HaiwDetfuroper
BURGERLIJKE STAND.
Het laboratorium voor bloembollen-
onderzoek te Lisse.
Wat mannen der wetenschap bereikten.
H.CANDERSEN.
Politieke vergaderingen blijven
voorloopig verboden in Tsjecho.
Slowakije.
Elk blad zijn censor.
De noodtoestand, die in Tsjecho-Slo-
wakije op het hoogtepunt van de crisis
door de toenmalige regeering is afge
kondigd, is thans door de huidige regee
ring met drie maanden verlengd, tot 17
Maart, aldus meldt United Press uit
Praag.
Tengevolge van dit decreet blijven
politieke vergaderingen verboden, even
als het dragen van wapenen. Politieke
partijen en bonden kunnen door de re
geering worden ontbonden en de dag
bladen staan onder censuur.
Een der maatregelen, die bij den nood-toe
stand aanvankelijk behoorde, de censuur op pari
ticuliere brieven, is afgeschaft.
In de dagblad-censuur is in zooverre wijzi
ging gekomen, dat niet langer alle bladen door
één censor worden gecontroleerd, doch dat
voortaan ieder blad een censor zal hebben, die
alles censureert voor het ter zetterij gaat.
Aanpassing aan de betrekkin-
gen met Duitschland.
„Boven alles zullen wij onze betrekkingen met
Duitschland aanpassen", aldus verklaarde he
den minister-president Beran bij de opening van
het Tsjecho-Slowaaksche parlement.
Wij meenen, aldus vervolgde de premier, dat
rechtstreeksch contact het gemakkelijker en nog
doeltreffender zal maken.
Wij zijn verplicht openlijk te verklaren, dat
buitenlandsche emigranten niet kunnen ver
wachten, dat zij zich blijvend hier kunnen vesti
gen. Onze enge levensruimte legt ons de ver
plichting op, hen te waarschuwen, dat zij blij.
vend onderdak zullen moeten zoeken in landen
met betere economische voorwaarden.
Wij zullen het Joodsche vraagstuk oplossen.
De houding van ons land ten opzichte van dé
Joden zal niet onvriendschappelijk zijn, mits zij
hier reeds lang wonen en hun houding jegens
de natie ook vriendschappelijk is.
Beran zeide verder o.a.:
„Wij waren hartstochtelijke aanhangers ge
worden van ideologische leerstellingen, die ons
van elkander verwijderden.
Alleen de schok van buiten heeft ons in staat
gesteld definitief te breken met het systeem, dat
in beginsel een vooroorlogsche erfenis vormde.
De nationale gedachte maakte zich vrij van dé
cosmopolitische netten en buitenlandsche ideo
logieën, trlumfeerde over den kleinzieligen klas
segeest en stelde in staat nieuwe machtige poli
tieke stroomingen te wekken. Wij kunnen de
politieke verbrokkeling onzer nationaliteiten niet
meer dulden, evenmin als de politieke bewegin
gen, wier wortels niet vastzitten in den vader-
landschen grond".
Strenge maatregelen tegen de
Katholieke Kerk in Duitschland
op komst?
ROME, 14 Dec. In kringen van het Vatlcaan is
men van meening, dat de toestand der katholie
ke kerk in Duitschland zoo ernstig is, dat men
ieder oogenblik het ergste te vreezen heeft. Deze
meening berust op berichten, volgens welke
blijkbaar een wet in voorbereiding is die strenge
maatregelen tegen de kerk zou inhouden.
Volgens de Osservatore Romano zouden deze
maatregelen de volgende zijn:
1) Het concordaat van 1935 wordt opgezegd.
2) Religieuze propaganda wordt in Duitsch
land verboden. Hieronder zouden tevens de bij
zondere missen en processies vallen.
4) De correspondentie tusschen den Paus en
de Duitsche bisschoppen moet via de Duitsche
regeering geschieden.
5) Religieuze orden zullen zich niet langer
meer mogen bewegen op het gebied van zieken
verpleging en onderricht en moeten in financieel
opzicht onder het kerkelijke ministerie worden
geplaatst.
6) Bijdragen mogen niet meer aan kerken of
orden worden gegeven.
7) Priesters mogen geen Joden meer doopen
en niet Ariërs mogen geen priester meer wor
den.
8) Het lidmaatschap van de kerk moet ver
bonden zijn aan het staatsburgerschap.
(United Press).
PURMEREND 13 December 1938.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 15 partijen,
wegende 27.000 K.G. Handel matig. Hoogste
prijs f 21,50.
Boter 243 K.G. 156—160 per K.G. Runderen,
totaal 668 stuks. Vette koeien 300 6069 per
K.G. stug. Gelde koeien 235 115175 per stuk,
matig. Melk koeien 95 180260 per stuk, matig.
Stieren 38 4650 per K.G., matig. Paarden 11
70150 per stuk, stug. Vette kalveren 56
3048 per K.G., stug. Nuchtere kalveren voor
de slacht 325 712 per stuk, matig. Nuchtere
kalveren voor de fok 1118 per stuk, matig.
Vette varkens voor de slacht 307 4447 per
K.G., matig. Magere varkens 63, 1620 per
stuk, stug. Biggen 357 1014 per stuk, stug.
Schapen 1865 1824,50 per stuk, stug. Bokken
42 314 per stuk, matig. Noord-Hollandsche
blauwe 3900 0,700,72*4» per K.G. uitzonde-
ringsprijs 75. Kipeieren 4450 per 100 st. Eend
eieren 270 per 100 st. Oude kippen en hanen
7700 4045 per K.G. Konijnen 40 2 per stuk.
Eenden 900 2060 per stuk. Duiven 40 per paar.
Ganzen 811 250330 per stuk. Zwanen 19
33,50 per stuk Kalkoenen 407 0,550,62V^
per K.G.
HAARLEM, 14 December.
Ondertrouwd 14 December: J. Nolet en E.
M. J. Florie; G. J. van Rijn en G. A. de Vrind;
P. L. Walbrecht en M. J. Reijnen; F. Fabian
en M. D. Reichhold; A. G. H. C. Poldervaarten
C. C. v. d. Woert; J. N. van Boekei en M. J.
Steen; W. F. J. Hessels en E. G. A. van Alst;
M. Rooze en A. Britting; J. L. Verheijde en
G. A. P. v. d. Kroft.
Getrouwd 14 December: N. Kinket en A.
H. M. van Kampen; J. F. van Meesche en J. F.
van Doninck; J. Staats en Th. M. Brink; W.
C. van Noordt en L. H. Hilbig; P. Dekker en
B. A. Bettonviel; J. Schreuder en H. J. Schef-
fer; K. de Vries en K. J. Schmitz; W. F. Meijer
en E. Smit.
Bevallen 11 December: M. M. Stut—Leek,
d.; 12 December: H. A. G. TerstallOerle-
mans, d.; 13 December: M. P. de Boer—Ran,
z.; J. H. E. Prins—Nieuwpoort, d.; 14 Decem
ber: E. M. v. d. Schriekv. Dansik, d.; J- M.
v. d. WestenOudshoorn, z.
Overleden 12 December: W. Jansen—Velden,
87 j., Witte Heerenstraat; A. Kip, 76 j., Kam
perlaan; 13 December: S. J. C. W. Hagtingius
Knufman, 65 j., Schoterboschlaan; R. Blok
ker—Dijk, 74 j., Bilitonstraat; P. J. v d. Berg,
65 j., Spaarndamscheweg; W. Veldman, 76 j-.
Spaarnrijkstraat; H. J. van Duijn, 33 j., Ver-
gierdeweg; W. Floor, 61 j., Kempstraat; C,
Drajjer. 79 i. Haz^paterslaan.
Laboratorium voor bloembollenonderzoek.
Wij wezen er dezer dagen reeds op, dat het
Laboratorium voor Bloembollenonderzoek en
zijn directeur Prof. dr. E. van Slogteren veel
hebben bijgedragen tot het opheffen van het
embargo op narcissen in Amerika. Dit gunstige
resultaat voor de bloembollenstreek heeft bij
vernieuwing de aandacht gevestigd op het zeer
belangrijke werk dat te Lisse verricht wordt.
Allereerst natuurlijk in het direct belang van
kweeker en handelaar, maar daardoor indirect
ook voor deze geheele streek, die immers sterk
beïnvloed wordt door de financieele resultaten
van de bloembollencultuur.
Prof. van Slogteren was reeds in 1917 als Phy-
lopatholoog voor de Bloembollenstreek begon
nen met zijn onderzoekingen naar een genees
middel tegen het „aaltjesziek", dat in dien tijd
onze geheele narcissencultuur met den onder
gang bedreigde. Hij slaagde, zooals wij de vorige
week breedvoerig hebben uiteengezet, er in een
afdoende bestrijdingsmethode te vinden, maar
algemeen werd gevoeld, dat er door de mannen
van de wetenschap veel meer gedaan zou kun
nen worden voor het afweren van gevaren voor
de bloembollencultuur. Maar dan moesten Prof.
van Slogteren en zijn medewerkers de beschik
king hebben over een uitstekend ingericht labo
ratorium, staande te midden van de kweekerijen,
opdat er een nauwe samenwerking zou kunnen
ontstaan tusschen de wetenschap en de praktijk.
Het laboratorium te Lisse werd in de jaren
19211922 gebouwd, naar de plannen van Prof.
van Slogteren. Aanvankelijk hield men zich al
leen bezig met ziekteproblemen, maar in den
loop der jaren bleek, dat
andere gewesten, waarvan de temperatuur en
vochtigheid tot in onderdeelen in de bedoelde
cellen geïmiteerd wordt.
Op deze wijze zijn zeer belangrijke ontdekkin
gen gedaan die ook van veel beteekenis zijn
voor de cultuur.
Door het wetenschappelijke onderzoek is de
bloei-periode van verschillende bollen ver
vroegd, waardoor bereikt is, dat zij van veel
meer beteekenis geworden zijn in de winter
periode die arm is aan bloemen.
Ook andere cultures hebben geprofiteerd van
de resultaten van het onderzoek van het bloem
bollen-laboratorium te Lisse.
Voor de bloembollen-gronden werd een ont
smetting door middel van stoom georganiseerd,
die tevens de stoot gaf tot de toepassing van
deze methode in de tabakscultuur in Deli voor
de bestrijding van de slijmziekte van de tabak
in de zaadbedden en voor de toepassing hiervan
in het Westland.
Evenzoo was de warmwaterbehandeling van
de bolgewassen de directe aanleiding geweest
voor de toepassing van deze methode door mej.
dr. G. Wilbrink te Cheribon voor de bestrijding
van de Sereh-ziekte in het suikerriet.
Prof. van Slogteren wordt in zijn belangrijk
werk bijgestaan door een staf medewerkers, o.a.
een plantkundige, een mycoloog, een physioloog
een chemicus, een analyste en technisch ambte
naar. Al berust bij hem natuurlijk de leiding.
Hij weet dat voor de bereikte resultaten veel af
hangt van de kennis en toewijding van zijn me
dewerkers en gaarne wijdt hij tegenover zijn be
zoekers uit over het aandeel dat zijn helpers ge
had hebben in de verworven successen.
Alle die belang hebben bij de bloembollen
cultuur hebben eerbied voor het zeer verdien
stelijk werk van het laboratorium. De heer van
Slogteren prijst de medewerking die hij aller-
wege van de mannen van de praktijk in zijn
werk heeft, maar aan den anderen kant is de
waardeering die de kweekers en handelaren voor
het werk van het laboratorium hebben niet
minder.
FAILLISSEMENTEN.
Door do Arrondissements-rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen uit
gesproken op 13 December.
1. J. Putter, bakker, wonende te Haarlem,
Pres. Steynstraat 43.
Curator mr. J. D. de Haan te Haarlem.
2. J. C. van Kley, vroeger winkelier en los
arbeider, thans zonder beroep, wonende te
Haarlemmermeer, Hillegommerdijk 411.
Curator mr. L. S. Römelingh te Haarlem.
3. H. Seysenaar Jr., bloembollen handelaar,
wonende te Hillegom, Burgemeester Pont
straat 100.
Curator mr. J. H. Ekering te Haarlem.
4. G. A. Boing, boekhandelaar, wonende te
Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer,
Wilgenlaan 101.
Curator mr. L. S. Römelingh te Haarlem.
5. S. Hammerum, industrieel, wonende te
Heemstede, Frans Schubertlaan 44.
Curator mi*. J. G. Escher te Haarlem.
6. J. Verheul, aannemer en makelaar, wo
nende te Haarlem, Spaarnrijkstraat 53.
Curator mr. J. H. van Wijk te Haarlem.
7. H. Wijker, Huibertszoon, reeder en
schipper, wonende te Umuiden, gemeente
Velsen, Adrianastraat 2.
Curatrice mej. E. Gouda te Haarlem.
Rechter-Commissaris in al deze faillisse
menten mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathori
te Haarlem. 1
Op grond van verzet werd vernietigd het
faillissement van Carl Heinrich Dreyer, ga
ragehouder, destijds wonende te Haarlem.
Curator mr. P. J. Prinsen Geerligs te Haar
lem.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven
de faillissementen van:
1. C. A.Duiker, metselaar, wonende te Be
verwijk, Koningstraat 138.
Curator mr. J. C. Y. Nieuwenliuys te Haar
lem.
2. Albert de Boer, smid, wonende te Wor-
merveer, Kromnienierweg 265.
Curator mr. J. Verlooy te Heemstede.
PENSIOEN VAN JOODSCHE
OUD-AMBTENAREN WORDT GEWIIJZIGD.
BERLIJN, 14 December (D.N.B.) De
Rijksminister van BInnenlandsche Zaken
heeft in overeenstemming met den plaatsver-
valger van Hitler in de in de Staatscourant
gepubliceerde zevende verordening op de Rijks
burgerwet bepaald, dat de voormalige Jood
sche ambtenaren, dien tot dusverre op grond
van bijzondere bepalingen het volle het
laatst genoten salaris als pensioen was toege
kend, met ingang van 1 Januari 1939 sliechts
het pensioen zullen ontvangen, dat volgens
de algemeene voorschriften verdiend is.
Chamberlain's rede.
Vrij gunstige ontvangst in Italië.
ROME, 14 December (Havas).
De rede van Chamberlain is hier vrij
gunstig ontvangen. Men heeft vooral
met aandacht kennis genomen van
de verklaringen over de Britsch-Ita-
liaansche betrekkingen en men deelt
de hoop van den Britschen premier
ten aanzien van de resultaten der
komende besprekingen te Rome.
Opmerkelijk is echter, dat in het verslag
voor de Italiaansche radio en dat hetwelk aan
de pers verstrekt is, de passages welke ken
merkend zijn voor de Britsche houding ten
aanzien van de Europeesche vraagstukken
stilzwijgend voorbijgegaan zijn. Deze weg
lating heeft bij het Italiaansche publiek den
door de fascistische pers geschapen indruk
laten bestaan, dat Engeland gunstig staat
tegenover de Italiaansche eischen ten aanzien
van Tunis en de Roode Zee.
Weerklank in Frankrijk.
PARIJS, 13 December (Havas). De bla
den houden zich vooral bezig met de verkla
ring van Chamberlain, dat „de betrekkingen
met Frankrijk zoo nauw zijn, dat zij veel
verder gaan dan eenvoudige juridische ver
plichtingen, omdat zij gegrond zijn op de ge
lijkheid onzer belangen".
De „Epoque" acht het verheugend, dat het
Londensche kabinet trouw blijft aan het
bondgenootschap met Frankrijk, doch het
blad waarschuwt de democratieën: „Als men
de liefde voor den vrede stelt boven vitale be
langen, die men op het oogenblik, dat zij in
het geding gebracht worden, niet van de
eerste orde acht, zal er een dag komen, waarop
men die, welke werkelijk vitaal zijn, niet meer
zal kunnen verdedigen".
Chamberlain hield het hoofd koel.
WASHINGTON, 13 December (Reuter) In
welingelichte kringen ziet men in de rede
van Chamberlain het bewijs, dat hij zich
door de kritiek geenszins heeft laten af
brengen van den vastbesloten wil, de politiek
van kalmeering door te zetten.
Britsche persstemmen.
LONDEN, 14 December (Reuter). Bij de
bespreking van Chamberlains rede meent de
„Times", dat deze niet bijster in den smaak zal
vallen van die critici in binnen- en buitenland,
welke van iederen spreker over de buitenland
sche politiek alleen maar verlangen, dat hij,
evenals zij zelf, steeds iets nieuws zullen bij
dragen tot de internationale tweedracht.
Chamberlain, aldus het blad, daagde niemand
uit. Zijn politiek blijft dezelfde; het is de poli
tiek van de verklaring van München.
Volgens de „Daily Telegraph" is er één voor
waarde voor succes, die Chamberlain verzuimd
heeft te noemen: het bestaan van het wederkee-
rige verlangen naar vrede, en volgens het blad
is het twijfelachtig of dit gevonden kan worden
waar dit het meest noodzakelijk is.
De „Daily Telegraph" meent, dat een zeer
sterk optimisme noodig is om moed te putten
uit het accoord van München en dat het geen
verwondering behoeft te wekken, als het pu
bliek begint te voelen, dat het hoog tijd is, dat
de andere partijen tot het accoord een positieve
bijdrage leveren in het streven om de oorzaken
van den oorlog weg te nemen, in plaats van te
volharden in nieuwe eischen en provocaties.
In de bloembollencultuur de ziektepro
blemen zeer nauw verbonden zijn met
de cultuurproblemen. Een scheiding
bleek zelfs niet mogelijk te zijn! Noch
het genezen van ziekten, noch het voor
komen daarvan mag immers geschieden
ten koste van de kwaliteit en verkoops-
waardc van de bollen.
Daarom ontwikkelde de taak van
het laboratorium zich al spoedig in een
nieuwe richting; er aan mede te werken,
dat de kweeker een gezonden bol kan
telen die voor den export de meeste
waarde heeft.
Hier opende zich voor de mannen der weten
schap, die daarbij, tot hun blijdschap, krachtig
door de mannen van de praktijk gesteund worden
(financieel en moreel) een rijk arbeidsveld. Er
werd toen men het „aaltjesziek" der narcissen
meester was, naarstig gezocht naar een bestrij
ding van het „geelziek" der hyacinten, het
„vuur" der tulpen en nog andere belagers van
de bollen.
En men is er alleen niet door vast te stellen
hoe een ziekte bestreden kan worden, maar een
zeer belangrijk werk is ook om precies vast te
stellen op welke wijze die bestrijdingsmiddelen,
die in sommige gevallen vrij ingrijpend zijn (de
bollen worden immers behandeld met heet wa
ter of stoom) het best kunnen worden toegepast,
zoodat de bol toch zijn groei en bloeikracht ge
heel behoudt.
Het is bij de onderzoekingen gebleken, dat het
resultaat van de warmwaterbehandeling der
narcissen niet in de eerste plaats afhangt van
de tempatuur-dosis die men de bollen geeft,
maar o.a. veel meer van het tijdstip waarop en
de omstandigheden waaronder die behandeling
plaats heeft. Zoowel de zoogenaamde voorbehan
deling, liggende tusschen den rooitijd en den da
tum van de eigenlijke behandeling, als de nabe
handeling tusschen het warmwaterbad en den
planttijd, zijn voor het eindresultaat van over
wegend belang. De temperatuur in de schuur,
evenals de ventilatie en de vochtigheidstoestand
van de lucht in deze beide perioden, zijn van
even groot gewicht voor het resultaat, als de
temperatuur en duur van het warmwaterbad.
Men begrijpt dat zulke conclusies pas ge
maakt konden worden na zeer veel proeven.
Bij de bestrijding van het geelziek der hya
cinten bleek het noodig nog dieper in te grijpen
op de tot nu toe gevolgde cultuurmethoden.
Daarvoor moest zelfs op het laboratorium een
speciaal onderzoek ingesteld worden naar den
invloed van temperatuur en vochtigheid van de
lucht opde ademhaling der hyacinten!
Er werden ook tallooze proeven genomen om
vast te stellen hoe men de gezonde bollen het
beste behandelen kan opdat ze ook gezond blij
ven, óók tijdens het transport naar verre lan
den, waarbij ze aan veel temperatuurswisseling
onderhevig zijn.
Het weerstandsvermogen der bollen moest
daartoe namelijk worden vergroot. Zoo kwam
men ook tot de behandeling van verschillende
physiologische ziekten, zooals bijvoorbeeld het
„omvallen" of „kiepen" van de tulpen.
Met veel belangstelling hebben wij, met Prof.
van Slogteren als gids, het laboratorium te Lisse
bezichtigd. De indruk die de bezoeker van ver
schillende afdeelingen ontvangt is eigenaardig.
Hij maakt namelijk kennis met groote installa
ties die gemaakt zijn om warmte en koude te
produceeren, zoodat hij zich eerder waant in een
fabriek, dan op een plaats waar men het groeien
en bloeien van bollen bestudeert. Maar als hij
meer gezien heeft begint de bezoeker het te be
grijpen. vooral als hij de cellen gezien heeft
waarin men de bollen automatisch een bepaalde
temperatuur kan geven. Op die manier kan men
de ontwikkeling en den bloei tegenhouden of be
vorderen, terv/ijl het ook mogelijk is precies vast
te stellen hoe de bollen zich zullen houden in
„O, daar ontbreekt het mij niet aan", riep Hans vroolijk uit.
„Hier is een beste oraadpan, met koperbeslag". En met een
lachend gezicht hield hij den klomp omhoog en legde de kraai er
in. „Dat zal dan we) voldoende zijn voor één maaltijd", zei de
prinses. „Maarnu moeten we nog de saus maken. Hoe doen
wij dat dan?"
(Wordt vervolgd).
„Och", zeide de prinses, „U moet weten, dat ik jonge haantjes
aan het braden ben. En dat kan alleen, als de kachel gloeiend
heet is!" „Dat treft", zei Hans met een diepe buiging, „dan kimt
U meteen voor mij deze kraai braden!' Meteen hield hij de doode
kraai, die hy onderweg had gevonden, omhoog. „Dat genoegen wil
ik U wel doen", antwoordde de prinses. „Maar hebt U misschien
iets, waarin ik de kraai kan braden? U moet weten, dat ik potten
noch pannen bezit".
Onvervaard reed Hans, op zjjn bok, de zaal binnen, galoppeerde van zijn hoofd, stapte af en zei: „O, o, wat is het hier ontzettend
over den looper tot vlak by de prinses. Beleefd nam hij zijn muts warm. Zoo iets heb ik nog nooit van m*n leven medegemaakt.
Hoe kunt U het in zoo'n benauwde zaal uithouden?"