Rasonderzoek
in Duitschland.
naar zigeuners
E'
DE TERUGKEER
,,>Va
Trekken in troepverhand
voortaan verboden.
der Duitsche meisjes.
DE VOGELS.
Litteraire
Kantteekeningen.
bURGERLUKE STAND.
BERLIJN, 15 December 1933
(Van onzen correspondent)
I ENMAAL bezig met het op
lossen van rasproblemen, wil
het Derde Rijk ook het Zi-
geunervraagstuk met de
spi-eekwoordelijk geworden kracht en
voortvarendheid „ter hand nemen".
Met de annexatie van Oostenrijk en 't
Sudetengebied heeft het ook veel Zi
geuners ingelijfd, die het nu wil or
denen en registreeren om mettertijd
alle vliegen in één klap te kunnen
slaan,
In Berlijn en omgeving kent men de echte
Zigeuners al evenmin van dichtbij als in ons
vaderland. Uit een vertelling van Dickens
blijkt, dat er in zijn tijd en misschien ook
nu nog wel in „splendid isolation" echte Zi
geuners door enkele streken in Engeland
rondtrokken. Wat wij aan „Zigeuners" te zien
krijgen is een mengelmoes van Germaansche
Nomaden met Zigeuner-allures, die graag af
gedwaalde Zigeunerinnen in hun midden op
nemen. Zoo'n echt romantisch-vuil, donker
bruin mooi volkje in schilderachtige lompen
hebben we gezien buiten bij een stadje in
Ponnneren. De menschen uit de stad trokken
naar het Zigeunerkamp met de opwekkende
verwachtingen, waarmee we naar een circus
voorstelling gaan kijken. Ze genoten er van
de snikkende strijkmuziek der Tziganen en de
Zigeunerdansen, waaraan ze zelfs graag mee
deden. Ze lieten zich voor één of vier of 52
weken de toekomst voorspellen de week a 10
pfennig, waarbij het volle jaar voor slechts 50
weken geldt. Er lieten zich ook wel enkelen
het hoofd op hol brengen door smachtende
blikken uit gToote droefgeestige meisjesoogen.
Daarover is onder de Duitsche bevolking wel
eens geklaagd en gekibbeld, maar van klach
ten zooals in sprookjes over gestolen
kindertjes hadden ze er nooit gehoord. Overal
in het Oosten van Duitschland waar de Zi
geuners zich gedurende enkele dagen neer
zetten, vinden zij vriendelijke belangstelling
en gelegenheid wat te verdienen en soms ook
welom wat te stelen.
Het is een heel interessant volkje, die Zi
geuners met hun postersch uiterlijk en hun
welgevormd, slank en lenig lichaam.
Vast en geregeld werk is hun een gruwel,
daarom leggen ze zich voor het dagelijksch
brood toe op allerhande goochel-kunststukjes,
waarzeggen en bedelen. Toch zijn er in Hon
garije en Zevenbergen nog wel enkele hon
derden, die zich aan een vast beroep gewijd
hebben dat natuurlijk niet veel inspanning
kost. Onder hen zijn gerenommeerde paarden
dokters en ketellappers, herbergiers en won
derdokters. Anderen helpen daar als vaste
arbeider den boer op het land of trekken als
bewust vakman met apen en beren door het
land. Allen ketellappers, dokters, berenlei
ders en zij, die zich zoete rust en droom gewijd
hebben, zijn begaafd met talent voor instru
mentale muziek, die ze op 't gehoor uitoefe
nen. Tienjarige jongens bespelen vaardig een
moeilijk instrument als de viool na weinig
oefening, alsof dit instrument voor hen ge
schapen is. Hun oorspronkelijke dansmuziek
is vroolijk en gevoelvol. Hoe heerlijk geeft
Sarasate hun oorspronkelijke melodieën weer
in zijn beroemde compositie „Zigeunerweisen".
Ze dansen als Carmen, rooken en pruimen
als een polderjongen, eten 't liefst uien en
knoflook en versmaden geenszins het vleeseh
van hun paarden, wanneer dezen een natuur
lijken dood zijn gestorven. In Turkije zijn ze
Mohammedaan, onder de Christenen nemen
ze christelijke gebruiken aan. Overigens trou
wen ze onder elkaar zonder „vorm van pro
ces". Alleen in Hongarije laten zij zich ge
woonlijk door een aanzienlijken Zigeuner In
het huwelijk verbinden.
De geleerde ethnografie vertelt ons zooveel
tegenstrijdigs over de herkomst van dit volkje
dat we er niet wijzer door worden. In het be
gin der vijftiende eeuw verschenen zij in
Europa en werden toen Tzengana en Zingaro
genoemd, namen die afgeleid zijn van een
legen da rischen volksstam, die eens aan de
monding van den Indus zou geleefd hebben.
Omdat ze in oude geschriften ook wel Pha-
ranoïten genoemd worden, is de ethnografi-
sche wetenschap ook niet ongeneigd, Egypte
als hun oorspronkelijk vaderland aan te ne
men. De eene ethnoloog wijst met overtuiging
Zeugintana in Tunis als hun bakermat aan,
de andere zegt, dat ze doodgewone Tscherkes-
sen zijn en een Duitsche vorscher Wagen-
seil houdt ze voor Duitsche Joden. Wagen-
seil maakte 65 jaar geleden dit resultaat be
kend van zijn grondige ethnologische en ar
cheologische studies in den Kaukasus en aan
den oostelijken oever van de Kaspische Zee,
alwaar hij op gezag van andere geleerde hee-
ren de wieg van het Zigeunervolk was gaan
zoeken.
In deze dagen hangt een zware wolk boven
het hoofd der Zigeuners. In geen land ter we
reld leven er zooveel als in het nieuwe
Duitschland. Is Bohemen, dat nu met de
Sudeten aan het Rijk kwam. niet zoo rijk ge
zegend met Zigeuners, dat de Pranschen hen
„Bohémiens" noemen, een naam. die trouwens
algemeen geworden is voor luidjes, die aan
kunst doen en graag als Zigeuners leven, zij
't dan in het rumoer der grootc steden.
]P R is een decreet uitgevaardigd, waarin ge-
JL-/ zegd wordt, dat het ondanks alle po
gingen niet gelukt is de Zigeuners te brengen
tot een geordend leven in gevestigd verblijf
door de zucht tot trekken en zwerven der
„Zigeuners van zuiver ras", en dat de zooge
naamde kleurlingen onder hen de politie te
veel last veroorzaakten. Op bevel van den chef
der Duitsche politie moet nu van alle in het
Rijk levende Zigeuners en van alle personen,
die naar Zigeuneraard rondtrekken, worden
vastgesteld tot welk ras zij behooren. Al deze
heel- en half Zigeuners zullen worden ver
plicht zich te onderwerpen aan een rasbiolo-
gisch onderzoek door deskundigen, wien zij de
noodige opgaven over hun afstamming moe
ten verstrekken.
Met alle dwangmiddelen der politie zal dit
bevel worden uitgevoerd. De invoering van
kaarten als identiteitsbewijs is voorbehouden.
Zoo weinig mogelijk zal den Zigeuners verlof
worden verleend tot publieke uitvoeringen.
1-Iet bezit van wapenen is hun streng verbo
den. Zigeuners, die in troepen reizen of kam
peeren moeten gescheiden worden. Zigeuners
uit het buitenland mogen de grenzen niet
overschrijden en vreemde Zigeuners worden
uitgewezen. Onder streng toezicht der politie
zullen de Zigeuners mogen blijven rondtrek
ken en na verkregen verlof ook kompeeren
buiten het gebied van steden en dorpen. Prac-
tisch is er dus voorloopig weinig verandering
gekomen voor het Zigeunerleven in „eerzaam
heid", De Zigeuners zullen eenigen tijd in hun
zoete rust gestoord worden. Zijn ze allen or
delijk geregistreerd, dan kunnen zij hun
leventje a la Bohémien voortzetten, totdat ze
weer eens ter controle zullen worden opge
roepen of er nieuwe bepalingen worden uitge
vaardigd.
H. L.
1 Februari 1939
moet een klein deel vertrekken.
Het staat thans vast dat met 1 Februari een
groot aantal Duitsche dienstboden uit Neder
land naar Duitschland moet terugkeeren. Ver-
scheidene meisjes hebben een oproeping gekre
gen op het Duitsche consulaat te komen. Op haar
pas werd toen aangeteekend, dat die slechts gel
dig is tot 1 Februari 1939. Aan de meisjes werd
medegedeeld, dat zij dus tegen 1 Februari haar
betrekking moesten opzeggen. De terugkeer naar
Duitschland zal geschieden met extra treinen.
Indien sommige Duitsche meisjes
geen gehoor mochten geven aan de op
roeping om terug te keeren naar
Duitschland, wordt de pas ingetrokken.
Het gevolg zou zijn, dat zij Statenloos
zouden worden en daaraan zijn zeer
groote bezwaren verbonden.
Tot heden is nog steeds onzekerheid blijven
bestaan over de vraag hoeveel Duitsche dienst
boden naar Duitschland moeten terugkeeren.
In Amsterdam had men Dinsdag den indruk
dat alle 18000 Duitsche dienstboden die nog in
ons land verblijven met 1 Februari 1939 terug
moeten komen.
Uit Berlijn werd evenwel Dinsdagavond ge
meld, dat voor 1 Maart ten minste 4000 meisjes
uit Nederland moeten vertrekken. Over het tijd
stip waarop de overigen zouden moeten ver-
ti-eklcen bestond nog geen zekerheid.
Wij hebben ons heden morgen met
het Duitsche consulaat te Amsterdam in
verbinding gesteld. Daar werd ons ver
zekerd, dat met 1 Februari 1939 slechts
een klein gedeelte der Duitsche dienst
boden moet terugkeeren. Verder staat er
ambtelijk nog niets vast.
Zeescheep* a»rt naar Amsterdam
ondervindt «-en belemmering.
AMSTERDAM 21 December.
Terwijl tengevolge van de strenge
vorst de geheele binnenscheepvaart
naar en door Amsterdam gestremd is.
ondervindt de zeescheepvaart in geen
enkel opzicht eenige belemmering van
de vorst en kunnen de in IJmuiden
binnenkomende schepen ongehinderd
naar Amsterdam opstoomen en daar
in elk gedeelte van de Amsterdam-
sche haven ligging nemen.
Goederentrein bii Arnhem
ontspoord.
ARNHEM. 21 Dec. In den afge-
loopen nacht is op de spoorbaan tus-
schen Arnhem en Velp nabij de Kunst
zijdefabriek, een gedeelte van een
goederentrein, we'ke uit Groningen
kwam. ontspoord; een tweetal goede
renwagens kantelde van den dijk, een
aantal andere wagons kwam naast de
sporen terecht of liep uit de rails.
Minister Funk binnenkort naar
Londen
Bespreking ter vermijding van den
handelsoorlog.
LONDEN 21 December (Havas). De „Daily
Express" bericht, dat vermoedelijk de Duitsche
minister van handel, Funic, binnenkort naar
Londen zal komen. Funk zou een handelsoorlog
tusschen Duitschland en Engeland in Zuid Oost
Europa willen voorkomen en de Britsche regee
ring zou te verstaan hebben gegeven, dat zij be
reid is een tweezijdig verdrag te sluiten tot ver
deeling der markten in Europa.
AANBESTEDING.
HAARLEM, Woensdag.
De architect, de heer J. P. Kloos te Haar
lem, heeft Dinsdagmorgen in de Groote Oude
Deyi te Wassenaar aanbesteed den hoofdbouw
van een schoolgebouw met gymnastiekzaa.'
conciërgewoning enz., met bijbehoorende
werkzaamheden op een terrein aan de
Backershagelaan t-e Wassenaar namens en
voor rekening van de Stichting „Het Rijn-
landsch Lyceum" te Wassenaar.
De vijf laagste inschrijvers waren:
G. van Eek te Oegstgeest voor f 80.300.
H. H. Drunk te Leeuwarden voor f 80.691.
G. J. Evers te Bloemendaal voor f 81.241.
M. van der Bent en Zoon te Wassenaar
voor f 83.800.
J. en P. van Wijk te Alphen a. d. Rijn voor
f 85.000.
De vlijmscherpe steven van de „Clasina Maria"
beet een weg door het dikke ijs van het
Spaarne, om de „Commerce" uit zijn isolement
te bevrijden. De man op den voorplecht heeft
tegen de kou een „Zuidwester" opgezet, die ter
gelegenheid van den winterwind beter
„Noordooster" kon hceten
De winter heeft plotseling zijn intrede ge
daan en regeert met forsche hand. Hij veroor
zaakt ons menschen in huis en op straat onge-
ief, hetwelk echter grootendeels te dragen valt
door wat warmere kleeding, wat extra brand
stof en een voldoende gevulde maak.
Voor de vogels is het echter thans een zeer
kwaden tijd en zonder extra hulp moeten vele
van hen bezwijken. In de tuinen en in de par
ken ziet men ze in de koude en veelal in een
snerpenden wind op hun gebruikelijke wijze
naar voedsel zoeken. De grond is echter hard
bevroren, waardoor wormen en insecten niet te
verschalken zijn. Ook de planten verschaffen
thans vrijwel geen voedsel door het ontbreken
van zaadjes en jonge spruitjes. De veeren der
vogels staan dan ook uit als teeken, dat het
ben niet goed gaat; vele vogels zitten moedeloos
tijden lang op den grond. Wie oogen voor onze
gevleugelde vrienden heeft ziet hen verarmen
en met rassche schreden onder gaan.
Het verstrekken van eenig voedsel is thans
voor de vogels een levensbelang. Geef het hen,
en door zang en door het eten van larven en
lastige insecten in het a.s. voorjaar zullen zij
het u vergoeden. Strooi zoo mogelijk ook wat
voeder op de paden in de parken; in den Haar
lemmerhout bijvoorbeeld zijn thans honderden
vogels den hongerdood nabij. Zij hebben geen
huis om zich te beschutten, geen dikker pakje
of brandstof om zich te verwarmen. Indien wij
menschen niet helpen, blijft hun maag leeg en is
het einde voor velen van hen zeer spoedig ge
komen. Daarom geef aan onze gevleugelde
vrienden wat voedsel, geef niet alleen vlak bij
het eigen huis, maar ook in parken en in de
plantsoenen. Strooi niet uitsluitend in de voe
derhuisjes, want vele vogelsoorten komen er van
nature niet toe deze huisjes binnen te vliegen.
Strooi het voedsel niet op een hoopje maar zeer
verspreid, anders eten de grootere vogels alles
op. Strooi zoo mogelijk wat vei-schillend voedsel,
ieder vindt dan wat van zijn gading. Geef wat
lijstervoer voor hen, die dierlijk voedsel noodig
hebben. Gedenk de vogels.
G. H. E.
Voor den boeg van den Haarlemschen ijsbreker „Clasina Maria" strekte zich één
bar ijsveld uit. Het Spaarne is toegedekt met een laag ijs van soms wel 10 c.M.
dik In 31/* uur tijds voer de „Clasina Maria" van Haarlem naar Spaarndam en
terug en verbond Haarlem door een vaargeul weer met het Noordzeekanaal.
Het sterrewachthuisje van den bekenden amateur-sterrekundige de heer
Meester, aan de ïepenlaan in Zwanenburg, is geheel afgebrand. Hier zien we
nog een overigens geheel vernielde telescoop temidden van de schamele restanten
van wat eens een zeer mooi geïnstalleerd observatorium was, overeind staan.
De heer Meester bouwde deze sterrewacht geheel als liefhebberij in zijn vrijen
tijd op. Men zal begrijpen dat het vuur dezen amateur-sterrekundige een zeer
dierbaar bezit, een groot deel van zijn levenswerk, ontnomen heeft.
Clara Asscher-Pinkhof. Graddus,
met foto's van Piet Marée. Baarn,
Bosch en Keuning N.V.
Mevrouw Clara Asscher. die een prettig ver
telster kan zijn, heeft in Graddus de romance
van een woon wagen jongen te boek gesteld.
Graddus is nog wel heel jong maar hij beleeft
toch al heel wat, als hij er met zijn harmonica
op uittrekt. En de meisjes Bet en Stiena geven
hem al heel wat te stellen. Daar gebeurt in
zoo'n kermiskamp veel, waardoor een aardig
jong als Graddus vroeg levenswijs kan worden
en een aardig auteur als mevrouw Asscher zal
er geen moeite mee hebben zoo'n knaap een
beetje te idealiseeren zonder den toon, die bij
de omgeving past, geheel te laten varen. Grad
dus is weer eens een variant van de soort, die in
de litteratuur een dankbaren sujettenkring
vormt en de schrijfster liet hem alle recht we
dervaren.
Voorts zijn de foto's, waarmee dit verhaal ge
ïllustreerd is, prachtig. Dat zij erkend, maar
daarmee wil niet gezegd zijn dat wij deze wijze
van verhaal-veriuchtïng onbegrensd bewonde
ren. Zoo de geschreven tekst als litterair pro
duct beschouwd moet worden, wordt bij den le
zer blijkbaar een gemis aan fantasie vooronder
steld of die tekst onvoldoende tot het oproepen
van een beeld geacht. Bij een samenwerking tus
schen schrijver en fotograaf, als in dit boek werd
toegepast, komt de litteratuur in de verdruk
king en zou men bijna meenen dat de tekst om
de plaatjes heen geschreven werd. De juiste
verhouding tusschen verhaal en verluchting
schijnt tenzij het om de laatste in hoofdzaak
te doen was uit het oog te zijn verloren. Een
beetje jammer voor de schrijfster is dat mis
schien wel, al zal er op de boekenmarkt aan
vriend Graddus veelzijdiger aandacht door ge
schonken worden.
Jan Verheijen. In het Vrededuïfke
Café. Rotterdam, Brusse N.V.
Het is merkwaardig, zooveel nieuwe romans
als dit jaar de titels van drankhuisjes voeren.
Dit is reeds de derde en wij hebben er nog een
paar in petto. Maar dit is er wel weer eentje om
apart te zetten. Al was het alleen maar om dat
smeuige Vlaamsch dat er in geklapt wordt.
Want het Vrededuifke huist in een buitenbuurt
van Antwerpen en als de baas er van een aar
dige erfenis gekregen heeft, laat hij het vliegen
om rustig in zijn geboortestad Mechelen te gaan
wonen, „op een schoon bovenkwartier in een
straat waar ge op het dak van de team kon kij
ken". Maar daartoe moest eerst een nieuwe baas
voor 't Vrededuifke gevonden zijn en dat lukte.
Nadat op een avond Lode Dedeckers in het sta
minee was binnengestapt en den baas privé te
spreken had gevraagd, leek het er veel op of
er een transactie op komst was. „Weinige da
gen later werd het in de gebuurte bekend, dat
die van Dedeckers in het Vrededuifke kwamen.
Wanneer men had verteld, dat de Aartsbisschop
van Mechelen het café gekocht had, om er een
van zijn pastoordekens in te zetten, het had
voorwaar niet meer bewondering gewekt dan
dit bericht".
En dan zijn het de verdere lotgevallen van de
familie Dedeckers die ons op de gezellige wijze,
den Vlamingen eigen, verhaald worden. Niet
dat het verloop der geschiedenis altijd even ge
zellig is. doch ook de tragisch kant eener his
torie blijft bij onze Zuiderburen altijd nog onder
den humor hunner uitingswijze verborgen, drukt
althans niet te zwaar op den lezer. Ook deze
auteur verstaat de lichtgevleugelde kunst, den
ernst van het leven met een glimlach tegemoet
te gaan, waardoor de lectuur van zijn boek een
verpoozing wordt, waarvoor men zich als dood
ernstig Noord-Nederlander geen oogenblik be
hoeft te schamen. En waarvan men integendeel,
na lezing, met spijt dat het uit is afscheid neemt.
De Hond staat model. Kynologisch-
kunsthistorisch album. Uitgevers-
Mij. Kosmos, A'dam.
Een kunsthistorica (Dr. Annie Zadoks Jitta)
en een kynologe (Cago van der Meulen) heb
ben in zusterlijke samenwerking een alleraar
digst album samengesteld, waarin, verdeeld over
ruim zestig mooie reproducties, een overzicht
wordt gegeven van de verschijning van den hond
in de beeldende kunst. Van de Egyptische wind
hond van 3000 jaar voor Christus tot de Ita-
liaansche windhondjes van Frederik de Groote
is de afstand minder groot dan het lijkt, maar
toch zijn in dit bestek nog 48 kunstenaars met
55 hondenrassen saamgebracht. De kunstlief
hebber kan hier, al kijkend, veel hondenkennis
opdoen en de hondenliefhebber zich voor kunst
gaan interesseeren, waardoor twee groote men-
schengroepen tot elkaar gebracht worden.
De uitvoering van het boek is zeer smakelijk
Jef Last. De laatste waarheid.
Rotterdam, Brusse N.V.
„Geschreven en voltooid in de marechaussee
kazerne te Zundert", heet het op de laatste pa
gina van deze vaak vermakelijke farce, die Jef
Last blijkbaar ter verpoozing, en misschien ook
wel met ernstiger bedoeling als ondergrond, in
elkaar heeft gezet toen hij in Mei van dit jaar
eenige dagen heeft moeten wachten op de ver-
eischte toestemming om zijn verlaten vaderland
weer te betreden. Hij blijkt een man die zijn
tijd weet te baat te nemen en het gedwongen
vei'blijf aan de Hollandsche grens heeft onze
boekentafel in ieder geval met een vrij zeldzaam
en waardeerbaar product verrijkt, waarin een
mengeling van studentikooze grapjasserij en
ironische wijsgeerigheid wordt opgediend, die,
zonder voor ernst genomen te willen worden,
bij lange na niet uitsluitend nonsensicgal is. De
schrijver speelt zou men meenen een gees
tig spel met inzichten en ervaringen en laat den
lezer lachen door beide in het burleske kleed
van de kermis te stellen. De parodieering van
den ernst is vaak geestig genoeg om niet te be
treuren dat een enkele maal door een onsma
kelijkheid een prettige indruk verstoord wordt.
Maar dat schijnt er nu eenmaal zoo bij te be
hooren bij de auteurs, wier ontegenzeggelijk
groote begaafdheid door een zeker „je m'en fou-
tisme" (in 't Hollandsch: ik heb er lak aan) niet
bepaald versierd wordt. Het zijn gelukkig hier
slechts kleinigheden die niet verhinderen dat men
het boekje waardeert, zoo als het is. Hetgeen
dan, even als Astarte's liefde voor Meelin, de
alatste waarheid zou kunnen zijn.
J. H. DE BOIS.
Gaat u rnaar na: 43500 onge
lukken per jaar, dat is er gemid
deld één ongeveer per 13 minu
ten! En als iedereen blijft denken,
dat de schuld bij anderen ligt,
dan beleven we misschien nog
een gemiddelde van 13 onge
vallen per minuut!
Militaire stukken in Britschen
postzak gesmokkeld.
(Zie ook elders in dit nummer).
In gezaghebbende kringen te Londen wordt
vernomen, dat een pakket, met verdachten in
houd, door Spaansche grensautoriteiten te
Irun is gevonden in een consulairen postzak,
die verzonden was door het Britsche vice-con-
sulaat in San Sebastian aan de Britsche am
bassade te St. Jean de Luz. Een volledig onder
zoek is ingesteld door de rechtsche autoritei
ten in samenwerking met en bijgestaan door
de Britsche autoriteiten ter plaatse. Of
schoon de Britsche vice-consul te San Sebas
tian, Harold Goodman, zelf per auto den zak
vervoerde, waarin het bewuste pakket zat, is
van geen enkelen kant opgeworpen, dat hij
op eenigerlei wijze persoonlijk bij het incident
zou zijn betrokken.-
Nader wordt vernomen, dat in verband met
het gebeurde te San Sebastian en Burgos ver
schillende arrestaties zijn verricht. O.a. zijn
verscheidene officieren van Franco's leger
aangehouden. Men zegt dat eenigen hunner
leden van den generalen staf zijn. Zij zijn ge
arresteerd op last van het ministerie van bui-
tenlandsche zaken te Burgos, nadat de zak was
onderzocht. Naar verluidt, bestaan de docu
menten in kwestie uit kaarten, die gebruikt
worden door den generalen staf. Dat het
plannen voor een offensief zouden zijn, wordt
tegengesproken.
HAARLEM, 21 December.
Ondertrouwd 21 December: E. F. Heere
mans en G. M. Schoorl; T. G. Veis en H. B.
Brings; J. J. v. d. Werf en H. J. Hofsté; H. J.
v. d. Pol en A. H. Neeven; J. F. de Geus en E.
Gijsberts; L. Broekman en H. H. Buchmeier;
H. H. Tork en M. W. Serné; M. Meerveld en J.
A. Kensen; J. Ootes en W. C. C. v. Lunteren;
B. Jansen en J. Windig; M. Monasch en S. H.
v. d. Eijkhof.
Getrouwd 21 December: C. J. Veldkamp en
L. G. van Doorn; C. J. de Jong en J. C. M.
Wassenaar; J. Tinga en C. M. v. d. Aar; H. A.
Spoor en C. M. Albers; E. W. Poelman en P.
Pöppinghaus; M. P. M. Linders en P. A. M.
v. Waijenburg; H. Zomerdijk en A. Vermeeren;
C. de Graaf en J. C. Pouwels.
Bevallen 18 December: J. W. Daemen—van
Doorne, z.; 20 December: H. C. Kroonsberg
Stern, d.; A. ZaiidstraHoekstra, d.; A. H.
MutsaersSchreuder, z.; 21 December: J. G.
ter MetzBoshuijer, d.
Overleden 19 December; H. Kionv. Norden,
76 j., Brouwersstraat.