De Sprong in het Leven
Het zijn niet altijd groote gebeurtenissen, die haar schaduwen vooruit werpen. Jong Volendam op
„De Marker doet
het op z'n sok
ken'
Dr. R. N. M. Eykel, wien op zijn ver
zoek eervol ontslag is verleend als
geneeskundig hoofdinspecteur van de
Volksgezondheid
Sneeuw en koude werden getrotseerd door de deelnemers
aan den traditioneelen veldloop van D.H.C., welke Maan
dag voor de 12e keer te Delft werd gehouden
Op de dichtgevroren Maas aan de monding van de Jeker
te Maastricht liggen de visschersbootjes vastgeklemd in den
starren greep van Koning Winter. Op den achtergrond
de Servaasbrug
A. Roos (links) en J. Havekotte in actie tijdens de wedstrijden in het hardrijden voor
amateurs, welke Zondag door de IJsclub „Willem Barentsz-Thialf" te Zaandijk werden ge
organiseerd
Volendam op de schaats De jongste spruit maakt den
tocht op den arrr, van haar vader mede
FEUILLETON
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA.
36)
„Wat mijn beroep aangaat, Mr. Furné, wil ik
u, ronduit zeggen, dat ik jarenlang variété-aritst
geweest ben en wel buikspreker. Het heeft me
eerst eenige overwinning gekost, het te worden,
maar later heb ik er veel bevrediging in gevon
den en er ook succes mee geoogst Ik schaam me
er niet voor, het geweest te zijn".
Dat waren eerlijke woorden, die Furné bevie-
ten. Deze man had karakter!
„Maar hoe kwam u aan dat beroep?'
„Mr. Furné, denkt u zich eens in de situatie
in! Kort na den oorlog was het zoo goed als on
mogelijk zich bij ons in Engeland een positie te
veroveren. Misschien had ik, indien mijn vader
nog geleefd had, door zijn toedoen iets kunnen
bereiken".
„Wat was uw vader, als ik het vragen mag?"
„Hij was presj nt van de „High Court of
Appeal"."
„Wat! Uw vader was president van het Hof
van Beroep?"
„Ja, wist u dat niet? Heeft Angela het u niet
verteld? Of wist ze het zelf niet? En toen ik
eenmaal gepromoveerd was, wil ik niet langer
op de kosten van het pensioen van mijn moeder
leven. Dat zult u toch zeker kunnen begrijpen".
„Gepromoveerd! In welk vak?"
„In de rechten, zooals mijn vader".
Furné sprong op en glunderde over het heele
gezicht.
„Daar wist ik allemaal niets van. U is Meester
in de Rechten? Maar dan zijn wij collega's. Wat
jammer, dat u dit beroep niet heeft uitgeoefend".
Nu was het de beurt van Carrington, om fijn
tjes te glimlachen.
„Mr. Furné, ik ken uw land niet, noch de
vooruitzichten, die een jong advocaat hier heeft,
maar ik vrees, dat u over de resultaten, die een
variété-artist soms bereiken kan, niet voldoen
de ingelicht bent. Dit beroep heeft mij in staat
gesteld, nu reeds zonder zorgen over te gaan in
een ander leven. Ik ben van plan me voortaan
aan het schrijven van romans te wijden".
„Bravo! Ik heb uw boek gelezen. En ik ver
heug me over uw beslissing".
„En wat de toekomst van uw dochter betreft.
ik heb in 't Zuiden van Engeland een huis ge
kocht. En ik hoop, dat het haar daar wel zal be
vallen. Hier ziet u het".
Furné en zijn vrouw bekeken de foto. die
Carirngton hem toonde. Dit was toch geen huis
meer! Dit was bijna een kasteel! En onwillekeu
rig dachten beiden, dat Angela geen slechte keus
had gedaan.
„Heeft mijn dochter deze foto ook reeds ge
zien?"
„O, daarvoor hebben we werkelijk nog geen
tijd gehad, Mr. Furné!"
Allen lachten.
Toen Angela eenige oogenblikken later bene
den kwam en het gezicht van haar ouders zag,
wist ze onmiddellijk, dat alles in orde was, pre
cies zooals zij het voorzien had.
„Maar drie maanden zullen jullie toch moeten
wachten", zei Furné met nadruk.
„O Paps, wij denken er niet aan. Over zes we
ken ben je me kwijt. En dan vlieg ik met Reggie
mijn huwelijksreis in".
Van schrik liet Carrington haar bijna uit zijn
armen vallen.
„Vliegen! Wat zeg je daar?"
„Maar Reggie, de volgende week haal ik mijn
brevet!"
„Dat is toch niet waar, Mr. Fiu-né? Heht u
haar dit toegestaan?"
Furné kreeg een kleur.
„Ja, ze vliegt. In één van die kleine toestel
letjes, weet u. Ze maken een drukte als een dol
geworden koffiemolen, maar ze gaan werkelijk
de lucht in. Ik heb er ook eens in gevlogen. Als
passagier natuurlijk en heusch, wij kwamen om
hoog. Ja, zoo is het! En bovendienja
ziet u, die waarschuwing moet ik u geven, om
dat u toch weten moet, wat u zich op den hals
haaltdeze jonge dame is eenigszins eigen
wijs. Als ze zich iets in het hoofd haalt, dan kan
niemand haar van haar voornemen afbrengen.
Tenminste ik kan het niet. Misschien kunt u
het!"
„En weet je, waarom ik het geleerd heb? Om
met jou van de eene stad naar de andere te
vlegen, als je je contracten nakomen moet".
„Maar kindje, ik heb geen contracten meer na
te komen. Mijn laatste contract is mijn huwe
lijkscontract en daama gaan we in Engeland
wonen. Ik heb toch een huis gekocht. Kijk eens,
dit is het".
Angela wierp een blik op de foto.
„Ja, het is een heerlijk huis en ik zal heel ge
lukkig zijn, daarin te mogen wonen. Maar niet
voordat ik je heb kunnen bewijzen, dat ik er
wel degelijk trotsch op zal wezen de vrouw van
een artist te zijn. Die voldoening mag je me niet
ontemen, Reggie".
„Maar lieveling, je vader en ik zijn het er over
eens
„Reggie! Ga je met vader trouwen of met mij.
Ik geloof toch, dat ik zelf ook nog een woordje
mee te spreken heb".
„Zie je wel, daar heb je het! Zei ik het niet!
Daar begint het al", zei Furné triomfantelijk.
Carrington schaterde.
„Wat wil je dan, lieveling?"
„Een jaar met jou als artist door de wereld
vagebondeeren. Ik heb je reeds bij onze eerste
ontmoeting gezegd, hoe heerlijk ik dat zou vin
den. En dan ga ik graag met jou in dat mooie
huis wonen".
„Geef het op, Carrington! Ze zet het toch
door!"
En zoo kwam het, dat Mr. Hamilton nog dien
zelfden avond een telegrafische verlenging van
zijn contract met Lloyd voor den tijd van een
jaar ontving.
XXIII.
In de straten rondom het Haagsche stadhuis
was het druk. Zeker het was niet de eerste keer,
dat het daar druk was, maar zulk een drukte
had men er niet vaak meegemaakt.
Om half elf verscheen de politie. Tien minuten
later zond een agent een SOS uit.
„Inspecteur, we zullen versterking moeten
hebben. De drukte is verbazend. We krijgen den
doorgang niet vrij'.
„Nu, ik zal jullie nog vier man sturen",
„Kunt u er niet acht of tien man missen? Er
zijn drommen volk op de been!"
„Goed! Ik zend ze dadelijk weg".
Bevredigd ging de man naar zijn plaats terug
en deelde zijn collega het resultaat mede. Dat
was een reus van een kerel, met oogen zoo blauw
als Neerlands vriendelijk bruisende Noordzee.
„Nou, die drukte hebben we aan de pers te
danken! Ook een manier van doen om op het
laatste nippertje zoo'n drukte over dit huwelijl
te maken in de couranten".
„Die Mr. Furné zal wel uit zijn huid gespron
gen zijn, toen hij dat krantenbericht las!"
De dochter van Mr. Furné en een buikspre
ker. Wat zeg jij er van?"
„Wat een lummel!"
Verbaasd keek zijn makker hem aan, maar
zag toen ook den slagersjongen, die zich met
zijn bakfiets voor het stadhuis geplant had, alsof
de geheele wereld hem toebehoorde. Nadat hij
met een paar hartelijke en zeer welgemeende
woorden weggejaagd was werd het gesprek
hervat.
„Doorloopen, alsjeblieft!" bromde een agent,
die zich afvroeg waarom ze bij bosjes tegelijk
moesten trouwen.
„Als die mannen wisten, wat hun boven het
hoofd hangt, zouden ze zich wel eens een keer
of wat bedenken, voordat ze zoo brani hierheen
stappen", verkondigde een collega van hem en
hij dacht aan zijn eega. „Dat wandelt maar naar
het stadhuis, alsof het huwelijk een pretje was.
Goeie morgen!
„O, kijk daar heb je ze!"
Inderdaad! Daar waren ze! Twee bruidjes en
twee bruidegommen. De bruidjes stralend en
jong als de lentemorgen zelf. De bruidegommen
grinnekend over het heele gezicht, in flagrante
tegenstelling met de sombere gedachten van den
agent.
„Ach, wat mooi!"
De blonde agent gaf het op. Geen mensch
dacht er meer aan, door te loopen. Iedereen wil
de de twee stralende bruidjes straks weer uit
het stadhuis zien komen.
Toen later, na de zeer drukke lunch in het
huis van Furné, de twee bruidjes zich in Ange
la's kamer terug getrokken hadden, om zich voor
de huwelijksreis, die hen in twee verschillende
windrichtingen zou voeren, gereed temaken,
slaakte Angela Carrington plotseling een gil
letje:
„Zeg Elf, weet je wat ik van al het heerlijks
ii prettigs van deze bruidsdagen wel het zaligst
vind?"
„Howard natuurlijk!"
„Mis en nog eens mis! Dat ik Risotta, deze on-
oogelijke, vervelende kleine draak nu eindelijk
eens kwijtraak. Ik zal haar vermaken aan den
tuinmanvoor kruiwagen".
„Ans, je bent niet wijs! Werkelijk niet! Laat
haar nu vast opzenden naar Engeland, Iaat haar
zoolang opbergen en gebruik haar later als...."
„Als wat?"
„Als kinderwagen, natuurlijk!"
EINDE,