nieuw vredespleidooi van chamberlain. premier bevestigt RAMI WOENSDAG 14 DECEMBER 1938 Internationale overeenkomsten van dit jaar, geven meer aanleiding tot voldoening dan tot pessimisme. de hechtheid der betrek kingen met Frankrijk. In de redevoering, die de Britsche mi nister-president Chamberlain gister avond heeft uitgesproken aan het diner dat was aangeboden door de buiten- landsche persvereeniging, heeft hij o.a. gesproken over de Britsche betrekkin gen met Frankrijk^ Duitschland en de Vereenigde Staten, terwijl hij tevens een verklaring aflegde omtrent de militaire paraatheid van Groot-Brittannië. $a verklaard te hebben, dat hij alle dictatoren ter wereld met minder bezorgdheid tegemoet zou treden, dan die naamlooze macht, die wij de pers noemen, zeide Chamberlain, dat hij betwijfelde of met uitzondering van de periode van den we reldoorlog een van zijn voorgangers in de laat ste honderd jaar te strijden heeft gehad onder meer beproevende, zorgwekkende toestanden dan in de laatste achttien maanden zijn voorge komen. Het zou teveel verwacht zijn, wanneer men verwachtte, dat iemand in zijn positie aan critiek zou ontsnappen. Spreker is echter verr plicht zich te kwijten van zijn verantwoordelijk heid voor de leiding naar zijn beste vermogen, want, wanneer ik tenslotte mocht falen, zou het mij en ieder ander weinig troost bieden, wanneer gezegd kon worden, dat ik een raad had opgevolgd in plaats van op mijn eigen oordeel te vertrouwen. Mijn doel is consequent hetzelfde geweest, van het begin tot het einde. Staande tegenover een toestand, waarin de betrekkingen tusschen dit land aan den eenen en Duitschland en Italië aan den anderen kant, snel slechter werden en aldus gestadig het vertrouwen vernielden van Europa in de handhaving van den vrede, scheen het mij toe, dat slechts twee alternatieven voor ons open stonden. Het eene was ons er van te doordringen, dat een oorlog onvermijdelijk was, en de ge- heele energie van ons land te werpen op de voorbereiding van dien oorlog, het tweede was een langdurige, vastberaden krachtsinspanning te ondernemen om de mogelijke oorzaken van oorlog uit den weg te ruimen en de methoden te beproeven van persoonlijk contact en bespre king, en terzelf der tijd gestadig voort te gaan met een zoodanige herwapening als noodzakelijk was om de defensieve macht, die wij vrijwillig opge geven hadden tijdens een tijdperk van vele ja ren, te herstellen. Er zijn menschen, die oprecht gelooven, dat wij.den eersten koers hadden be- hooren in te slaan. Ik geloof, dat zij in dit land een kleine minderheid vormen. Zelf was ik die meening niet toegedaan en ik ben haar ook thans niet toegedaan". Voortgaande verklaarde Chamberlain, dat in de eerste plaats de talrijkste slachtoffers van den modernen oorlog, niet zouden vallen onder de beroepskrijgslieden, maar onder de burgerbe volking. Wie ook de overwinnaar is, de oorlog laat een spoor achter zich, dat in geen twee ge slachten uitgewischt kan worden. Dergelijke ge volgen, aldus vervolgde Chamberlain, moet men niet riskeeren, tenzij men elke andere eerlijke oplossing heeft geprobeerd. Op grond van deze overwegingen heb ik den tweeden weg gekozen en ik heb daarbij niet gewankeld. Het doel van dien weg is niet alleen de vrede, maar ook het vertrouwen, dat de vrede gehandhaafd kan wor den. Ik heb nooit de illusie gehad, dat dit doel bereikt zou kunnen worden in een handomdraai of zonder teleurstellingen. Ik heb misschien meer teleurstellingen ondervonden, dan ik verwacht had, doch ik Iaat mij door die voorbijgaan de gebeurtenissen niet ontmoedigen of afschrikken. Men zegt wel, dat de mis lukking begint, wanneer men niet lan ger tracht te slagen. Zoolang ik op deze plaats sta, zal ik steeds trachten te sla gen. En als ik terugzie op het afgeloopen jaar en de lijst van onze daden beschouw, dan sta ik ver baasd over het pessimisme, dat sommigen onzer critici schijnt te bezielen. Zij zeggen, en ik ben er van overtuigd, dat zij in oprechtheid spreken, dat zij ook boven alles derf vrede wenschen. Maar indien men vrede wil, moet men nagaan, wat den vrede bedreigt en stappen doen om die be dreiging te verwijderen. Chamberlain herinnerde zijn toehoorders aan de overeenkomsten, die dit jaar tot stand zijn gekomen. Hij noemde de overeenkomst met Ier land, die met Italië, die van München, de Britsch-Duitsche verklaring, gevolgd door de Fransch-D'uitsche, de handelsovereenkomst' met de Vereenigde Staten. Deze groote internationale overeen komsten, waarvan drie gesloten zijn tus schen democratische en autoritaire sta ten, geven eerder aanleiding tot vol doening dan tot pessimisme. Chamberlain zeide zich er van bewust te zijn, dat de overeenkomst van München in sommige kringen niet wordt beschouwd als een voorbeeld van samenwerking, maar als een nederlaag voor de democratieën, doch hij is van meening, dat door dergelijke uitspraken de democratie en de zaak der internationale samenwerking geen dienst wordt bewezen. Men moet de resultaten van dergelijke bijeeh- komsten niet bestempelen als overwinningen of nederlagen, maar zich herinneren, wat het al ternatief was, dat door München is voorkomen. Ik moet, aldus Chamberlain, mijn leedwezen Uitspreken over den toon der Duitsche pers, die in een geval zelfs er niet voor terugdeinsde, haar scheldwoorden uit te storten over onzen meest geachten staatsman (hier bedoelde Cham berlain Baldwin red.) die niet lang geleden minister-president was en slechts in weinig ge vallen eenig verlangen toont ons standpunt te hegrijpen. Niettemin ben ik er van overtuigd, dat onze beide volken nog wenschen, wat in 'de verklaring van München op schrift gesteld is, nl., dat wij nooit meer oorlog met elkander zullen voeren, maar door overleg de tusschen ons wellicht bestaande geschillen zullen regelen. Chamberlain vervolgde: Voor de volgende maand staat de reis van Halifax en mij naar Rome op het programma: het is de bedoeling, dat wij met het hoofd der Italiaansche regeering en zijn ministers alle aan gelegenheden bespreken, die van wederzijdsch belang zijn. Sommigen zullen misschien zich weer afvra gen, wie bij de besprekingen zal winnen en wie verliezen, doch dat is niet de geest, waarin wij onze reis denken te ondernemen. Veeleer hebben wij verwacht een at mosfeer te vinden, die het mogelijk maakt, dat door persoonlijke gedach- tenwisseling de wederzij dsche stand punten beter gewaardeerd worden en dat wij door het scheppen van een groo- ter vertrouwen op een of andere manier het algemeene gevoel van stabiliteit en zekerheid bevorderen. Chamberlain zeide verder, dat hij zich niet gemakkelijk kan opwinden over het verschil in regeeringsstelsels, afgezien van bepaalde daden, die niet noodzakelijk aan een stelsel inhaerent behoeven te zijn. Naar ik gehoord heb, aldus de premier, gelooft men in sommige kringen, dat ik voorstander zou zijn van een dergelijk stelsel in mijn eigen land, maar ik kan u zeggen, dat het tegenovergestelde het geval is. Voor mij en ik geloof voor de groote meerderheid van mijn landgenooten zou het ondragelijk zijn, als de individueele onafhankelijkheid volkomen ondergeschikt zou worden gemaakt aan iets, dat staat wordt genoemd, maar dat in werkelijk heid niets anders is dan degenen, die op dat oogenblik den staat regeeren. Maar Ut zie volko men in, dat dit niet overal de opvatting is en het lijkt mij wenschelijk noch nuttig critiek te oefenen op anderen, omdat zij de voorkeur geven aan een systeem, dat ons niet past. Bovendien leert ons de geschiedenis, dat geen regeeringsvorm altijd hetzelfde blijft. Er kan een geleidelijke verandering komen of een veran dering, plotseling als een ontploffing. Wij moe ten ons er dan ook voor hoeden het contact met een land af te snijden op grond van een systeem, dat misschien in den loop van den tijd veran deringen ondergaat, die het tot een geheel ander stelsel maken. Het militaire program. Chamberlain hield zich vervolgens bezig met de Britsche militaire voorbereidingen. Men zal, aldus zeide hij, opgemerkt hebben, dat er een stemmigheid bestaat omtrent de noodzakelijk heid van uitbreiding der bewapening. Volgens het oorspronkelijke plan zou het programma in vijf jaar moeten zijn ten uitvoer gelegd. Drie jaren daarvan zijn thans voorbij. Het programma is echter in twee richtingen gewijzigd. Het is versneld en uitgebreid en deze veranderingen hebben zeer aanzienlijke offers van de industrie, de arbeiders, de belasting betalers en van de individu gevraagd. Het volk heeft echter getoond tot nog grootere offers be reid te zijn. Beteekent dat, dat ons volle krijgs zuchtig is? Niet in het minst. Het hoopt zijn wapening nooit noodig te hebben. En die wapening is ze ker niet noodig voor aanvalsdoeleinden. Maar daar wij zooveel hooren spreken over de voor- deelen van kracht en zien, hoe anderen wape nen opstapelen en geen antwoord geven op eenig ontwapeningsvoorstel, zijn wij verplicht alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de leemten op te vullen, die er in onze verdediging mochten zijn. Want ofschoon wij, naar ik hoop, altijd bereid zullen zijn iedere grief te bespre ken, die wellicht naar voren wordt gebracht, zullen wij slechts willen luisteren naar rede en niet naar geweld. Wij kunnen ook niet vergeten, dat wij verplichtingen hebben, niet alleen te genover de menschen in het moederland, maar ook tegenover de bewoners van het Britsche rijk en tegenover de bondgenooten. Wij moeten bereid zijn deze verplichtingen na te komen en onze voorbereidingen zijn thans zoo vergevor derd, dat wij met vertrouwen kunnen zeggen, dat wij daartoe in staat zijn. Niemand ziet beter dan ik in, dat de opstapeling van wapenen ten slotte de bronnen van welk land ook moet uit putten, terwijl die bronnen eigenlijk hadden moeten dienen voor de bevor dering van welvaart en geluk van het volk. Niemand zou dan ook met meer vreugde dan ik een internationale over eenkomst begroeten, die tot wapenbe perking zou leiden. Ik heb de laatste weken meermalen een schok gevoeld als ik mijzelf hoorde beschrijven als „die oude man". Op geestelijk of lichamelijk gebied voel ik nog niet veel van den ouderdom, maar in een opzicht heeft het klimmen der jaren misschien zijn merkteeken ach* n-gelaten, n.l. irfhet inzicht, dat de ambitie een onbelang rijke kleinigheid is, als zij leidt tot den wensch naar overheersching. De geschiedenis heeft ook geleerd, dat een streven naar erheersching nooit lang met succes bekroond wordt en nooit heeft bijgedragen tot de welvaart der naties, die de overheersching begeerden. De ervaring heeft aangetoond, dat een aangeboren weerstands kracht, geboren uit de vrees voor verlies van de vrijheid en gepaard gaande met het altijd bestaande verlangen naar uitdrukking van de nationale gevoelens, een overheersching moei lijk en gevaarlijk maakt. Ik geloof daarom, dat geluk in een andere richting gezocht moet wor den. Het is het ontbreken van den vrede van den geest, die op de wereld drukt en door de vernietiging van het vertrouwen ons verhindert de stoffelijke voordeelen te genieten, waartoe de vooruitgang der menschheid ons in staat had moeten stellen. Ik zou willen besluiten, aldus Cham berlain, met door bemiddeling van u een beroep te doen op alle volken, die u vertegenwoordigt, dat zij beseffen, dat wij moeten streven naar het geluk van al onze volken en dat dit geluk slechts kan worden verworven, indien wij bereid zijn verdenking en vooroor deel af te leggen, niet meer naar pun ten van geschil te zien doch te zoeken naar factoren van overeenstemming. Nog niet vele generaties geleden waren wij in oorlog met de Vereenigde Staten. Thans staat een dergelijk conflict buiten de grenzen van het mogelijke. In mijn eigen leven hebben wij aan den rand van een oorlog met Frankrijk gestaan. Nu lijkt een dergelijke catastrofe even verwijderd als een oorlog met Amerika. Want onze betrekkingen met Frankrijk zijn zoo nauw, dat zij buiten het kader van zuiver legale verplich tingen gaan. Zij berusten op de gelijk heid van belangen. Als wij er in geslaagd zijn het terrein van mogelijke oorlogen zoozeer te verkleinen, waar om zouden wij dan niet verder gaan tot er een zóó algemeen gevoel van veiligheid verkregen is, dat wij allen onze wapenen kunnen neerleg gen en ons kunnen wijden aan de welvaart der menschheid? Hoe groot de hinderpalen ook mo gen zijn en hoe ontmoedigend de perspectieven in zeker opzicht mogen schijnen, ik geloof vast, dat wij ons doel kunnen bereken, mits wij recht op dat doel kunnen afgaan, den moed niet verliezen en ons vertrouwen behouden. Enthousiast gehoor. Chamberlain's rede werd ook in het buitenland met groote belangstelling gevolgd, daar vele luisteraars hun toestellen op Engelsche stations hadden afgestemd, terwijl de redevoering ook door verscheiden buitenlandsche radiozenders werd gerelayeerd. De Britsche premier werd vele keeren door luid applaus zijner dischgenooten onderbroken. Zeer enthousiast onderstreepten de journalisten het door Chamberlain uitgesproken leedwezen, dat de toon der Duitsche pers er in een geval zelfs niet voor terugdeinsde haar scheldwoorden uit te storten over „onzen meest geachten staats> man, die niet lang geleden minister-president was". Deze passage betrof zeer duidelijk de cri tiek op graaf Baldwin over zijn jongste radio toespraak, waarin hij het Britsche en het Ame- rikaansche volk voor de radio heeft opgewekt giften te schenken ten behoeve van de om ras en geloof uit Duitschland uitgewekenen. Toen de Britsche premier tenslotte sprak over de betrekkingen met de Vereenigde Staten en Frankrijk nam het applaus den omvang van een ovatie aan. Kalm en rustig vervolgde de Britsche staats man zijn op waardigen toon duidelijk verstaan baar en langzaam uitgesproken redevoering. De meeste buitenlandsche ambassadeurs en gezanten, die waren uitgenoodigd, en de leden van het Britsche kabinet Lord Halifax, Hore Belisha, Stanhope en Oliver Stanley waren aan wezig. Ook de heer en Cadogan en Butler en an dere leiders van ministerieele departementen hadden aan de uitnoodiging gevolg gegeven. Duitsche ministerraad waar schijnlijk morgen bijeen. Thans ook Slowakije. Anti-semietisme neemt scherpe vormen aan. BRATISLAWA 13 December (Havas/A. N. P.) Te Trnava in Zuid Slowakije, waar het anti semietisme toeneemt, zijn twee synagogen in brand gestoken. Te Bratislawa verstrekt het ge meentebestuur aan de Christelijke winkeliers papieren met het opschrift, „Arische zaak" ten einde hen tegen betoogingen te beschermen. De spoorwegmaatschappij heeft de Joodsche artsen van de sociale verzekering ontslagen. Het mi nisterie van binnenlandsche zaken heeft den Joden verboden Kerstgeschenken te verkoopen en bepaald, dat de Joodsche logementhouders hun voorraden voor 1 Januari aan Christenen moeten verkoopen. i'.ij de verkiezingen voor den Slowaakschen landdag, welke Zondag a.s. zullen worden ge houden, zullen de Joden in speciale bureaux stemmen. Het blad Narodni Osvobozeni schrijft, dat „deze maatregel de gelegenheid moet geven de geestesgesteldheid der Joodsche kiezers na te gaan". Eisch in het proces-Skoblin. Levenslange dwangarbeid tegen La Plevitskaja gevorderd. Naar Havas uit Parijs meldt, heeft de advocaat-generaal in de zitting van het proces Skoblin van gisteren levenslang dwangarbeid geëischt tegen mevr. Slobkin, „La Plevitskaja", beschuldigd van medeplichtigheid aan de ontvoe ring van generaal Miller. Een der ver dedigers trachtte vervolgens de onschuld van zijn cliënte te bewijzen. Heden worden de pleidooien voortgezet. De uitspraak wordt in de middag ver wacht. Nog geen ontspanning in Palestina. Bezoeken van graaf Czaky en Tsjwalkofsky aan Berlijn. niging, zelve betrokken waren bij de aan de gasten der vereeniging uitgegeven uitnoodi- gingen. Daar dit het geval was. werd het mo gelijk geoordeeld, dat zich een onaangename toestand zou kunnen voordoen, indien in den loop van den avond gesproken zou wor den over onderwerpen, welke critiek inhielden op de Duitsche aangelegenheden." Arabieren verontwaardigd over de jongste Britsche beslissingen. JERUZALEM 13 December (Hevas). De clemente maatregelen der Britsche regeering ten aanzien van de naar de Seychellen verbannen Arabieren hadden de laatste vijf dagen de spanning aanzienlijk verminderd. De opstande lingen en hun partijgangers begonnen zich van elkaar af te wenden, Fakhri Nasja Sjibi en Emir Abdallah slaagden er in, een groepeering tot stand te brengen van de gematigden, die ge kant zijn tegen de politiek van geweld en het weder aan de macht brengen van den Moefti, Thans schijnt echter alles weder op losse schroe ven te komen staan. De Arabische openbare meening ver wijt Engeland, dat het steeds nieuwe reserves maakt, „die de beteekenis van de verzoenende politieke houding ver minderen", door in de eerste plaats den Moefti het recht te ontzeggen, deel te nemen aan de conferentie te Londen en dan door de vrijlating van de leden van het Opperste Arabische Comité vergezeld te doen gaan van maatrege len, waardoor zij in hun eigen land ballingen blijven. Daar aan den anderen kant de onverzoenlijke houding der Joden toeneemt, wint de opstandige beweging weer veld. De partij van Jasja Sjibi verliest aanhang, De invloed van Emir Abdallah, zoo groot in Transjordanië, schijnt in Palestina onmogelijk tegen dien van den Moefti te kun nen opwegen. Geheel Palestina blijft dan ook op zijn hdfede. Hoewel de aanslagen minder talrijk zijn, wordt de veiligheid van het verkeer en van de bewoners slechts met behulp van een sterke troepenmacht gehandhaafd. Men kan zich echter niet verheelen, dat de kalmte slechts oppervlakkig is en dat, zoo lang geen bevredi gende oplossing tot stand gekomen is, de minste verslapping voldoende zou zijn om den opstand weder te doen oplaaien. Wijken van Haifa bestraft. HAIFA 12 Dec. (Reuter). Drie wijken in Haifa zijn bestraft met een collectieve boete van 400 pond sterling, nadat hier gisteren twee Joden vermoord zijn. In de afgeloopen week zijn te Haifa drie Joden en twee Arabieren door aanslagen om het leven gekomen. Een Arabi sche jongen, die met een bom speelde, is ge dood, toen het projectiel ontplofte. Door deze ontploffing werd een tweede Arabier ernstig gewond. Belgische Senaat schaart zich achter Spaak. GRAAF CZAKY is Von Kanya opgevolgd als Hongaarscli minister van buitenlandsche zaken. Havas verneemt uit Berlijn, dat de minster- raad waarschijnlijk Donderdag onder voorzit terschap van Hitier te Berlijn bijeen ^zal komen. Men meent te weten, dat eenige aangelegen, lieden van binnenlandschen aard, zooals de Jodenkwestie en de vaststelling van zekere belastingen, op de agenda staan. In Berlijnsche politieke en financieele krin gen, welke doorgaans goed op de hoogte zijn, gelooft men niet, dat een extra kapitaal-hef fing in het voornemen ligt. Er zou veeleer sprake zijn van een belasting op het inkomen, waarbij meer en meer de positie van talrijke gezinnen tegenover ongehuwden tot uitdruk king zou komen. Hitier zal waarschijnlijk gedurende het be zoek van den Hongaarschen minister graaf Czaky, die 15 en 16 December wordt verwacht, te Berlijn zijn. Tsjwalkofsky, de Tsjechische minister van buitenlandsche zaken, zal direct na afloop van het bezoek van Czaky te Berlijn aan komen. In leidende Duitsche kringen, aldus Havas. schijnt men dus vastbesloten vóór de Kerst dagen verschillende kwesties, welke tusschen het rijk, Tjecho Slowakije en Hongarije han gende waren gebleven, af te wikkelen. Deze activiteit wordt het voorspel geacht, van een uitgebreider actie in zuidoost Europa. Onderhandelingen met Burgos hebben een normaal verloop. In den Belgischen Senaat is gisteren een interpellatie van Van Dieren inzake het terug roepen van den Spaanschen ambassadeur uit Brussel besproken. Minister-president Spaak verklaarde, dat de besprekingen met generaal Franco een nor maal verloop hebben, de liberale en katholieke ministers keuren de wijze, waarop onderhan deld wordt, goed. Wat betreft het republikeinsehe Spanje deel de de minister-president mede, dat op den dag van het terugroepen van den ambassadeur uit Brussel, de Belgische zaakgelastigde te Barce lona is ontvangen door den Spaanschen mi nister van buitenlandsche zaken, Del Vayo. Deze deelde mede, dat het besluit van het land, dat in 1914 den inval van Duitschland heeft meegemaakt, een zeer slechten indruk heeft gemaakt. Minister-president Spaak verklaarde tenslot te, dat hij oprecht wenscht de normale betrek kingen met Spanje te hervatten. Hij voegde hieraan toe, dat hij geen enkel bewijs ervoor had, dat Belgen invloed zouden hebben uitge oefend op de Spaansche regeering. De senaat besloot vervolgens met groote meerderheid over te gaan tot de orde van den dag. Duitschers weggebleven van het banket te Loinien. Wegens bepaalde passages uit dc rede van Chamberlain. Toen van Duitsche zijde kennis ge kregen werd van het feit, dat Cham berlain hij zijn rede aan het diner van de buitenlandsche persvereeniging er zijn teleurstelling over zou uitspre ken dat de Duitsche pers de houding, die haar de laatste dagen heeft geken merkt, had aangenomen, hebben de Duitsche jornalisten te Londen doen weten, dit diner niet te kunnen bij wonen. Doch niet alleen de correspon denten, ook de ambassadeur Von Dircksen, de attachés der ambassade en alle andere Duitsche gasten, waar onder óók Gottfried Aschmann, het hoofd van het Duitsche departement voor pers en propaganda in Berlijn, die speciaal voor dit diner gekomen was, hebben zich bij dit protest aange sloten. De beslissing is pas genomen, nadat men de van te voren verstrekte copie van Chamberlain's rede gelezen had. In particuliere gesprekken deden Duitsche journalisten uitkomen, aldus United Press, dat zij er niets tegen gehad zouden hebben als Chamberlain de houding van de Duitsche pers gecritiseerd had in het Lagerhuis, doch dat zij het een „bewijs van slechten smaak" achtten, dat hij dit deed op een moment en bij een gelegenheid dat zij zijn gasten waren, tezamen met andere correspondenten. Op de Italiaansche ambassade werd ver nomen, dat daar het bericht was ontvangen van het besluit der Duitschers, doch dat zulks geen wijziging bracht in de afspraken der Italiaansche vertegenwoordigers, die de uit noodiging hadden aanvaard. De voorzitter van de buitenlandsche pers vereeniging dr. Litauer, heeft aan de pers verklaard, dat vermoedelijk het wegblijven van zijn Duitsche collega's bij het banket was ge schied wegens de passage in de rede, waarin Chamberlain doelde op de houding der Duit sche pers ten aanzien van Baldwin. Dr. Litauer verklaarde verder, dat hij des avonds te zeven uur de mededeeling kreeg van dr. Bottiger, den diplomatieken correspondent van een be langrijk Duitseh blad, dat de Duitsche jour nalisten en de functionarissen van de ambas sade niet aan het diner zouden verschijnen Dit was drie kwartier voor het begin van het diner. De Duitsche ambassadeur Von Dircksen, die was uitgenoodigd, heeft niets laten weten. Verder wordt vernomen, dat reeds tevoren een zekere aarzeling van de Duitsche regeering merkbaar was. Dinsdag waren de maatregelen inzake de aanwezigheid van Aschmann reeds twee keer gewijzigd. Minister-president Chamberlain werd tij dens het diner in kennis gesteld met het be sluit van de Duitsche journalisten en van den ambassadeur. De meeste aanwezigen achtten de houding der Duitschers niet alleen een be- leediging de buitenlandsche persvereeniging, doch ook aan den minister-president aange daan. De Duitsche ambassade te Londen heeft het volgende communiqué verstrekt; „Het standpunt der Duitsche ambassade is, dat het spijtig was voor de leden der ambas sade, dat zij niet het jaardiner van de buiten landsche persvereeniging hebben kunnen bij wonen. waar de eerste minister de voornaam ste spreker was. Doch er dient op gewezen te worden, dat de Duitsche journalisten te Lon den, aki leden der buitenlandsche persveree- Zes dooden bij cycloon in Indic, BOMBAY, 13 December (Reuter). De stad Musulipitam in het zuiden van Britsch-Indië is door een cycloon geteisterd. 10.000 ton grondnoten, ter waarde van 75.000 pond, zijn vernield. De verbindingen werden gedeeltelijk verbroken. Eenige inlandsche vaartuigen zijn gezonken. Vele huizen werden beschadigd. Zes menschen zijn omgekomen. PROERANMA DONDERDAG 15 DECEMBER. HILVERSUM I, 1875 en 451.5 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. ll.ÓÜ KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (om 8.15 be richten). 10.00 Gr. muz. 10.15 Morgenwijding. 10.45 Gr. muz. 11.30 Godsd. causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Het KRO-orkest, en gramofoonmuziek. 2.00—2.55 Handwerkuurtje. 3.00 V. d. vrouw. 3.30 Gramo- foonmuzieik. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gramo foonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 Orgelspel. 6.45 Sportpraatje. 7.00 Berichten. 7.15 Journa listiek weekoverzicht. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berichten. 8.15 Cristelijke Harmonie te Enschedé en gra mofoonmuziek. 9.00 Causerie: Dingaansdag. 9.30 Het NCRV-Salonorkest. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 De Gooilanders. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Vervolg Gooilanders. 11.25 Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schrift lezing. HILVERSUM II, 301.5 M. AVRO- uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.15 berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Omroeporkest en soliste (om 11.35 Declamatie, om 12.15 berich ten). 12.30 ,yDe Romancers" en soliste. 1.30 AVRO-Aeolian-orkest. 2.00 Causerie „Laat uw leven sober zijn doch rijk in feesten". 2.30 AVRO-Aeolian-orkest. 3.00 Cursussen voor de vrouw. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zie ken en thuiszittenden. 4.30 Pianovoordracht. 5.20 AVRO-Weekkaleidoscoop. 5.25 Felicitaties. 5.30 AVRO-Amusementsorkest. 6.25 Berichten. 6.30 Sporthalfuur. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 AVRO-Dansorkest en solist. 7.30 Berichten ANP. hierna het Concertgebouw-orkest, Toon kunstkoor en solisten (om 9.30 causerie over de Internationale Kamer van Koophandel). 10.45 Herdenking van de Groote Trek. 11.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 11.40— 12.00 C DROITWICH 1500 M. 12.05 Gramofoonmuziek. 12.20 Het BBC- Northern-Ireland orkest. 1.20 Jack Wilson and his Versatile Five. 1.552.20 Pianovoordracht. 3.15 Declamatie. 3.35 Het Stedelijk Orkest van Bournemouth, mmv. soliste. 5.05 Medische causerie. 5.20 Gramofoonmuziek. 5.45 Frel Hartley en zijn Sextet, mmv. solist. 6.20 Be richten. 6.40 Landbouwpraatje. 7.00 Operette: Das Spitzentueh der Königin. 8.15 Cello en piano. 8.50 Causerie over de Middellan dsche Zee. 9.20 Berichten. 9.45 Het BBC-orkest. 10.20 Korte Avondwijding. 11.20 Stanley Barnett en zijn orkest. 11.50—12.20 Dansmuziek (Gr. pl.) RADIO-PARIS 1648 M. 9.10, 10.00, 10.25 en 11.20 Gramofoonmuziek. 12.30 Zang. 1.05 Blareau-orkest. 2.20 Uitzen ding uit de Académie Francaise. 5.25 Kamer- muzeik. 7.20 Bailly-orkest. 8.50 Nationaal Orkest. 10.50 en 11.2011.35 Gramofoonmu ziek. KEULEN 456 M. 5.50 Gramofoonmuziek. 6.30 Dresdensch Klein-orkest. 7.50 Omroepdansorkest. 9.20 9.50 Volksliederenconcert. 11.20 en 12.35 Om roepdansorkest en Josef Preissler met zijn solisten. 1.30 Populair concert. 3.20 Omroepor kest en solist. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.35 Concert. 7.30 Instrumentaal concert. 8.20 Gra mofoonmuziek. 9.35 Omroeporkest. 10.3511.20 Omroepkleinorkest, Stuttgarter Volksmusik, solisten en pianoduo. BRUSSEL 322 !M. 12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 en 1.30 Het Omroepkleinorkest. 1.502.20 Gramofoonmu_ ziek. 5.20, 5.40 en 7.23 Gramofoonmuziek. 8.20 Gramofoonmuziek. 9.20 Het Omroepsympho- nie-orkest en gemengd koor. 10.30 Vervolg concert. 10.5011.20 Gramofoonmuziek. BRUSSEL 484 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 1.00 en 1.30. Het omroeporkest. 1.502.20 en 5.20 Gramofoon muziek. 6.35 en 7.35 Gramofoonmuziek. 8.20 Het Omroeporkest en gramofoonmuziek. 9.35 Vervolg concert. 10.3011.20 Het omroepdans- DEUTSCHL.4NDSENDER 1571 M. 7.30 Barnabas von Geczy en zijn orkest en solisten. 8.30 Het Omroeporkest. 9.20 Berichten 9.50 Fluit en piano. 10.05 Berichten. 10.20—» 11.20 Barnabas yon Geczy en zijn orkest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 7