PER AUTO EN BOOT DOOR ZUID-AFRIKA.
Litteraire
Kantteekeningen.
Het goud van rijpend
koren.
Rhodes' graf boven in een steilen granietheuvel in de Matopobergen.
Dr.W. G. N. VAN DER SLEEN
Wij zwerven nog steeds door de Matopo
Hills, de prachtige reeksen van granietkopjes
iiii Zuiden van Bulawayo. Het is een wild, ro
mantisch uitziend terrein met merkwaardige
['anten, zooals euphorbia en aloë, en merkwaar
de menschen, zooals de vroegere Boesmans en
tegenwoordige nakomelingen der Matabelen.
loopen verscheidene wegen en paden door dit
•errein, maar het is moeilijk genoeg en je moet
;ver allerlei padvinderslisten beschikken, wil je
c goed door komen. En het is geen wonder,
ui Sir Baden Powell, de Chief, de opperste
sdvinder, in zijn jonge jaren in dit land ver
evende, hier de groote waarde leerde zien van
teil padvindersbeweging en naar aanleiding van
lijn werken in deze streek de Boy Scouts bewe-
'ig in het leven riep. De Matopo Hills vor-
de bakermat der padvinderij. De groote
rj!owegen, die er door loopen, per auto berijd-
;,jre landwegen eigenlijk, concentreeren zich
ijls op één punt, The World's View. Daarheen
jhten ook wij het stuur en parkeeren onze
sügens op een kampeerplek onder aan een groo-
heuvel. Een voetpad leidt omhoog, eerst
'icor licht kreupelhout, dan al spoedig over de
Sale rots, hooger en hooger, totdat blijlct, dat
het ons regelrecht omhoog voert naar een der
j hoogste, volkomen gladgeschuurde granietheu
vels van dit merkwaardige land. Boven op den
top liggen een aantal groote steenen zoo van de
afmetingen van een behoorlijke huiskamer.
Moeizaam klauteren we omhoog langs het steile
pad. Boven op den top,, juist tusschen de groote
jieenblokken in, is een groeve in het graniet
uitgehouwen. Daar rust onder een koperen
piaat het gebeente van Sir Cecil John Rhodes,
lie zelf bij zijn leven deze laatste rustplaats
uitzocht. Vorstelijker begraafplaats laat zich
least niet denken. Toch ligt Rhodes er niet al
lien, Even lager op een hoek van het plateau
;:t het graf van Sir Starr Jameson, ons maar
te goed bekend door zijn inval in de Trans
vaal, en even verder verrijst een de geheele om-
jwing ontsierend wit steenen massagraf, waar-
ide leden der Shanganipatrouille zijn ter aarde
esteld. Dit alles volgens den wensch van Sir
bodes,
Een Empire-Buikier.
Wie was deze merkwaardige man, wiens naam
ail land draagt en wiens standbeeld prijkt in al
sin groote steden? Zijn beeltenis zagen we het
eerst in Kimberley. Hij is reeds op betrekkelijk
'jaigdigen leeftijd naar Afrika gekomen en den
iersten tijd werkzaam geweest als tabaksplanter
is Natal. Daar werkte hij toen de diamantvel
den van Kimberley werden ontdekt en hij trok
s per ossenwagen heen, zooals bijna iedereen
in dien tijd. nog reisde. Hij werkte zich daar al
spoedig op tot een der eersten en maakte vooral
saam en fortuin, door den geheelen diamant
handel in één hand te brengen, waardoor het
mogelijk werd, de markt te controleeren en de
prijshoudend te maken. Rhodes was echter
iet tevreden met het groote fortuin, dat hij bij
een bracht. Zijn wenschen gingen veel verder.
Bij was echt wat de Engelschen noemen een
Lmpire-Builder, een dier geesten, wien niets te
is, warfneer het Engelsche imperium daar-
óoorkan worden vergroot en versterkt. Hij was
'Olmoed begonnen aan de verwezenlijking van
tai zijner droomen, namelijk den geheel-Engel-
Kheti weg overland van Caïro naar Kaapstad,
faaraan ontbrak nog een belangrijk stuk tus
schen Nyassaland bij de bronnen van den Nijl
in Kimberley, waar hij zelf zat. Bechuanaland
stond reeds onder Britsche bescherming, maar
Bortugeezen en Duitschers keken elkaar al lang
aan over het stuk tusschen de Limpopo
!an de noordelijke grens van Transvaal en de
lambesi. Daar dreigde gevaar voor de Kaap-
Caïro verbinding en Rhodes trachtte de Engel
sche reegering te bewegen, in te grijpen. Deze
hsd echter reeds genoeg te stellen met andere
ender Britsche vlag staande gebieden en wilde
i«n openlijke actie tegen Duitsche bedoelingen.
Maar toen Rhodes een Britsche Zuid-Afrikaan
se Compagnie wist op te richten, gaf Enge-
Sd graag toestemming en een aantal kolonis-
trokken over de Limpopo het gebied, der
abelen binnen. Daar heerschte in die tijden
engula, die zijn hoofdkraal had bij het te-
senwoordige Bulawayo. Zooals in die tijden zoo
';aak gebeurde, gaf hij het land der Mashona's,
waarover hij niets te zeggen had, weg aan de
British South Africa Company en sloot een ver
lag van vrede en vriendschap met de Engel-
Se kroon.
Kolonisatie.
De Engelschen trokken in noord-oostelijke
richting op en begonnen hun kolonisatie en ex
ploitatie in de buurt van Fort Victoria bij Zim
babwe, en Salisbury. De Matabelen, nakomelin
gen der Zoeloes van Cetewayo en Dingaan, wa
ren echter nog steeds sterk militair georgani
seerd en voor onderhoud dezer organisatie moest
er af en toe eens gevochten en geplunderd en
poofd worden. Dat moesten dan de arme Mas
sa's ontgelden. De Engelschen veinsden ze te
willen beschermen en de Matabelen-oorlog brak
oit. Door de vereenigde troepen en kolonisten
werden de sterkste regimenten van Lobengula
plagen en de vorst vluchtte na eerst zijn kraal
te hebben verbrand. Op de plaats daarvan staat
Du Bulawayo.
Bij de achtervolging werd een groep verken-
Ders onder majoor Wilson van de hoofdmacht
afgesneden door sterken was der rivier en na
langdurigen strijd geheel vernietigd. Ddt was de
Shanganipatrouille, die naast den grooten Rho
des op World's View mag rusten. Lobengula
werd later verslagen en vluchtte over de Zam
besi, waar hij en zijn volgelingen te gronde gin
gen aan pokken en koorts. Daarmee was de oor
log ten einde, maar de vrede zou niet lang du
ren. Allerlei plagen kwamen over het land.
Groote droogte deed alle oogsten mislukken,
sprinkhanen vraten het beetje gras, dat nog
groeien wou, kaal en toen kwam als derde groote
ramp de runderpest, die den veestapel vrijwel
geheel vernietigde en van de rijke Matabelen
straatarme bedelaars maakte. En wanneer nu
een dergelijk volle door zijn priesters hoort be
weren, dat al die ellende veroorzaakt wordt
door de aanwezigheid van den blanken man, dan
worden zulke woorden graag geloofd. En dat
beweerde de priester van den Mlimo of regen
god in de heilige grot van het orakel vernomen
te hebben. Gelukkig werd de opstand gebrek
kig voorbereid. In een schaars bevolkt land als
het Rhodesia van 1895 zou het vrij eenvoudig
geweest zijn, alle blanken in één nacht om te
brengen. Maar de opstand brak hier en daar te
vroeg uit. Wèl zeer onverwachts, en de groote
De granieten koepel baadt in het laatste licht
van den scheidenden dag. De lucht is den ge
heelen dag bewolkt geweest, maar het lijkt wel
of de zon in het laatste kwartier zooveel moge
lijk schade wil inhalen. Goud kleurt den heelen
westerhemel en een gouden gloed doet den heu
vel en de bizarre steenen bovenop blinken in
een onwaarschijnlijk licht. Een gouden vuurzee
lijkt het, vier vijf, zes minuten. Dan dooft het
vuur. Het goud verdwijnt, De koude granieheu-
vel met het graf bovenin den top blijft. Kim
berley en zijn diamanten, Rhodesia en het goud
van Zimbabwe.... Wij kennen de geschiedenis
van den Boerenoorlog, waar het om goud en
diamanten ging. Veel goud komt er niet uit Rho
desia. Maar Rhodes is er zelf op groote schaal
begonnen met irrigatie, en wanneer de be-
vloeiïng werkelijk goed mogelijk is, zal dit land
nog vele tienduizenden handen werk kunnen
geven en vele tienduizenden monden kunnen
voeden. De droom 'van het werkelijke goud is
tot nu toe niet bewaarheid, verdwenen als het
goud van den zonsondergang, maar het goud
van rijpend koren komt ieder jaar over de goed
bevloeide akkers terug!Doch er was nog een
droom. Die van den grooten Engelschen weg
van Zuid naar Noord door heel Afrika heen. Op
elke kaart van Bulawayo staat aangegeven de
richting van de Great North Road, de groote weg
naar het Noorden. Het is dat karrespoor, dat
naar Livingstone leidt. En iedereen weet, dat,
als je werkelijk per auto de noordkust van Afri
ka bereiken wilt, je over Algiers moet gaan door
den Congo, omdat langs den Nijl, een gebied dat
al zoolang onder Engelschen invloed staat, nog
steeds geen bruikbare autoweg gemaakt is.
Maar Rhodes maakte Rhodesia, en vele klei
nere geesten trachten het levenswerk en de le
vensgedachte van den grooten man voort te zet
ten. Met succes? De tijd zal het leeren, maar wij
keeren den Great North Road voorloopig den rug
toe en gaan liever huistoe over Kaapstad. Eigen
lijk wel jammer, want Rhodes' droom is be
waarheid. Mén kan tegenwoordig over gebied,
waar óf de Engelsche vlag waait, óf Engeland
belangrijke medezeggenschap in zaken heeft,
van Kaapstad uit Caïro bereiken. Meestal leunt
Matabelenkraal voor een granietheuvel in de Matopobergen,
Schweitzer vertelt. Verhalen uit
Afrika. Haarlem H. D. Tjeenk Wil
link en Zn.
Dr. Albert Schweitzer, medicus, musicus en
nog wel het een en ander meer, doch boven
al een goed mensch, is in ons land bij velen
bekend en wordt er om zijn veelzijdigen arbeid
hoogelijk gewaardeerd.
De aardige Afrikaansche vertellingen uit
zijn arbeidsveld als leider van zijn ziekenhuis
bij Lambarene, door J. Eigenhuis uitstekend
vertaald, zal men dan ook met veel genoegen
lezen.' En dat wel meer nog om de fijne men-
schelijkheid van den schrijver, dan om litte
raire schoonheid van den vorm, welke laatste
hier ook niet bedoeld werd te bereiken. Het
boek leest prettig, in gave, onopgesmukte zin
nen en dat kan men vaak nog niet eens van
wat als litteraire kunst wordt aangediend
zeggen.
Op de plaats waar thans Schweitzer zijn zie
kenhuis heeft woonde tusschen 1860 en '70
Trader Horn, die in het land van Gabon, ach
terland van de Ivoorkust, in die jaren een om
zijn stoutmoedigheid beroemd geworden han
delscampagne met de inlandsche stammen
bedreef. Aan dien Trader Horn is Schweitzer's
eerste en uitvoerigste hoofdstuk gewijd. Vaak
moet hij denken aan hem, die voor zeventig-
jaar op zijn plaats verblijf hield. „Als hij te-
rugkeeren kon, dan zou hij de natuur onver
anderd vinden. Nog immer slapen krokodillen
met opengesperde kaken op de zandbanken
en op boomstammen aan den oever. Nog im
mer houden zich in het droge jaargetijde nijl
paarden in het water op. Nog immer trekken
pelikanen hun kringen in de lucht. Nog immer
bedekt glanzend groen van ondoordringbare
bosschen de eilanden en den oever en spiegelt
zich in den bruinen vloed
Over de curieus© wijze, waarop menschen als
Trader Horn in hun tijd zaken met de inland
sche stammen- deden, zijn reeds aardige dingen
te boek gesteld: Schweitzer vertelt er onder
houdend over na en dat de met rubber gevul
de vaten, die naar Europa gestuurd waren,
van daar terugkwamen gevuld met oude uni
formen die als ruilobject moesten dienen, le
vert wel een amusante illustratie op van wat
de Europeesche pioniers van Mercurius in
dien tijd onder handel verstonden.
Doch uit den aard der zaak zijn Schweit-
zers eigen belevenissen, als medicus onder de
ongeciviliseerde stammen, nog interessanter
wijl nog heden ten dage voorkomend en door
hem met gevoel voor humor te boek gesteld.
Met bijgeloof in wondermannen, toovenaars,
taboe's enz. heeft hij nog dagelijks te kampen
en het bevreemdt dan ook niet dat hij naast
de medische hulp, die hij den inlanders brengt,
ook de gezondmaking van hun geeest van het
hoogste belang acht. De blanke blijft nog
immer voor den zieletoestand van een patiënt
staan als voor een gesloten boek. En dat is
natuurlijk jammer. „Psychotherapie als com
pleteering der louter medische behandeling is
bij de wilden vaak nog veel noodzakelijker
clan bij de blanken" zegt Schweitzer op pag. 88.
Vooral hun angst voor de taboe's en de uit
spraken van den fetischman werken vaak op
wonderlijke wijze hun genezing tegen, doordat
zij, tegen- de medische voorschriften in, dingen
doen die hun noodlottig worden. Werkelijk
trieste voorbeelden van de onmacht der medici
daartegenover worden in dit boek aangehaald.
Onschuldiger en veel aardiger zijn Schweit-
zers verhalen over de naïveteit zijner zwarte
vrienden. Toen eens een zendeling in de Lij
densweek het leven van Jezus met de toover-
lantaarn vertoonde, konden de toeschouwers
zich bij het verschijnen van Judas niet meer
beheerschen. „Ze sprongen op, balden de vuis
ten en schreeuwden scheldwoorden en bedrei
gingen door elkander. Voor hij met de vertoo-
ning kon doorgaan, moest de zendeling hen
eerst tot kalmte brengen".
Men kan daarom glimlachen, maar is er zoo
^ULDM Woorden
VAN DEN WEG!!
moeilijkheid van ravitailleering en munitie-aan
voer naar deze afgelegen streken werd vertien
voudigd door het afsterven van den trekos, het
eenig bruikbare dier voor het vervoeren van
groote lasten in deze streken. Eerst moest met
ezels een nieuw transportsysteem worden opge
bouwd en toenToen kwam Rhodes en reed
ongewapend met de witte vlag de Matopo's in,
naar het .broeinest van de vijandelijkheden. Hij
vroeg en kreeg een conferentie met de hoofden
die echter niet zoo dadelijk te overtuigen waren
van de onschuld der gehate vreemdelingen aan
de groote plagen die het land hadden geteisterd.
Rhodes verplaatste zijn kamp tot vlak bij de
versterkte legerplaats der opstandelingen, de
orakelgrot van den Mlimo-priester. Twee maan
den .lang heeft hij daar geregeld met de hoof
den geconfereerd en eindelijk van allen de be
lofte van onderwerping gekregen. Tot 1923 was
het land eigendom der Britsche Zuid-Afrikaan-
sche Compagnie. Eerst toen werd het een En
gelsche kolonie met volledig zelfbestuur. Onder-
tusschen was in 1902 Rhodes gestorven en op
zijn wensch in World's View. bij ge zet.
ge zelfs uw reiswijze kiezen, naar uw smaak per
auto of per trein reizen, maar enkele gedeelten
der reis moeten nog per boot worden afgelegd,
gedeelten over de groote meren van midden-
Af rika en vooral een belangrijk traject op den
Nijl. Dat zal natuurlijk ook binnen afzienbaren
tijd veranderen. Maar je kunt mèt je eigen wa
gen van Noord naar Zuid dwars door Afrika
heen, al kun je er niet altijd in blijven zitten.
Je kunt ook in Kaapstad een kaartje nemen
naar Caïro en omgekeerd, maar dan liefst all
inclusive, zoo'n kaartje waar alles is inbegrepen,
niet alleen slaap- en restauratiewagen, maar
ook eventueele bootreizen en hotels, daar waar
overnachten noodzakelijk is. Goedkoop is het
niet. Je wordt gereisd en er zijn menschen, die
daarvoor een prijs van vele Engelsche ponden
niet te hoog vinden.
Of de doorgaande telegraaflijn, waaraan Rho
des zooveel waarde hechtte en zulke énorme
sommen besteedde, er ooit gekomen is, weet ik
niet. Ze werd in elk geval achterhaald door de
draadlooze verbindingen, die vooral van waar
de zijn in landen, waar stormen en olifanten het
onderhoud van een lijn vrijwel onbetaalbaar
maken. Wanneer zal de K.L.M. ook den spoor
weg er uit werken?
(Nadruk verboden).
De 2^2% geldleemngen van
Haarlem.
Bezwaar van het beleggingsfront.
Zooals men weet heeft de gemeente Haar
lem een geldleening uitgeschreven van f 2.055.000
rentende 21/2 Pet., duur 10 jaar, tegen een koers
van 100 3/8 pet.
Het A. N. P. seint ons thans uit den Haag:
Naar. wij van de zijde van het overleg in -be
leggingszaken vernemen, zullen de daarbij aan
gesloten instellingen niet deelnemen aan de in
schrijving op de leening Haarlem, welke op 15
December a.s. is opengesteld, aangezien de voor
waarden daarvan niet voldoen aan de richtlij
nen van het gesloten accoord.
Hitier naar Dantzig?
„Hoog bezoek" in de vrije stad aangekondigd.
WARSCHAU, 13 Dec. Met hardnekkig
heid houdt te Dantzig het gerucht aan, dat
Hitier binnenkort een bezoek zal brengen aan
de vrije stad. De huiseigenaren hebben aan
zegging gekregen de gevels hunner huizen op
te laten knappen „ter gelegenheid van het a.s.
bezoek van een hooge persoonlijkheid".
Indien het bezoek doorgaat zal Hitier, naar
men meent te weten, niet komen als officieele
persoon, doch als leider der nationaal-socia-
listische partij.
groot verschil in den geestestoestand van deze
wilden en dien van de schouwburgbezoekers
die vijftig jaar geleden de voorstellingen van
den beroemden marqué Veltman in Amster
dam bijwoonden, en die den braven burger, die
Veltman was, bij het uitgaan van den schouw
burg opwachtten om den „verrajer af te tui
gen"?
Dat een eerste gramofoon op de zwartjes
een gansch anderen indruk zou maken dan de
handelaar, die haar meebracht, verwacht had,
was misschien te voorzien geweest.
„Nauwelijks hoorden de lieden de stemmen
uit het kastje klinken of ze raakten in een
vreeselijke opwinding, sloegen het kastje stuk
en gingen op den man los, die zijn heil in een
overhaaste vlucht moest zoeken. Ze geloofden,
de stemmen van de geesten hunner voorvade
ren te hooren, die de blanke door tooverij in
het kastje gevangen hield".
Dat is later langzamerhand anders gewor
den en nu is er haast geen dorp waar niet een
aantal gramofoons de stilte der bosschen
breekt. Dat zoo'n kastje praten en zingen kan
is voor de zwartjes alweer iets gewoons gewor
den, al begrijpen ze er niets van. Maar
„de blanke is nu eenmaal slim" zegt Schweit
zer's verpleger Jozef bij iedere gelegenheid.
En de zwartjes zijn het op hun manier niet
minder. Is het niet amusant zooals zij de
eerste geologen, die in het binnenland op on
derzoek uitgingen, bij den neus namen? Zij
begrepen niet waarom die heeren almaar stee
nen verzamelden, die ze in kistjes deden om
ze daarna door de zwartjes berg-op, berg-af
naar de havenplaats aan zee te laten dragen.
Dat had toch geen zin! Zij gooiden daarom
's nachts die steenen weg en wandelden met de
leege kistjes opgewekt eenige dagmarschen
naar zee toe. In het gezicht van de haven vul
den zij hun kistjes weer met steenen die langs
den weg lagen en vonden dat ze dien grieze-
ligen blanke met zijn steentjes-zoeken keurig
bediend hadden.
Ook aan die listigheden hoe naïef en on
schuldig in wezen ook moest wel een eind
gemaakt worden. Maar nog steeds blijft de
blanke verrast door de hem zoo vreemde op
vattingen en uitingen der zwarten. Men zal
daar in Schweitzer's verhalen nog talrijke
stalen van kunnen vinden, terwijl hij tevens
niet nalaat op ongedachte aardige karakter
trekken bij de door hem zoo goed gekende
menschen te wijzen.
Eén aardig boek dat in zijn simpelen trant
velen genoegen zal geven.
J. H. DE BOIS
Het elftal van Schoten. V. 1. n. r.:
Koomen, Klooster, De Kruyf, Van
Riemsdijk, Hetum. Tweede lij: Zwart,
v .cl. Eijkhof, De Ruiter. Dercle rij:
Buter, Zonneveld, Schotman.
Slachtoffers van de vliegramp teil
grave gedragen.
AMSTERDAM 14 December. Op dezen
voorjaarsachtigen wintermorgen zijn op de be
graafplaats Zorgvlied ter aarde besteld de
stoffelijke overschotten van den K. L. M..-vlie-
ger A. van der Seyde, als eerste instructeur
verbonden aan de opleiding voor verkeersvlie
gers, en van den marconist, A. A. G. Becking,
twee der slachtoffers van de vliegramp, welke
de vorige week in de nabijheid van Schiphol
met het Lockheed-toestel „Ekster" is gebeurd.
Terwijl het orgel een lied uit de Valerius'
Gedencclanck „Schreit tranen uyt, schreit luy-
de", ten gehoore bracht, betraden de aanwezi
gen de aula, waar de beide kisten met het stof
felijk overschot der twee jonge menschen
stonden opgebaard bedekt met kransen en
bloemen.
De heer A. Plesman, directeur der K. L. M.,
hei'innerde er aan dat, nadat hier Van der
Seyde en Becking aan de schoot der aarde zijn
toevertrouwd, vanmiddag op Crooswijk te Rot
terdam Schrey en Jadicker zouden worden bij
gezet. Zwaar was voor de K. L. M. het verlies
van deze vier medewerkers, die behoorden tot
het beste type dat ons volle voortbrengt. Zij zou
den een groote toekomst voor zich hebben ge
had, zij waren Vol werklust en initiatief, doch
waren steeds even bescheiden. De heer Ples
man bracht woorden van troost tot de nabe
staanden der slachtoffers, die wel bijzonder
zwaar getroffen zijn. Misschien zou het voor hen
een troost zijn, te weten, dat zij hun hart ten
volle aan de luchtvaart verpand hadden en daar
in volkomen bevrediging hadden gevonden. De
leerlingen van de opleiding zouden hun instruc
teur Van der Seyde in dankbaarheid blijven
gedenken.
De vader van Van der Seyde sprak vervol
gens diep ontroerde woorden van afscheid tot
zijn zoon.
De heer L. A. de Lange, mede sprekende na
mens den directeur van den luchtvaartdienst,
herinnerde, namens de examencommissie voor
zweefvlieginstructeurs, er aan, hoe Van der
Seyde er in geslaagd was te bereiken, dat het
zweefvliegen een onderdeel werd van de voor
opleiding voor verkeersvlieger.
De heer W. Broertjes, directeur van het Am-
sterdamsche radioinstituut, noemde Anton
Becking niet alleen een der beste leerlingen
welke het instituut ooit had gehad, maar tevens
een man met een gaaf karakter van wie het een
rijkdom was hem gekend te hebben.
Namens de Vereeniging van radio-telegrafis
ten herdacht de heer Nelck Anton Becking.
Tenslotte sprak Ds. Petri uit Dordrecht.
Terwijl het orgel de treurmarsch van Handel
speelde werden de beide kisten uitgedragen,
gevolgd door de nabestaanden en overige aan
wezigen, naar het gemeenschappelijke graf,
waarin Van der Seyde en Becking naast elkaar
werden bijgezet, Ds. Petri sprak een kort gebed
uit, waarna de heer Van der Seyde Sr. dankte
voor de belangstelling.
DAMMEN.
CLUBKAMPIOENSCHAP HAARL. DAMCLUB.
De wedstrijden om de clubkampioenschap
pen der Haarlemsche Damclub werden voort
gezet. Hieronder volgen de uitslagen:
Clubkampioenschappen 1937-1938.
Hoofdklasse: P. J. van Dartelen remise met
J. van Looij; Joh. Fabel remise met Ph. G.
Amelung Jr.
Clubkampïoenschappen 1938-1939.
Hoofdklasse: H. van Lunenburg Jr. remise
met G. Bakker; K. Olij wint van J. J. Groene-
woud; P. G. van Engelen wint van D. Schrijne-
makers.
Eerste klasse: A. Smit wint van W. J. A.
Matla; L. Kisch remise met J. Kuntze; I. Ris-
seeuw remise met A. Miedema.
Tweede klasse: Th. Warmerdam wint van
J. Helmer; J. J. Koren wint van C. van Wage-
ningen; W. Jonkhof remise met O. T. Glaser;
J. M. Rutgers wint van J. Helmer; J. Merts
remise met J. H. Spoor.
DAMCLUB ZAANDAM—DAMCLUB
HAARLTM.
Voor de eerste klasse competitie van den
Ned. Daimbond speelde de Damclub Haarlem
te Zaandam met haar tweede tiental een wed
strijd tegen het tweede tiental van de Dam-
mlub Zaandam, die door de Haarlemmers werd
gewonnen met 137.
De uitslag is als volgt:
Zaandam. Haarlem.
J. H. Botterweg—J. Kartel 11
J. BruijnP. Mollema Jr. 02
C. G. Grabijn.H.' A. van Abs 11
J. van Veen—B. Gabriël 02
S. BosmanA. Russ 11
D. G. HaagoortL. P. Huges 02
A. Huisman—J. H. Burghout 02
A. S. BedetF. H. Verpoorten 20
J. RondR. Groos 20
F. de Groot—C. Bouwens 02
Totaal y13
Cecil Rhodesgraf en Rhodesia.