Mijnhardljes'
Stortingen in Spoorweg-pensioenfonds
zullen worden hervat.
Uitvoerige debatten
Obstructie voorloopig
estaakt
Wetsontwerp regelt kinderbijslag.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
Nieuws in het kort.
WOENSDAG 14 DECEMBER 193S
TWEEDE KAMER
Met een bedrag van meer dan f 10 millioen
per jaar.
overhel landbouw-crisisbeleid.
De microphoon in de Tweede Kamer is een
industrieel product.Dat otonde zij, toen zij tijdens
't agrarische debat, waarin we weer eens de tegen
stelling stadplatteland of handel en industrie
landbouw, aangedikt kregen, begon te staken.
Juist had de heer Weitkamp (c. h.), die in
den breede dit contrast en de stiefmoederlijke
behandeling van den landbouw schetsende, o.m.
betoogd had, dat de Regeering den steun aan
den landbouw als een noodzakelijk kwaad, dien
aan de industrie daarentegen als iets heel ge
woons beschouwt, een aardig verhaal opgedischt
over de ontvangst aan een rijken handelsman
en een arm boertje bereid, toen beiden zich in
den hemel aanmeldden, of het scheen, dat een
trommelvuur in de vergaderzaal geopend werd.
Blijkbaar was de geluidsinstallatie onder den in
druk gekomen van 's heeren Weitkamp's verwijt
aan den heer v. d. Sluis, dat deze de vorige week
een veel te hoogen toon over het grondkapitaal
had aangeslagen! In elk geval fungeerde ze niet
meer, met het gevolg, dat er heel wat onverstaan
baars te berde is gebracht.
Van den heer v. d. Putt (r.k.) vingen we op,
dat er maatregelen genomen moeten worden te
gen den grooten invloed van de mai-garine-mag-
naten, waarna we Dr. B i e r e m a (lib.) hoorden
opmerken, dat de landbouwscholen billijker ver
deeld moeten worden over de landbouworganisa
ties meening ook al verkondigd door den heer
Weitkamp en voorts, dat we de richtprijzen,
in tegenstelling met wat men een jaar geleden
kon denken, niet kunnen afschaffen.
Spreker gaf te verstaan, dat de productierege
lingen verstarring teweeg brengen en dat hierin
misschien verbetering kan komen als overeen
komstig hetgeen nu de bedoeling is, de uitvoering
van de maatregelen in handen van de bedrijfs-
genooten overgaat. Als een van de bezwaren van
het plan-Westhoff zag hij toeneming van de
rogge-productie, waarvan we nu al te veel heb
ben, zienswijze eveneens er op na gehouden door
den heer Schilthuis (v. d.)die het verder
had over de nadeelen van de graanheffingen voor
den graanhandel en die o.m. inlichtingen vroeg
omtrent den graanvoorraad in oorlogstijd.
De loonen van de landarbeiders zijn te laag.
Aldus de heer Loerakker (r.k.) op wïen de
heer v. Li end en (s.d.) volgde met een klaag
lied over de z.i, te lage steunnormen voor de
kleine boeren, terwijl hij het ook voor de kleine
tuinders opnam, wat later in den middag even
eens de heer Groen (r.k.) deed. Het beste
achtte hij het als de Minister de gemeenten in
verschillende klassen indeelde en 'n minimum-
steun van f 9 per week instelde, in overleg met
zijn ambtgenoot van Sociale Zaken.
Evenals Dr. Bierema meende de heer Droe-
s e n (r.k.) dat men vooreerst nog niet tot af
schaffing van de steunmaatregelen zal kunnen
overgaan. Ook deze afgevaardigde pleitte voor
de gedachte van uitvoering der maatregelen
door de bedrijfsgenooten in plaats van door de
overheid.
Mr. v. d. Goes v. Na ter s (s. d.) achtte 1
waakzaamheid op haar plaats ten aanzien van
het natuurschoon bij de uitvoering van 't plan-
Westhoff. Spoedige indiening van een ontwerp
natuurbeschermingswet, ja binnen een jaar, zal
moeten geschieden, anders zal deze afgevaardig
de zelf het initiatief-recht hiertoe aanwenden.
De nat. soc. agrariër Dieters had voor het
landbouwbeleid van dit kabinet geen goed
woord over: de margarine, de melkpolitiek, de
varkens, dit alles passeerde de revue. Als de boer
een behoorlijke prijs voor de producten van zijn
arbeid zou krijgen, zal het met een groot deel
van de werkloösneid gedaan zijn; vergrooting
van de hoeveelheid cultuurgrond is je ware.
Spreker had het o.m. ook nog over de kleine
boeren, die evenals de landarbeiders in den
communist W ij n k o o p ook een kampioen ble
ken te bezitten wegens de zwarte armoede
waaraan ze zouden zijn overgegeven.
De heer Dieters toonde zich beducht voor de
plannen van den Ministér in zak o uitvoering der
landbouwcrisismaatregelen door de bedrijfsge
nooten (organisaties) zelf. Als nog vermeld is,
dat Mr. v. Dijke (a.r.) met betrekking tot de
uitvoering van de crisisinvoenvet bepleitte over
Koninklijke Besluiten, die ten doel hebben al-
gerneene regelingen vast te stellen, het advies
van den Raad van State in te winnen, kunnen we
het voor de dagvergadering hierbij laten.
AVONDVERGADERING.
Begrooting verkcersfonds.
Bij het algemeen debat over deze begrooting
verklaarde ir. v. Lidth de Jeu de (lib.) dat
hij liever gezien zou hebben, dat de Minister
eerder ware gekomen met het thans toegezegde
noodwetje in verband met de kwestie van de
wilde bussen. Mr. Diepenhorst (a.-r.)
wenschte aansluitingen op snelverkeerswegen
voor rekening van het Rijk te doen uitvoeren.
Met andere sprekers vroeg ir. v. d. Waerden
(s.-d.) aandacht voor de z.g.n. traversen. Naar
aanleiding van een betoog van den heer d'An-
sembourg (nat- soc.) ontkende minister v.
B u u r e n, dat de spoorwegen een verouderd
bedrijf zouden zijn: ze staan in moderniseering
niet ten achter. Omtrent 't noodwetje gaf de be
windsman te verstaan, dat het alleen dient om
tijdelijk een spleet te dichten.
Bij de afdeeling „spoorwegen" drong de heer
Duymaer v. Twist (a.-r.) aan, op beper
king van de gelegenheid tot reizen op Zondag
tegen verlaagde tarieven, b.v. naar internatio
nale voetbalwedstrijden. De heer Weitkamp
(c.-h.) betreurde het voornemen tot stopzetting
van het reizigersvervoer op de lijn Zwolle
Emraen. Hij noemde het ongeoorloofd die streek
in een isolement te brengen, wees er op, dat ten
gevolge van gebrek aan goede verkeers-gelegen-
heid het vestigen van bedrijven ook wordt te
gengegaan. De heeren Tjalma (a.-r.) en H i 1-
g e n g a (s.-d.) waren het omtrent dit punt roe
rend met hem eens; laatstgenoemde vond dat de
opheffingsplannen vooral niet mogen doorgaan,
zoolang er nog zooveel ontbreekt aan goede an
dere verbindingswegen te water of te land. Na
dat de heer v. Braambeek (s.-d.) betoogd
had, dat de kapitaalslasten die op de Nederland-
sche Spoorwegen drukken nog steeds veel te
hoog zijn met inbegrip van 't wiskundig te
kort op 't pensioenfonds, dat 347 millioen be
draagt, in totaal over de 800 millioen, doorkruis
ten de heeren Bakker (c.-h.), Krul (c.-h.)
en Posth u m a (chr.-dem.) allerlei onbewaak
te overwegen, speciaal ook besproken door ir.
Bongaerts (r.-k.) en hielden ze zich met diverse
i streekbelangen bezig; de heer Bakker kwam ook
al op tegen opheffing van de lijn ZwolleEm-
men, evenals voorts o.m. dr. Bierema (lib.).
Deze noemde den strijd tegen de wilde bussen
alleen geoorloofd als de spoorwegen zich hierbij
lieten leiden door het algemeen belang en niet
louter door hun commercieel belang.
Ir. v. Lidth de Jeude (lib.) merkte op dat van
bezuiniging inderdaad iets te verwachten is als
tevens de inkomsten toenemen. Spr. acht het
dringend noodzakelijk rekening te houden met
het altijd nog oploopend tekort van het spoor
wegpensioenfonds. Hij acht een Rijkstoelage on
misbaar. Nadat tenslotte Ds. Zandt (St. Ger.)
als lange-afstand-kampioen was opgetreden, in
dien zin, dat hij juist voor lange afstanden de
spoorwegen onmisbaar acht en hij voorts ge
preekt had tegen de gelegenheid voor het pu
bliek om des Zondags per trein te reizen (de
extra-treinen op Zondag vond hij, vooral van dit
positief-chrislelijk kabinet, nog veel erger),
kwam eindelijk tegen half een 's nachts de Mi
nister aan het woord.
De minister probeerde met sneltreinvaart dooi
de materie heen te komen. Ook de nieuwe di
rectie wil bezuinigen en wat betreft de vermeer
dering van inkomsten, mede noodig om van de
tekorten af te komen,, deze zal men vooral moe
ten bereiken door terugwinning van verloren
gegaan goederenvervoer, zooals terecht ook de
heer v. Lidth de Jeude had betoogd.
Op 't oogenblik tot kapitaalsverlaging over te
gaan, gedachte bepleit door den heer v. Braam
beek, acht mr. v. Buuren niet gewenscht, aange
zien de geheele verkeers-coördinatie nog niet
is ingevoerd. T.a.v. het spoorwegpensioenfonds
emamen we, dat de Regeering overweegt zoo
spoedig mogelijk de Rijksstortingen te herstellen
en dan zelfs met meer dan f 10 millioen per jaar.
Bij opheffing van lijnen mag natuurlijk geen
bevoorrechting van bepaalde streken en bena
deeling van andere plaats hebben. Dit is de mi
nister eens met den heer Ebels (v.-d.) en ook
dat dan zoo goed mogelijk op andere wijze in de
verkeersbehoefte moet worden voorzien, terwijl
voorts bijzondere zorg voor de landwegen mede
in een dergelijk geval op haar plaats is. Dit is
b.v. ook met kracht bevorderd in verband met
de opheffing van de N.O. lokaal: zoo zal de weg
ZwolleCoevorden het volgend jaar aanmerke
lijke verbetering ondergaan.
Dr. Bierema kreeg te hooren, dat bij het be
heer van de spoorwegen niet alleen met 't alge
meen belang rekening moet worden gehouden,
doch wel degelijk eveneens met 't karakter van
commercieel bedrijf, dat voorop dient te staan.
De minister merkte op dat verbetering van de
materieelbezetting geleidelijk dient te gaan, om
hierna over te springen naar de onbewaakte
overwegen. Het. aantal doodelijke ongevallen is
in 1937 wel nog toegenomen, maar niet in zoo
sterke mate. Ongelijkvloersche kruisingen daar
aan te brengen, zooals ir. Bongaerts had aanbe
volen, ware veel te kostbaar.
Aan het slot van zijn rede kreeg de minister
het nog evenlichtelijk aan den stok met den heer
Duymaer v. Twist, die het niet juist vond
dat de bewindsman de traditie van de reeds be
staande goedkoope Zondagstarieven handhaven
de, ontkende, dat zulks bevordering van het la
ten rijden van treinen op Zondag tegen goed
koope tarieven zou beteekenen. Bovendien is
sinds 1927 het aantal treinen op Zondag met 1/4
verminderd. Het was over eenen 's nachts, toen
de afdeeling spoorwegen z.h.st. werd aangeno
men.
EERSTE KAMER
DEN HAAG Dinsdag
Mr. v. Vessem (nat. soc.) vond geen be
zwaar in de aanwezigheid van een zestal Minis
ters, welke hij dus noodeloos lang aan hun
overige werkzaamheden onttrok, om te begin
nen met stemming over de notulen te vragen,
die de Kamer daarop met 384 goedkeurde
Uit hooge achting voor het Koninklijk Huis liet
hij 't stemming vragen over Hoofdstuk I (Huis
der Koningin) achterwege. Maar Hoofdstuk II,
dat behalve Kabinet der Koningin ook Hooge
Colleges van Staat dus o.m. de Staten-
Generaal bevat, bracht de fractie er toe de
obstructie te hervatten. Dit geschiedde tot 11
maal toe; plots gaf Mr. v. Vessem wegens een
niet nader omschreven aanleiding de obstructie
op, zich het recht voorbehoudende haar te her
vatten, wanneer zijn fractie daartoe weer
aanleiding zou hebben. Bijkans alle agendapun
ten gingen er nu debatloos door. Een heel enkel
voorstel lokte nog wat discussie uit. Zoo b.v. de
wijziging der Ongevallenwet 1921, dat de heer
v. d. Bilt (s.d.) het een en ander in 't midden
deed brengen, dat reeds in de Tweede Kamer
ter sprake was geweest, terwijl tot besluit van
den avond de heer V ij 1 b r i e f (s.d.) een staats
exploitatie-pleidooi hield bij 't ontwerp inzake
machtiging tot het sluiten van een overeenkomst
met de Bataafsche voor de opsporing en ont
ginning van aardolie in 'n terrein gelegen in de
provincie West-Java.
NOG MEER NEDERLANDSCHE
VRIJWILLIGERS IN SPANJE.
Het Tweede-Kamerlid De Visser heeft aan den
minister van Buitenlandsche Zaken de volgende
vragen gesteld:
Is het de regeering bekend dat nog een aantal
Nederlanders, die tot de internationale brigade
in Spanje hebben behoord, in Valencia vertoeft
en heeft de regeering reeds maatregelen getrof
fen voor de terugkomst van deze mensehen naar
Nederland?
Is het de regeering eveneens bekend, dat een
aantal Nederlanders als vrijwilliger van de in
ternationale brigade gevangen is genomen dooi
de troepen van generaal Franco en is zij bereid
stappen te ondernemen waardoor deze menschen
uit hun gevangenschap worden bevrijd en naar
Nederland kunnen terugkeeren?
Is de regeering bereid mede te deelen of er
behalve Nederland nog andere landen zijn, die
aan de non-interventie deelnamen, waar de vrij
willigers der internationale brigade dientenge
volge hun nationaliteit hebben verloren, zoo ja
welke zijn dan deze landen?
Kunstveiling ten bate van
uitgeweken kinderen
De belangstelling voca: de kunstveiling ten
bate der uitgeweken kinderen is zoo groot,
dat er, inplaats van op één enkelen avond, op
twee avonden geveild zal worden en wel op
Dinsdag 20 December oude en moderne schil
derijen, beeldhouwwerk, etsen, teekenmgen,
boeken, enz. en op Woensdag 21 December
antiquiteiten en kunstvoorwerpen, telkens
om half acht in de groote zaal van de firma
Fr. Muller en Co., Nieuwe Doelenstraat, Am
sterdam.
Behalve uit den kunsthandel mocht het
comité van particuliere kunstverzamelaars
hoogst belangrijke bijdragen ontvangen, De
minister van onderwijs schonk als blijk van
belangstelling twee moderne schilderijen en
een ivoren beeldhouwwerk.
De catalogus met ruim vijftig reproducties
is thans verschenen.
De geheele opbrengst, zonder eenigen^ af
trek, komt ten bate van het Centraal Steun
fonds voor de Uitgeweken Kinderen. Het op
geld (10 pet.) wordt afgestaan aan „Lief
dadigheid naar vermogen".
VEREENIGING VAN DIRECTEUREN VAN
GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE EN/OF
GEZONDHEIDSDIENSTEN IN NEDERLAND.
Op 10 December 1938 is in een vergadering
van directeuren van gemeentelijke geneeskun
dige- en/of gezondheidsdiensten, die te Utrecht
werd gehouden, besloten tot oprichting van
bovengenoemde vereeniging. Dr. W. B. Smit
te Haarlem treedt op als secretaris.
Bijslag komt neer op drie
procent van het loon.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot regeling van de
kinderbijslag-verzekering, waarbij recht
op kindertoeslag wordt toegekend aan
arbeiders, die in dienst zijn van een on
derneming of in daarmee gelijkgestel-
den loondienst. Het ontwerp voorziet
niet in de uitkeering van kinderbijslag
tijdens verhindering om te werken, b.v.
wegens ziekte of ongeval of tijdens
werkloosheid van den arbeider. Het ligt
in de bedoeling, daarvoor een aanvul
lende regeling te maken in de betref
fende sociale verzekeringswetten. Ge
streefd is naar een cenvoudigen opzet
van de regeling. In het belang van de
gewenschte unificatie der sociale verze
keringswetten is op tal van punten
nauwe aansluiting gezocht aan de bepa
lingen van de Ziektewet. Zelfstandigen
vallen niet onder de voorgestelde rege
ling.
De kring van verzekerde personen komt in het
algemeen overeen met die van de Ziektewet. In
tegenstelling tot de bepalingen van laatstge
noemde wet wordt voor de kinderbijslagregeling
geen loongrens gesteld. Ten deze is het systeem
van de Ongevallenwet gevolgd. Ook zijn niet,
zooals in de Ziektewet, van de verzekering uit
gesloten personen, die deel uitmaken van de be
manning van een zeeschip. Uitgesloten van de
toepassing der wet zijn echter personen, in dienst
van een publiekrechtelijk lichaam, voor wie een
regeling inzake de toekenning van kinderbijslag
is getroffen, welke door de Koningin als bijzon
dere regeling is erkend. Hetzelfde geldt voor per
sonen, in dienst van de spoorwegen en van de
mijnondernemingen in Limburg.
Leeftijd, bedrag en dekking.
Recht op kindertoeslag wordt toegekend aan
den arbeider, die hier te lande woont en wiens
gezin meer dan twee kinderen beneden den leef
tijd van vijftien jaar telt. Bijslag wordt gegeven
voor elk kind, te rekenen van het derde kind,
dat den leeftijd van vijftien jaar nog niet bereikt
heeft. Onder kinderen worden verstaan wettige,
gewettigde en aangehuwde kinderen, op den
eersten dag van het ingetreden kalenderjaar
deel uitmakend van h£t gezin van den arbeider.
Een kinderbijslag per arbeidsdag zal, krach
tens de ontworpen regeling, 10, 15, 20 of 25 cent
bedragen, zulks naar gelang van de hoogte van
het loon van den arbeider. Gemiddeld komt een
bijslag neer op ongeveer 3 percent van het ver
diende loon.
De middelen tot dekking van de kinderbijsla
gen en van de administratiekosten moeten wor
den opgebracht door de werkgevers naar een
premiestelsel. De premie zal worden berekend
over het totale loonbedrag, dat de onderneming
aan haar arbeiders uitkeert, ongeacht of dat
loon ontvangen wordt door een ongehuwden dan
wel door een gehuwden arbeider, hetzij 'met of
zonder kinderen. Volgens een zeer voorloopige
kostenraming zal de verschuldigde premie ver
moedelijk bepaald kunnen worden op ongeveer
één percent van het loon. Het ontwerp kent geen
premieverhaal op de arbeiders.
De uitvoering.
De uitvoering van de kinderbijslagverzeke
ring kan geschieden óf door het bedrijfsleven
zelf óf door middel van overheidsorganen. Uit
voering door het bedrijfsleven is voorop gesteld.
Is een bedrijfsraad aanwezig, dan kan dit orgaan
met machtiging van de Kroon, een kinderbijslag
fonds oprichten en in stand houden. In dit geval
zijn alle werkgevers in het betrokken bedrijf van
rechtswege bij dit fonds aangesloten.
Voorts is overal, waar geen bedrijfsradenfonds
zijn beslag krijgt, de mogelijkheid geopend van
uitvoering dezer verzekering door krachtens de
Ziektewet erkende bedrijfsvereenigingen. Een
aanvullende regeling is noodig voor die gevallen
waarin noch een kinderbijslagfonds van een be
drijfsraad bestaat, noch aansluiting bij het fonds
van een erkende bedrijfsvereeniging plaats kan
hebben of heeft. Voor zulke gevallen wordt een
rijkskinderbijslagfonds in het leven geroepen
dat zal worden beheerd door het bestuur van dé
Rijksverzekeringsbank, terwijl de Raden van
Arbeid als administratieve uitvoeringsorganen
zullen optreden.
Tenslotte ontleenen wij aan minister Romme's
memorie van toelichting op dit wetsontwerp nog,
dat naar de meening van den minister de alge-!
meene doorvoering van het beginsel eener meer
rechtvaardige verdeeling van het totale loonbe
drag naar den omvang van het gezin gerekend,
door het gemeene welzijn gevorderd wordt. Dat
welzijn brengt mede, zoo betoogt hij, dat de re
delijk en zedelijk handelende mensch in de orga
nisatie der loonvorming niet in het algemeen
een belemmering ontmoet tot het voldoen aan
zijn recht op vorming van een gezin naar de
wetten der natuur en aan zijn plicht tot onder
houd van het aldus door hem gevormde gezin,
Dat welzijn brengt, zoo zegt de minister, ook
mede, dat voorkomen worde een ontwikkeling
in de richting, dat op de overheid de zorg voor
haar onderdanen ten deze zou worden overge
dragen.
Een groot doek van Willem van
Konijnenburg.
Een belangrijk werk van den thans zeven
tigjarigen kunstenaar, doch in zijn jeugdjaren
ontstaan, behoorde jarenlang tot de kunst in
Haarlem, doch bevindt zich thans daarbuiten.
In particulier bezit was het geruimen tijd een
sieraad in de woning eener Haarlemsche dok
tersfamilie, tot het een paar jaar geleden
overging naar de bekende Konijnenburg-ver
zameling van den heer Van Kooten Kok (Den
Haag)
Het is om meer dan één reden interessant.
Het doek zal een goede vijftig jaar geleden ge
schilderd zijn en hoewel het een kenmerk
van dien tijd, het toen heerschend impressio
nisme draagt, is het toch wel eenigszins ver
schillend van hetgeen ons uit die jaren door
de Hagenaars gemeenzaam geworden is. Al
leen in het vroege werk van Willem de Zwart
vinden we soms een analoge compositie, hoo
gen horizon enz., wanneer deze uit de Haag-
sche duinen zijn forsche studies voor de schil
derijen meebrengt. Maar toch is dit, van Ko
nijnenburg, anders.
Deze schilder heeft een goed deel van zijn
jeugd in Limburg doorgebracht en er ge
werkt. In en om Maastricht en over de Duit-
sche grens vond hij zijn onderwerpen. De ro
mantiek van een Théophiie de Bock waaraan
ons prentje ook wel even doet denken, wordt
daar vriendelijk naast; in Konijnenburg zit
dan al veel meer het hevige, en tegelijk iets
van het Duitsche Sprookje, waarheen in het
Zuiden van ons land de schilderkunst geneigd
is te wijzen. Zelfs uit ons prentje kan men af
lezen, dat de factuur, de wijze van schilderen,
verbazend knap is: een breede, vaak émail
achtige toets verraadt reeds een technisch
meesterschap van den dan nog geen dertigja-
rigen schilder. De kleur is zwaar geladen, met
sterke tegenstellingen ook daarin doet hij
even aan De Zwart denken en men gevoelt
er het enthousiasme voor de natuur in dat
bij de kunstenaars in het laatst der vorige
eeuw herleefd was. Weinig was uit dit schilde
rij te voorspellen geweest wat er later uit Van
Konijnenburg groeien zou. Het lijkt op het
eerste gezicht moeilijk verband te vinden tus-
schen dit Limbui'gsche landschap en de groote
1 decoratieve Zacharias uit Rotterdam of de
prachtige Insect-compositie uit het Amster-
damsch Gemeentemuseum, die verleden jaar
in deze serie in ons blad gereproduceerd en
besproken is.
Men moet daartoe de ontwikkeling van den
artist in de omraming van zijn tijd trachten
te zien. Waarom Van Konijnenburg de im
pressionistische landschapsschildering in den
steek liet, na er waarlijk belangrijke dingen
in gepresteerd te hebben, daarover na te
kaarten heeft weinig zin meer, als men het
beschouwen wil als een gedeelte der reactie,
die op den bloei van het impressionisme vol
gen moest. Na de verheerlijking der ontroering
kreeg weer de straffe theorie haar kans, wat
in het algemeen gezien logisch was, omdat die
ontroering langzamerhand verslapt en tot on
oprechte imitaties verwaterd was. Dat juist
eenige der knapste schilders dat inzagen, hun
roer omgooiden en oude theoretische grond
slagen opnieuw gelegd wilden zien onder wat
in den succestijd voor velen een t e gemakke
lijk spel was geworden, was een noodzakelijk
heid die de gezetenen moest hinderen doch
voor de strevenden een steun werd. Toorop,
Thorn Prikker en Van Konijnenburg hebben
gedrieën door hun werk getuigd dat zij het
impressionisme niet uit onmacht in den steek
lieten, doch een herziening van de grondsla
gen der kunstproductie noodzakelijk achtten.
Van Konijnenburg is van hen wel de strafste
theoreticus geweest.
Dat ook die „herziene" richting haar tijd
van leven zal hebben en weer door een andere
herziening gevolgd zal worden, als de tijden
daarvoor rijp zijn, staat voor den historicus
vast. Het „ceci tue cela" zal ook hier van
kracht blijken. Wat het impressionisme aan
schoonheid gebracht heeft kan niet waarde
loos worden, doordat het voor korter of langer
tijd démodé, uit de mode, raakt. Wat eens
schoon was blijft schoon, doch daarop heeft
de mode meestal geen kijk. Die protegeert rijp
en groen zoolang dat in haar belang is en
laat alles weer los, als ze een nieuwen wind
voelt opkomen. Kunst is daar slachtoffer van,
maar staat er onschuldig buiten. Een goed
kunstwerk doorstaat dien tijd der beproeving
en het nut der reacties is, dat wat onoprechte
namaak of zwak van nature was, voorgoed
naar de belt gaat.
Om op ons Limburgsch landschap van Van
Konijnenburg terug te komen, geloof ik niet
dat de schilder dergelijken jeugdarbeid ooit
zal betreuren, Hoe zijn inzicht en bedoeling
ook gewijzigd mogen zijn, zal hij het altijd als
een voor dien tijd belangrijk kunstwerk kun
nen erkennen. Dat bovendien, zou ik hier aan
willen toevoegen, op opmerkelijke wijze nog
verbonden is aan de peinture van het tegen
woordige jonge Limburg, voor zoover dat „pu-
rement paysagiste" is gebleven.
J. H. DE BOIS
1 „Mijnhardlje" 5 ct. -12 „Mijnhardtjes" 50 ct
(Adv. ingez. Med.)
Dr. ir. M. H. Damme zeer tevreden
over bezoek aan Indië.
Weldra een D. C. 4 bij de K. L. M.?
Met het K.L.M.-vliegtuig „Wielewaal", dat
Dinsdagmiddag te ruim half vijf onder com
mando van gezagvoerder G. te Roller op Schip
hol aankwam, is de directeur-generaal van
P.T.T., dr. ir. M. H. Damme, teruggekeerd van
een verblijf van enkele weken in Nederl,-
Indië, waarheen hij ruim vier weken geleden
met zijn echtgenoote, eveneens per KL.M. was
vertrokken.
Na de begroeting door familieleden, vrien
den en medewerkers, vond ir. Damme tijd
om de pers iets te vertellen van het verlcop
van zijn reis, waarover hij, evenals mevrouw
Damme, zeer geestdriftig was. De service was
pradhtig, evenals het comfort, en heen- en
terugreis hadden een prettig verloop gehad,
met bijna voortdurend gunstig weer.
Tal van autoriteiten heeft de heer Damme
in onze Oc<st bezocht en tweemaal is hij
tijdens zijn korte verblijf door den gouver
neur-generaal ontvangen. Natuurlijk heeft
hij van de gelegenheid gebruik geanaakt om
ook P.T.T.- en K.L.M.-belangen te bespreken.
Wat het eerste betreft, kon hij met stel
ligheid verklaren, dat na de jongste verlagin
gen vocd'loopig van verdere verlaging van het
telefoontarief tusschen Nederland en Inaië
geen sprake zal zijn. Wel wordt de mogelijk
heid overwogen, nog eenige goedkoope dagen
in te voeren. Het brief tarief voor luchtpost
van Indië naar Nederland naar men weet
is in omgekeerde richting geen extra-fran
keering van luchtpost noodig zal voor
loopig na de reeds toegepaste verlaging, niet
verder verlaagd kunnen worden. Er bestaat
op het gebied der brieft arie ven binnen de
Archipel nog een zoodanige toestand, dat
wanneer de Indische Posterijen tot tarief-ver
lagingen over zouden gaan allerlei binnen-
landsche tarieven daarvoor het eerst in aan
merking zouden kc-men.
Wat de K.L.M. betreft, kon spreker mede-
deelen. dat hij vernomen had dat de toestem
ming voor de Kl.M. om evenals de K.N.LL.M.
een dienst op Australië te openen, elk oogen
blik kan afkomen. Ook schijnt het de KL.M.
ernst te zijn met het aanschaffen van een
nieuw Douglas-D.C. 4 vliegtuig, om daarmee
zoo spoedig mogelijk proefnemingen op de
Indië-lijn te doen.
De 28-jarige arbeider J. Oostra uit Alphen
aan den Rijn is levensgevaarlijk gewond toen
het paard van de door hem bestuurde kar op hol
sloeg en hij eraf werd geslingerd.
Door bemiddeling van de Italiaansche
legatie in 's Gravenhage heeft de Italiaansche
regeering aan de Koninklijke Bibliotheek te
's Gravenhage en aan de Leidsche Universiteits-
blibliotheek ten geschenke gegeven een com
plete uitgave (36 deelen) van de Italiaansche
encyclopedie.
Het nieuwe gebouw van de „Federatie der
werkgeversorganisatie in het boekdrukkersbe-
drijf" te Amsterdam is Dinsdag plechtig ge
opend. yit
Dinsdagmiddag is uit de Dommel het lijk
opgehaald van den 67-jarigen Van Nas Uit
Boxtel.