„DE BETEEKENIS EN DE WERKWIJZE VAN DEN HOOGEN RAAD". Rubriek voor Vragen Huisbezoek op't Zweedsche platteland M' Jhr. mr. Rhynvis Feith: (Van een G.P.D.-redacteur) Een zee van boeken, keurig gerijd in twee vaste boekenkasten, welke den geheelen ach terwand van zijn kamer beslaan. Daarvoor nog een draaibaar boekenkastje en een bu- reau, waarop eveneens stapels boeken tro nenZiehier een domineerende indruk van de werkkamer van den President van den Hoogen Raad, Jhr. Mr. Rhynvis Feith, in zijn particuliere woning aan de Laan van Meer- dervoort te 's-Gravenhage. Een jurist-pur-sang, deze zeventigjarige, die aan het einde van deze maand het prest dium van Nederland's hoogste rechtscollege zal neerleggen, na het 25 jaar, eerst als raads heer, vervolgens als vice-president en ten slotte als president op onovertrefbare wijze gediend te hebben. Zeventig jaarVeertien December jongst leden bereikte Jhr. Feith dezen leeftijd. En het is nu eens geen phrase, wanneer gezegd wordt, dat men het hem niet aanziet. Het enthousias me, waarmede hij over den arbeid van den Hoogen Raad vertelt, is nog ongebluscht. De oogen schitteren achter de brilleglazen nog even helder als jaren geleden. En ongebogen is de gestalte, kwiek zijn de bewegingen, een krachtige constitutie verradend. „Ik voel mij nog volkomen gezondEn 't spijt me aan het einde van deze maand den Hoogen Raad te moeten verlaten". Typeerend is zoo'n uitdrukking, typeerend voor de ijze ren energie, waarmede deze Nederlander zich gegeven heeft aan zijn steeds omvangrijker wordenden arbeid. En toch, toch werd het langzamerhand zwaar. Vroeger, toen beteekende het lidmaat schap van den Hoogen Raad een rustige werk kring. Maarde werkzaamheden en ik ben blij hierover iets te kunnen zeggen, om dat bij herhaling blijkt, dat men in ons land weinig van ons College weet, zijn steeds toegenomen, mede in verband met het aantal wetten, dat voortdurend aangroeit. Wij moe ten de wetgeving op den voet volgen, omdat wij steeds opnieuw de juiste toepassing der wetten moeten toetsen. Dat'eischt den gehee len mensch op, en al voel ik mij nog volkomen gezond, het is goed, dat thans een jongere zijn krachten hieraan zal kunnen wijden!" Hier spreekt de President van den Hoogen Raad, hetgeen trouwens ook diens bedoeling is. „Er is al zooveel over mij geschreven Het is van grooter belang, dat men eens iets verneemt over den Hoogen Raad zelf". Het is deze opvatting, welke wij te eerbiedigen hebben, ook al valt het moeilijk om het niet anders te doen en meer te zeggen van den mensch.... „Voor vele staatsinstellingen geldt „onbe kend maakt onbemind". Ik mag wel zeggen", aldus Jhr. Feith, „dat dit ook voor den Hoogen Raad geldt. Trouwens in het algemeen ziet het publiek de taak van de rechterlijke macht verkeerd. Spreekt het daarover, dan is het eerste waaraan men denkt: strafzaken! De leden van den Hoogen Raad hebben daar mede ook te maken. Er is zelfs een aparte StrafkamerMaar daarnaast is er een Ci viele- (de voornaamste) en een Belastingka mer. De Civiele Kamer behandelt uitsluitend ci viele gedingen en procedures, zooals eigen domsvorderingen, schadevergoedingseischen en scheidingskwesties. Het arbeidsveld is ont zaglijk uitgebreid en de president, benevens de vier raadsheeren, hebben dan ook geregeld dagwerk. Per jaar worden toch zeker 120 groo- te zaken afgehandeld In de 25 jaar, dat ik deel uitmaak van den Hoogen Raad heb ik de Strafkamer zien uit groeien. De sociale- en de crisiswetgeving in Nederland zijn daaraan o.a. schuldig. Wan neer men weet, dat de Strafkamer meer dan 1200 zaken per jaar afdoet, waaronder onge veer 300 met voorgedragen cassatie-middelen, dan zal het duidelijk zijn, dat na elke zitting de leden dezer Kamer ieder met het redi- geeren van 2 a 3 vrij bewerkelijke arresten wordt belast. En wat het werk van de Belastingkamer betreft, dit is weer iets geheel anders dan het civiel- of strafrechterlijk gedeelte. Deze Ka mer heeft te oordeelen over de uitlegging en de toepassing van de belastingwetten, waarbij ongeveer 350 a 400 zaken per jaar behandeld worden. Ook op dit terrein hebben de werkzaamhe den zich toegespitst. Het bleek dan ook in 1918 dat een aparte Kamer voor Belastingzaken wenschelijk was. Den geheelen oorlog had men het zonder speciale Kamer gedaan, maar toen moest wel worden overgegaan tot de instelling daarvan. Gezien de vele belastingwetten was dat zeker verantwoord. deze den meter passeerde, schuldig was aan diefstal van goederen. Nu is electriciteit geen goed, zooals het in de wet omschreven is. De Hooge Raad heeft toen uitgemaakt dat. hoe wel de wet alleen diefstal van goederen kent de electriciteit daaronder begrepen moet wor den, ook al is zij eigenlijk een kracht. Hiei kwam het dus aan op een ruimere toepassing der wet. Het is natuurlijk zoo, dat men aan den eenen kant niet al te formalistisch moet zijn. Maar aan den anderen kant zal men er tegen moe ten waken, de wet al te ruim uit te leggen. Een bezwaar tegen de rechtspraak in ons land? Ja, zulk een bezwaar is bijvoorbeeld de langdurige en vrij kostbare! procedure indien een zaak tot in hoogste instantie is beoordeeld. Maar daar staat tegenover, dat de resultaten der Nederlandsche rechtspraak behoorlijk gefundeerd zijn en dat zij op een hoog wetenschappelijk peil staat. Misschien is het mogelijk de procedure te bekorten en daarmede tegelijkertijd de kosten te verlagen Het vinden van een oplossing zal echter niet gemakkelijk zijn, tenzij men bijvoorbeeld in strafzaken zooals in Engeland, genoegen zou nemen met de uitspraak van een jury, waar van in veel zaken geen hooger beroep mogelijk Aanbevelenswaardig vind ik dit niet Er is trouwens nog een ander bezwaar, dat mijns inziens zwaarder weegt: de onleesbaar heid van vele wetten en verordeningen door de slechte redactie. Het is vaak een wanhoop, uit de aaneengevoegde indien's, tenzij's, be houdens', als' enz. enz. wijs te worden en er de bedoelingen, die bij het uitvaardigen voor gezeten hebben, uit op te maken. Vooral de wet op het Lager Onderwijs, de Crisiswetten en de Arbeidswet zijn moeilijk te ontraadse len, ook voor deskundigen. En dan te beden ken, dat de Hooge Raad elk woord van zijn be slissingen op een goudschaaltje weegt, juist om verwarring zooveel mogelijk te voorko men Het gesprek met Jhr. Feith is geëindigd. Er rest niets anders te vermelden dan de samen vatting, welke deze dienaar der Nederland sche rechtspraak, wiens verdiensten door de Nederlandsche Regeering erkend zijn, van de niet ter sprake gebrachte punten gaf, te we ten: lste. Het recht tot meerderjarigheidsver klaring, dat de Hooge Raad heeft; 2e. De adviseerende taak van het College bij gratieverzoeken aan de Kroon en bij wetti gingskwesties in civiele zaken; 3e. Het recht om in strafzaken een revisie te gelasten; 4e. Het nemen van beslissingen door de drie Kamers met meerderheid van stemmen, waar bij eerst de jongste, daarna de op één m jongste raadsheer en tenslotte de President zijn oordeel geeft (Nadruk verboden). Chantag^schandaal arme? affaire-Musica. aan de NEW-YORK, 28 December. Het „neven- schandaal" van de Musica-affaire, de groot- scheepsche chantage, die op den hoofdpersoon van de geruchtmakende affaire zou zijn ge pieegd, breidt zich uit. Niet alleen zijn thans de gebroeders Nary en Joseph Brandino ge arresteerd, onder verdenking Musica jaar lijks achtduizend dollar te hebben afge perst, doch ook een zekere Walker Cragg is in hechtenis genomen. Deze zou aan de chan tage hebben meegewerkt. Er schijnt echter nog een vierde deelgenoot in deze afpersing te zijn: de naam is nog niet bekend, doch de politie stelt alles in het werk om ook dezen man te vinden. (United Press). De uitspraken van ons College zijn bindend. Stel, iemand maakt bezwaar tegen zijn aan slag in een bepaalde belasting. Hij komt dan allereerst terecht bij den Inspecteur, die zijn beslissing kenbaar maakt. Gaat de klager hiermee niet accoord, dan kan hij zich wen den tot den Raad van Beroep en daarna, mocht hij zich ook niet bij diens beslissing wil len neerleggen, tot den Hoogen Raad. Velt ons College tenslotte een oordeel, dan is de zaak afgeloopen. Zoowel de klager aJs de Raden van Beroep en de Inspecteurs moeten zich bij de uitspraak neerleggen en er zich verder aan houden. De Hooge Raad heeft daarnaast ook het zoogenaamde toetsïngsrecht, d.w.z. hij maakt in hoogste instantie uit, of de in ons land uit gevaardigde algemeene maatregelen van be stuur, verordeningen (provinciale staten en gemeenteraden) en keuren (waterschapsbe sturen) op de wet steunen en verbindend zijn De rechterlijke macht heeft ten aanzien hier van een groote bevoegdheid. Maarhet is niet altijd gemakkelijk om kwesties daarover laat ik ter illustratie het „Wilde-bussen"- vraagstuk aanhalen, waarbij uitgemaakt werd. dat de Kroon te ver gegaan was, te onder zoeken. De drie Kamers van den Hoogen Raad oordeelen alleen op de stukken, zulks in af wijking met alle andere colleges, die met de partijen zelf, de getuigen en de deskundigen te maken hebben. De Hooge Raad treedt niet in het onderzoek naar de feiten. Dat is in eer ste instantie reeds gebeurd door de rechtban ken en daarna door de gerechtshoven. In ons College wordt dan ook alleen rekening gehou den met den juridischen kant, waarbij wij ten slotte de beteekenis van bepaalde uitdruk kingen in de wetten vaststellen. Vroeger bepaalde het College zich daarbij tot het geven van algemeene richtlijnen, waarbij de toepassing aan de rechters werd overgelaten. Thans beslist de Hooge Raad veelal zelf, of bepaalde gedragingen onrecht matig, onzedelijk of strijdig met de goede trouw zijn. Staan de feiten vast, dan kan het College zelf de wet daarop toepassen. Men weet het, er zijn in den loop der jaren door den Hoogen Raad talrijke kwesties, die van veel belang waren, onderzocht. Steeds is daarbij gezocht naar de meest practische op lossing. Zoo is tot in hoogste instantie uitge zocht, of iemand, die electriciteit aftapte, vóór Het Duitsch-Anierikaansche geschil. Nieuwe Duitsche démarche in voorbereiding. BERLIJN, 28 Dec. (Reuter). Het geschil tus- schen Duitschland en de Vereenigde Staten, dat is gerezen na de rede van Ickes, is thans rus tend, doch niet vergeten. Naar Reuter uit de Wilhelmstrasse verneemt, wordt de zaak da ai- nauwkeurig bestudeerd en is een nieuwe stap in voorbereiding. De dagbladen zwijgen op het oogenblik over de zaak. PURMERENDER MARKTBERICHT. Purmerend, 27 Dec. 1938. Gemeentelijke kaasbeurs. Verhandeld 16 partijen wegende 32.000 K.G. Handel stug. Hoogste prijs f 22. Kleine Boeren aanvoer 4. laagste prijs f 21 per 100 Kilo. Boter 211, f 1.601,63. per K.G. Runderen, totaal 287 stuks. Vette koeien 155 62—70 per K.G., Gelde koeien 77, 115—175 per stuk. matig; Melkkoeien 30, 180—260 per stuk, matig; Stieren 15. 46—50 per K.G. matig; Paarden 7, 80140 per stuk, stug: vette kal veren 27, 30—48 per K.G., stug; Nuchtere kal veren voor de slacht 242, 7—12 per stuk, stug; Nuchtere kalveren voor de fok 11—18 per stuk stug; Vette varkens voor de slacht 308, 49—51 per K.G., vlug; Magere varkens 24, 1620 per stuk, matig; Biggen 85, 10—14 per stuk, ma tig; Schapen 779, 18—26 per stuk, matig; Bok ken 13, 310 per stuk matig. Kipeieren 4.50 5.00 per 100 stuks: eendeieren 3.00 per 100 st., Noordholl. bl. 6065 per K.G. uitzonderings- prijs 66. Oude kippen en hanen 4550 per K.G., Eenden 2065 per stuk; Duiven 40 per paar; Ganzen 112, 2.403.20 per stuk; Zwa nen 28 3.504.50 per stuk; Kalkoenen 50, 50— 55 per K.G. H. Nieuwenhuis directeur der K. N. I. L. M. Opvolger van jhr. H. K. B. Rendorp. AMSTERDAM, 28 December. In de heden gehouden buitengewone vergadering van aan deelhouders der N.V. Koninklijke Nederlandsch Indische Luchtvaart Maatschappij werd op de meest eervolle wijze en onder dankzegging voor de aan de maatschappij bewezen belangrijke diensten aan den heer jhr. H. K. B. Rendorp, op eigen verzoek perl Januari 1939 ontslag verleend als directeur en in die functie per dien datum benoemd de heer H. Nieuwenhuis, tot nu toe vertegenwoordiger der maatschappij in Ne derlandsch Indië. De heer Nieuwenhuis is, naar men weet, reeds enkele maanden geleden in ons land terugge keerd en was sedert dien met de waarneming van de directeursfunctie belast, welke jhr. Ren dorp wegens ziekte gedurende de laatste maan den niet meer kon vervullen. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnés van dit blad worden door een specialen Redacteur en zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aan het bureau van dit bladmet duidelijke ver- mélding van naam en woonplaats. Vragen waaraan naam en adres ontbrekenworden tersijde gelegd. De namen der vragers blijven redactie geheim. De antwoorden worden GEHEEL KOSTE LOOS thuis bezorgd. Alleen die vragen, welker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager, van nut kan zijn, worden tevens in ons blad ge plaatst. RECEPTEN. VRAAG: Hoe bereid ik het vulsel van saucij- zebroodjes? ANTWOORD: Benoodigd: 75 g. kalfsgehakt, gr. varkensgehakt, 25 g. oud brood, peper, zout en nootmuskaat. Maal het gehakt nog eens door den vleesch- molen, vermeng het met het geweekte brood en vrij veel peper, zout en nootmuskaat en maak rolletjes van. Rol het deeg den laatsten keer tot een vrij dunne lap uit. snijd er stukken van ter breedte van 10 en ter lengte van 16 cm. Leg er een rolletje gehakt op, vouw het deeg er om heen en plak het opzij .met water vast. VRAAG: Hoe verwijder ik vet uit een cocos- looper? Heet water en soda hebben niet gehol pen. ANTWOORD. Met perchlooraethyleen afwrij ven, daarna de plek bedekken met een laagje magnesia, dat na een paar uur weer verwijderd kan worden. PLANTEN. VRAAG: Wat is de beste tijd om een palm en een hulst te verplanten? ANTWOORD: April, hoewel ook de tweede helft van Maart en de eerste van Mei goede re sultaten kunnen geven. Voor hulst is het zelfs heel goed mogelijk in September. RECHTSZAKEN VRAAG: Wat zijn de verplichtingen van een dame tegenover haar dag- en nacht-dienstbode, ingeval van ziekte of ongeval, in of buiten haar betrekking? ANTWOORD: O.m. gedurende 6 weken voor geneeskundige behandeling en verpleging zorg te dragen. VRAAG: Heeft een meisje voor dag en nacht echt op kostgeld als haar mevrouw 10 dagen uitgaat? Hoeveel? ANTWOORD: Ja, op 1.per dag. VRAAG: Als men voor 1000 voor iemand borg is geweest en deze is in gebreke gebleven, men dan verplicht ook nog rente van die 1000 te betalen? ANTWOORD: Als de hoofdschuld rentedragend as en men zijn borgtocht niet heeft gekwiteerd op maximaal 1000 is men tot betaling der ren ten gehouden. opgeknapt. (Van onzen correspondent.) Stockholm, December EN komt er gemakkelijk toe, te ge nerahseeren, al is het ook uiterst moeilijk dat goed te doen En xt wanneer een schrijver als Ludvig Noiastrom na een reis van elfduizend kilome ter met den auto langs grindwegen en door karresporen in alle hoeken van het Zweedsche land na honderden gesprekken met keuter boertjes en landarbeidersvrouwen, met dorps dokters en leden van gezondheidscommissies en gemeenteraden, na tallooze bezoeken aan boerderijtjes en landarbeidersbarakken aan ellendige krotten en stinkende hutten vooral, zijn ervaringen over de woningtoestan den op het Zweedsche platteland te boek gaat stellen, dan moet hij wel gaan generalisee ren, al wordt zijn boek ook ver over de vier honderd pagina's dik. Daarom is het wel wen schelijk om, voor ook wij op onze beurt gaan samenvatten en dus generaliseeren even aan te stippen, wat het centraal bureau der statistiek over de woningen van de platte landsbevolking te zeggen heeft. Drie jaar ge leden, teen er ten dienste van de staatscom missie, welke middelen ter vermijding van de dreigende bevolkingsvermindering moet zoe ken, een buitengewone volkstelling gehouden werd, is er in honderd willekeurig gekozen plattelandsgemeenten in alle deelen des lands een nauwkeurig onderzoek van alle wo ningen ingesteld. Uit de daarbij verkregen ge gevens, die voor het heele land misschien niet op enkele tienden of op een paar promille juist zijn, maar wél representatief geacht moeten worden, is gebleken, dat er buiten de steden en stadjes en industrieplaatsen van de honderd woningen gemiddeld 8 in alle op zicht verbeterd moeten worden en 41 meerdere of mindere mate miserabel zijn: Van deze laatste categorie, die dus twee vijfde deel van het totale woningbestand om vat, is meer dan een derde deel nauwkeurig 15,1 procent van 't totaal volkomen verval len. Twee-vijfde deel van de woningen op het platteland zijn „min of meer miserabel" en het aantal volkomen vervallen krotten is bijna het dubbele van dat der goede woningen. De laatste jaren zijn 70.000 woningen met Staatssteun In zulke vervallen krotten leven niet zelden gezinnen van tien, twaalf personen. Kersenbloesem in het krot. Jhr. Mr. Rhynvis Feith, President van den Hoogen Raad, die aan het einde van deze maand zijn functie zal neerleggen. Een foto van een schilderij, dat den scheidenden President in ambtsgewaad weergeeft. -jp\ IE volkomen vervallen woningen, die JLj/ vochtige, tochtige, wegrottende, stin kende krotten, die dus rond een zevende deel van alle woningen op het Zweedsche platte land uitmaken, heeft Ludvig Nordstrom niet alleen in de troostelooze verlatenheid van de Norrlandsche bosschen en venen, waar men ze 't eerst zou verwachten, gevonden, maar feitelijk in vrijwel alle streken van dit lange land, in het vruchtbare Ostergötland even goed als in het schrale, steenige, „don kere" Smaland en in de naaste omstreken van de hoofdstad even goed als in het welvarende Schonen. De slechtste, mensch-onwaardig ste woning van Zweden een hoop steenen met een schoorsteen er op vond hij in Blekinge, aan de Zuidkust en het is misschien karakteristiek Zweedsch, dat de bewoner van dat krot er zich over verheugde dat er door zijn „kamer" heen een kersenboom gegroeid was, zoodat hij in 't voorjaar daarbinnen „van zelf" bloemen had als buiten alles nog kaal en wintersch was. Maar op-een-na-de-ergste krotwoningen vond de rond-reizende schrij ver-huisbezoeker in die streken, waar op groo te landgoederen en heereboerderijen de land arbeiders hun loon voornamelijk in natura ontvangen in den vorm van vrij wonen, brandhout, melk, graan, enz. of eigenlijk pachtboertjes zijn, die de pacht betalen door een bepaalde hoeveelheid werk voor den boer of den landheer te verrichten. Daar in die landarbeidersbarakken en die pachtershuisjes heeft Ludvig Nordstrom een ellende, een ver vuiling aangetroffen als men in het moderne, vooruitstrevende, Amerika ten voorbeeld ge stelde Zweden onbestaanbaar zou achten. Nordstrom bezocht daar woningen, waar de kleeren aan den muur hingen te beschimme len, waar de zoo op den grond gelegde vloer doorgerot was, waar het bij regen met straal tjes door dak'en muren lekte, waar de lucht nauwelijks te verdragen was, waar misschien zes, acht kinderen en volwassenen in een ver trek van een paar meter in 't vierkant bijeen sliepen en er niet zelden wel iemand tubercu lose had. Balkan-toestanden noemt de schrijver dat ergens. Hij is verder gereisd, door Halland, waar de zeewind fluit door „huizen als mandjes", door Bohuslan, waar soms een in den grond ge graven margarinekistje als provisiekast moet dienen, door het eindelooze Norrland. waar in boerderijen van acht kamers allen samen le ven, samen slapen in de keuken en een ka mertje er naast, omdat die twee vertrekken al nauwelijks warm te stoken zijn. Hij vertelt van een bekende industrieplaats op het platteland, waar een vijfde deel der arbeiders gezinnen woningen van één keuken zonder kamer heeft, hij vertelt van vrouwen, die van haar huis naar den waterput een paar hon derd meter te loopen hebben en die des win ters met de voeten in den oven zitten omdat ze vergaan van de rheumatiek, hij vertelt van huizen, waar men zonder moeite een zakmes tot het heft in de balken kan steken, waar het brood in de etenskast bevriest, zoodat men het in den oven of op de kachel moet leggen om te ontdooien en waar de slecht-sluitende deuren of de reten in de muren er voor zorgen, dat men meer dan voldoende ventilatie lees: tocht heeft, hoewel de ramen zomer en winter dichtgeplakt zitten, gelijk dat in Norrland volgens de statistiek in 52,2 en in de Zuidelijkste gewesten in 14.1 procent van de woningen het geval is. Van open haard naar centrale verwarming. j\/r AAR Ludvig Nordstrom heeft het niet al- i'JL leen over de „min of meer miserabele woningen", die. zooals de statistiek leert, twee vijfde deel van het totale woningbestand op het platteland vormen, Hij gewaagt ook uit voerig van de verbeteringen, die er vooral de laatste jaren in de woon-omstandigheden van de plattelandsbevolking gekomen zijn. Van overheidswege wordt reeds lang gewerkt voor de stichting van „eigen huisjes" voor land en boscharbeiders en keuterboertjes en in dustrie-arbeiders en als onderdeel van de wel- vaartspolitiek, die in 1933 door de sociaal democraten is ingezet met medewerking van de boerenpartij en ten deele ook met steun van de andere partijen, zijn tot nu ongeveer tachtig millioen kronen besteed als staats- bijdrage voor de verbetering van rond zeven tigduizend plattelandswoningen. Een der tallooze eigen huisjes", die in stuk ken en beetjes van de timmerfabriek komen. Vier tot zes kamers, doorgaans centrale ver warming en soms ook douche of bad. In den regel wordt van overheidswege voor veertig of vijftig procent in de kosten van de verbetering van een woning bijgedragen, ter wijl de eigenaar-bewoner de rest betaalt. Dit heeft tengevolge dat zij, die geen spaarduitje hebben, die zelf dus niet in de kosten bij kun nen dragen, moeten probeeren van het arm bestuur, van de gemeente dus, ook vijftig procent te krijgen, maar nu doet zich vaak het verschijnsel voor, dat men eventueel wel het staatssubsidie wii accepteeren, maar niet ten laste van de gemeente wil komen, niet armlastig worden wil. Die woning-verbete ringen houden vaak in, dat de muren van buiten met planken, van binnen met treetex of andere vezelplaten beschoten worden, dat het dak vernieuwd wordt en de fundamentee- ring verbeterd en en dit is het belangrijkste meestal dat de open haard verdwijnt, zoo die er nog was, dat de kachel rook- of warme lucht-kanalen krijgt of dat er een nog beter systeem voor centrale verwarming komt, zoo dat voortaan alle vertrekken heel het jaar rond bewoonbaar zijn. In de eigen huisjes, die de laatste jaren gebouwd worden, is centrale verwarming vrijwel regel en verscheidene des kundigen achten het trouwens zeer gewenscht dat aanleg van centrale verwarming geëischt wordt, als voorwaarde voor het verkrijgen van overheidssteun voor woningverbetering. Zwe den is een koud land en daarin ligt ongetwij- feldt de voornaamste oorzaak van zijn wo ningprobleem. Er is de laatste jaren aan de woningen van de plattelandsbevolking veel verbeterd, maar veel en veel meer moet er nog verbeterd wor den. Ludvig Nordstrom heeft dat niet alleen met zijn boek opnieuw aangetoond, maar hij heeft, beter dan districtsartsen dat met hun rapporten of sociaal-politici dat met hun sta tistieken konden doen, de algemeene aan dacht op dit belangrijke werk gevestigd. Zijn boek, dat „Lort-Sverige" heet oftewel „Drek- Zweden" en dat bij de uitgeverij van de cen trale coöperatieve organisatie, Kooperativa Förbundet, verschenen is. is in veertien dagen tijds reeds in veertienduizend exemplaren ver kocht en heel dezen herfst heeft Ludvig Nord strom 's Maandasavonds voor de microfoon van Stockholm-Motala een paar millioen luisteraars over het Zweden van de krotten en over het Zweden van de houten villatjes verteld, heeft hij voor hen gramofoonplaten afgedraaid van interviews met artsen en van gesprekken met krotbewoners. Hij heeft met zijn onthullingen verontwaar diging gewekt, hij is uitgekreten voor land verrader omdat hij van „het vuile Zweden" durfde te spreken al kon men weten, dat hij daar natuurlijk niet zijn land mee be doelde, maar die vervallen, vervuilde krotten, waarin een deel van de plattelandsbevolking leeft. „Lort-Sverige" is een door vrijwel alle kranten overgenomen slagwoord geworden en de actie van Ludvig Nordstrom in samenwer king met den rijks-radiodienst en den dienst der volksgezondheid zal waarschijnlijk krach tig er toe by dragen, dat de arbeid voor wo ningverbetering ten plattelande uitgebreid versneld wordt. Van welke waarde deze arbeid is, blijkt, beter dan uit statistieken en andere cijfers misschien, uit de woorden van een boscharbeidersvrouw uit Norrland, wier huisje met overheidssteun grondig opge knapt was: Het is net of we nu pas menschen geworden zijn. C. G. B. Meisje aangevallen. HEM, 28 December. Vanochtend omstreeks half acht heeft zich te Hem bij Hoorn een drama afgespeeld. In den veestal van den heer Appelman was de 26-jarige knecht S. bezig met het melken van de koeien, waarbij hij geholpen werd door de 25-jarige pleegdochter van de familie Ap pelman, mejuffrouw Van Stralen. Plotseling heeft de knecht het meisje aangerand. Zij werd ernstig gewond. Op haar hulpgeroep snelde een andere pleegdochter van de familie het meisje te hulp. De knecht nam hierop de vlucht en heeft door ophanging een einde aan zijn leven gemaakt. Het lijk is naar de ouder lijke woning te Hem overgebracht. De toe stand van het meisje is bevredigend. De aanleiding tot het drama schijnt gele gen te zijn in het feit, dat de aangevallene verloofd is met een knecht, die vroeger in dienst van de familie Appelman was en met wien zij het volgende jaar in het huwelijk treedt. Dit was niet naar den zin van S„ het geen vanochtend tot een uitbarsting heeft geleid. Noodweer in Griekenland. ATHENE, 28 December. (Reuter). Deelen van Griekenland zijn door noodweer geteisterd, voor al het gebied om Missolonghi, het bekende slag veld uit den onafhankelijkheidsoorlog, heeft ernstig geleden. De hevige regen heeft overstroomingen ver oorzaakt, waardoor geheele kudden schapen met hun herders werden meegespoeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8