Mijnhardljes' Stortingen in Spoorweg-pensioenfonds zullen worden hervat. Uitvoerige debatten Obstructie voorloopig estaakt Wetsontwerp regelt kinderbijslag. Kunst in Haarlem en daarbuiten. Nieuws in het kort. WOENSDAG 14 DECEMBER 193S TWEEDE KAMER Met een bedrag van meer dan f 10 millioen per jaar. overhel landbouw-crisisbeleid. De microphoon in de Tweede Kamer is een industrieel product.Dat otonde zij, toen zij tijdens 't agrarische debat, waarin we weer eens de tegen stelling stadplatteland of handel en industrie landbouw, aangedikt kregen, begon te staken. Juist had de heer Weitkamp (c. h.), die in den breede dit contrast en de stiefmoederlijke behandeling van den landbouw schetsende, o.m. betoogd had, dat de Regeering den steun aan den landbouw als een noodzakelijk kwaad, dien aan de industrie daarentegen als iets heel ge woons beschouwt, een aardig verhaal opgedischt over de ontvangst aan een rijken handelsman en een arm boertje bereid, toen beiden zich in den hemel aanmeldden, of het scheen, dat een trommelvuur in de vergaderzaal geopend werd. Blijkbaar was de geluidsinstallatie onder den in druk gekomen van 's heeren Weitkamp's verwijt aan den heer v. d. Sluis, dat deze de vorige week een veel te hoogen toon over het grondkapitaal had aangeslagen! In elk geval fungeerde ze niet meer, met het gevolg, dat er heel wat onverstaan baars te berde is gebracht. Van den heer v. d. Putt (r.k.) vingen we op, dat er maatregelen genomen moeten worden te gen den grooten invloed van de mai-garine-mag- naten, waarna we Dr. B i e r e m a (lib.) hoorden opmerken, dat de landbouwscholen billijker ver deeld moeten worden over de landbouworganisa ties meening ook al verkondigd door den heer Weitkamp en voorts, dat we de richtprijzen, in tegenstelling met wat men een jaar geleden kon denken, niet kunnen afschaffen. Spreker gaf te verstaan, dat de productierege lingen verstarring teweeg brengen en dat hierin misschien verbetering kan komen als overeen komstig hetgeen nu de bedoeling is, de uitvoering van de maatregelen in handen van de bedrijfs- genooten overgaat. Als een van de bezwaren van het plan-Westhoff zag hij toeneming van de rogge-productie, waarvan we nu al te veel heb ben, zienswijze eveneens er op na gehouden door den heer Schilthuis (v. d.)die het verder had over de nadeelen van de graanheffingen voor den graanhandel en die o.m. inlichtingen vroeg omtrent den graanvoorraad in oorlogstijd. De loonen van de landarbeiders zijn te laag. Aldus de heer Loerakker (r.k.) op wïen de heer v. Li end en (s.d.) volgde met een klaag lied over de z.i, te lage steunnormen voor de kleine boeren, terwijl hij het ook voor de kleine tuinders opnam, wat later in den middag even eens de heer Groen (r.k.) deed. Het beste achtte hij het als de Minister de gemeenten in verschillende klassen indeelde en 'n minimum- steun van f 9 per week instelde, in overleg met zijn ambtgenoot van Sociale Zaken. Evenals Dr. Bierema meende de heer Droe- s e n (r.k.) dat men vooreerst nog niet tot af schaffing van de steunmaatregelen zal kunnen overgaan. Ook deze afgevaardigde pleitte voor de gedachte van uitvoering der maatregelen door de bedrijfsgenooten in plaats van door de overheid. Mr. v. d. Goes v. Na ter s (s. d.) achtte 1 waakzaamheid op haar plaats ten aanzien van het natuurschoon bij de uitvoering van 't plan- Westhoff. Spoedige indiening van een ontwerp natuurbeschermingswet, ja binnen een jaar, zal moeten geschieden, anders zal deze afgevaardig de zelf het initiatief-recht hiertoe aanwenden. De nat. soc. agrariër Dieters had voor het landbouwbeleid van dit kabinet geen goed woord over: de margarine, de melkpolitiek, de varkens, dit alles passeerde de revue. Als de boer een behoorlijke prijs voor de producten van zijn arbeid zou krijgen, zal het met een groot deel van de werkloösneid gedaan zijn; vergrooting van de hoeveelheid cultuurgrond is je ware. Spreker had het o.m. ook nog over de kleine boeren, die evenals de landarbeiders in den communist W ij n k o o p ook een kampioen ble ken te bezitten wegens de zwarte armoede waaraan ze zouden zijn overgegeven. De heer Dieters toonde zich beducht voor de plannen van den Ministér in zak o uitvoering der landbouwcrisismaatregelen door de bedrijfsge nooten (organisaties) zelf. Als nog vermeld is, dat Mr. v. Dijke (a.r.) met betrekking tot de uitvoering van de crisisinvoenvet bepleitte over Koninklijke Besluiten, die ten doel hebben al- gerneene regelingen vast te stellen, het advies van den Raad van State in te winnen, kunnen we het voor de dagvergadering hierbij laten. AVONDVERGADERING. Begrooting verkcersfonds. Bij het algemeen debat over deze begrooting verklaarde ir. v. Lidth de Jeu de (lib.) dat hij liever gezien zou hebben, dat de Minister eerder ware gekomen met het thans toegezegde noodwetje in verband met de kwestie van de wilde bussen. Mr. Diepenhorst (a.-r.) wenschte aansluitingen op snelverkeerswegen voor rekening van het Rijk te doen uitvoeren. Met andere sprekers vroeg ir. v. d. Waerden (s.-d.) aandacht voor de z.g.n. traversen. Naar aanleiding van een betoog van den heer d'An- sembourg (nat- soc.) ontkende minister v. B u u r e n, dat de spoorwegen een verouderd bedrijf zouden zijn: ze staan in moderniseering niet ten achter. Omtrent 't noodwetje gaf de be windsman te verstaan, dat het alleen dient om tijdelijk een spleet te dichten. Bij de afdeeling „spoorwegen" drong de heer Duymaer v. Twist (a.-r.) aan, op beper king van de gelegenheid tot reizen op Zondag tegen verlaagde tarieven, b.v. naar internatio nale voetbalwedstrijden. De heer Weitkamp (c.-h.) betreurde het voornemen tot stopzetting van het reizigersvervoer op de lijn Zwolle Emraen. Hij noemde het ongeoorloofd die streek in een isolement te brengen, wees er op, dat ten gevolge van gebrek aan goede verkeers-gelegen- heid het vestigen van bedrijven ook wordt te gengegaan. De heeren Tjalma (a.-r.) en H i 1- g e n g a (s.-d.) waren het omtrent dit punt roe rend met hem eens; laatstgenoemde vond dat de opheffingsplannen vooral niet mogen doorgaan, zoolang er nog zooveel ontbreekt aan goede an dere verbindingswegen te water of te land. Na dat de heer v. Braambeek (s.-d.) betoogd had, dat de kapitaalslasten die op de Nederland- sche Spoorwegen drukken nog steeds veel te hoog zijn met inbegrip van 't wiskundig te kort op 't pensioenfonds, dat 347 millioen be draagt, in totaal over de 800 millioen, doorkruis ten de heeren Bakker (c.-h.), Krul (c.-h.) en Posth u m a (chr.-dem.) allerlei onbewaak te overwegen, speciaal ook besproken door ir. Bongaerts (r.-k.) en hielden ze zich met diverse i streekbelangen bezig; de heer Bakker kwam ook al op tegen opheffing van de lijn ZwolleEm- men, evenals voorts o.m. dr. Bierema (lib.). Deze noemde den strijd tegen de wilde bussen alleen geoorloofd als de spoorwegen zich hierbij lieten leiden door het algemeen belang en niet louter door hun commercieel belang. Ir. v. Lidth de Jeude (lib.) merkte op dat van bezuiniging inderdaad iets te verwachten is als tevens de inkomsten toenemen. Spr. acht het dringend noodzakelijk rekening te houden met het altijd nog oploopend tekort van het spoor wegpensioenfonds. Hij acht een Rijkstoelage on misbaar. Nadat tenslotte Ds. Zandt (St. Ger.) als lange-afstand-kampioen was opgetreden, in dien zin, dat hij juist voor lange afstanden de spoorwegen onmisbaar acht en hij voorts ge preekt had tegen de gelegenheid voor het pu bliek om des Zondags per trein te reizen (de extra-treinen op Zondag vond hij, vooral van dit positief-chrislelijk kabinet, nog veel erger), kwam eindelijk tegen half een 's nachts de Mi nister aan het woord. De minister probeerde met sneltreinvaart dooi de materie heen te komen. Ook de nieuwe di rectie wil bezuinigen en wat betreft de vermeer dering van inkomsten, mede noodig om van de tekorten af te komen,, deze zal men vooral moe ten bereiken door terugwinning van verloren gegaan goederenvervoer, zooals terecht ook de heer v. Lidth de Jeude had betoogd. Op 't oogenblik tot kapitaalsverlaging over te gaan, gedachte bepleit door den heer v. Braam beek, acht mr. v. Buuren niet gewenscht, aange zien de geheele verkeers-coördinatie nog niet is ingevoerd. T.a.v. het spoorwegpensioenfonds emamen we, dat de Regeering overweegt zoo spoedig mogelijk de Rijksstortingen te herstellen en dan zelfs met meer dan f 10 millioen per jaar. Bij opheffing van lijnen mag natuurlijk geen bevoorrechting van bepaalde streken en bena deeling van andere plaats hebben. Dit is de mi nister eens met den heer Ebels (v.-d.) en ook dat dan zoo goed mogelijk op andere wijze in de verkeersbehoefte moet worden voorzien, terwijl voorts bijzondere zorg voor de landwegen mede in een dergelijk geval op haar plaats is. Dit is b.v. ook met kracht bevorderd in verband met de opheffing van de N.O. lokaal: zoo zal de weg ZwolleCoevorden het volgend jaar aanmerke lijke verbetering ondergaan. Dr. Bierema kreeg te hooren, dat bij het be heer van de spoorwegen niet alleen met 't alge meen belang rekening moet worden gehouden, doch wel degelijk eveneens met 't karakter van commercieel bedrijf, dat voorop dient te staan. De minister merkte op dat verbetering van de materieelbezetting geleidelijk dient te gaan, om hierna over te springen naar de onbewaakte overwegen. Het. aantal doodelijke ongevallen is in 1937 wel nog toegenomen, maar niet in zoo sterke mate. Ongelijkvloersche kruisingen daar aan te brengen, zooals ir. Bongaerts had aanbe volen, ware veel te kostbaar. Aan het slot van zijn rede kreeg de minister het nog evenlichtelijk aan den stok met den heer Duymaer v. Twist, die het niet juist vond dat de bewindsman de traditie van de reeds be staande goedkoope Zondagstarieven handhaven de, ontkende, dat zulks bevordering van het la ten rijden van treinen op Zondag tegen goed koope tarieven zou beteekenen. Bovendien is sinds 1927 het aantal treinen op Zondag met 1/4 verminderd. Het was over eenen 's nachts, toen de afdeeling spoorwegen z.h.st. werd aangeno men. EERSTE KAMER DEN HAAG Dinsdag Mr. v. Vessem (nat. soc.) vond geen be zwaar in de aanwezigheid van een zestal Minis ters, welke hij dus noodeloos lang aan hun overige werkzaamheden onttrok, om te begin nen met stemming over de notulen te vragen, die de Kamer daarop met 384 goedkeurde Uit hooge achting voor het Koninklijk Huis liet hij 't stemming vragen over Hoofdstuk I (Huis der Koningin) achterwege. Maar Hoofdstuk II, dat behalve Kabinet der Koningin ook Hooge Colleges van Staat dus o.m. de Staten- Generaal bevat, bracht de fractie er toe de obstructie te hervatten. Dit geschiedde tot 11 maal toe; plots gaf Mr. v. Vessem wegens een niet nader omschreven aanleiding de obstructie op, zich het recht voorbehoudende haar te her vatten, wanneer zijn fractie daartoe weer aanleiding zou hebben. Bijkans alle agendapun ten gingen er nu debatloos door. Een heel enkel voorstel lokte nog wat discussie uit. Zoo b.v. de wijziging der Ongevallenwet 1921, dat de heer v. d. Bilt (s.d.) het een en ander in 't midden deed brengen, dat reeds in de Tweede Kamer ter sprake was geweest, terwijl tot besluit van den avond de heer V ij 1 b r i e f (s.d.) een staats exploitatie-pleidooi hield bij 't ontwerp inzake machtiging tot het sluiten van een overeenkomst met de Bataafsche voor de opsporing en ont ginning van aardolie in 'n terrein gelegen in de provincie West-Java. NOG MEER NEDERLANDSCHE VRIJWILLIGERS IN SPANJE. Het Tweede-Kamerlid De Visser heeft aan den minister van Buitenlandsche Zaken de volgende vragen gesteld: Is het de regeering bekend dat nog een aantal Nederlanders, die tot de internationale brigade in Spanje hebben behoord, in Valencia vertoeft en heeft de regeering reeds maatregelen getrof fen voor de terugkomst van deze mensehen naar Nederland? Is het de regeering eveneens bekend, dat een aantal Nederlanders als vrijwilliger van de in ternationale brigade gevangen is genomen dooi de troepen van generaal Franco en is zij bereid stappen te ondernemen waardoor deze menschen uit hun gevangenschap worden bevrijd en naar Nederland kunnen terugkeeren? Is de regeering bereid mede te deelen of er behalve Nederland nog andere landen zijn, die aan de non-interventie deelnamen, waar de vrij willigers der internationale brigade dientenge volge hun nationaliteit hebben verloren, zoo ja welke zijn dan deze landen? Kunstveiling ten bate van uitgeweken kinderen De belangstelling voca: de kunstveiling ten bate der uitgeweken kinderen is zoo groot, dat er, inplaats van op één enkelen avond, op twee avonden geveild zal worden en wel op Dinsdag 20 December oude en moderne schil derijen, beeldhouwwerk, etsen, teekenmgen, boeken, enz. en op Woensdag 21 December antiquiteiten en kunstvoorwerpen, telkens om half acht in de groote zaal van de firma Fr. Muller en Co., Nieuwe Doelenstraat, Am sterdam. Behalve uit den kunsthandel mocht het comité van particuliere kunstverzamelaars hoogst belangrijke bijdragen ontvangen, De minister van onderwijs schonk als blijk van belangstelling twee moderne schilderijen en een ivoren beeldhouwwerk. De catalogus met ruim vijftig reproducties is thans verschenen. De geheele opbrengst, zonder eenigen^ af trek, komt ten bate van het Centraal Steun fonds voor de Uitgeweken Kinderen. Het op geld (10 pet.) wordt afgestaan aan „Lief dadigheid naar vermogen". VEREENIGING VAN DIRECTEUREN VAN GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE EN/OF GEZONDHEIDSDIENSTEN IN NEDERLAND. Op 10 December 1938 is in een vergadering van directeuren van gemeentelijke geneeskun dige- en/of gezondheidsdiensten, die te Utrecht werd gehouden, besloten tot oprichting van bovengenoemde vereeniging. Dr. W. B. Smit te Haarlem treedt op als secretaris. Bijslag komt neer op drie procent van het loon. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot regeling van de kinderbijslag-verzekering, waarbij recht op kindertoeslag wordt toegekend aan arbeiders, die in dienst zijn van een on derneming of in daarmee gelijkgestel- den loondienst. Het ontwerp voorziet niet in de uitkeering van kinderbijslag tijdens verhindering om te werken, b.v. wegens ziekte of ongeval of tijdens werkloosheid van den arbeider. Het ligt in de bedoeling, daarvoor een aanvul lende regeling te maken in de betref fende sociale verzekeringswetten. Ge streefd is naar een cenvoudigen opzet van de regeling. In het belang van de gewenschte unificatie der sociale verze keringswetten is op tal van punten nauwe aansluiting gezocht aan de bepa lingen van de Ziektewet. Zelfstandigen vallen niet onder de voorgestelde rege ling. De kring van verzekerde personen komt in het algemeen overeen met die van de Ziektewet. In tegenstelling tot de bepalingen van laatstge noemde wet wordt voor de kinderbijslagregeling geen loongrens gesteld. Ten deze is het systeem van de Ongevallenwet gevolgd. Ook zijn niet, zooals in de Ziektewet, van de verzekering uit gesloten personen, die deel uitmaken van de be manning van een zeeschip. Uitgesloten van de toepassing der wet zijn echter personen, in dienst van een publiekrechtelijk lichaam, voor wie een regeling inzake de toekenning van kinderbijslag is getroffen, welke door de Koningin als bijzon dere regeling is erkend. Hetzelfde geldt voor per sonen, in dienst van de spoorwegen en van de mijnondernemingen in Limburg. Leeftijd, bedrag en dekking. Recht op kindertoeslag wordt toegekend aan den arbeider, die hier te lande woont en wiens gezin meer dan twee kinderen beneden den leef tijd van vijftien jaar telt. Bijslag wordt gegeven voor elk kind, te rekenen van het derde kind, dat den leeftijd van vijftien jaar nog niet bereikt heeft. Onder kinderen worden verstaan wettige, gewettigde en aangehuwde kinderen, op den eersten dag van het ingetreden kalenderjaar deel uitmakend van h£t gezin van den arbeider. Een kinderbijslag per arbeidsdag zal, krach tens de ontworpen regeling, 10, 15, 20 of 25 cent bedragen, zulks naar gelang van de hoogte van het loon van den arbeider. Gemiddeld komt een bijslag neer op ongeveer 3 percent van het ver diende loon. De middelen tot dekking van de kinderbijsla gen en van de administratiekosten moeten wor den opgebracht door de werkgevers naar een premiestelsel. De premie zal worden berekend over het totale loonbedrag, dat de onderneming aan haar arbeiders uitkeert, ongeacht of dat loon ontvangen wordt door een ongehuwden dan wel door een gehuwden arbeider, hetzij 'met of zonder kinderen. Volgens een zeer voorloopige kostenraming zal de verschuldigde premie ver moedelijk bepaald kunnen worden op ongeveer één percent van het loon. Het ontwerp kent geen premieverhaal op de arbeiders. De uitvoering. De uitvoering van de kinderbijslagverzeke ring kan geschieden óf door het bedrijfsleven zelf óf door middel van overheidsorganen. Uit voering door het bedrijfsleven is voorop gesteld. Is een bedrijfsraad aanwezig, dan kan dit orgaan met machtiging van de Kroon, een kinderbijslag fonds oprichten en in stand houden. In dit geval zijn alle werkgevers in het betrokken bedrijf van rechtswege bij dit fonds aangesloten. Voorts is overal, waar geen bedrijfsradenfonds zijn beslag krijgt, de mogelijkheid geopend van uitvoering dezer verzekering door krachtens de Ziektewet erkende bedrijfsvereenigingen. Een aanvullende regeling is noodig voor die gevallen waarin noch een kinderbijslagfonds van een be drijfsraad bestaat, noch aansluiting bij het fonds van een erkende bedrijfsvereeniging plaats kan hebben of heeft. Voor zulke gevallen wordt een rijkskinderbijslagfonds in het leven geroepen dat zal worden beheerd door het bestuur van dé Rijksverzekeringsbank, terwijl de Raden van Arbeid als administratieve uitvoeringsorganen zullen optreden. Tenslotte ontleenen wij aan minister Romme's memorie van toelichting op dit wetsontwerp nog, dat naar de meening van den minister de alge-! meene doorvoering van het beginsel eener meer rechtvaardige verdeeling van het totale loonbe drag naar den omvang van het gezin gerekend, door het gemeene welzijn gevorderd wordt. Dat welzijn brengt mede, zoo betoogt hij, dat de re delijk en zedelijk handelende mensch in de orga nisatie der loonvorming niet in het algemeen een belemmering ontmoet tot het voldoen aan zijn recht op vorming van een gezin naar de wetten der natuur en aan zijn plicht tot onder houd van het aldus door hem gevormde gezin, Dat welzijn brengt, zoo zegt de minister, ook mede, dat voorkomen worde een ontwikkeling in de richting, dat op de overheid de zorg voor haar onderdanen ten deze zou worden overge dragen. Een groot doek van Willem van Konijnenburg. Een belangrijk werk van den thans zeven tigjarigen kunstenaar, doch in zijn jeugdjaren ontstaan, behoorde jarenlang tot de kunst in Haarlem, doch bevindt zich thans daarbuiten. In particulier bezit was het geruimen tijd een sieraad in de woning eener Haarlemsche dok tersfamilie, tot het een paar jaar geleden overging naar de bekende Konijnenburg-ver zameling van den heer Van Kooten Kok (Den Haag) Het is om meer dan één reden interessant. Het doek zal een goede vijftig jaar geleden ge schilderd zijn en hoewel het een kenmerk van dien tijd, het toen heerschend impressio nisme draagt, is het toch wel eenigszins ver schillend van hetgeen ons uit die jaren door de Hagenaars gemeenzaam geworden is. Al leen in het vroege werk van Willem de Zwart vinden we soms een analoge compositie, hoo gen horizon enz., wanneer deze uit de Haag- sche duinen zijn forsche studies voor de schil derijen meebrengt. Maar toch is dit, van Ko nijnenburg, anders. Deze schilder heeft een goed deel van zijn jeugd in Limburg doorgebracht en er ge werkt. In en om Maastricht en over de Duit- sche grens vond hij zijn onderwerpen. De ro mantiek van een Théophiie de Bock waaraan ons prentje ook wel even doet denken, wordt daar vriendelijk naast; in Konijnenburg zit dan al veel meer het hevige, en tegelijk iets van het Duitsche Sprookje, waarheen in het Zuiden van ons land de schilderkunst geneigd is te wijzen. Zelfs uit ons prentje kan men af lezen, dat de factuur, de wijze van schilderen, verbazend knap is: een breede, vaak émail achtige toets verraadt reeds een technisch meesterschap van den dan nog geen dertigja- rigen schilder. De kleur is zwaar geladen, met sterke tegenstellingen ook daarin doet hij even aan De Zwart denken en men gevoelt er het enthousiasme voor de natuur in dat bij de kunstenaars in het laatst der vorige eeuw herleefd was. Weinig was uit dit schilde rij te voorspellen geweest wat er later uit Van Konijnenburg groeien zou. Het lijkt op het eerste gezicht moeilijk verband te vinden tus- schen dit Limbui'gsche landschap en de groote 1 decoratieve Zacharias uit Rotterdam of de prachtige Insect-compositie uit het Amster- damsch Gemeentemuseum, die verleden jaar in deze serie in ons blad gereproduceerd en besproken is. Men moet daartoe de ontwikkeling van den artist in de omraming van zijn tijd trachten te zien. Waarom Van Konijnenburg de im pressionistische landschapsschildering in den steek liet, na er waarlijk belangrijke dingen in gepresteerd te hebben, daarover na te kaarten heeft weinig zin meer, als men het beschouwen wil als een gedeelte der reactie, die op den bloei van het impressionisme vol gen moest. Na de verheerlijking der ontroering kreeg weer de straffe theorie haar kans, wat in het algemeen gezien logisch was, omdat die ontroering langzamerhand verslapt en tot on oprechte imitaties verwaterd was. Dat juist eenige der knapste schilders dat inzagen, hun roer omgooiden en oude theoretische grond slagen opnieuw gelegd wilden zien onder wat in den succestijd voor velen een t e gemakke lijk spel was geworden, was een noodzakelijk heid die de gezetenen moest hinderen doch voor de strevenden een steun werd. Toorop, Thorn Prikker en Van Konijnenburg hebben gedrieën door hun werk getuigd dat zij het impressionisme niet uit onmacht in den steek lieten, doch een herziening van de grondsla gen der kunstproductie noodzakelijk achtten. Van Konijnenburg is van hen wel de strafste theoreticus geweest. Dat ook die „herziene" richting haar tijd van leven zal hebben en weer door een andere herziening gevolgd zal worden, als de tijden daarvoor rijp zijn, staat voor den historicus vast. Het „ceci tue cela" zal ook hier van kracht blijken. Wat het impressionisme aan schoonheid gebracht heeft kan niet waarde loos worden, doordat het voor korter of langer tijd démodé, uit de mode, raakt. Wat eens schoon was blijft schoon, doch daarop heeft de mode meestal geen kijk. Die protegeert rijp en groen zoolang dat in haar belang is en laat alles weer los, als ze een nieuwen wind voelt opkomen. Kunst is daar slachtoffer van, maar staat er onschuldig buiten. Een goed kunstwerk doorstaat dien tijd der beproeving en het nut der reacties is, dat wat onoprechte namaak of zwak van nature was, voorgoed naar de belt gaat. Om op ons Limburgsch landschap van Van Konijnenburg terug te komen, geloof ik niet dat de schilder dergelijken jeugdarbeid ooit zal betreuren, Hoe zijn inzicht en bedoeling ook gewijzigd mogen zijn, zal hij het altijd als een voor dien tijd belangrijk kunstwerk kun nen erkennen. Dat bovendien, zou ik hier aan willen toevoegen, op opmerkelijke wijze nog verbonden is aan de peinture van het tegen woordige jonge Limburg, voor zoover dat „pu- rement paysagiste" is gebleven. J. H. DE BOIS 1 „Mijnhardlje" 5 ct. -12 „Mijnhardtjes" 50 ct (Adv. ingez. Med.) Dr. ir. M. H. Damme zeer tevreden over bezoek aan Indië. Weldra een D. C. 4 bij de K. L. M.? Met het K.L.M.-vliegtuig „Wielewaal", dat Dinsdagmiddag te ruim half vijf onder com mando van gezagvoerder G. te Roller op Schip hol aankwam, is de directeur-generaal van P.T.T., dr. ir. M. H. Damme, teruggekeerd van een verblijf van enkele weken in Nederl,- Indië, waarheen hij ruim vier weken geleden met zijn echtgenoote, eveneens per KL.M. was vertrokken. Na de begroeting door familieleden, vrien den en medewerkers, vond ir. Damme tijd om de pers iets te vertellen van het verlcop van zijn reis, waarover hij, evenals mevrouw Damme, zeer geestdriftig was. De service was pradhtig, evenals het comfort, en heen- en terugreis hadden een prettig verloop gehad, met bijna voortdurend gunstig weer. Tal van autoriteiten heeft de heer Damme in onze Oc<st bezocht en tweemaal is hij tijdens zijn korte verblijf door den gouver neur-generaal ontvangen. Natuurlijk heeft hij van de gelegenheid gebruik geanaakt om ook P.T.T.- en K.L.M.-belangen te bespreken. Wat het eerste betreft, kon hij met stel ligheid verklaren, dat na de jongste verlagin gen vocd'loopig van verdere verlaging van het telefoontarief tusschen Nederland en Inaië geen sprake zal zijn. Wel wordt de mogelijk heid overwogen, nog eenige goedkoope dagen in te voeren. Het brief tarief voor luchtpost van Indië naar Nederland naar men weet is in omgekeerde richting geen extra-fran keering van luchtpost noodig zal voor loopig na de reeds toegepaste verlaging, niet verder verlaagd kunnen worden. Er bestaat op het gebied der brieft arie ven binnen de Archipel nog een zoodanige toestand, dat wanneer de Indische Posterijen tot tarief-ver lagingen over zouden gaan allerlei binnen- landsche tarieven daarvoor het eerst in aan merking zouden kc-men. Wat de K.L.M. betreft, kon spreker mede- deelen. dat hij vernomen had dat de toestem ming voor de Kl.M. om evenals de K.N.LL.M. een dienst op Australië te openen, elk oogen blik kan afkomen. Ook schijnt het de KL.M. ernst te zijn met het aanschaffen van een nieuw Douglas-D.C. 4 vliegtuig, om daarmee zoo spoedig mogelijk proefnemingen op de Indië-lijn te doen. De 28-jarige arbeider J. Oostra uit Alphen aan den Rijn is levensgevaarlijk gewond toen het paard van de door hem bestuurde kar op hol sloeg en hij eraf werd geslingerd. Door bemiddeling van de Italiaansche legatie in 's Gravenhage heeft de Italiaansche regeering aan de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage en aan de Leidsche Universiteits- blibliotheek ten geschenke gegeven een com plete uitgave (36 deelen) van de Italiaansche encyclopedie. Het nieuwe gebouw van de „Federatie der werkgeversorganisatie in het boekdrukkersbe- drijf" te Amsterdam is Dinsdag plechtig ge opend. yit Dinsdagmiddag is uit de Dommel het lijk opgehaald van den 67-jarigen Van Nas Uit Boxtel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 6