nimmer de
spaarzaamheid zoover drijven dat men zich zelf
of andex-en niets gunt. Men heeft, menschen, die
nergens lid van willen zijn, omdat het lidmaat
schap geld kost, die 't liefst verjaardagen, enz.
maar zonder meer willen doen voorbijgaan om
de daaraan veirbonden kosten te voorkomen.
Zulke menschen zijn stakkers en kunnen, on
danks hun geld, nimmer gelukkig zijn. Een gx-oot
genot, nl. de blijdschap van het geven missen
zulke menschen. Sint wil graag dat je spaart,
maar ook, dat je op 2?n tijd een ander of je zelf
eens iets gunt. .Ook ik vind het prettig dat je
vader binnenkort promotie maakt. Het beste
met je zieke zus. Heb je nu je zin? Is je briefje
lang genoeg? Dag Ranxenlapstertje.
Best TEEKENAARSTERTJE. Ja, de goede
Sint zal binnen enkele dagen de terugreis weer
aanvaax-den. Hij heeft met kwistige handen z'n
gaven gestrooid en daarbij ook aan jou gedacht.
Prettig dat je het op school goed maakt. Als je
er nu maar voor zorgt dat het thuis ook goed
gaat. Gehoorzaam zijn, behoox*lijk eten en op tijd
naar bed. Dag Teekenaarstertje.
Lief KRULLEKOPJE. Het maken van een
opstel schijnt je nogal wat moeite te kosten. Het
ligt ook niet een ieder. Heb je toch een opstel
ingeleverd? Welk cijfer heb je er voor gekre
gen? Sint heeft je niet vex-geten zeg. 'k Denk dat
je verleden week te laat met je briefje geweest
bent, andex\s had ik teruggeschx-even. "Prettig dat
je moeder heel blij was met je werk van de
club. Dag Krullekopje.
Best BOODSCHAPSTERTJE. Sint is ook op
jou goed geweest. Wat heb je veel gekregen.
Prettig zeg zooveel vei'schillende cadeaux te
krijgen. Ze komen met de wintei-avonden zeer
goed te pas. Gelukkig dat je het nog met een
marsepain gebit kunt doen en je nog geen echt
noodig hebt. Je schrijfbloc en couverts komen je
ook goed van pas, al was het alleen maar om
briefjes aan mij te schrijven. Tot Woensdag.
Vergeet vooi-al niets. Dag Boodschapstertje.
Lief BIJ-DE-HANDJE. Jij kan nu goed je
moeder helpen met zwabbex-en en schrobben. Je
hebt nu een zwabber, bezem, werkemmer en
mattenklopper. Een werkuitrusting om van te
watei-tanden. Wat zal je moeder nu vroeg klaar
zijn. 'k Wed dat ze met haar vrije ui-en geen
raad meer weet. Maar dan weet jij haar wel aan
werk te helpen. Al was het inaar ofh met je te
gaan spelen. Je hebt momenteel spelen in ovei--
vloed. Werk met genoegen. Dag Bij-de-handje.
Veel groeten van
Mejuffrouw E. VIJLBtllEF.
WAT ANNEKE IN DEN LENTENACHT
BELEEFDE.
Het heerlijke feest van de bloemen.
Was 't maar een droom, of.
Met haar oogen zoo wijd mogelijk open, ligt
Anneke in de duisternis van haar kamertje voor
zich uit te stax-en. O, wat duurt het toch lang voor
het twaalf uur is! Het lijkt wel, of de wijzex-s van
het klokje, dat naast haar op het tafeltje staat,,
niet vooruit gaan. Ze zien er wel leuk uit in het
donker. Eigenlijk heeft Anneke er nog nooit op
gelet, dat ze zoo'n mooi groen licht geven.
O, nu zijn ze ineens een heel stuk verder. De
kleine is bijna op de twaalf en de groote op de
zes. Als die ook op de twaalf staat, dandan
gaat het gebeuren! Dan zal ze kunnen zien of het
waar is wat Juf haar heeft verteld. Ze kan niet
gelooven, dat die iets zal vertellen, dat niet
waar is.
Henk, haar gx-oote broer, die al in de tweede
klas vaxx de H.B.S. zit, zei, toen ze hem het mooie
verhaal thuis vertelde, dat het allemaal vei-zin-
sels wax-en. Het was niet waar, zei hij, dat alle
bloemen op 21 Maart, 's nachts als de lente begon
feest gaan viex-en. En of ze nu al tegen hem zei,
dat Juf het verteld had, hij wilde het niet geloo
ven. 't Was een spx-ookje en spi*ookjes waren niet
waar.
Maar Anneke weet wel beter. Zij is zoo dom
niet om te twijfelen aan wat Juf zegt. Die kan 't
toch veel beter weten dan Henk. Ze is nog heel
wat knapper dan hij!
Wacht maar, morgen! Dan zal Anneke aan
Henk kunnen vertellen, dat ze het zelf gezien
heeft, dat hij er niets van weet en Juf wel. De
bloemen in hun winkel zullen immers ook feest
vieren? En dat zijxx er heel wat: de winkel staat
vol met prachtige bloemen.
O, daar is de gx-oote wijzer bijna pp de acht. Ja.
nu zal ze toch maar vast naar beneden gaan, dan
kan ze daar wachten tot het twaalf uur is. Heel
voorzichtig stapt ze uit haar bedje. Hu, 't is koud.
Hè, waar zijn die nare pantoffels nu weer? Ze
krijgt zulke koude voeten.
Het licht durft ze niet aan te steken, want dan
kan moeder haar hooren en mag ze vast niet
naar beneden gaan. Wacht, daar voelt ze al een
pantoffel; en daar is de andere ook. Weet je wat,
ze zal haar trui over haar nachtponnetje aan
doen. Dat is lekker warm en beneden in den
winkel zal het vast erg koud zijn.
Als ze haar trui aan heeft, sluipt ze op de tee-
neix naar de deur. Nu komt er een heel erg moei
lijk werk. De groote deur moet ze zonder lawaai
te maken open doen. Dat valt niet mee; met haar
kleine handjes kan ze maar net de knop stevig
vastpakken. Heel eventjes kraakt hij en dan is
de deur zoover open, dat ze op de gang kan
glippen.
Maar wat schx-ikt ze daar! O, wat is het donker
op de gang, je kunt er niets zien. Haar hartje
bonst in haar keel. Zal ze het wel doen? Zal ze
maar niet liever weer naar bed gaan? 't Is zoo
heel erg donker! Maar als ze niet gaat, kan ze
mox-gen niets aan Henk vertellen. Ook overmor
gen niet; een heel jaar moet ze dan wachten.
Neen, dat doet ze niet, dat duurt veel te lang!
En ze gaat; voetje voor voetje schuifelt ze over
de duistere gang. Wat is nu alles anders dan
ovei'dag! Het lijkt wel of de dingen allemaal le
ven. Ze durft bijna niet vex-der, maar daar is de
trap al. Als die nu maar niet kraakt, want dan
kan vader of moeder haar wel eens hooren. Maar
nee, het gaat best. Alleen de laatste tree maakt
een heel klein beetje geluid. Dat kunnen ze bo
ven niet hoox-en.
Plotseling staat ze doodstil. Wat is dat? Wat
hoort ze daar? Angstig houdt ze haar adem in;
ze is er zeker van, dat ze iets heeft hooren loo-
pen. Hoor daar is het weer. Nu komt het dichter
bij. Zal ze moeder x-oepen? O, wist ze toch maar
wat het is! Ze wil wel roepen, maar van angst
kan ze zich niet meer bewegen en uit haar keel
tje wil geen enkel geluid komen.
Dan, 't is of ze zal gaan huilen van blijdschap,
voelt ze zacht het fluweelen huidje van de poes
langs haar bloote been strijken. Vlug bukt ze
zich en tilt de poes op. Behagelijk snorrend
kruipt deze tegen haar aan. Dat is een buiten
kansje voor het dier! Daar komt hij warempel
midden in den nacht, terwijl hij net eens wil
gaan kijken, hoe het met de muizen staat, An
neke tegen.
De poes is echter niet alleen blij. Nee hoor, An
neke is vast wel net zoo gelukkig. Ze is nu heele-
maal niet bang meer. Stijf drukt ze met een arm
de poes tegen zich aan, terwijl ze met de andere
de deur van den winkel open doet. De kou komt
Hier zie je een cirkel met 12 stralen. Op iedere
straal lees je een naam. Al de lettei-s van al die
namen vormen 12 dingen, die de Decembermaand
ons gegeven heeft en nog geven kan. Probeer die
dingen eens op te sporen. Naam voor naam
zegt je niets. Je moet de lettex-s dooreen gooien.
W. B.—Z.
haar tegemoet, maar ze mei'lct er weinig van, met
het warme poesenlijf zoo dicht tegen zich aan.
Even kijkt ze in het x-ond. Wat een bloemen
toch. En straks gaan ze allemaal feestviex-en.
Welke zou nu van haar winkel koningin zijn?
Die is er in eiken winkel heeft Juf gezegd.
Hè, bijna stoot ze een groote vaas met serin
gen, die op den grond staat, omver. Ziezoo, hier
zal ze gaan zitten. Achter de toonbank, in een
hoekje, de poes op haar schoot. Daarvandaan
kan ze een heeleboel bloemen zien en als dan
stx-aks het feest in vollen gang is zal ze nog wel
wat naar voren gaan. Daar moet ze nu nog mee
wachten, want als de bloemen haar zien, houden
ze zich stil. De menschen mogen hun feest nooit
meemaken.
Daar zit oxxze Anneke nu. De knietjes heeft ze
zoover mogelijk naar zich toe getrokken, de poes
dicht tegen haar aan op haar schoot
Dof dreunend weex-klinken de laatste slagen
van de oude tox-enklok. Twaalf uur, de lente be
gint! Voox'zichtig stappen zes roode tulpen, die
op een hoek van de toonbank staan, uit hun vaas.
Vex-heugd kijkt Anneke ze na. Zie je wel, nu gaat
het beginnen!
Kijk, wat gaan ze nu doen? O, ze ziet het al,
Daar halen de tulpen uit de kast in een hoek van
den winkel een x-ond doosje. Dat heeft ze wel
eens in een boek geziexx. Het is de troon. Kijk, ze
brengen hem vlak voor de buitendeur. Wat moe
ten die arme tulpen hard werken. Ze worden
er nog rooder van!
Hé, wat komt daar nu weer aan? O, leuk, twee
aaxx twee achter elkaar stappen daar tien van de
mooiste viooltjes uit de etalage. Dat kun je zien,
omdat ze allemaal een kleine viool dragen. Uit 'n
anderen hoek komt een gele ti-ompetnarcis aan
gewandeld. Hij is de dirigent en hij stelt zijn
ox-kest naast den troon op.
Nog veel meer moois is er te zien, alle bloemen
zijn nu in beweging gekomen. Allerlei soorten
wandelen de etalage uit en ook de vazen op den
gx-ond zijn nu leeg. Op de toonbank stappen nog
een paar lelletjes exx crocussen. Een hyacint glijdt
net langs een hoek naai- omlaag, 't Is op den
grond 'n bonte mengeling van kleuren. Alles
loopt dooreen en toch doen ze allemaal wat. Dat
is ook te begrijpen, want voor zoo'n feest moet
er eerst heel wat klaargemaakt worden!
Een is er slechts die niets doet. Heel eenzaam
pronkt voor het raam nog een prachtige orchi
dee. Nu weet Anneke meteen wie de koningin
van hun winkel is. Natuurlijk die orchidee, want
die doet niets. Ze is ook zoo mooi met haar flu
weelachtige bloembladen.
Wat kunnen die bloemen vlug werken! In een
oogenblik is de heele winkel in een feestzaal ver
anderd. Langs den kant staan allemaal kleine ta
feltjes en stoeltjes, die Anneke nog nooit tevoren
in den winkel heeft gezien. Waar zouden die van
daan gekomen zijn?
Voor den troon ligt nu een mooi gi-oen kleed.
Een paar witte narcissen zijn nog bezig op de
kleine tafeltjes donkex-roode zijden kleedjes te
leggen. Dan, als sommige hier en daar nog wat
x-echt zetten, weerklinkt er een hoog, helder
f luit je; Alle bloemen schax-en zich vlug in twee
rijen, aan weerskanten van den troon. Ze vor
men een gang, die bijna tot aan de etalage komt
waar nog steeds heel eenzaam, de orchidee staat.
Het is een lange, slanke aronskelk, die geflo
ten heeft. Hij blijkt de leiding te hebben, want
op een wenk van hem tx-eden vier witte lelietjes
near voren. Voorzichting, om hun kleedje niet te
scheuren, klauteren zij de etalage in. Met kleine,
deftige passen stappen zij op de orchidee toe.
Als ze er vlak bij zijn, maken ze een heel
diepe buiging. Minzaam knikt de orchidee met
haar bloemkroon. Dan stapt ze uit 't vaasje en
terwijl aan weerskanten van haar twee lelietjes
loopen, begeeft ze zich naar de wachtende rij.
Wanneer zij bij de eerste bloemen is aangekomen
begint de muziek te spelen. Alle bloemen zingen
mee en overal ziet Anneke vi-oolijke, blijde bloe-
mengezichten.
De koningin wacht tol het lied uit is en dan
gaat ze op den troon zitten; de lelietjes komen
aan weerskanten van haar te staan. Nu treedt
de aronskelk naar voren. De andexe bloemen zoe
ken allemaal 'n plaatsje dicht bij den troon. Daar
begint de aronskelk te spreken.
Anneke luistert scherp; hè, wat 'n zachte stem!
Ze kan er haast niets van verstaan. Wacht, ze
zal een beetje naar voren schuiven.
Maar daar wordt'de poes wakker eu xnc-t een
grooten sprong rent hij ineens ir. de richting van
de kast, waar de troon uit gekomen is Onderweg
stoot hij nog een vaas om ook.
O, wat gaat er nu gebeuren?
Met booze, verontwaardigde gezichten komen
alle bloemen naar Anneke toegesneld. De arons
kelk voorop. Dreigend gaan ze in een ooog om
haar heen staan. Met een barsehe stem, die ze
nu heel goed kan verstaan, vraagt de feestleider:
„Wie ben je, en wat kom je hier doen?"
Eerst weet Anneke van schrik niet, wat ze zeg
gen zal, maar langzamerhand vertelt ze met een
bevend stemmetje alles. En als haar verhaal vor
dert, verandert ook de houding van de bloemen.
Ook de aronskelk kijkt haar wat vriendelijker
aan. Ja, nu kan hij begrijpen, waarom ze hier is.
Ze heeft groot gelijk dat ze niet alles gelooft, wat
Henk zegt. Terwijl hij z'n wijsvinger tegen zijn
voorhoofd legt, komt hij ineens met een plan
voor den dag. Ja, dat moet Anneke doen: ze moet
mee feestvieren!
Zoo vlug als zijn deftigheid hem toelaat gaat
hij naar de koningin toe. Die moet hij het toch
eerst vragen. Natuurlijk is het goed. Anneke moet
niet alleen Henk kunnen vertellen wat ze ge.
zien heeft, het is veel mooier als ze ook kan
vex-tellen, dat ze zelf heeft meegedaan! Even
i-aakt de koningin Anneke met haar tooverstafje
aan en zonder dat ze er iets van merkt, is 2e
opeens ongeveer net zoo gi-cot als de nax-cissen.
Wat een feest begint er nu! De muziek speelt
de mooiste wijsjes en Anneke danst met alle bloe.
men. Heex-lijke limonade krijgt ze te drinken-
het is zoo lekker, dat ze er zich bijna in verslikt!
Even kucht het meisje
„Anneke, Anneke, wordt toch eens makker!"
Met een schok schrikt Anneke op. Voor haar
staat moeder met een angstig en bezorgd gezicht.
„Kindje, sta op! Hoe kom je er bij om hier té
gaan zitten slapen? Vlug naar de warme
kachel!"
Langzaam komt Anneke overeind. Ze is stijf
gewoi-den van het in elkaar zitten. Terwijl ze aan
de hand van moeder naar de huiskamer gaat,
herinnert ze zich weer alles van het feest. Bin!
nen, bij de warme kachel, vertelt ze wat ze dien
naclxt gezien en beleefd heeft. Moeder zegt niets,
ze lacht maar een beetje. Maar vader en Henk'
zeggen, dat ze gedroomd heeft. Ze willen het nog
niet gelooven, maar Anneke weet wel beter; de
aronskelk heeft het immers zelf gezegd!
En straksstraks zal ze het alxes aan Juf
vex-tellen ook, varx Henk, die het verhaal niet
wilde gelooven en van het feest, dat ze nu zelf
heeft meegemaakt!
MIEK VAN DE VELDE.
Een stad zonder bakkex-s. Dat is de Spaan-
sche stad Sevilla, een stad van pl.m. 150.000 in
woners. Het brood voor deze bevolking wordt
gebakken in het nabijgelegen plaatsje Alcala. De
bakkers brengen hun brood per spoor naar Se
villa en brengen het dan per ezel, die ook met
den trein is meegekomen, bij hun klanten rond.
In dit Alcala zelf bx-engt de boer op een eigenaar
dige manier zijn melk rond. Hij komt n.l. met de
koe bij zijn klanten voor de deur en melkt dan
de koe zooveel melk af als de klant noodig heeft
en gaat dan weer verder om een volgende klant
op dezelfde manier te bedienen. In den regel is
de koe nog vex-gezeld van een kalfje. Als de klan
ten bediend zijn, dan mag het kalfje zich aan
wat er nog over is, te goed doen.
AAR aanleiding van mijn praatje van
6 Nov. schx-eef iemand me: „Als die En-
gelschen wel weten, dat ze toch niets
verdachts zullen vinden, waarom zoe
ken ze dan elk jaar opnieuw het heele parle
mentsgebouw door?" Ik zou daarop kunnen ant
woorden „juist omdat het Engelschen zijn". Een
Engelschman komt er niet gemakkelijk toe oude
gewoonten en gebruiken te laten varen en dus
ook niet om nieuwigheden in te voeren. Een zeer
sterk vooi-beeld vinden we hiei-van in een bank
(geldkantoor) in Londen. Deze bank, „de Gouden
Flesch", die in 1673 opgericht is door een goud
smid, Richax-d Hoai-e, staat tegenwoordig in één
der drukste winkelstraten van Londen n.l. Fleet
Street. De hooge Engelsche adel laat zijn geld
zaken door deze bank behartigen. Koningin
Anna, die van 1702 tot 1714 over Engeland re-
geei-de, behoorde tot de klanten van deze bank
instelling. Alles in dit bankgebouw is even ouder-
wetsch. De Directeur n.l. schrijft niet met een
vulpen, zooals bijna ieder, die veel schrijven
moet, tegenwoordig doet, ook niet met een sta
len pen, maar nog net als de oprichter der bank
gedaan heeft, met een ganzeveer. Ook vloeipa
pier is hier uit den booze; de zandstrooier is nog
in gebruik. Komt men bij de heex-en van de bank
op bezoek of zitten de bedienden bij elkaar, dan
worden geen sigaren of cigaretten gepresenteerd,
maar een snuifje. Schrijfmachines zul je natuur
lijk ook niet in 't gebouw aantreffen. Een tele
foon is er echter wel, maar het toestel is zoo
ouderwetsch, dat men misschien nog in een mu
seum van telefoontoestellen een dergelijk exem
plaar kan vinden. Wie als vreemdeling dit ge
bouw binnenti-eedt, zal vei-baasd staan over een
aantal hooge hoeden, die hij dicht bij den ingang
op een hoedenplank ziet liggen. De bodes n.L
doen allen hooggedopt hun wex-k. In een dergelijk
groot gebouw zou men hier centrale verwai-ming
hebben, het Londensche bankgebouw wordt ver
warmd door een groote ouderwetsche kolom
kachel. Niet alleen hieruit blijkt dat de Engelsch
man graag het oude in stand houdt, ook in an
dere gevallen zien we dat. Zoo wordt in 't plaats
je Tinsly Green in Sussex al meer dan 300 jaar
lang jaarlijks een wedstrijd in 't knikkeren ge
houden. Dat niet alleen de jeugd daaraan mee
doet, bleek dezen zomer toen n.l. de 85-jarige
Sam Spooner, die 50 jaar geleden het kam
pioenschap won, hij was dus toen 35 jaar, de
jeugd liet zien hoe 't spel gespeeld moest wor
den. In 't stadje Thaxed in Essex wordt al
eeuwen lang op Paaschmaandag een dans uit
gevoerd; de deelnemei-s trekken altijd langs den
zelfden weg door de stad, onder gx-oote belang
stelling van de overige bevolking. Nog blijkt dit
vasthouden aan oude gewoonten uit de ver
plichting van een schotsch edelman uit een be
paald geslacht, dat hij op den horen moet bla
zen als de koning in de nabijheid van zijn land
goed jaagt of uit die van een ander adelman,
die, als de koning hem komt bezoeken, aan da
ophaalbrug over zijn kasteelgracht moet staan
met een zilveren bekken, waarin dan de koning
de handen moet wasschen of uit den plicht van
een Schotsch edelman, die den koning eens per
jaar een witte roos moet aanbieden. Zoo werd
bepaald dat de hertog van Marlborough, toen hij
van den koning het kasteel Blenheim ten ge
schenke kreeg, eens per jaar den vorst een zij
den vaandeitje zou aanbieden. De opvolgers van
den eersten bezitter van 't kasteel hebben deze
gewoonte steeds volgehouden en doen het nog.
Denk nu niet, dat men alleen in Engeland zulke
malle verplichtingen heeft. In ons land hebben
we ze ook wel gehad; maar wij hebben ze bijna
nvex-al waar ze bestaan hebben afgeschaft ol
afgekocht.