OVERSTROOMINGEN OP CELEBES.
De Sprong in het Leven
Geweldige overstroomingen op het eiland Celebes hebben aan de kolonisatie te Mapili voorloopig een einde gemaakt,
daar honderden huizen en tientallen bruggen door het alles vernielende water zijn weggespoeld. Een triest beeld van
de verwoesting
Een hinderlijk verkeersobstakel zal binnen afzienbaran tijd verdwijnen, wan
neer het nieuwe viaduct bij het in aanbouw zijnde Amstel-station in Amster
dam Oost gereed zal zijn gekomen, waarmede de overweg-misèie bij den
Omval geëindigd zal zijn
Dr. J. van der Lee, conservator aan
de Ned. Handelshoogeschool te Rot
terdam, is benoemd tot directeur van
het Station voor Maalderij en Bakkerij
te Wageningen
Miss Cecilia Colledge in actie tijdens
de wedstrijden om het Engelsch kam
pioenschap schoonrijden te Wembley
De oude Amsterdamsche vischhallen aan de Nieuwmarkt worden
afgebroken, waardoor het fraaie Waaggebouw weer beter tot zijn
recht zal komen
Hr. Ms. mijnenlegger-instructievaartuig „Willem van der Zaan", voor rekening
van het departement van Defensie bij de Ned. Dok Mij. te Amsterdam in
aanbouw. Het schip op de helling gereed voor de tewater lating
FEUILLETON
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA.
26)
„Ik weet het al. Je hebt je antwoord klaar.
Jullie mannen zijn alle zoo onfeilbaar, dat jullie
een vrouw een misstap niet vergeven kunt.
„Ik kan je je misstap zeker vergeven. Ik ver
geef je je misstap Irene. Maar
„Maar
„Ik begin er niet meer aan. Je hebt me zoo
duidelijk getoond, waar het je om te doen is
geweest. Daar was mi»- <"wnel van eigenwaarde
niet tegen bestand. Indien er nog een greintje
liefde bij mij overgebleven was, had ik je een
kans gegeven. Nu
„Zijn die gevoelens alle gedood doormijn
zwakheid".
„Juist, Irene, zoo is het".
„Dus je wilt me werkelijk geen kans meer ge
ven? Ook niet als ik je beloof
„Spaar je woorden en je moeite, Irene. Mijn
antwoord is onherroepelijk. Neen".
Zijn toon was nogal scherp geweest. Irene's
woede en teleurstelling kregen de overhand.
„En dat antwoord geef je me slechts, omdat
nu een ander mijn plaats heeft ingenomen, niet
waar! Een blonde juffrouw! De eerste de beste!
Neen. laat mij uitspreken. Op mij wil je afge
ven. Mij wil je veroordeelen! En wat doe jij?
Derik je. dat men je niet gezien heeft? En dat
ik niet weet, dat je haar hebt leeren chauffee-
ren, in de Kieviet? Je vergeet hoe klein Den
Haag is. Hoe durf je mij een proces aan doen,
jij, die mei een ander uitgaat, nog voordat je
gescheiden bent. Als ik daarmee voor den dag
kom
„Irene, nu is het genoeg. Ik wensch hier niets
verder over te hooren. Jij hebt je kans gehad. Je
hebt je kans vergooid. Dat is alles wat jou aan
gaat. Wat ik verder mijn leven doe, gaat mij al
leen aan".
„En denk je heusch, dat ik goedschiks mijn
plaats zal afstaan aan een typiste die uitgaat
met heeren. die haar op straat opwachten...."
Verschuur was op haar toegesprongen.
„Wat zeg je daarHoe zit dat in elkaar
ze is dus opgewachtop straat aangespro
ken.... Dat was dus een uitgemaakt zaakje
tusschen Totulescu en jou. Wat wilden jullie
van haar? Wat zit daar achter?"
„Ach, wind je toch niet zoo op. Den eersten
keer, dat Totulescu het haar gevraagd heeft, is
ze meegegaan
„Dus dan zitten jullie er toch achter. Nu begin
ik het te begrijpen".
Verschuur's stem klonk heesch. Hij pakte
Irene bij een schouder.
„Ik zal er wel achter komen. Maar denk er
aan, dat ik jullie alles betaald zal zetten!"
„Waarom maak je er feitelijk zoo'n drukte
om", vroeg ze scherp, zich onder zijn greep uit
werkend.
„Omdat ik.zij.
„Je wilt haar trouwen.
„Als je het dan beslist weten wilt: Ja!"
„Goed, mijnheer Verschuur! Goed, trouw haar
Als je maar niet denkt, dat jé met mij hebt af
gedaan".
Ze draaide zich om en ging heen.
Nadat Irene de deur achter zich dichtgesla
gen had, liet Verschuur zich in zijn stoel vallen.
Zoo, dat was het dus geweest! Hij had geoor
deeld naar dat, wat hij gezien had. Nu wist hij,
dat hij te haastig geweest was. Hij had haar
eerst moeten hooren. Of Furné! Natuurlijk. Dat
was het. Daar zat iets achter, wat Furné wist.
Vandaar dat telefoongesprek en Furné's onbe
grijpelijke houding.
Verschuur draaide het nummer.
„Hallo Furné, ben jij daar? Hiei Verschuur!
stoor ik je.neendat is goed.Ik moet
je sprekenGeef me even antwoord op een
vraagis Elvi op de een of andere manier
in de zaak metmijn vrouw en Totulescu
betrokken.... jahallohalloben je
daar nogspreek dan toch, kerel.... zie je
dan niet.
„Ja, ik ben er nogmaar ik.
„Antwoord me dan.Is Elvi.
„Om eerlijk te zijn. Verschuur, ik weet niet,
wat ik je op dit oogenblik moet antwoorden
„De waarheid manIs Elvi
„Ik wil je de waarheid zeggen, maar niet door
de telefoon. Kom straks even bij me, maar zorg,
dat je in dien tusschentijd een beetje kalmer ge
worden bent".
„Goed, ik kom direct naar je toe".
„Op dit uur! Beste kerel, dat doe je me niet
aan. Ik ga eerst eens een hapje eten. Om half
drie ben ik voor je te spreken".
„Uitstekend!"
„Maar één ding wil ik je in ieder geval nu
nog even vertellen. Bijzonder pienter ben je in
de geheele zaak niet geweest, waarde cliënt!"
„Niet pienter? Hoe dat?"
„Als je de waarheid eens kort en bondig we
ten wilt.Verschuur, je bent een ezel!"
Het is soms een geweldig voordeel, dat de
techniek langzaam voortschrijdt. Er is geen twij
fel aan, dat binnen de televisie met telefoon
verbonden zal worden.
Was dit op het oogenblik reeds het geval ge
weest, dan zou de heer Verschuur aan den an
deren kant ooggetuige geweest zijn van een ge
beurtenis, die waarschijnlijk als een unicum in
de geschiedenis van advocaten en secretaressen
beschouwd kan worden.
Terwijl dit met horten en stooten gevoerde ge
sprek zich afwikkelde, zat Elvi aan haar klein
dictaattafeltje, beurtelings rood en bleek wor
dend, als verstijfd toe te hooren. Dat was op
zichzelf nog niets. Maar indien Verschuur had
kunnen zien, wat er daarna gebeurde, had hij
waarschijnlijk zijn oogen wijd opengespalkt.
Want op het oogenblik, dat Furné den hoorn op
den haak kwakte, vloog Elvi overeind, naar hem
toé, hem om den hals om een hartelijke kus op
Furné's niet bepaald onwillige wangen te plaat
sen.
Daarop was ze verdwenen. Haar chef keek
haar na, glimlachte en dacht:
„Nu, dat was in ieder geval geen onaardig
voorschot op mijn honorarium'"
XVIII.
Reginald Lloyd's Tournée door Amerika was
een voortdurend haasten en jachten. Maar een
haasten en jachten van succes tot succes.
Het was de derde keer, dat hij in Amerika
kwam en zijn naam was daar nu ook bijna even
bekend als in Engeland.
Hij was thans tien weken op tournée en hij
had in dien tijd zooveel aanvragen en verzoeken
om verlenging ontvangen, dat Mr. Hamilton, zijn
impresario, zich de haren uit het hoofd trok,
omdat Lloyd nog altijd weigerde een nieuw
contract met hem af te sluiten, Duizenden dol
lars gingen op deze manier verloren.
Wat bezielde dien Lloyd toch?
Hamilton begreep er niets van. Hij wist wel,
dat Lloyd reeds lang een rijk man was, maar
welk rijk man laat nu zulke kansen loopen?
Juist hadden ze in het Olympic Hotel in
Washington hun intrek genomen, waar hen, zoo
als gewoonlijk, een stapel post wachtte.
Vertwijfeld had Hamilton drie nieuwe aan
vragen weggelegd, die bij Lloyds koppigheid toch
weer tot niets zouden leiden.
Ondertusschen zat de persoon in quaestie in
zijn kamer en maakte haastig maar toch voor
zichtig een groot pakket open, dat zijn Engel-
sche uitgever hem gezonden had.
Eindelijk had hij het eerste exemplaar in han
den van zijn boek „The Laughing Sorrow".
Hij bekeek het van alle kanten, legde het op
de tafel, trad een paar stappen terug en bekeek
het opnieuw.
Ja! De indruk was goed! De door hem zelf
ontworpen omslagteekening gaf aan het boek
een rustig, voornaam karakter. En de uitgever
had bovendien erg zijn best gedaan. Papier en
druk lieten niets te wenschen over. Alles was
precies zoo geworden, als hij het gewenscht had.
Hij nam het boek op, ging er mede naar zijn
schrijftafel, legde het daar neer, nam een van
de vellen schrijfpapier en begon te schreven:
Hij verscheurde het eerste en het tweede vel.
„Alles veel te lang! Misschien is zij er niet
eens meer op gesteld, mijn boek te ontvangen!
dacht hij.
De derde brief lukte. i 5
Zeer geachte, mej. Furné,
U verzocht mij eens u te waarschuwen,
zoodra er een boek van mij verschijnt. Dit
is nu gebeurd en ik heb het genoegen u het
eerste exemplaar toe te zenden. Moge het u
minder teleurstellen, dan destijds de schrij
ver het heeft gedaan.
Met de meeste hoogachting,
Reginald Llcyd.
Er was een haast niet te onderdrukken ver
langen in hem aan den brief woorden toe te
voegen, die persoonlijker, warmer waren. Maar
hij deed het niet. Hij wilde slechts den weg voor
haar banenvoor het geval dat zij nog wen
schen mocht, dezen weg te gaan. De rest zou van
haar uit moeten gaan.
Hij vouwde den brief op, legde hem in het
boek, maakte er een pakket van en bracht het
zelf naar het postkantoor, op de twaalfde ver
dieping van het hotel.
Angela was moe, maar trotsch thuisgekomen
Vliet-Lans was tevreden met haar geweest Nog
een paar vlieguren en zij zou haar brevet kun
nen halen.
Ze kon weliswaar niet meer de eerste Holland-
sche vliegster worden, want daarvoor had de
knappe dochter van een Delftsch professor,
reeds gezorgd. Maar daarom was het haar ook
niet te doen geweest.
Eerst had het vliegen voor haar min of meer
een middel moeten zijn om haar rekening met
haar vader, over Risotta te vereffenen. Maar
na haar avontuur met Lloyd was het een be
hoefte voor haar geworden. Zij had afleiding
noodig gehad en had die door het vliegen ook
gevonden.
(Wordt vervolgd).