„DE BETEEKENIS EN DE WERKWIJZE
VAN DEN HOOGEN RAAD".
Rubriek voor Vragen
Huisbezoek op't Zweedsche platteland
M'
Jhr. mr. Rhynvis Feith:
(Van een G.P.D.-redacteur)
Een zee van boeken, keurig gerijd in twee
vaste boekenkasten, welke den geheelen ach
terwand van zijn kamer beslaan. Daarvoor
nog een draaibaar boekenkastje en een bu-
reau, waarop eveneens stapels boeken tro
nenZiehier een domineerende indruk
van de werkkamer van den President van den
Hoogen Raad, Jhr. Mr. Rhynvis Feith, in zijn
particuliere woning aan de Laan van Meer-
dervoort te 's-Gravenhage.
Een jurist-pur-sang, deze zeventigjarige,
die aan het einde van deze maand het prest
dium van Nederland's hoogste rechtscollege
zal neerleggen, na het 25 jaar, eerst als raads
heer, vervolgens als vice-president en ten
slotte als president op onovertrefbare wijze
gediend te hebben.
Zeventig jaarVeertien December jongst
leden bereikte Jhr. Feith dezen leeftijd. En het
is nu eens geen phrase, wanneer gezegd wordt,
dat men het hem niet aanziet. Het enthousias
me, waarmede hij over den arbeid van den
Hoogen Raad vertelt, is nog ongebluscht. De
oogen schitteren achter de brilleglazen nog
even helder als jaren geleden. En ongebogen
is de gestalte, kwiek zijn de bewegingen, een
krachtige constitutie verradend.
„Ik voel mij nog volkomen gezondEn
't spijt me aan het einde van deze maand den
Hoogen Raad te moeten verlaten". Typeerend
is zoo'n uitdrukking, typeerend voor de ijze
ren energie, waarmede deze Nederlander zich
gegeven heeft aan zijn steeds omvangrijker
wordenden arbeid.
En toch, toch werd het langzamerhand
zwaar. Vroeger, toen beteekende het lidmaat
schap van den Hoogen Raad een rustige werk
kring. Maarde werkzaamheden en ik
ben blij hierover iets te kunnen zeggen, om
dat bij herhaling blijkt, dat men in ons land
weinig van ons College weet, zijn steeds
toegenomen, mede in verband met het aantal
wetten, dat voortdurend aangroeit. Wij moe
ten de wetgeving op den voet volgen, omdat
wij steeds opnieuw de juiste toepassing der
wetten moeten toetsen. Dat'eischt den gehee
len mensch op, en al voel ik mij nog volkomen
gezond, het is goed, dat thans een jongere zijn
krachten hieraan zal kunnen wijden!"
Hier spreekt de President van den Hoogen
Raad, hetgeen trouwens ook diens bedoeling
is. „Er is al zooveel over mij geschreven
Het is van grooter belang, dat men eens iets
verneemt over den Hoogen Raad zelf". Het
is deze opvatting, welke wij te eerbiedigen
hebben, ook al valt het moeilijk om het niet
anders te doen en meer te zeggen van den
mensch....
„Voor vele staatsinstellingen geldt „onbe
kend maakt onbemind". Ik mag wel zeggen",
aldus Jhr. Feith, „dat dit ook voor den Hoogen
Raad geldt. Trouwens in het algemeen ziet
het publiek de taak van de rechterlijke macht
verkeerd. Spreekt het daarover, dan is het
eerste waaraan men denkt: strafzaken! De
leden van den Hoogen Raad hebben daar
mede ook te maken. Er is zelfs een aparte
StrafkamerMaar daarnaast is er een Ci
viele- (de voornaamste) en een Belastingka
mer.
De Civiele Kamer behandelt uitsluitend ci
viele gedingen en procedures, zooals eigen
domsvorderingen, schadevergoedingseischen
en scheidingskwesties. Het arbeidsveld is ont
zaglijk uitgebreid en de president, benevens de
vier raadsheeren, hebben dan ook geregeld
dagwerk. Per jaar worden toch zeker 120 groo-
te zaken afgehandeld
In de 25 jaar, dat ik deel uitmaak van den
Hoogen Raad heb ik de Strafkamer zien uit
groeien. De sociale- en de crisiswetgeving in
Nederland zijn daaraan o.a. schuldig. Wan
neer men weet, dat de Strafkamer meer dan
1200 zaken per jaar afdoet, waaronder onge
veer 300 met voorgedragen cassatie-middelen,
dan zal het duidelijk zijn, dat na elke zitting
de leden dezer Kamer ieder met het redi-
geeren van 2 a 3 vrij bewerkelijke arresten
wordt belast.
En wat het werk van de Belastingkamer
betreft, dit is weer iets geheel anders dan het
civiel- of strafrechterlijk gedeelte. Deze Ka
mer heeft te oordeelen over de uitlegging en
de toepassing van de belastingwetten, waarbij
ongeveer 350 a 400 zaken per jaar behandeld
worden.
Ook op dit terrein hebben de werkzaamhe
den zich toegespitst. Het bleek dan ook in 1918
dat een aparte Kamer voor Belastingzaken
wenschelijk was. Den geheelen oorlog had men
het zonder speciale Kamer gedaan, maar toen
moest wel worden overgegaan tot de instelling
daarvan. Gezien de vele belastingwetten was
dat zeker verantwoord.
deze den meter passeerde, schuldig was aan
diefstal van goederen. Nu is electriciteit geen
goed, zooals het in de wet omschreven is. De
Hooge Raad heeft toen uitgemaakt dat. hoe
wel de wet alleen diefstal van goederen kent
de electriciteit daaronder begrepen moet wor
den, ook al is zij eigenlijk een kracht. Hiei
kwam het dus aan op een ruimere toepassing
der wet.
Het is natuurlijk zoo, dat men aan den eenen
kant niet al te formalistisch moet zijn. Maar
aan den anderen kant zal men er tegen moe
ten waken, de wet al te ruim uit te leggen.
Een bezwaar tegen de rechtspraak in ons
land? Ja, zulk een bezwaar is bijvoorbeeld de
langdurige en vrij kostbare! procedure
indien een zaak tot in hoogste instantie is
beoordeeld. Maar daar staat tegenover, dat
de resultaten der Nederlandsche rechtspraak
behoorlijk gefundeerd zijn en dat zij op een
hoog wetenschappelijk peil staat. Misschien
is het mogelijk de procedure te bekorten en
daarmede tegelijkertijd de kosten te verlagen
Het vinden van een oplossing zal echter niet
gemakkelijk zijn, tenzij men bijvoorbeeld in
strafzaken zooals in Engeland, genoegen zou
nemen met de uitspraak van een jury, waar
van in veel zaken geen hooger beroep mogelijk
Aanbevelenswaardig vind ik dit niet
Er is trouwens nog een ander bezwaar, dat
mijns inziens zwaarder weegt: de onleesbaar
heid van vele wetten en verordeningen door
de slechte redactie. Het is vaak een wanhoop,
uit de aaneengevoegde indien's, tenzij's, be
houdens', als' enz. enz. wijs te worden en er
de bedoelingen, die bij het uitvaardigen voor
gezeten hebben, uit op te maken. Vooral de
wet op het Lager Onderwijs, de Crisiswetten
en de Arbeidswet zijn moeilijk te ontraadse
len, ook voor deskundigen. En dan te beden
ken, dat de Hooge Raad elk woord van zijn be
slissingen op een goudschaaltje weegt, juist
om verwarring zooveel mogelijk te voorko
men
Het gesprek met Jhr. Feith is geëindigd. Er
rest niets anders te vermelden dan de samen
vatting, welke deze dienaar der Nederland
sche rechtspraak, wiens verdiensten door de
Nederlandsche Regeering erkend zijn, van de
niet ter sprake gebrachte punten gaf, te we
ten:
lste. Het recht tot meerderjarigheidsver
klaring, dat de Hooge Raad heeft;
2e. De adviseerende taak van het College bij
gratieverzoeken aan de Kroon en bij wetti
gingskwesties in civiele zaken;
3e. Het recht om in strafzaken een revisie
te gelasten;
4e. Het nemen van beslissingen door de drie
Kamers met meerderheid van stemmen, waar
bij eerst de jongste, daarna de op één m
jongste raadsheer en tenslotte de President
zijn oordeel geeft
(Nadruk verboden).
Chantag^schandaal arme?
affaire-Musica.
aan de
NEW-YORK, 28 December. Het „neven-
schandaal" van de Musica-affaire, de groot-
scheepsche chantage, die op den hoofdpersoon
van de geruchtmakende affaire zou zijn ge
pieegd, breidt zich uit. Niet alleen zijn thans
de gebroeders Nary en Joseph Brandino ge
arresteerd, onder verdenking Musica jaar
lijks achtduizend dollar te hebben afge
perst, doch ook een zekere Walker Cragg is in
hechtenis genomen. Deze zou aan de chan
tage hebben meegewerkt. Er schijnt echter nog
een vierde deelgenoot in deze afpersing te
zijn: de naam is nog niet bekend, doch de
politie stelt alles in het werk om ook dezen
man te vinden. (United Press).
De uitspraken van ons College zijn bindend.
Stel, iemand maakt bezwaar tegen zijn aan
slag in een bepaalde belasting. Hij komt dan
allereerst terecht bij den Inspecteur, die zijn
beslissing kenbaar maakt. Gaat de klager
hiermee niet accoord, dan kan hij zich wen
den tot den Raad van Beroep en daarna,
mocht hij zich ook niet bij diens beslissing wil
len neerleggen, tot den Hoogen Raad. Velt ons
College tenslotte een oordeel, dan is de zaak
afgeloopen. Zoowel de klager aJs de Raden van
Beroep en de Inspecteurs moeten zich bij de
uitspraak neerleggen en er zich verder aan
houden.
De Hooge Raad heeft daarnaast ook het
zoogenaamde toetsïngsrecht, d.w.z. hij maakt
in hoogste instantie uit, of de in ons land uit
gevaardigde algemeene maatregelen van be
stuur, verordeningen (provinciale staten en
gemeenteraden) en keuren (waterschapsbe
sturen) op de wet steunen en verbindend zijn
De rechterlijke macht heeft ten aanzien hier
van een groote bevoegdheid. Maarhet is
niet altijd gemakkelijk om kwesties daarover
laat ik ter illustratie het „Wilde-bussen"-
vraagstuk aanhalen, waarbij uitgemaakt werd.
dat de Kroon te ver gegaan was, te onder
zoeken.
De drie Kamers van den Hoogen Raad
oordeelen alleen op de stukken, zulks in af
wijking met alle andere colleges, die met de
partijen zelf, de getuigen en de deskundigen
te maken hebben. De Hooge Raad treedt niet
in het onderzoek naar de feiten. Dat is in eer
ste instantie reeds gebeurd door de rechtban
ken en daarna door de gerechtshoven. In ons
College wordt dan ook alleen rekening gehou
den met den juridischen kant, waarbij wij ten
slotte de beteekenis van bepaalde uitdruk
kingen in de wetten vaststellen.
Vroeger bepaalde het College zich daarbij
tot het geven van algemeene richtlijnen,
waarbij de toepassing aan de rechters werd
overgelaten. Thans beslist de Hooge Raad
veelal zelf, of bepaalde gedragingen onrecht
matig, onzedelijk of strijdig met de goede
trouw zijn. Staan de feiten vast, dan kan het
College zelf de wet daarop toepassen.
Men weet het, er zijn in den loop der jaren
door den Hoogen Raad talrijke kwesties, die
van veel belang waren, onderzocht. Steeds is
daarbij gezocht naar de meest practische op
lossing. Zoo is tot in hoogste instantie uitge
zocht, of iemand, die electriciteit aftapte, vóór
Het Duitsch-Anierikaansche
geschil.
Nieuwe Duitsche démarche in voorbereiding.
BERLIJN, 28 Dec. (Reuter). Het geschil tus-
schen Duitschland en de Vereenigde Staten, dat
is gerezen na de rede van Ickes, is thans rus
tend, doch niet vergeten. Naar Reuter uit de
Wilhelmstrasse verneemt, wordt de zaak da ai-
nauwkeurig bestudeerd en is een nieuwe stap in
voorbereiding. De dagbladen zwijgen op het
oogenblik over de zaak.
PURMERENDER MARKTBERICHT.
Purmerend, 27 Dec. 1938.
Gemeentelijke kaasbeurs. Verhandeld 16
partijen wegende 32.000 K.G. Handel stug.
Hoogste prijs f 22. Kleine Boeren aanvoer 4.
laagste prijs f 21 per 100 Kilo.
Boter 211, f 1.601,63. per K.G. Runderen,
totaal 287 stuks. Vette koeien 155 62—70 per
K.G., Gelde koeien 77, 115—175 per stuk.
matig; Melkkoeien 30, 180—260 per stuk,
matig; Stieren 15. 46—50 per K.G. matig;
Paarden 7, 80140 per stuk, stug: vette kal
veren 27, 30—48 per K.G., stug; Nuchtere kal
veren voor de slacht 242, 7—12 per stuk, stug;
Nuchtere kalveren voor de fok 11—18 per stuk
stug; Vette varkens voor de slacht 308, 49—51
per K.G., vlug; Magere varkens 24, 1620 per
stuk, matig; Biggen 85, 10—14 per stuk, ma
tig; Schapen 779, 18—26 per stuk, matig; Bok
ken 13, 310 per stuk matig. Kipeieren 4.50
5.00 per 100 stuks: eendeieren 3.00 per 100 st.,
Noordholl. bl. 6065 per K.G. uitzonderings-
prijs 66. Oude kippen en hanen 4550 per
K.G., Eenden 2065 per stuk; Duiven 40 per
paar; Ganzen 112, 2.403.20 per stuk; Zwa
nen 28 3.504.50 per stuk; Kalkoenen 50, 50—
55 per K.G.
H. Nieuwenhuis directeur der
K. N. I. L. M.
Opvolger van jhr. H. K. B. Rendorp.
AMSTERDAM, 28 December. In de heden
gehouden buitengewone vergadering van aan
deelhouders der N.V. Koninklijke Nederlandsch
Indische Luchtvaart Maatschappij werd op de
meest eervolle wijze en onder dankzegging voor
de aan de maatschappij bewezen belangrijke
diensten aan den heer jhr. H. K. B. Rendorp,
op eigen verzoek perl Januari 1939 ontslag
verleend als directeur en in die functie per dien
datum benoemd de heer H. Nieuwenhuis, tot nu
toe vertegenwoordiger der maatschappij in Ne
derlandsch Indië.
De heer Nieuwenhuis is, naar men weet, reeds
enkele maanden geleden in ons land terugge
keerd en was sedert dien met de waarneming
van de directeursfunctie belast, welke jhr. Ren
dorp wegens ziekte gedurende de laatste maan
den niet meer kon vervullen.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonnés van dit blad worden door
een specialen Redacteur en zijn talrijke
medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste
beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd aan
het bureau van dit bladmet duidelijke ver-
mélding van naam en woonplaats. Vragen
waaraan naam en adres ontbrekenworden
tersijde gelegd.
De namen der vragers blijven redactie
geheim.
De antwoorden worden GEHEEL KOSTE
LOOS thuis bezorgd.
Alleen die vragen, welker beantwoording voor
vele anderen behalve den vrager, van nut
kan zijn, worden tevens in ons blad ge
plaatst.
RECEPTEN.
VRAAG: Hoe bereid ik het vulsel van saucij-
zebroodjes?
ANTWOORD: Benoodigd: 75 g. kalfsgehakt,
gr. varkensgehakt, 25 g. oud brood, peper, zout
en nootmuskaat.
Maal het gehakt nog eens door den vleesch-
molen, vermeng het met het geweekte brood en
vrij veel peper, zout en nootmuskaat en maak
rolletjes van. Rol het deeg den laatsten keer
tot een vrij dunne lap uit. snijd er stukken van
ter breedte van 10 en ter lengte van 16 cm. Leg
er een rolletje gehakt op, vouw het deeg er om
heen en plak het opzij .met water vast.
VRAAG: Hoe verwijder ik vet uit een cocos-
looper? Heet water en soda hebben niet gehol
pen.
ANTWOORD. Met perchlooraethyleen afwrij
ven, daarna de plek bedekken met een laagje
magnesia, dat na een paar uur weer verwijderd
kan worden.
PLANTEN.
VRAAG: Wat is de beste tijd om een palm en
een hulst te verplanten?
ANTWOORD: April, hoewel ook de tweede
helft van Maart en de eerste van Mei goede re
sultaten kunnen geven. Voor hulst is het zelfs
heel goed mogelijk in September.
RECHTSZAKEN
VRAAG: Wat zijn de verplichtingen van een
dame tegenover haar dag- en nacht-dienstbode,
ingeval van ziekte of ongeval, in of buiten haar
betrekking?
ANTWOORD: O.m. gedurende 6 weken voor
geneeskundige behandeling en verpleging zorg
te dragen.
VRAAG: Heeft een meisje voor dag en nacht
echt op kostgeld als haar mevrouw 10 dagen
uitgaat? Hoeveel?
ANTWOORD: Ja, op 1.per dag.
VRAAG: Als men voor 1000 voor iemand
borg is geweest en deze is in gebreke gebleven,
men dan verplicht ook nog rente van die
1000 te betalen?
ANTWOORD: Als de hoofdschuld rentedragend
as en men zijn borgtocht niet heeft gekwiteerd
op maximaal 1000 is men tot betaling der ren
ten gehouden.
opgeknapt.
(Van onzen correspondent.)
Stockholm, December
EN komt er gemakkelijk toe, te ge
nerahseeren, al is het ook uiterst
moeilijk dat goed te doen En
xt wanneer een schrijver als Ludvig
Noiastrom na een reis van elfduizend kilome
ter met den auto langs grindwegen en door
karresporen in alle hoeken van het Zweedsche
land na honderden gesprekken met keuter
boertjes en landarbeidersvrouwen, met dorps
dokters en leden van gezondheidscommissies
en gemeenteraden, na tallooze bezoeken aan
boerderijtjes en landarbeidersbarakken
aan ellendige krotten en stinkende hutten
vooral, zijn ervaringen over de woningtoestan
den op het Zweedsche platteland te boek gaat
stellen, dan moet hij wel gaan generalisee
ren, al wordt zijn boek ook ver over de vier
honderd pagina's dik. Daarom is het wel wen
schelijk om, voor ook wij op onze beurt gaan
samenvatten en dus generaliseeren
even aan te stippen, wat het centraal bureau
der statistiek over de woningen van de platte
landsbevolking te zeggen heeft. Drie jaar ge
leden, teen er ten dienste van de staatscom
missie, welke middelen ter vermijding van de
dreigende bevolkingsvermindering moet zoe
ken, een buitengewone volkstelling gehouden
werd, is er in honderd willekeurig gekozen
plattelandsgemeenten in alle deelen des
lands een nauwkeurig onderzoek van alle wo
ningen ingesteld. Uit de daarbij verkregen ge
gevens, die voor het heele land misschien niet
op enkele tienden of op een paar promille
juist zijn, maar wél representatief geacht
moeten worden, is gebleken, dat er buiten de
steden en stadjes en industrieplaatsen van de
honderd woningen gemiddeld 8 in alle op
zicht verbeterd moeten worden en 41
meerdere of mindere mate miserabel zijn:
Van deze laatste categorie, die dus twee
vijfde deel van het totale woningbestand om
vat, is meer dan een derde deel nauwkeurig
15,1 procent van 't totaal volkomen verval
len.
Twee-vijfde deel van de woningen op het platteland zijn
„min of meer miserabel" en het aantal volkomen vervallen
krotten is bijna het dubbele van dat der goede woningen.
De laatste jaren zijn 70.000 woningen met Staatssteun
In zulke vervallen krotten leven niet zelden
gezinnen van tien, twaalf personen.
Kersenbloesem in het krot.
Jhr. Mr. Rhynvis Feith, President van den Hoogen Raad, die aan het einde van
deze maand zijn functie zal neerleggen. Een foto van een schilderij, dat den
scheidenden President in ambtsgewaad weergeeft.
-jp\ IE volkomen vervallen woningen, die
JLj/ vochtige, tochtige, wegrottende, stin
kende krotten, die dus rond een zevende deel
van alle woningen op het Zweedsche platte
land uitmaken, heeft Ludvig Nordstrom niet
alleen in de troostelooze verlatenheid van
de Norrlandsche bosschen en venen, waar
men ze 't eerst zou verwachten, gevonden,
maar feitelijk in vrijwel alle streken van dit
lange land, in het vruchtbare Ostergötland
even goed als in het schrale, steenige, „don
kere" Smaland en in de naaste omstreken van
de hoofdstad even goed als in het welvarende
Schonen. De slechtste, mensch-onwaardig
ste woning van Zweden een hoop steenen
met een schoorsteen er op vond hij in
Blekinge, aan de Zuidkust en het is misschien
karakteristiek Zweedsch, dat de bewoner van
dat krot er zich over verheugde dat er door
zijn „kamer" heen een kersenboom gegroeid
was, zoodat hij in 't voorjaar daarbinnen „van
zelf" bloemen had als buiten alles nog kaal en
wintersch was. Maar op-een-na-de-ergste
krotwoningen vond de rond-reizende schrij
ver-huisbezoeker in die streken, waar op groo
te landgoederen en heereboerderijen de land
arbeiders hun loon voornamelijk in natura
ontvangen in den vorm van vrij wonen,
brandhout, melk, graan, enz. of eigenlijk
pachtboertjes zijn, die de pacht betalen door
een bepaalde hoeveelheid werk voor den
boer of den landheer te verrichten. Daar in die
landarbeidersbarakken en die pachtershuisjes
heeft Ludvig Nordstrom een ellende, een ver
vuiling aangetroffen als men in het moderne,
vooruitstrevende, Amerika ten voorbeeld ge
stelde Zweden onbestaanbaar zou achten.
Nordstrom bezocht daar woningen, waar de
kleeren aan den muur hingen te beschimme
len, waar de zoo op den grond gelegde vloer
doorgerot was, waar het bij regen met straal
tjes door dak'en muren lekte, waar de lucht
nauwelijks te verdragen was, waar misschien
zes, acht kinderen en volwassenen in een ver
trek van een paar meter in 't vierkant bijeen
sliepen en er niet zelden wel iemand tubercu
lose had. Balkan-toestanden noemt de
schrijver dat ergens.
Hij is verder gereisd, door Halland, waar de
zeewind fluit door „huizen als mandjes", door
Bohuslan, waar soms een in den grond ge
graven margarinekistje als provisiekast moet
dienen, door het eindelooze Norrland. waar in
boerderijen van acht kamers allen samen le
ven, samen slapen in de keuken en een ka
mertje er naast, omdat die twee vertrekken al
nauwelijks warm te stoken zijn. Hij vertelt
van een bekende industrieplaats op het
platteland, waar een vijfde deel der arbeiders
gezinnen woningen van één keuken zonder
kamer heeft, hij vertelt van vrouwen, die van
haar huis naar den waterput een paar hon
derd meter te loopen hebben en die des win
ters met de voeten in den oven zitten omdat ze
vergaan van de rheumatiek, hij vertelt van
huizen, waar men zonder moeite een zakmes
tot het heft in de balken kan steken, waar
het brood in de etenskast bevriest, zoodat men
het in den oven of op de kachel moet leggen
om te ontdooien en waar de slecht-sluitende
deuren of de reten in de muren er voor zorgen,
dat men meer dan voldoende ventilatie
lees: tocht heeft, hoewel de ramen zomer
en winter dichtgeplakt zitten, gelijk dat in
Norrland volgens de statistiek in 52,2 en in de
Zuidelijkste gewesten in 14.1 procent van de
woningen het geval is.
Van open haard naar centrale
verwarming.
j\/r AAR Ludvig Nordstrom heeft het niet al-
i'JL leen over de „min of meer miserabele
woningen", die. zooals de statistiek leert, twee
vijfde deel van het totale woningbestand op
het platteland vormen, Hij gewaagt ook uit
voerig van de verbeteringen, die er vooral de
laatste jaren in de woon-omstandigheden van
de plattelandsbevolking gekomen zijn. Van
overheidswege wordt reeds lang gewerkt voor
de stichting van „eigen huisjes" voor land
en boscharbeiders en keuterboertjes en in
dustrie-arbeiders en als onderdeel van de wel-
vaartspolitiek, die in 1933 door de sociaal
democraten is ingezet met medewerking van
de boerenpartij en ten deele ook met steun
van de andere partijen, zijn tot nu ongeveer
tachtig millioen kronen besteed als staats-
bijdrage voor de verbetering van rond zeven
tigduizend plattelandswoningen.
Een der tallooze eigen huisjes", die in stuk
ken en beetjes van de timmerfabriek komen.
Vier tot zes kamers, doorgaans centrale ver
warming en soms ook douche of bad.
In den regel wordt van overheidswege voor
veertig of vijftig procent in de kosten van de
verbetering van een woning bijgedragen, ter
wijl de eigenaar-bewoner de rest betaalt. Dit
heeft tengevolge dat zij, die geen spaarduitje
hebben, die zelf dus niet in de kosten bij kun
nen dragen, moeten probeeren van het arm
bestuur, van de gemeente dus, ook vijftig
procent te krijgen, maar nu doet zich vaak
het verschijnsel voor, dat men eventueel wel
het staatssubsidie wii accepteeren, maar niet
ten laste van de gemeente wil komen, niet
armlastig worden wil. Die woning-verbete
ringen houden vaak in, dat de muren van
buiten met planken, van binnen met treetex
of andere vezelplaten beschoten worden, dat
het dak vernieuwd wordt en de fundamentee-
ring verbeterd en en dit is het belangrijkste
meestal dat de open haard verdwijnt, zoo
die er nog was, dat de kachel rook- of warme
lucht-kanalen krijgt of dat er een nog beter
systeem voor centrale verwarming komt, zoo
dat voortaan alle vertrekken heel het jaar
rond bewoonbaar zijn. In de eigen huisjes, die
de laatste jaren gebouwd worden, is centrale
verwarming vrijwel regel en verscheidene des
kundigen achten het trouwens zeer gewenscht
dat aanleg van centrale verwarming geëischt
wordt, als voorwaarde voor het verkrijgen van
overheidssteun voor woningverbetering. Zwe
den is een koud land en daarin ligt ongetwij-
feldt de voornaamste oorzaak van zijn wo
ningprobleem.
Er is de laatste jaren aan de woningen van
de plattelandsbevolking veel verbeterd, maar
veel en veel meer moet er nog verbeterd wor
den. Ludvig Nordstrom heeft dat niet alleen
met zijn boek opnieuw aangetoond, maar hij
heeft, beter dan districtsartsen dat met hun
rapporten of sociaal-politici dat met hun sta
tistieken konden doen, de algemeene aan
dacht op dit belangrijke werk gevestigd. Zijn
boek, dat „Lort-Sverige" heet oftewel „Drek-
Zweden" en dat bij de uitgeverij van de cen
trale coöperatieve organisatie, Kooperativa
Förbundet, verschenen is. is in veertien dagen
tijds reeds in veertienduizend exemplaren ver
kocht en heel dezen herfst heeft Ludvig Nord
strom 's Maandasavonds voor de microfoon
van Stockholm-Motala een paar millioen
luisteraars over het Zweden van de krotten
en over het Zweden van de houten villatjes
verteld, heeft hij voor hen gramofoonplaten
afgedraaid van interviews met artsen en van
gesprekken met krotbewoners.
Hij heeft met zijn onthullingen verontwaar
diging gewekt, hij is uitgekreten voor land
verrader omdat hij van „het vuile Zweden"
durfde te spreken al kon men weten, dat
hij daar natuurlijk niet zijn land mee be
doelde, maar die vervallen, vervuilde krotten,
waarin een deel van de plattelandsbevolking
leeft. „Lort-Sverige" is een door vrijwel alle
kranten overgenomen slagwoord geworden en
de actie van Ludvig Nordstrom in samenwer
king met den rijks-radiodienst en den dienst
der volksgezondheid zal waarschijnlijk krach
tig er toe by dragen, dat de arbeid voor wo
ningverbetering ten plattelande uitgebreid
versneld wordt. Van welke waarde deze
arbeid is, blijkt, beter dan uit statistieken en
andere cijfers misschien, uit de woorden
van een boscharbeidersvrouw uit Norrland,
wier huisje met overheidssteun grondig opge
knapt was: Het is net of we nu pas menschen
geworden zijn.
C. G. B.
Meisje aangevallen.
HEM, 28 December. Vanochtend omstreeks
half acht heeft zich te Hem bij Hoorn een
drama afgespeeld.
In den veestal van den heer Appelman was
de 26-jarige knecht S. bezig met het melken
van de koeien, waarbij hij geholpen werd door
de 25-jarige pleegdochter van de familie Ap
pelman, mejuffrouw Van Stralen. Plotseling
heeft de knecht het meisje aangerand. Zij
werd ernstig gewond. Op haar hulpgeroep
snelde een andere pleegdochter van de familie
het meisje te hulp. De knecht nam hierop de
vlucht en heeft door ophanging een einde aan
zijn leven gemaakt. Het lijk is naar de ouder
lijke woning te Hem overgebracht. De toe
stand van het meisje is bevredigend.
De aanleiding tot het drama schijnt gele
gen te zijn in het feit, dat de aangevallene
verloofd is met een knecht, die vroeger in
dienst van de familie Appelman was en met
wien zij het volgende jaar in het huwelijk
treedt. Dit was niet naar den zin van S„ het
geen vanochtend tot een uitbarsting heeft
geleid.
Noodweer in Griekenland.
ATHENE, 28 December. (Reuter). Deelen van
Griekenland zijn door noodweer geteisterd, voor
al het gebied om Missolonghi, het bekende slag
veld uit den onafhankelijkheidsoorlog, heeft
ernstig geleden.
De hevige regen heeft overstroomingen ver
oorzaakt, waardoor geheele kudden schapen met
hun herders werden meegespoeld.