FEEST TE SCHEVENINGEN. De Sprong in het Leven H. M. de Koningin was bij de feeste lijke herdenking van den landing van den Prins van Oranje te Scheveningen Woensdag persoonlijk tegenwoordig en sloeg de reconstructie van het historisch gebeuren met belangstelling gade Een scène uit het historisch tooneelstuk, dat te Scheveningen is opgevoerd in verband met de herdenking van den 125sten verjaardag van Neerlands Onafhankelijkheid De traditioneele St. Lucia-markt te Beek (L.) genoot ook dezen keer weer veel belangstelling. Een overzicht van de drukte Neville Chamberlain, de Engelsche premier, tijdens de rede, welke hij uit sprak op het diner van de buitenland- sche persvereeniging te Londen Het drie-jarig zoontje van commandant Von Frytag Drabbe stak Woensdag de eerste spade voor de nieuwe Van Genth-kazerne van het korps mariniers te Rotter dam De tenor Julius Patzak hield Woensdag met het Concert gebouw-orkest repetitie te Amsterdam. V.l.n.r.prof. dr. Willem Mengelberg, Julius Patzak, Annie van Wickevoort Crommelin en Herman Schey Het stoffelijk overschot der heeren A. van der Sijde en A. Becking, slachtoffers van de ramp van de „Ekster", is Woensdag op „Zorgvlied te Amsterdam ter aarde besteld De feestelijke herdenking der landing van den Prins van Oranje in 1813 te Scheveningen had Woensdag met groote plechtigheid plaats, waarbij de ontvangst van den Prins door de Scheveningsche bevolking het hoogtepunt vormde. De reconstructie van het historische feit FEUILLETON Oorspronkelijke Ncderlandsche roman door FELICIA CORDEA. 27) Ze reed Risotta in de garage, stalde haar naast de Mercedes van haar vader, waardoor ze er uit zag als een haringlogger naast de Staten dam, mompelde minachtend „idioot" en ging naar boven naar haar zitkamer. Hé! Wat lag daar voor een pakje op haar schrijftafel? Afzender.Het Olympic Hotel in Washing ton? Wat ter wereld kon de directie van het Olympic Hotel in Washington haar te zenden hebben? Ze maakte het pakje open. „The Laughing Sorrow" bij Howard Carring- ton. Het lachende leed.van een schrijver, wiens naam ze nooit gehoord had? Howard Car- ringtonWie was in hemelsnaam Howard Carrington? Ze opende het boek. Een brief fladderde er uit en viel op den grond. Ze raapte hem op. Eén blik en Angela verbleekte tot aan de lip pen. Hoe ze in den leunstoel gekomen was, kon ze zich later niet meer herinneren. Daar zat ze en staarde op het papier, waarop de letters een wil den dans uitvoerden. Zeer geachte mej. Furné U verzocht mij eens, u te waa**schu m, zoodra een boek van mij verschijnt. Dit is nu gebeurd en ik heb het genoegen u het eerste exemplaar toe te zenden. Moge het u minder teleurstellen, dan destijds de schrijver het heeft gedaan". Met de meeste hoogachting, REGINALD LLOYD. Reginald LloydHoward Carrington! Angela wischte haar oogen af, maar de letters wilden niet duidelijker worden. Zou ze nu maar niet even eerlijk uithuilen? Even haar hart uit snikken om den man, dien ze zelf van zich af had geduwd, en naar wien ze toch onophoudelijk verlangd had? Angela snikte. Eerlijk en onomwonden, veeg de haar oogen af en las den brief nog eens. Toen snikte ze opnieuw. Daarna begon ze het boek te lezen. Het eerste, wat ze zag, waren een paar inleidende woorden van de uitgevers: Toen wij het manuscript van dit boek aannamen, was de schrijver voor ons een onbekende. Daarna ontvingen wij de tee- keningen, die in het boek zijn opgenomen. Zooals het met ons het geval geweest is, zullen deze teekeningen ook aan velen van zijn lezers verraden, dat de schrijver reeds lang een bekend figuur in onze artistenwe- reld is, al is hij er tot nu toe ook onder een geheel anderen naam en in een geheel an der vak werkzaam geweest. Wij allen hebben reeds met hem gela chen, werden door hem ontroerd, maar voor alles, hebben wy hem gewaardeerd als een kunstenaar met een diep, menschelijk ge voel. Deze eigenschap heeft hij ook aLs schrij ver bewezen. DE UITGEVERS. Angela legde het boek niet neer, voordat zij het uitgelezen had. O, die uitgever had geijlk gehad! Uit „The Laughing Sorrow" sprak niet alleen scherpe menschenkennis, maar ook diepe menschenlief- de. De man, die het geschreven had, zag de groote en kleine fouten van zijn medemensehen, zette er puntige sarcastische lichtjes bij en. bleef toch altijd menschenvriend. Dat was het, wat het boek zoo buitengewoon aantrekkelijk maakte. Uit dit boek was de mensch Lloyd voor haar opgerezen, zooals zij gehoopt had, dat hij zou zijn en zooals ze reeds gevoeld had, dat hij in werkelijkheid was. Nu had hij het haar bewezen. Wat had zij zich feitelijk aangematigd, hem zulk een boodschap te sturen, omdat hij toeval lig variété-arist was?! Alleen op den mensch, den man, die achter dien artist schuilde, kwam het aan. En Lloyd was een goed mensch. Dat had ze ook tijdens de beide korte keeren, dat ze samen geweest waren, gevoeld. O, hoe had ze ooit zoo onrechtvaardig tegen hem kunnen zijn? Beleedigd door iets, wat nooit een beleediging zijn konzelfs, indien hij niet van plan geweest was haar op de hoogte te brengen van zijn beroep. Bovendienze ge loofde allang niet meer dat hij dit niet van plan geweest was. Hij had er eenvoudig geen gele genheid toe gehad. Hoe dikwijls was zij niet reeds naar haar schrijftafel toegegaan, om hem te schrijven, dat ze een domoor geweest was en dat ze zich over de domme boodschap, die ze hem toen gestuurd had, schaamde. Maar ze had het toch niet ge daan. Niet, omdat haar trots het niet toeliet. O, neen, zoo was Angela Furné niet. In haar was een sterk sportief en ridderlijk gevoel, dat haar nooit beletten zou een begaan onrecht te her stellen. Een andere gedachte had haar echter gehin derd. Of hij er nog wel prijs op stelde, dat zij hem dit schreef! En voortdurend had zij gehoopt een teeken van hem te ontvangen, dat dit wel het geval was. Nu was dit teeken gekomen. Hij had haar zijn boek gezonden. En niet slechts zijn boek, maar het eerste exemplaar van zijn boek, dat men toch zeker alleen zendt aan den persoon, die. Angela bloosde diep bij deze gedachte. Wat hinderde het, dat zijn briefje kort en terughou dend was geweest? Hij had haar het eerste exemplaar van zijn boek gezonden. Een paar uur later vertrok van Den Haag naar Amerika een brief, waarin Angela Furné een groot gedeelj^ van haar hart uitgestort had. Niet alles natuurlijk, want er zijn altijd dingen, die men niet op papier zetten kan. Toch bevatte de brief heel veel uiterst be langrijke dingen, zooals bijvoorbeeld, dat ze dwaas geweest was, dat ze bovendien dom ge weest was en dat ze zich dien avond belachelijk had aangesteld, dat ze buikspreken niet alleen interessant, maar bovendien erg mooi vond. En nog veel meer intelligente opmerkingen. Deze brief bereikte Reginald Lloyd natuurlijk niet meer in het Olympic Hotel in Washington, want zijn tournee ging door en de brief was nog op zijn zwerftocht, toen Lloyd reeds rustig in Londen was en avond aan avond in de „Alham- bra" stormen van succes oogstte. Het geweld, waarmede Irene de deur van Verschuurs kamer dichtwierp, was een zwakke afschijn van haar gevoelens. Het strakke, kleurlooze gezicht, de vast op eengeklemde lippen, de korte gejaagde ademha ling verrieden den storm, die in haar woedde. Met snelle, driftige passen liep ze het grind pad af, langs de ingepakte stamrozen, tot ze de straat bereikt had. Ook daar vertraagde ze haar tred nog niet. Ze liep verder, langs de rustige, stille lanen van Zorgvliet, zonder er op te letten waar ze ging. Dit was de tweede keer dat ze zijn huis op deze manier had moeten verlaten. Die toon! Die zekerheid, waarmee hij haar zijn laatste woorden in het gezicht geslingerd had. Dit kon ze niet slikken! Er uit gegooid had hij haar! Ja gegooid! Duidelijker en directer dan wanneer hij haar bij haar kraag gepakt en de deur uitgezet. Wat nu? Maar ze moest kalm zijn! Rustig! Zoo kon ze niet denken. En het was dringend noodzakelijk, dat ze nadacht, om t achter te komen wat er nu gedaan moest worden. Hoe stond de zaak nu feitelijk? Irene vertraagde haar stap, zag een bankje staan en ging er op zitten. Het huwelijk, dat ze indertijd zoo handig tot stand gebracht had, was ineen gestort. Door haar eigen schulddat stond vast. Op een verzoening met haar man, om weer tot een dragelijk naast elkaar leven te komen, had ze in werkelijkheid niet al te vast meer ge rekend. Maar wel om uit deze schipbreuk nog iets voor zichzelf te redden. De wet stond op de zijde van de vrouw, als haar gedrag door den beugel kon, dus ook in het geval, als haar man niet kon bewijzen, dat het niet door den beugel kon. Verschuur kon dit echter wel bewijzen, want hij was in het bezit van de verwenschte brieven. Toen Totulescu haar zijn plan uiteenzette, om een poging te doen, deze bewijsstukken in han den te krijgen, had zij hem daartoe niets in den weg gelegd, ofschoon ze dadelijk het vage gevoel gehad had, dat dit niet de manier was om iets te bereiken. Maar ze had op dat oogenblik zoo gauw geen betere manier geweten. Hoe langer ze er echter over nadacht, hoe dui delijker het haar werd, dat de kans, die hij had, om met zijn plan te slagen, zeer gering was en dat hij bovendien bij een eventueele mislukking er van, haar vooruitzichten ernstig zou moeten schaden. En toen dadelijk daarna kennissen haar, met een voor de gelegenheid passend leedvermaak verteld hadden, dat ze Verschuur in zijn auto gezien hadden in gezelschap van de zeer knap pe, blonde secretaresse van Mr. Furné, werd ze zich dubbel bewust van het gevaar, dat in To- tulescu's plan schuilde. Toen er, tot overmaat van ramp nog een brief van haar advocaat gekomen was, waarin stond, dat Verschuur zijn geduld begon te verliezen besefte ze, dat het tijd werd, dat ook zij bij dit schaakspel een zet ging doen, Dat waren de overwegingen, die haar tot het bezoek bij Verschuur hadden doen besluiten. Ze had de stoute schoenen aangetrokken in de •-age hoop. door een persoonlijk onderhoud met hem iets te hereiken. Deze hoop was nu vervlogen. En ook dit keer door haar eigen schuld. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10