mm. DIORAMA'S
Ledenconcert.
DONDERDAG S JANUARI 1939
AMBTENAAR IN FUNCTIE VAN
ZIJN VRIJHEID BEROOFD.
Omdat hij geen portie wilde
nemen in de boete".
MELKBOER BOEKT GEEN ENKEL SUCCES.
Woensdagmiddag stond er een melkboer
voor het hekje van den politierechter te Am
sterdam. Hij had in de maand Augustus j.l.
de brutaliteit gehad een keurmeester van den
gemeentelijken keuringsdienst voor waren in
zijn huis opgesloten te houden.
De kwestie was zóó geweest: de keurmeester
had den melkboer twintig gulden boete op
gelegd, omdat de melk met water verdund
bleek te zijn. De melkboer vond, dat een keur
meester veel geld verdient en een melkboer
weinig. De keurmeester kon dus z.i. wel een
beetje meebetalen aan de boete.
Hij had derhalve den ambtenaar verzocht
eens bij hem te komen, en toen de keurmees
ter aan dit verzoek voldeed, had hij hem mee
getroond naar de achterkamer. Daar had de
melkboer gevraagd of de keurmeester niet
„portie wilde nemen in de twintig gulden
boete", maar dit weigerde de ambtenaar na
tuurlijk.
De melkhandelaar was daarop met zijn rug
tegen de deur gaan sjaan en had op herhaald
verzoek geweigerd de deur te openen. Ten
slotte had de keurmeester een revolver te
voorschijn gehaald en daarmede was het pleit
beslecht geweest.
De verdachte bleek in Augustus al zijn door
tastendheid verspeeld te hebben. Voor den
politierechter wist hij tenminste niets anders
te doen dan een beetje om de feiten heen te
draaien. Veel mogelijkheden voor verdediging
waren er trouwens niet.
Twee maanden gevangenisstraf vroeg de of
ficier van justitie. De politierechter veroor
deelde den melkboer tot een gevangenisstraf
van drie weken.
Weer een ongeluk tengevolge van
„snijden".
Eén ernstig, twee licht gewond.
Op den provincialen weg te Willeskop (Utr.)
ter hoogte van café „Halfweg" passeerde
Woensdagmiddag een uit de richting Utrecht
komende personenauto een tegenligger. Ach
ter deze laatste auto reed een vrachtauto, be
stuurd door den koopman S. uit Putte, die
door z.g. snijden, tusschen de beide auto's
trachtte door te rijden. De afstand tusschen
de wagens bleek echter te kort, zoodot de
vrachtauto in botsing kwam met de auto uit
de richting Utrecht.
De vijftigjarige mevrouw Altona uit Rot
terdam, die in dezen wagen was gezeten, liep
verscheidene verwondingen en een hersen
schudding op en werd naar de rijksklinieken
te Utrecht vervoerd. Haar zoon, die den wa
gen bestuurde, kreeg eenige hoofdwonden. De
bestuurder van den vrachtwagen bleef onge
deerd. Zijn vrouw, die naast hem zat, werd aan
het hoofd gewond.
De beide laatsten konden ter plaatse wor
den verbonden.
De auto's waren dusdanig beschadigd, dat
zij moesten worden weggesleept.
Veerboot gezonken.
Doordat de as van een vrachtauto brak.
Woensdagmiddag om half zes is op het Pan-
nerdensche veer, dat de verbinding onder
houdt tusschen Doornenburg- en Pannerden,
aan de zijde van Pannerden een zware, met
steenen geladen vrachtauto bij het afrijden
van de pont door de achteras gezakt. Het ge
volg was, dat het volle gewicht van het voer
tuig op den aflaadkap kwam te rusten, waar
door de pont gedeeltelijk onder water werd
geduwd en half zonk. ook een deel van de
auto en de lading verdween onder de opper
vlakte.
De bestuurder kon zich nog tijdig in veilig
heid stellen. De andere personen, die zich op
de veerboot bevonden, hadden deze, toen de
auto-as bezweek, al verlaten.
EERSTE VERJAARDAG VAN PRINSES
BEATRIX.
Op verzoek van de „Vereeniging tot verede
ling van het Volksvermaak" en met toestem
ming van H.M. de Koningin, geeft de heer
J. Vincent, beiaardier van het Koninklijk' Pa
leis op Dinsdag 31 Januari een tweetal concer_
ten op het carillon van het Koninklijk Paleis.
Op een der concerten zal het muziekkorps van
het Leger des Heils samen met het carillon
spelen onder leiding van majoor Clays.
BOORMEESTER DOOR KOELIE VERMOORD
PALEMBANG, 4 Januari (Aneta-ANP) De
heer H. A. van E., boormeester bij de Nederland-
sche Koloniale Petroleum Mij., is in de omgeving
van Palembang door een koelie vermoord. De
dader is gearresteerd. Het slachtoffer laat een
vrouw achter met een kind van drie jaar.
19 APRIL STATEN-VERKIEZING IN
UTRECHT.
Gedeputeerde Staten van Utrecht hebben de
a.s. verkiezing van de leden der Provinciale
Staten bepaald op Woensdag 19 April 1939,
Duitsche jongens in Eindhoven
aangekomen.
Met tien minuten vertraging kwam gister
avond te 20.20 uur te Eindhoven een extra-
tréin uit Arnhem aan, die negentig Duitsche
Joodsche jongens meebracht. Zeventig waren
er uit Berlijn gekomen via Hengelo en twintig
uit verspreide steden in West- en Zuid-Duitsch
land.
Deze laatste waren via Emmerik ons land
binnengereisd, waarna de beide groepen te Arn
hem vereenigd werden.
Mevrouw WeissMuller uit Amsterdam, lid
van het hoofdcomité van Joodsche vluchtelin
gen vergezelde de knapen.
De jongens zagen er allen uitstekend uit. Hun
reis was in de beste orde en zonder stoornis
verloopen. Aan de Duitsche grens waren zelfs
geen Duitsche beambten ter controle ver
schenen.
Over het algemeen bestond de groep uit
jongelui uit den middenstand en een klein
groepje uit den arbeidersstand.
De leeftijd der jongen varieert van 12 tot
17 jaar.
De jongens blijven 14 dagen in quarantaine
en zullen daarna meer bewegingsvrijheid
krijgen.
Crematie prof. R. N. Roland Holst.
Indrukwekkende herdenkingsrede
prof. J. Huizinga.
Woensdagmiddag heeft in het crematorium op
Westerveld te Velsen onder zeer groote belang
stelling de crematie plaats gehad van het stof
felijk overschot van Prof. R. N. Roland Holst,
oud-directeur aan de Rijksacademie voor beel
dende kunsten te Amsterdam, overleden te Bloe-
m endaal.
Aanwezig waren prof. dr. P. H. van Moer
kerken, prof. J. H. Jurres en prof. W. A. P. v.
d. Pluym, hoogleeraren aan de Rijksacademie
voor beeldende kunsten, de lectoren D. H. v. d.
Poll en G. B. J. Westermann, de administrateur,
de heer Ph. Carstens en het lid der Commissie
van Toezicht J. Q. van Regteren Altena.
Verder wethouder E. Boekman namens het
gemeentebestuur van Amsterdam, vergezeld van
mevr. mr. H. van Dam van Isselt. referendaris
voor kunstzaken, de heer C. J. de Groot, ge
meente-secretaris, namens het gemeentebestuur
van Bloemendaal, H. v. d. Poll, A. Colnot en G.
Westermann namens de Maatschappij Arti et
Amicitïae te Amsterdam; P. Vorkink, Wieger
Bruin en P. Hartman namens het Genootschap
Architectura et Amicitia te Amsterdam; mr. J.
F. van Royen. voorzitter van het Instituut voor
sier- en nijverheidskunst te 's-Gravenhage,
waarvan de overledene lid van den Raad van
Beheer was (tevens voorzitter van de Nederl.
Vereeniging voor ambachts- en nijverheidskunst
te Amsterdam), architect B. T. Boeyinga, secre
taris van de Vereeniging voor voortgezet en hoo-
ger bouwkunstonderricht te Amsterdam, waar
van de overledene lid van den Raad van Toe
zicht was; architect Herm. v. d. Kloot Meyburg
te Voorburg, voorzitter van den Bond van Ne-
derlandsche architecten, waar de overledene
eerelid van was; Piet Zwart, voorzitter en ir. J.
B. van Loghem. vice-voorzitter van de Vereeni
ging Opbouw; J. C. E. baron van Lynden, hoofd
van den Rijksgebouwendienst, Den Haag; ir. A.
R. Hulshoff, stadsarchitect. Amsterdam en dr. ir.
G. W. van Heukelom, Bilthoven, leden van den
Bouwraad van het departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen: A. Hendriks, na
mens het dagelijks bestuur der Vereeniging tot
bevordering van de grafische kunsten, ir. Daan
Jansen, architect te Utrecht, secretaris der com
missie voor gebrandschilderde ramen in den
Dom aldaar: de kunstschilders W. A. van Ko
nijnenburg, Jan van Herwijnen, N. J. v. d. Vecht,
Joh. Dijkstra, de schrijfster Top v. Rhijn-Naeff,
redactrice van Elsevier's Geïll. Maandschrift; de
architecten J. F. Staal en Arthur Staal, Amster
dam, D. Roosenburg, Den Haag, H. J. Baanders,
de beeldhouwer Hildo Krop, de glasbrander F.
Bogtman, de kunstschilders PI. Paulides, G. Wij-
develd; verder ir. J. W. Albarda, voorzitter der
Tweede-Kamerfractie van de S.D.A.P.; dr. Henri
Polak, oud-lid der Eerste-Kamer. Jan A. van
Zutphen, H. J. v. d. Eynde, R. C. Röntgen, mevr.
dr. A. Mankes-Zernike, Rotterdam; dr. W. Ban
ning, Bentveld, redacteur van Socialisme en
Maatschappij; Tine Baanders, B. Essers, dr. Dan.
de Lange Jr., J. D. Rutgers van der Loeff, oud
directeur der Stadsbibliotheek en Op. Leeszaal
te Haarlem, mr. P. Tideman, Bloemendaal, A.
C. Waller, directeur der Oliefabrieken Calvé te
Delft, J. F. Boskamp, C. Tellegen, Liesbet Ver-
wey, S. R. Bredius e.a.
Bij het binnenkomen der aula speelde de or
ganist de treurmarsch der Zevende Symphonie
van Beethoven.
Rede prof. Huizinga.
Daarna sprak prof. dr. J. Huizinga te Leiden
een herdenkingsrede uit.
Het jaar, dat achter ons ligt, zou niet ten ein
de gaan, zonder ons tot slot nog een nieuw en
groot leed achter te laten: het heengaan van
Roland Holst. Dit is een smartelijk verlies, waar
op wij in het geheel niet waren voorbereid.
Wanneer er in het at'geloopen jaar bij sommigen
onzer wel eens bezorgdheid is geweest, dan was
het om de broze gezondh^jd van haar, wier
naam, zoolang er heugenis zal zijn van Neder-
landsche kunst, met den zijnen innig verbonden
blijft, van haar aan wie hij nu ontvallen is. Hem
zagen wij rustig den mijlpaal der zeventig na
deren, opmerkelijk jeugdig nog van figuur en
houding, vol levenskracht, en even vurig als
ooit overgegeven aan zijn werk. Alles deed ver
wachten, dat wij hem nog veel jaren in ons mid
den zouden hebben, een sterking voor ieder die
in de sfeer van zijn persoonlijkheid mocht tre
den.
Het heeft niet zoo mogen zijn. Vandaag juist
een maand geleden is hij zeventig jaar gewor
den. De dag werd blijder dan hij dien zelf ver
wacht had. Drie weken later; op den verjaardag
van zijn vrouw, werd hij ziek en met het jaar is
hij heengegaan, alsof ook de uiterlijke vorm van
zijn scheiden uit het leven dien schoonen, ge
sloten stijl moest dragen, dien hij in alles wat
hij deed gezocht en in zijn persoon belichaamd
had.
Naar zijn wensch zal het slechts een kort
woord zijn, ,wat wij hier tot afscheid aan hem
wijden. Dat het mij te beurt valt, dat woord te
spreken, vervult mij met dankbaarheid. Het is
voor mij als een afsluiting en bezegeling van
een der beste dingen, die het leven mij ge
bracht heeft.
Het zou trouwens niet mogelijk zijn, hier en
thans zijn beteeken is als kunstenaar ten volle
te beschrijven. Herinnert u enkele trekken: zijn
feillooze begaafdheid van zuiver picturalen en
graphischen aard, een talent welks veelzijdig
heid hij willens en weten bedwong, om zijn ge-
heele kracht te kunnen wijden aan het groote,
strak omlijnde kunstideaal, dat hij diende. Zoo
vast omschreven als dat ideaal, zoo rijk en
bloeiend was de drift om het altijd weer in nieu
we vormen, nieuwe vondsten te benaderen. Elk
van zijn werken was een nieuwe heftige po
ging, om iets anders, om iets beter te maken dan
het vorige. In zijn laatste schepping, de wand
versiering in de zaal van den Hoogen Raad, het
werk dat de groote bezieling van zijn laatste le
vensjaren is geweest, werkte hij in geheel nieu
we stof, met verrassend oorspronkelijke tech
niek, in een geheel nieuwe opvatting.
Wie zijn weg als beeldend kunstenaar vluch
tig tracht te overzien, ziet het veelbelovend im
pressionisme van zijn jonge jaren al spoedig ge
volgd door die triomfantelijke wending naar het
monumentale, die voor hem zelf de groote be
keering van zijn leven beteekende, en die hem
voor goed innig aan de bouwkunst verbond. De
uitdrukking van zijn bewust geworden ideaal
heeft hij vervolgens gezocht in een reeks van
ernstige proefnemingen in allerlei stof en tech
nische uitvoering, totdat hij omstreeks 1920 in
de glasschildering de kunst vond, die hem de
volkomen bevrediging van zijn hoog ideaal be
loofde, en die hij voortaan met nimmer dooven-
den hartstocht beoefend heeft.
Hier valt ook met een enkel woord te spreken
van den schrijver, die het bondig critisch vertoog
meesterlijk beheerschte, die ons uit de gezegen
de eenzaamheid van zijn buitenleven opeens
dien bramenzoeker schonk, zelf als een braam
aan een heg gerijpt. En nog een zijde van dezen
veelzijdige valt te gedenken: die van den kunst
opvoeder. Is er een sterker bewijs denkbaar van
voortdurende geestelijke jeugd dan het feit, dat
iemand, na zijn vijftigste jaar, zich nog ont
plooit in een zoo geheel nieuwe, een zoo bij uit
stek leven eischende en leven wekkende functie
als het opleiden van een generatie van jonge
kunstenaars?
Maar achter en over het beeld van den kun
stenaar rijst voor de meesten uwer dat van den
mensch, van de persoonlijkheid. Deze gekend te
hebben is een onvetliesbare schat. Er was in
hem iets wat u verheugd maakte, zoodra ge hem
zaagt. Reeds in zijn uiterlijke verschijning: een
geheel eenige figuur, anders dan elk in Neder
land gangbaar type. De forsche, stevige gestalte,
die in een blauw linnen werkjasje en oude
schoenen toch regelrecht elegant bleef, de kloeke
opgewekte man van ongedwongen hoffelijkheid,
een hoffelijkheid, die hem ook in 't gemeen
zaamste gesprek niet verliet, omdat zij er een
van het hart was Zijn zeldzame frugaliteit had
toch niets puriteinsch. Hij was een briefschrij
ver zonder weerga, meest waren het korte kaart-
briefjes. Maar elk ervan was als een bloem, die
hij voor u geplukt had. Zijn gesprek was altijd
boeiend, er deelde zich iets aan u mee van het
élan, dat hij in alle dingen legde. Hij sprak
gaarne en met geestdrift over zijn werk, over
boeken die hij gelezen had, menschen die hij
ontmoet had, maar hij stond open voor al wat
zijn vrienden betrof met een hartelijkheid en
actieve belangstelling, die verwarmde en sterk
te. Die vrienden zijn vele geweest. En velen van
hen werden het niet van hem alleen maar van
hen beiden. Wie het geluk had, geregeld terug
te keeren in dit onvergetelijke gezin van twee
menschen, die tezamen als 't ware een ganschen
kring vormden, die telde de uren daar doorge
bracht voor goed in de rij der gelukkige uren.
De sfeer rondom hen straalde in een glans, die
niet vergaat.
En nu moeten wij hem missen. Nu blijft zij
alleen achter binnen de grenzen van dit leven,
de grenzen, die haar dichterziel reeds zoo vaak
en zoo wijd heeft overvlogen. Rondom haar is
nu een gewijde stilte, die vol is van het wezen
van hem, die haar thans is voorgegaan.
Bij het dalen der kist speelde de organist een
koraal van Bach en vervolgens Andante van
Beethoven.
Een neef van den overledene heeft voor de be
langstelling dank gezegd.
REDUCTIES BIJ EEN BEZOEK AAN BELGIë
De K. N. A. C., bericht, dat de Belgische re
geering ook voor het a.s. reisseizoen weer bereid
is verschillende faciliteiten toe te staan aan toe
risten, die een bezoek aan België brengen. Zij
stelt zich voor hiertoe z.g. „carnets de voyages
touristiques" uit te geven. De bezitters van deze
carnets zullen bij een minimum verblijf van drie
dagen in België, vele en belangrijke reducties
kunnen genieten. Hoe de regeling precies zal
zijn is nog niet bekend. Wel staat vast dat de
prijs der kaarten frs. 35 zal bedragen.
houden 40 min. In spanning en ont
roeren U diep. Dagel. 3—5 en 79 uur
(behalve Zo. en Vr.).
SCHOTERSINGEI 117 A.
i Adv. inyez Mea.j
Vier gewonden bij auto-ongeluk.
Een halve eeuw geleden
Wagen slipte door de gladheid.
Op den nieuwen Rijksweg OudenrijnVianen,
ter hoogte van Jutphaas, is Woensdagmiddag
omstreeks kwart voor één een autobotsing ont
staan, waarbij vier personen werden gewond,
van wie drie ernstig.
Uit de richting Oudenrijn naderde een vracht
auto, bestuurd door den 27-jarigen heer De
Bruin uit Jaarsveld. Van de tegenovergestelde
zijde kwam eveneens een vrachtauto, welke
werd achterop gereden door een personenauto,
bestuurd door den 37-jarigen heer Bronk uit
Beusichem. Deze wilde de voor hem rijdende
vrachtauto passeeren, doch zag plotseling de
naderende vrachtauto uit Oudenrijn.
B. remde uit alle macht, doch zijn wagen slip-
te en slingerde door de gladheid van het wegdek
van rechts naar links. Een botsing was niet meer
te vermijden. De auto werd in den flank aange
reden, kantelde en bleef langs den berm van den
weg, op zeer korten afstand van een breede sloot,
ernstig beschadigd liggen.
De heer Bronk werd niet gewond. Hij klaagde
wel over pijn in de borst, doch kon naar zijn
huis terugkeeren. De drie overige inzittenden
evenwel, de gebroeders Verhoef en de heer H.
Donker, allen uit Beusichem, die op weg waren
naar een begrafenis van een familielid, werden
ernstig gewond. Met twee ambulance-auto's van
den G.G.D. werden zij naar het Stads- en Aca
demisch ziekenhuis te Utrecht vervoerd.
De bestuurder van den vrachtwagen, de heer
De Bruin, werd niet gewond, zijn naast hem zit
tende vrouw kreeg een lichte kwetsuur aan het
gelaat. Zij werd ter plaatse door een geneesheer
verbonden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1889.
Dudok's werk tegenover dat van
Van Canipen?
Voordracht tot bouw van modern pand op den
Dam te Amsterdam zal binnenkort
verschijnen.
De voordracht van B. en W. aan den raad tot
verkoop, van het Midden-Damterreïn aan de
verzekeringmaatschappij „De Nederlanden van
1845" zal volgens de Tel. binnenkort verschij
nen. De Schoonheidscommissie heeft zich met
het ontwerp van architect Dudok, nadat daar
eenige wijzigingen in aangebracht zijn, accoord
verklaard. Over eenige details worden nog be
sprekingen gevoerd.
Het is de bedoeling op dit terrein, thans
plantsoen, een hoog kantoorgebouw op te trek
ken, dat aan gegadigden verhuurd zal worden.
Aan de zijde van den Dam zal op de gelijk-
straatsche verdieping het bureau van de V.V.V.
Amsterdam" worden gevestigd, terwijl daar
ook winkels zijn geprojecteerd en op de eerste
verdieping een restaurant
Als de raad de voordracht aanneemt, staat
de bebouwing van het terrein, dat voor vier
ton verkocht zal worden, vast. Het gebouw,
dat „Huis 1845" zal heeten, wordt ongeveer
19 a 20 meter hoog met vijf verdiepingen,
boven de parterre-verdieping. En het zal, als
de plannen doorgaan, op den Dam een merk
waardige aanblik zijn: het Koninklijk Paleis
van Jacob van Campen met als pendant er te
genover het gebouw van architect Dudok.
Inmiddels heeft het „Nederlandsch Instituut
van Architecten" reeds een uitvoerig adres aan
den raad gezonden, waarin de N. I. V. A. aan
dringt, het voorstel van B. en W. niet aan te
nemen.
MAN OVERVALLEN EN MET EEN MES
GEWOND.
De 25-jarige Gabriels die samen met den
25-jarigen Teunissen Dinsdagavond het café
van den heer van der Aa te Uden had be
zocht, is na afloop plotseling door Teunissen
aangevallen en met een mes gewond. Hoewel
het slachtoffer veel bloed heeft verloren, is zijn
toestand niet levensgevaarlijk. De dader is
gearresteerd en heeft een volledige bekentenis
afgelegd.
IR. J. P. LEEUWENBURG OP 8 JANUARI A.S.
60 JAAR.
Zondag 8 Januari a.s. zal ir. J. P. Leeuwen
burg te Baarn zijn 60sten verjaardag vieren.
Ir. Leeuwenburg, die een zeer bekende figuur
in de paardensportwereld is, heeft een zeer
langen staat van dienst en is de oprichter ge
weest van zeer vele vereenigingen.
Zoo is hij oprichter en voorzitter van de
Rijvereeniging „Baarn"; sedert 1933 voorzitter
van het Intern. Concours hippique te Bussum:
voorzitter van de renbaan „Mereveld" te
Utrecht; voorzitter van het concourshippique
te Baarn, bestuurslid van de Utrechtsche
Jachtvereeniging, lid van de Ruitercommissie
van den A.N.W.B. en Ruiterconsul van dien
Bond te Baarn; oprichter, oud-voorzitter en
thans nog eerelid van de Zuid-Hollandsche
Jachtvereeniging; oprichter van de Interaca
demiale Wedstrijden; oprichter van de fede
ratie van Nederlandsche Rijscholen, en oud
bestuurslid van de Kon. Ned. Jachtvereeniging
en de Ruitersportvereeniging „Eemland".
5 Januari:
Hoewel de vorst nog niet zoo sterk is
geweest, is de baan der Amsterdamsche
Sportclub reeds met een prachtige ijs
korst van eenige centimeters dikte be
dekt en zal eerstdaags geopend kunnen
worden. De groote internationale wed
strijden om het meesterschap der wereld
zullen a.s. Dinsdag, Woensdag en Don
derdag plaats vinden. Gelijk bekend zijn
de Amerikanen reeds te Amsterdam. De
heer Von Panschin, een Russisch inge
nieur ,is onderweg, terwijl de heeren
Digby Goodman, Tebbutt en Wallace uit
Engeland heden venvacht werden. Ook
Noorwegen en Zweden zullen een verte
genwoordiger zenden, evenals Duitsch-
land en Oostenrijk.
MUZIEK
HAARLEMSCHE
ORKEST-VEREENICINC.
De reeks van de door gastdirigenten te lei
den concerten is met het ledenconcert van 4
Januari aangevangen. Robert de Roos heeft
zich dien avond als orkestleider aan het Haar-
lemsche publiek voorgesteld.
Het lijkt me voor een jongen dirigent een
moeilijke taak om in een drietal repetitie
ochtenden een geheel concertprogramma zóó
voor te bereiden, dat de vertolkingen het
stempel van 's leiders persoonlijkheid dragen.
Een orkest kan en moet wel een willig instru
ment in zijn hand zijn, maar het is nu een
maal geen dood instrument, doch een levend
organisme, dat de tradities en gewoonten
zijner gewone dirigenten kent. Komt de gast-
dirigent met een werk uit het standaard
repertoire, zooals Mozart's g mineur-Sympho-
nie, dan vindt hij een reeds afgebakend, om-
ploegd en bezaaid terrein, waar het initiatief,
de ondervinding en het overwicht van een
groote persoonlijkheid noodig zijn om de cul
tuur en daarmee de opbrengst doeltreffend in
gunstigen zin te wijzigen. Komt hij echter
met noviteiten, dan missen de hoorders elke
vaste basis ter vergelijking.
Veel bemoedigende uitzichten opende de
vertolking van Mozart's Symphonie nog niet.
Zeker zou het allerminst goed te keuren zijn,
indien een dirigent in zoo'n werk door gefor
ceerde afwijkingen van de norm zijn eigen
persoon op den voorgrond zou trachten te
dringen. Maar zoo arm aan tegenstellingen en
aan uitdrukkingskracht, zoo mechanisch en
metronomisch als Robert de Roos haar gaf,
is toch evenmin verkieslijk. Bovendien nam hij
het tempo van het Menuetto alsof het een
Landler was. Van het „huiveringwekkende"
karakter, dat Mozart-'s tijdgenooten in deze
Symphonie voelden, bleef hoegenaamd niets
over. De klank van het orkest was op een paar
blazersmomenten in Adante en Menuetto na
op zich zelf beschouwd wel goed.
Mozart's Serenade K.V: 239 was de eerste
noviteit van den avond., Het uit 2 violen, alt
viool en bas bestaande, door de orkestleden
Beths, De Graaff, Leidner en Goezinne gevorm
de solistische kwartet concerteerde in dat
driedeelige werk drastisch tegen het grooterè,
uit strijkinstrumenten en pauken samengestel
de ensemble, dat meestal op den achtergrond
bleef, maar z-ich enkele malen plotseling danig
deed gelden. De onderlinge gelijkheid in de
uitvoering der snelle figuren was bij de solis
ten niet altijd ideaal. Het stuk zelf bevat echte
serenade-muziek, zonder diepere bedoelingen,
maar vooral in het Rondo evenals in het
Rondo van het ongeveer in denzelfden tijd,
nl. 1776, ontstane Vioolconcert in A gr. t.
rijk aan geestige contrasten.
Na de pauze leerden we Robert de Roos eerst
in de functie van begeleider kennen en die
vervulde hij zeer goed, zoodat uitstekend
samenspel met den solist Cor de Groot tot
stand kwam. Cor de Groot, een der meest be
gaafde onder de jongere Nederlandsche pia
nisten droeg de solopartij van Beethoven's
Vierde Concert technisch onberispelijk, warm
en in schoone lijn voor. Bijzondere vermelding
verdient zijn poëtische vertolking van het
Andante. Zijn cadensen, vermoedelijk van
eigen compositie, vielen echter geheel buiten
den geest van Beethoven's werk; bovendien
was in de groote cadens van het eerste deel
in 't geheel geen constructieplan te bespeuren:
alles scheen grillig en vaag.
Het „Tristan und Isolde"-voospel ging, be
houdens de waardeering voor het gehalte van
ons orkest, die het wekte, vrijwel spoorloos
voorbij. Wat de dirigent er aan fijnere dyna
mische nuanceeringen en agogische accenten
in moest brengen ontbrak geheel. Het bleef
in de maat; dat is alles.
Met Milhaud's „Introduction et Marche
funèbre" kwam de tweede noviteit, en dit was
zelfs een première voor ons land.
Ik vernam dat dit werk oorspronkelijk voor
harmonie-orkest geschreven is en voor de
Parijsche Wereldtentoonstelling bestemd was.
De sfeer der „introduction" is analoog met
dien van Milhaud's „Carnaval d'Aix", alle-
daagsche kost, doch gekruid met allerlei dis
sonanten. In de „Marche funèbre" gaat het
soms nogal luidruchtig en verward toe. De be
langrijke rol der piccolo-fluit doet aan de be
grafenis van een marinier denken. Aan het
slot is alleen slagwerk in actie: roertrommel,
pauken, tamtam en wat dies meer zij. Dat was
heel plechtig en vervulde ons mot sinistere
voorgevoelens.
De solist Cor de Groot werd terecht zeer
langdurig en hartelijk gehuldigd en ook den
dirigent Robert de Roos ontbrak het niet aan
van waardeering getuigenden bijval.
K. DE JONG.
TENTOONSTELLING „ONS LEGER".
Van 1 tot 16 Juli a.s. zal in de tentoonstel
lingshal „Houtrust" in den Haag een tentopn-
-stelling van ons leger worden gehouden, welke
aan het Nederlandsche volk en ook aan het
buitenland een denkbeeld moet kunnen geven
van hetgeen door de regeering reeds is be
reikt ter verhooging van de strijdbaarheid
der landmacht.
Op Driehuis Westerveld heeft Woensdag de crematie plaats gehad van het stoffelijk overschot van prof. R. N.
Roland Holst. Door den besneeuwden tuin wordt de lijkkist naar de aula gedragen
HET ONGELUK OP HET RAPENBURGER
PLEIN TE AMSTERDAM.
AMSTERDAM 4 Januari. De chauffeur
van de vrachtauto, die gisteren op het Rapen
burgerplein het trottoir opreed, tengevolge
waarvan een vrouw werd gedood, terwijl twee
andere personen werden gewond en die na
derhand een 15-jarige expeditieknecht bleek te
zijn, is in den loop van dezen dag na verhoor
aan zijn ouders teruggegeven.