PER AUTO EN BOOT DOOR ZUID-AFRIKA. Litteraire Kantteekeningen. Het goud van rijpend koren. Rhodes' graf boven in een steilen granietheuvel in de Matopobergen. Dr.W. G. N. VAN DER SLEEN Wij zwerven nog steeds door de Matopo Hills, de prachtige reeksen van granietkopjes iiii Zuiden van Bulawayo. Het is een wild, ro mantisch uitziend terrein met merkwaardige ['anten, zooals euphorbia en aloë, en merkwaar de menschen, zooals de vroegere Boesmans en tegenwoordige nakomelingen der Matabelen. loopen verscheidene wegen en paden door dit •errein, maar het is moeilijk genoeg en je moet ;ver allerlei padvinderslisten beschikken, wil je c goed door komen. En het is geen wonder, ui Sir Baden Powell, de Chief, de opperste sdvinder, in zijn jonge jaren in dit land ver evende, hier de groote waarde leerde zien van teil padvindersbeweging en naar aanleiding van lijn werken in deze streek de Boy Scouts bewe- 'ig in het leven riep. De Matopo Hills vor- de bakermat der padvinderij. De groote rj!owegen, die er door loopen, per auto berijd- ;,jre landwegen eigenlijk, concentreeren zich ijls op één punt, The World's View. Daarheen jhten ook wij het stuur en parkeeren onze sügens op een kampeerplek onder aan een groo- heuvel. Een voetpad leidt omhoog, eerst 'icor licht kreupelhout, dan al spoedig over de Sale rots, hooger en hooger, totdat blijlct, dat het ons regelrecht omhoog voert naar een der j hoogste, volkomen gladgeschuurde granietheu vels van dit merkwaardige land. Boven op den top liggen een aantal groote steenen zoo van de afmetingen van een behoorlijke huiskamer. Moeizaam klauteren we omhoog langs het steile pad. Boven op den top,, juist tusschen de groote jieenblokken in, is een groeve in het graniet uitgehouwen. Daar rust onder een koperen piaat het gebeente van Sir Cecil John Rhodes, lie zelf bij zijn leven deze laatste rustplaats uitzocht. Vorstelijker begraafplaats laat zich least niet denken. Toch ligt Rhodes er niet al lien, Even lager op een hoek van het plateau ;:t het graf van Sir Starr Jameson, ons maar te goed bekend door zijn inval in de Trans vaal, en even verder verrijst een de geheele om- jwing ontsierend wit steenen massagraf, waar- ide leden der Shanganipatrouille zijn ter aarde esteld. Dit alles volgens den wensch van Sir bodes, Een Empire-Buikier. Wie was deze merkwaardige man, wiens naam ail land draagt en wiens standbeeld prijkt in al sin groote steden? Zijn beeltenis zagen we het eerst in Kimberley. Hij is reeds op betrekkelijk 'jaigdigen leeftijd naar Afrika gekomen en den iersten tijd werkzaam geweest als tabaksplanter is Natal. Daar werkte hij toen de diamantvel den van Kimberley werden ontdekt en hij trok s per ossenwagen heen, zooals bijna iedereen in dien tijd. nog reisde. Hij werkte zich daar al spoedig op tot een der eersten en maakte vooral saam en fortuin, door den geheelen diamant handel in één hand te brengen, waardoor het mogelijk werd, de markt te controleeren en de prijshoudend te maken. Rhodes was echter iet tevreden met het groote fortuin, dat hij bij een bracht. Zijn wenschen gingen veel verder. Bij was echt wat de Engelschen noemen een Lmpire-Builder, een dier geesten, wien niets te is, warfneer het Engelsche imperium daar- óoorkan worden vergroot en versterkt. Hij was 'Olmoed begonnen aan de verwezenlijking van tai zijner droomen, namelijk den geheel-Engel- Kheti weg overland van Caïro naar Kaapstad, faaraan ontbrak nog een belangrijk stuk tus schen Nyassaland bij de bronnen van den Nijl in Kimberley, waar hij zelf zat. Bechuanaland stond reeds onder Britsche bescherming, maar Bortugeezen en Duitschers keken elkaar al lang aan over het stuk tusschen de Limpopo !an de noordelijke grens van Transvaal en de lambesi. Daar dreigde gevaar voor de Kaap- Caïro verbinding en Rhodes trachtte de Engel sche reegering te bewegen, in te grijpen. Deze hsd echter reeds genoeg te stellen met andere ender Britsche vlag staande gebieden en wilde i«n openlijke actie tegen Duitsche bedoelingen. Maar toen Rhodes een Britsche Zuid-Afrikaan se Compagnie wist op te richten, gaf Enge- Sd graag toestemming en een aantal kolonis- trokken over de Limpopo het gebied, der abelen binnen. Daar heerschte in die tijden engula, die zijn hoofdkraal had bij het te- senwoordige Bulawayo. Zooals in die tijden zoo ';aak gebeurde, gaf hij het land der Mashona's, waarover hij niets te zeggen had, weg aan de British South Africa Company en sloot een ver lag van vrede en vriendschap met de Engel- Se kroon. Kolonisatie. De Engelschen trokken in noord-oostelijke richting op en begonnen hun kolonisatie en ex ploitatie in de buurt van Fort Victoria bij Zim babwe, en Salisbury. De Matabelen, nakomelin gen der Zoeloes van Cetewayo en Dingaan, wa ren echter nog steeds sterk militair georgani seerd en voor onderhoud dezer organisatie moest er af en toe eens gevochten en geplunderd en poofd worden. Dat moesten dan de arme Mas sa's ontgelden. De Engelschen veinsden ze te willen beschermen en de Matabelen-oorlog brak oit. Door de vereenigde troepen en kolonisten werden de sterkste regimenten van Lobengula plagen en de vorst vluchtte na eerst zijn kraal te hebben verbrand. Op de plaats daarvan staat Du Bulawayo. Bij de achtervolging werd een groep verken- Ders onder majoor Wilson van de hoofdmacht afgesneden door sterken was der rivier en na langdurigen strijd geheel vernietigd. Ddt was de Shanganipatrouille, die naast den grooten Rho des op World's View mag rusten. Lobengula werd later verslagen en vluchtte over de Zam besi, waar hij en zijn volgelingen te gronde gin gen aan pokken en koorts. Daarmee was de oor log ten einde, maar de vrede zou niet lang du ren. Allerlei plagen kwamen over het land. Groote droogte deed alle oogsten mislukken, sprinkhanen vraten het beetje gras, dat nog groeien wou, kaal en toen kwam als derde groote ramp de runderpest, die den veestapel vrijwel geheel vernietigde en van de rijke Matabelen straatarme bedelaars maakte. En wanneer nu een dergelijk volle door zijn priesters hoort be weren, dat al die ellende veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van den blanken man, dan worden zulke woorden graag geloofd. En dat beweerde de priester van den Mlimo of regen god in de heilige grot van het orakel vernomen te hebben. Gelukkig werd de opstand gebrek kig voorbereid. In een schaars bevolkt land als het Rhodesia van 1895 zou het vrij eenvoudig geweest zijn, alle blanken in één nacht om te brengen. Maar de opstand brak hier en daar te vroeg uit. Wèl zeer onverwachts, en de groote De granieten koepel baadt in het laatste licht van den scheidenden dag. De lucht is den ge heelen dag bewolkt geweest, maar het lijkt wel of de zon in het laatste kwartier zooveel moge lijk schade wil inhalen. Goud kleurt den heelen westerhemel en een gouden gloed doet den heu vel en de bizarre steenen bovenop blinken in een onwaarschijnlijk licht. Een gouden vuurzee lijkt het, vier vijf, zes minuten. Dan dooft het vuur. Het goud verdwijnt, De koude granieheu- vel met het graf bovenin den top blijft. Kim berley en zijn diamanten, Rhodesia en het goud van Zimbabwe.... Wij kennen de geschiedenis van den Boerenoorlog, waar het om goud en diamanten ging. Veel goud komt er niet uit Rho desia. Maar Rhodes is er zelf op groote schaal begonnen met irrigatie, en wanneer de be- vloeiïng werkelijk goed mogelijk is, zal dit land nog vele tienduizenden handen werk kunnen geven en vele tienduizenden monden kunnen voeden. De droom 'van het werkelijke goud is tot nu toe niet bewaarheid, verdwenen als het goud van den zonsondergang, maar het goud van rijpend koren komt ieder jaar over de goed bevloeide akkers terug!Doch er was nog een droom. Die van den grooten Engelschen weg van Zuid naar Noord door heel Afrika heen. Op elke kaart van Bulawayo staat aangegeven de richting van de Great North Road, de groote weg naar het Noorden. Het is dat karrespoor, dat naar Livingstone leidt. En iedereen weet, dat, als je werkelijk per auto de noordkust van Afri ka bereiken wilt, je over Algiers moet gaan door den Congo, omdat langs den Nijl, een gebied dat al zoolang onder Engelschen invloed staat, nog steeds geen bruikbare autoweg gemaakt is. Maar Rhodes maakte Rhodesia, en vele klei nere geesten trachten het levenswerk en de le vensgedachte van den grooten man voort te zet ten. Met succes? De tijd zal het leeren, maar wij keeren den Great North Road voorloopig den rug toe en gaan liever huistoe over Kaapstad. Eigen lijk wel jammer, want Rhodes' droom is be waarheid. Mén kan tegenwoordig over gebied, waar óf de Engelsche vlag waait, óf Engeland belangrijke medezeggenschap in zaken heeft, van Kaapstad uit Caïro bereiken. Meestal leunt Matabelenkraal voor een granietheuvel in de Matopobergen, Schweitzer vertelt. Verhalen uit Afrika. Haarlem H. D. Tjeenk Wil link en Zn. Dr. Albert Schweitzer, medicus, musicus en nog wel het een en ander meer, doch boven al een goed mensch, is in ons land bij velen bekend en wordt er om zijn veelzijdigen arbeid hoogelijk gewaardeerd. De aardige Afrikaansche vertellingen uit zijn arbeidsveld als leider van zijn ziekenhuis bij Lambarene, door J. Eigenhuis uitstekend vertaald, zal men dan ook met veel genoegen lezen.' En dat wel meer nog om de fijne men- schelijkheid van den schrijver, dan om litte raire schoonheid van den vorm, welke laatste hier ook niet bedoeld werd te bereiken. Het boek leest prettig, in gave, onopgesmukte zin nen en dat kan men vaak nog niet eens van wat als litteraire kunst wordt aangediend zeggen. Op de plaats waar thans Schweitzer zijn zie kenhuis heeft woonde tusschen 1860 en '70 Trader Horn, die in het land van Gabon, ach terland van de Ivoorkust, in die jaren een om zijn stoutmoedigheid beroemd geworden han delscampagne met de inlandsche stammen bedreef. Aan dien Trader Horn is Schweitzer's eerste en uitvoerigste hoofdstuk gewijd. Vaak moet hij denken aan hem, die voor zeventig- jaar op zijn plaats verblijf hield. „Als hij te- rugkeeren kon, dan zou hij de natuur onver anderd vinden. Nog immer slapen krokodillen met opengesperde kaken op de zandbanken en op boomstammen aan den oever. Nog im mer houden zich in het droge jaargetijde nijl paarden in het water op. Nog immer trekken pelikanen hun kringen in de lucht. Nog immer bedekt glanzend groen van ondoordringbare bosschen de eilanden en den oever en spiegelt zich in den bruinen vloed Over de curieus© wijze, waarop menschen als Trader Horn in hun tijd zaken met de inland sche stammen- deden, zijn reeds aardige dingen te boek gesteld: Schweitzer vertelt er onder houdend over na en dat de met rubber gevul de vaten, die naar Europa gestuurd waren, van daar terugkwamen gevuld met oude uni formen die als ruilobject moesten dienen, le vert wel een amusante illustratie op van wat de Europeesche pioniers van Mercurius in dien tijd onder handel verstonden. Doch uit den aard der zaak zijn Schweit- zers eigen belevenissen, als medicus onder de ongeciviliseerde stammen, nog interessanter wijl nog heden ten dage voorkomend en door hem met gevoel voor humor te boek gesteld. Met bijgeloof in wondermannen, toovenaars, taboe's enz. heeft hij nog dagelijks te kampen en het bevreemdt dan ook niet dat hij naast de medische hulp, die hij den inlanders brengt, ook de gezondmaking van hun geeest van het hoogste belang acht. De blanke blijft nog immer voor den zieletoestand van een patiënt staan als voor een gesloten boek. En dat is natuurlijk jammer. „Psychotherapie als com pleteering der louter medische behandeling is bij de wilden vaak nog veel noodzakelijker clan bij de blanken" zegt Schweitzer op pag. 88. Vooral hun angst voor de taboe's en de uit spraken van den fetischman werken vaak op wonderlijke wijze hun genezing tegen, doordat zij, tegen- de medische voorschriften in, dingen doen die hun noodlottig worden. Werkelijk trieste voorbeelden van de onmacht der medici daartegenover worden in dit boek aangehaald. Onschuldiger en veel aardiger zijn Schweit- zers verhalen over de naïveteit zijner zwarte vrienden. Toen eens een zendeling in de Lij densweek het leven van Jezus met de toover- lantaarn vertoonde, konden de toeschouwers zich bij het verschijnen van Judas niet meer beheerschen. „Ze sprongen op, balden de vuis ten en schreeuwden scheldwoorden en bedrei gingen door elkander. Voor hij met de vertoo- ning kon doorgaan, moest de zendeling hen eerst tot kalmte brengen". Men kan daarom glimlachen, maar is er zoo ^ULDM Woorden VAN DEN WEG!! moeilijkheid van ravitailleering en munitie-aan voer naar deze afgelegen streken werd vertien voudigd door het afsterven van den trekos, het eenig bruikbare dier voor het vervoeren van groote lasten in deze streken. Eerst moest met ezels een nieuw transportsysteem worden opge bouwd en toenToen kwam Rhodes en reed ongewapend met de witte vlag de Matopo's in, naar het .broeinest van de vijandelijkheden. Hij vroeg en kreeg een conferentie met de hoofden die echter niet zoo dadelijk te overtuigen waren van de onschuld der gehate vreemdelingen aan de groote plagen die het land hadden geteisterd. Rhodes verplaatste zijn kamp tot vlak bij de versterkte legerplaats der opstandelingen, de orakelgrot van den Mlimo-priester. Twee maan den .lang heeft hij daar geregeld met de hoof den geconfereerd en eindelijk van allen de be lofte van onderwerping gekregen. Tot 1923 was het land eigendom der Britsche Zuid-Afrikaan- sche Compagnie. Eerst toen werd het een En gelsche kolonie met volledig zelfbestuur. Onder- tusschen was in 1902 Rhodes gestorven en op zijn wensch in World's View. bij ge zet. ge zelfs uw reiswijze kiezen, naar uw smaak per auto of per trein reizen, maar enkele gedeelten der reis moeten nog per boot worden afgelegd, gedeelten over de groote meren van midden- Af rika en vooral een belangrijk traject op den Nijl. Dat zal natuurlijk ook binnen afzienbaren tijd veranderen. Maar je kunt mèt je eigen wa gen van Noord naar Zuid dwars door Afrika heen, al kun je er niet altijd in blijven zitten. Je kunt ook in Kaapstad een kaartje nemen naar Caïro en omgekeerd, maar dan liefst all inclusive, zoo'n kaartje waar alles is inbegrepen, niet alleen slaap- en restauratiewagen, maar ook eventueele bootreizen en hotels, daar waar overnachten noodzakelijk is. Goedkoop is het niet. Je wordt gereisd en er zijn menschen, die daarvoor een prijs van vele Engelsche ponden niet te hoog vinden. Of de doorgaande telegraaflijn, waaraan Rho des zooveel waarde hechtte en zulke énorme sommen besteedde, er ooit gekomen is, weet ik niet. Ze werd in elk geval achterhaald door de draadlooze verbindingen, die vooral van waar de zijn in landen, waar stormen en olifanten het onderhoud van een lijn vrijwel onbetaalbaar maken. Wanneer zal de K.L.M. ook den spoor weg er uit werken? (Nadruk verboden). De 2^2% geldleemngen van Haarlem. Bezwaar van het beleggingsfront. Zooals men weet heeft de gemeente Haar lem een geldleening uitgeschreven van f 2.055.000 rentende 21/2 Pet., duur 10 jaar, tegen een koers van 100 3/8 pet. Het A. N. P. seint ons thans uit den Haag: Naar. wij van de zijde van het overleg in -be leggingszaken vernemen, zullen de daarbij aan gesloten instellingen niet deelnemen aan de in schrijving op de leening Haarlem, welke op 15 December a.s. is opengesteld, aangezien de voor waarden daarvan niet voldoen aan de richtlij nen van het gesloten accoord. Hitier naar Dantzig? „Hoog bezoek" in de vrije stad aangekondigd. WARSCHAU, 13 Dec. Met hardnekkig heid houdt te Dantzig het gerucht aan, dat Hitier binnenkort een bezoek zal brengen aan de vrije stad. De huiseigenaren hebben aan zegging gekregen de gevels hunner huizen op te laten knappen „ter gelegenheid van het a.s. bezoek van een hooge persoonlijkheid". Indien het bezoek doorgaat zal Hitier, naar men meent te weten, niet komen als officieele persoon, doch als leider der nationaal-socia- listische partij. groot verschil in den geestestoestand van deze wilden en dien van de schouwburgbezoekers die vijftig jaar geleden de voorstellingen van den beroemden marqué Veltman in Amster dam bijwoonden, en die den braven burger, die Veltman was, bij het uitgaan van den schouw burg opwachtten om den „verrajer af te tui gen"? Dat een eerste gramofoon op de zwartjes een gansch anderen indruk zou maken dan de handelaar, die haar meebracht, verwacht had, was misschien te voorzien geweest. „Nauwelijks hoorden de lieden de stemmen uit het kastje klinken of ze raakten in een vreeselijke opwinding, sloegen het kastje stuk en gingen op den man los, die zijn heil in een overhaaste vlucht moest zoeken. Ze geloofden, de stemmen van de geesten hunner voorvade ren te hooren, die de blanke door tooverij in het kastje gevangen hield". Dat is later langzamerhand anders gewor den en nu is er haast geen dorp waar niet een aantal gramofoons de stilte der bosschen breekt. Dat zoo'n kastje praten en zingen kan is voor de zwartjes alweer iets gewoons gewor den, al begrijpen ze er niets van. Maar „de blanke is nu eenmaal slim" zegt Schweit zer's verpleger Jozef bij iedere gelegenheid. En de zwartjes zijn het op hun manier niet minder. Is het niet amusant zooals zij de eerste geologen, die in het binnenland op on derzoek uitgingen, bij den neus namen? Zij begrepen niet waarom die heeren almaar stee nen verzamelden, die ze in kistjes deden om ze daarna door de zwartjes berg-op, berg-af naar de havenplaats aan zee te laten dragen. Dat had toch geen zin! Zij gooiden daarom 's nachts die steenen weg en wandelden met de leege kistjes opgewekt eenige dagmarschen naar zee toe. In het gezicht van de haven vul den zij hun kistjes weer met steenen die langs den weg lagen en vonden dat ze dien grieze- ligen blanke met zijn steentjes-zoeken keurig bediend hadden. Ook aan die listigheden hoe naïef en on schuldig in wezen ook moest wel een eind gemaakt worden. Maar nog steeds blijft de blanke verrast door de hem zoo vreemde op vattingen en uitingen der zwarten. Men zal daar in Schweitzer's verhalen nog talrijke stalen van kunnen vinden, terwijl hij tevens niet nalaat op ongedachte aardige karakter trekken bij de door hem zoo goed gekende menschen te wijzen. Eén aardig boek dat in zijn simpelen trant velen genoegen zal geven. J. H. DE BOIS Het elftal van Schoten. V. 1. n. r.: Koomen, Klooster, De Kruyf, Van Riemsdijk, Hetum. Tweede lij: Zwart, v .cl. Eijkhof, De Ruiter. Dercle rij: Buter, Zonneveld, Schotman. Slachtoffers van de vliegramp teil grave gedragen. AMSTERDAM 14 December. Op dezen voorjaarsachtigen wintermorgen zijn op de be graafplaats Zorgvlied ter aarde besteld de stoffelijke overschotten van den K. L. M..-vlie- ger A. van der Seyde, als eerste instructeur verbonden aan de opleiding voor verkeersvlie gers, en van den marconist, A. A. G. Becking, twee der slachtoffers van de vliegramp, welke de vorige week in de nabijheid van Schiphol met het Lockheed-toestel „Ekster" is gebeurd. Terwijl het orgel een lied uit de Valerius' Gedencclanck „Schreit tranen uyt, schreit luy- de", ten gehoore bracht, betraden de aanwezi gen de aula, waar de beide kisten met het stof felijk overschot der twee jonge menschen stonden opgebaard bedekt met kransen en bloemen. De heer A. Plesman, directeur der K. L. M., hei'innerde er aan dat, nadat hier Van der Seyde en Becking aan de schoot der aarde zijn toevertrouwd, vanmiddag op Crooswijk te Rot terdam Schrey en Jadicker zouden worden bij gezet. Zwaar was voor de K. L. M. het verlies van deze vier medewerkers, die behoorden tot het beste type dat ons volle voortbrengt. Zij zou den een groote toekomst voor zich hebben ge had, zij waren Vol werklust en initiatief, doch waren steeds even bescheiden. De heer Ples man bracht woorden van troost tot de nabe staanden der slachtoffers, die wel bijzonder zwaar getroffen zijn. Misschien zou het voor hen een troost zijn, te weten, dat zij hun hart ten volle aan de luchtvaart verpand hadden en daar in volkomen bevrediging hadden gevonden. De leerlingen van de opleiding zouden hun instruc teur Van der Seyde in dankbaarheid blijven gedenken. De vader van Van der Seyde sprak vervol gens diep ontroerde woorden van afscheid tot zijn zoon. De heer L. A. de Lange, mede sprekende na mens den directeur van den luchtvaartdienst, herinnerde, namens de examencommissie voor zweefvlieginstructeurs, er aan, hoe Van der Seyde er in geslaagd was te bereiken, dat het zweefvliegen een onderdeel werd van de voor opleiding voor verkeersvlieger. De heer W. Broertjes, directeur van het Am- sterdamsche radioinstituut, noemde Anton Becking niet alleen een der beste leerlingen welke het instituut ooit had gehad, maar tevens een man met een gaaf karakter van wie het een rijkdom was hem gekend te hebben. Namens de Vereeniging van radio-telegrafis ten herdacht de heer Nelck Anton Becking. Tenslotte sprak Ds. Petri uit Dordrecht. Terwijl het orgel de treurmarsch van Handel speelde werden de beide kisten uitgedragen, gevolgd door de nabestaanden en overige aan wezigen, naar het gemeenschappelijke graf, waarin Van der Seyde en Becking naast elkaar werden bijgezet, Ds. Petri sprak een kort gebed uit, waarna de heer Van der Seyde Sr. dankte voor de belangstelling. DAMMEN. CLUBKAMPIOENSCHAP HAARL. DAMCLUB. De wedstrijden om de clubkampioenschap pen der Haarlemsche Damclub werden voort gezet. Hieronder volgen de uitslagen: Clubkampioenschappen 1937-1938. Hoofdklasse: P. J. van Dartelen remise met J. van Looij; Joh. Fabel remise met Ph. G. Amelung Jr. Clubkampïoenschappen 1938-1939. Hoofdklasse: H. van Lunenburg Jr. remise met G. Bakker; K. Olij wint van J. J. Groene- woud; P. G. van Engelen wint van D. Schrijne- makers. Eerste klasse: A. Smit wint van W. J. A. Matla; L. Kisch remise met J. Kuntze; I. Ris- seeuw remise met A. Miedema. Tweede klasse: Th. Warmerdam wint van J. Helmer; J. J. Koren wint van C. van Wage- ningen; W. Jonkhof remise met O. T. Glaser; J. M. Rutgers wint van J. Helmer; J. Merts remise met J. H. Spoor. DAMCLUB ZAANDAM—DAMCLUB HAARLTM. Voor de eerste klasse competitie van den Ned. Daimbond speelde de Damclub Haarlem te Zaandam met haar tweede tiental een wed strijd tegen het tweede tiental van de Dam- mlub Zaandam, die door de Haarlemmers werd gewonnen met 137. De uitslag is als volgt: Zaandam. Haarlem. J. H. Botterweg—J. Kartel 11 J. BruijnP. Mollema Jr. 02 C. G. Grabijn.H.' A. van Abs 11 J. van Veen—B. Gabriël 02 S. BosmanA. Russ 11 D. G. HaagoortL. P. Huges 02 A. Huisman—J. H. Burghout 02 A. S. BedetF. H. Verpoorten 20 J. RondR. Groos 20 F. de Groot—C. Bouwens 02 Totaal y13 Cecil Rhodesgraf en Rhodesia.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 3