VERGIFT!
dtmfk wm'
„MORGEN GAAT HET BETER"
I op:
I lij*
KOLENDAMP, EEN CEMEENE, VERRADERLIJKE
SLUIPMOORDENAAR.
C. J. VAN LEDDEN HULSEBOSCH:
r aruieer ik U, lezersschaar, de vraag zou
stellen: kunt ge mij een juiste definitie
van „vergift" geven, dan zouden weinig
juiste antwoorden binnenkomen. Een Fransch
professor, die in een zijner colleges over vergif
ten zou gaan spreken, begon den studenten deze
vraag voor te leggen: geef mij een juiste om
schrijving van het begrip „hond". Niet één was
daartoe in staat; al achtte ook een elk zich alles
zins bevoegd, op de straat een hond als canis
familiaris te herkennen, toch wist niemand een
zoodanige definitie van het begrip hond te geven
dat het alle soorten honden insloot, en alle die
ren, die geen honden waren, daarbuiten vielen
Toen allerwege de moeilijkheid van deze .op
gaaf erkend was, verklaarde die professor, dat
het even moeilijk schier onmogelijk ware.
een in alle opzichten juiste omschrijving te ge
ven van „vergift". En tóch wist men bij eersten
aanblik den hond te herkennen, zoo goed als
elkeen overtuigd is, te gevoelen, wat een ver
gift is.
En bovendien: hoevele vergiften zijn niet
betrekkelijk?
Wij kennen het verschijnsel, dat als „idiosyn
crasie" betiteld wordt; het is de buitengewone
gevoeligheid van enkelen voor bepaalde stoffen,
die op andere personen neutraal inwerken, doch
voor die enkelingen vergiftig zijn. Zoo herinner
ik mij een geval uit den tijd, waarin tegen hoofd
pijn vaak een antipyrinepoedertje genomen
werd. Een jong medicus ten plattelande, die zijn
vade> te logeeren had. gaf dezen, toen klach
ten over hoofdpijn geuit werden, kalmpjes een
De heer C. J. van Ledden Hulsebosch.
(Foto Laddé, Amsterdam)
antipyrinepoedertje. De oude heer reageerde daar
ganschelijk eigenaardig op en de zoon eerst
bevreesd, dat hij een verkeerd artikel uit zijn
voorraad genomen had, dacht een oogenblik niet
anders of hij zou binnen een uur zijn vader ver
liezen! Deze had idiosyncrasie voor genoemd ge
neesmiddel. Dat feit heeft dan ook het voor som
migen gevaarlijke voor de meerderheid heil
zame hoofdpijnmiddeltje op den achtergrond
doen geraken en tegenwoordig kennen vele jon
geren het middel niet eens meer!
Een dienstbode kon absoluut geen kina-be-
standdeelen verdragenhet innemen van slechts
één kininepilletje bracht haar na een uur tot
radeloosheid door ondragelijk jeuken van de
geheele lichaamshuid, die met een soort eczeem
bedekt werd; bij een anderen patient wekte het
innemen van één kininepil verschijnselen op,
die bij ieder ander menschenkind optreden, zoo
dra een kopje vol wonderolie ingenomen is! Van
daar, dat het nuttig is, een nieuwe dokter tijdig
op de hoogte te brengen van de eventueele over
gevoeligheid voor bepaalde geneesmiddelen, op
dat de aesculaap bij het samenstellen van het
recept, dat hij meent te moeten voorschrijven,
met de idiosyncrasie rekening kan houden.
Zoo werd, enkele decenniën geleden, nog
graag gebruik gemaakt van jodoformverband bij
verwondingen. Men vond den penetranten geur
wèl uiterst hinderlijk, maar vergat dat nadeel,
wanneer er de grootere voordeelen bij de wond-
behandeling tegenover gesteld werden. Zoo had
in mijn studententijd menig student in zijn
fietstasch een klein verba nddoosje voor „eer
ste hulp bij kleine ongevallen" en daarin be
vond zich ook een jodoformgaasje. Toen op een
gezamenlijken fietstocht één der meisjes-studen
ten gevallen was en aan den enkel verwond,
stond terstond een galante ridder klaar, om de
wond te verbinden.... met een stukje jodo-
formgaas. Binnen vier en twintig uur zat het
meisje over haar geheele lichaam vol met een
hardnekkig eczeem zooals de behandelende
medicus het noemde het typische jodoform-
eczeem, als gevolg van dat enkele verbandje. Zij
kon geen jodoform aan haar lichaam verdragen.
Het is algemeen bekend, dat lijders aan sui
kerziekte doorgaans geen suiker mogen gebrui
ken. Zoo had een jong medicus een zijner tan
tes in behandeling wegens suikerziekte en schreef
haar streng dieet voor; in de plaats van suiker
moest de patiënte kunstmatige zoetstof in haar
spijzen en dranken brengen; een oude, getrouwe
meid-huishoudster, die haar al lange jaren .ter
zijde stond als eenige huisgenoot, kreeg van den
dokter de noodige instructies, die zij aanvanke
lijk stipt opvolgde, met een spoedig opknappen
der zieke als belooning. Als zoodanig bleek
de huishoudster echter het herstel niet bepaald
te beschouwen; zij had wetende, dat zij in het
testament der oude dame goedgunstig bedacht
was eigenlijk gehoopt, dat dit de allerlaatste
ziekte van haar mevrouw zou wezen; zoo rijpte
in haar brein de duivelsche gedachte, met ter
zijdestelling van saccharinetabletten en andere
geoorloofde zoetstoffen, gelijk voorheen, flinke
porties gewone suiker door het voedsel van haar
patrones te mengen. En terstond verergerde de
toestand der oude dame op onrustbarende wijze;
haar neef maakte zich ongerust, begreep er
niets van.... totdat hij vermoedens voelde rij
zen en de huishoudster verdacht, met booze be
doelingen de kunstmatige zoetstoffen door sui
ker te hebben vervangen. Zoo bracht hij mij
op zekeren dag een schaaltje appelmoes, met de
vraag of ik door onderzoek wilde vaststellen,
welke zoetstof daarin aanwezig was. Ik moest
rapporteeren, dat er géén kunstmatige verzoe
tingsmiddelen aan toegevoegd waren, doch de
„leder jaar, vooral in het koude
jaargetijde, maakt de kolendamp
nog slachtoffers. Pas op voor het
bijvullen van kachels vlak vóór het
slapen gaan. Want wanneer de
kachel op nachtdienst wordt ge
steld, en de kolen hebben geen
tijd gehad om warm te worden, dan
stelt men zich aan de grootste
gevaren bloot
leeks ontleende. Eerst na bedreigingen met po
litie en justitie kwam hij de waarheid te weten,
dat de door mij vastgestelde suiker opzettelijk
door haar aan de appelmoes was toegevoegd. Hij
had zich helaas door belofte verbonden, bij
eventueele bekentenis de politie er buiten te
zullen houden, zoodat de eenige straf bestond in
onmiddellijke verandering van het testament,
waarbij de vlug ontboden notaris nog juist zijn
assistentie kon verleenen. Die medicus heeft ze
ker niet geweten, dat hij zelf een strafbaar feit
pleegde, door het hem bekende misdrijf niet aan
de politie of de justitie bekend te maken! Ikzelf
hoorde eerst jaren later, wélke omstandigheden
zich geweven hadden om het voor mij op zich
zelf staande onderzoek van het monster appel
moes!
Vergift dringt langs allerlei
wegen binnen.
anneer over vergift gesproken wordt, den
ken de meesten uitsluitend aan vergift, dat via
den mond in het lichaam geraakt; men dient
echter wel te bedenken, dat schadelijke, gevaar
lijke stoffen langs tal van wegen in ons lichaam
kunnen geraken; ik noem slechts het woord gif
gassen, om duidelijk te maken, dat ook langs de
ademhalingswegen, ja via de huid zelfs, vergif
tige gasvormige producten hun vernielende wer
ing op ons leven kunnen aanvangen. Ik herin
ner mij nog levendig een geval, waarbij iemand,
die geplaaagd werd door ingewandswormen, die
voornamelijk in zijn endeldarm huisden, tracht
te deze te verwijderen door een lavement, be-
eid uit een aftreksel van tabak en uien. Hij had
dit aftreksel uit zware tabak véél te sterk bereid
en is doodziek geworden tengevolge eener zéér
acute nicotinevergiftiging via den endeldarm!
Onwillekeurig denken wij, bij het hooren van
vergiftige gassen aan het verraderlijke kool-
monoxyde (meer populair kolendamp geheeten),
welk vergift ieder jaar, vooral in het koude
jaargetijde, steeds slachtoffers maakt. Dooi-dat
ons lichtgas ook een niet onaanzienlijk gehalte
aan koolmonoxyde bevat, is het eveneens zeer
gevaarlijk. De vergiftige werking van kolendamp
berust op het feit, dat genoemd' gas onze roode
bloedlichaampjes voorgoed ongeschikt maakt
hun rol bestaande in het opnemen van zuur
stof in de longen, teneinde die zuurstof naar alle
deelen van het lichaam te transporteeren te
vervullen. Zoo wordt het bloed vergiftigd en
gaat het slachtoffer feitelijk aan zuurstofgebrek
te gronde, dus: aan verstikkingsdood, al bevindt
hij zich ook in een atmosfeer, waarin immer nog
een aanzienlijk percentage zuurstof aanwezig is.
Ik vind dien kolendamp altijd een gemeenen,
verraderlijken sluipmoordenaar; veelal worden
de slachtoffers in hun slaap overvallen; het gas
is nagenoeg reukloos (wat men waarneemt zoo
dra de kachel niet correct afgesteld is, is niet de
kolendamp, doch het zijn de deze vergezellende
verbrandingsproducten, welke echter den sla
pende niet doen ontwaken!). Zoo worden de
meeste slachtoffers van dit sluipgif dood in bed
gevonden. Wellicht is het hier de plaats op te
merken, dat in de meeste gevallen de kachel in
prima conditie verkeerde; niet in alle. Toen ik
in Maart 1925 door de politie werd geroepen
naar een woonark, liggende in het Jacob van
Lennepkanaal te Amsterdam, vonden wij daar
binnen een ouderpaar met vijf kinderen roerloos
te bed.... overvallen door kolendamp; alleen
de moeder vertoonde nog levensteekenen: zij kon
na behandeling met zuurstof, weer bijgebracht
worden, om dan te vernemen, dat haar man
en haar kinderen overleden warenals ge
volg van een defecte verwarmingsinrichting. Op
de bij dit artikel gepubliceerde illustratie ziet
men het cylindrische kacheltje een hoogst
eenvoudig model! met fluitketel er op, afge
beeld. De afvoerpijp liep van de kachel direct
horizontaal door den wand naar de buitenlucht,
om dan haaks omhoog te gaan. In dat staande
gedeelte nu was zooveel regen gekomen, dat on
deraan het verticale stuk het bochtje geheel was
doorgeroest; daardoor was van een opwaarts
loopenden stroom van verwarmde lucht met ver
brandingsgassen geen sprake; de schoorsteen
kon onder deze omstandigheden niet meer trek
ken. De kort vóór het naar bed gaan opgestorte
eierkolen bleven tè lang koud en werkten de
vorming van het vergiftige gas sterk in de hand
met het genoemde noodlottige gevolg!
AAR ook daar, waar een goed-functionnee-
rende kachel staat met correct Oekkenden
schoorsteen, kunnen ongelukken optreden, zooals
ik meermalen de gelegenheid had, in mijn loop
baan te zien. Men dient goed te overwegen dat de
vorming van kolendamp in de eerste plaats aan
de orde is, zoodra een lading nieuwe, dus koude
brandstof, op het vuur in de kachel gestort
wordt. Deze brandstof nu is in staat, zoolang ze
koud is, uit één der verbrandingsgassen welke
opstijgen uit het vuur onderin de kachel, name-
k uit het koolzuurgas, het vergiftige koolmo
noxyde te doen ontstaan. Hebben wij nu de ka
chel zóó gereguleerd, dat ze flink kan branden,
dan is er voldoende „trek" om (bij aldien het
kolengas eens niet met de bekende blauwe vlam
metjes bovenop de koude kolen verbrandt) het
gifgas door den schoorsteen mét de andere ver
brandingsproducten te laten ontwijken. Maar
wee, bij aldien tè korten tijd na het bijvullen der
kachel, laatstgenoemde wordt ingesteld op
„nachtdienst" en de trek der gassen naar het
schoorsteenkanaal verminderd of bemoeilijkt
wordt. Dan kruipen de giftige producten langs
de kieren van deurtjes enz. de kamer in en
er is o zoo weinig van dat vei'gif noodig, om de
atmosfeer te verpesten en de slapenden naar
den eeuwigen slaap te doen overgaan.
Velen hebben de ongelukkige gewoonte, om
kort vóór het naar bed gaan de kachel
nog eens bij te vullen, waarna deze terstond op
J „nachtdienst" wordt ingesteld. Dat is zooals
ik hierboven uiteenzette, funest! Men stelt zich
en de zijnen aan de grootste gevaren bloot.
Neemt, lezers, toch als vaste gewoonte, de ka
chel een paar uren vóór het bedtijd is, geheel bij
te vullen, opdat zoolang de schoorsteen nog
normaal trekt en de afvoer behoorlijk is de
versch gestorte kolen warm kunnen worden. De
dan geproduceerde kolendamp zal ons niet scha
den: die trekt dan wel den schoorsteen in, zoo
ver hij niet verbrandt en tot koolzuur wordt.
En, is dan de tijd voor de nachtrust aangebro
ken, zoo stel gerust de kachel, die uitsluitend
warme brandstoffen bevat, op „nachtdienst" in
er zal thans niets gebeuren.
Wie een kamer bewoont of in een vertrek
slaapt, waar af en toe rookproducten van een
stookplaats waargenomen worden, welke in een
ander veelal lager gelegen vertrek brandt,
dient eveneens op zün hoede te zijn: ik maakte
een geval mede, waai een echtpaar dood in bed
gevonden werd, terwijl op de flatwoning niet
werd gestookt en niettemin kolendamp als doods
oorzaak kwam vast te staan. Bij voortgezet on
derzoek bleek, dat het rookafvoerkanaal van een
groote stookplaats, onderin den kelder van het
flatgebouw ter hoogte van de bewuste woning
gescheurd was. Behangselpapier, dat op strak
gespannen doek over de scheuren van den
schoorsteen aangebracht was, kon toch niet ver
hoeden, dat bij een ongunstigen trek en wel
licht noodlottige windrichting! wolken kolen
damp de slaapkamer der oudjes binnendrongen,
met het bekende gevolg.
Tal van vergiftigingsgevallen zijn aan nood
lottig toeval toe te schrijven soms aan dom
heid der menschen.
Wanneer bij minder hygiënisch uitgevoerde
kaasbereiding een ongewenschte infectie door
schadelijke microben plaats vindt, kan het ge
beuren, dat in een kaas van grootere afmeting
op één plek bedoelde bacteriën de eiwitstoffen
der kaas gaan omzetten, waarbij dan vergiftige
splitsingsproducten gevormd kunnen worden,
die met cadaverinen lijkegiften) op één lijn
te stellen zijn. Wie dat stuk uit de kaas onge
lukkigerwijze treft, kan na de consumptie er
van danig ziele worden; wij hebben gevallen
meegemaakt, waarbij de leden van een gezin
dat een stukje kaas gekocht had na gebruik
daarvan ernstig ziek werden, (terwijl wan
neer de keuringsdienst bij den winkelier vlug
de rest der aangesneden kaas in beslag nam,
deze bij zijn onderzoek moest constateeren, dat
daarin géén schadelijke microben aanwezig wa
ren; zóó plaatselijk kunnen zich soms die kaas
vergiften ontwikkelen.
Colibacillen.
Iets anders is het met vleesch- en worstwaren
Nog niet zoo heel lang geleden verwerkte een
minder scrupuleuze „slager" het van een zieken
hit geslachte vleesch tot biefstukjes en worst
met het resultaat, dat geheele groepen der klei
ne luiden doodelijk ziek werden. Nog steeds
heerscht bij velen de verkeerde meening, dat
men bij aankoop van „derderangsch worst", elk
gevaar zoude kunnen ontloopen, door de worst
vooraf goed en lang te koken. Ik zeide reeds,
dat deze onderstelling verkeerd is. Men denkt
aan de voor melk zoo vaak gegeven adviezen,
dit voedingsmiddel vóór gebruik goed te koken
en meent een parallel te kunnen trekken bij
vleesch waren van verdacht allooi. Bedacht dien*
echter te worden, dat door de melk eenigen
tijd aan kookhitte bloot te stellen, de schade
lijke bacteriën gedood worden, die erin aanwezig
zijn. In het gevaarlijke vleesch van
genoodslachte dieren echter is reeds het door
rottings- of andere gevaarlijke bacteriën gepro
duceerde vergift aanwezig en dat weerstaat de
kookhitte volkomen, evenals b.v. rattenkruit dat
vermag!
Men koope dergelijk minderwaardig vleesch
liever niet en bedenke, dat het blootstellen aan
kookhitte de gevaren, aan het gebruik van dus
danige vleeschwaren verbonden, allerminst
wegneemt!
Het zijn veelal de zoo dikwijls bij name
noemde colibacillen, die onze spijzen ongemerkt
vergiftigd doen worden. Die colibacillen be-
hooren tot onze darmenflora, ze spelen een rol
bij het verteringsproces in ons darmkanaal en
worden regelmatig in faecaliën aangetroffen. Ge
raken deze micro-organismen nu ongelukkiger
wijze eens in spijs of drank, dan kunnen zij de
daarin aanwezige eiwitachtige stoffen aantasten
en daaruit vergiftige afbraakproducten doen
ontstaan. In dit verband wil ik het even over de
ijskast hebben. Ik heb hier niet het oog op de
moderne vrieskasten, welker interieur een tem
peratuur onderhoudt, liggende op of onder het
vriespunt, doch denk uitsluitend aan de ouder-
wetsche ijskasten, welker dubbelwanden met
stukken ruw ijs werden opgevuld en in welker
bergruimte dan een temperatuur heerschte, die
steeds een kleinigheid boven het vriespunt ligt.
Het spreekt vanzelf, dat ook de bedoelde moder
ne kasten wanneer ze eens niet op tempera
tuur onder nul ingesteld worden de spijzen
en dranken, die er in bewaard worden tot heel
even boven het vriespunt zullen houden. Daarin
schuilt een vergiftigingsgevaar, dat ik U hoop
te verduidelijken in een volgend artikel.
(Nadruk verboden)
heet de nieuwe Hollandsche film
Maar vandaag gaat 't ook best",
zeggen zij die filmen.
Woonvertrek der woonschuit, waarin het kacheltje des nachts genoeg kolendamp
ontwikkelde ,om een gezin van ouders en vijf kinderen te vergiftigen. Slechts
de moeder kon bijgebracht worden, terwijl de vader en de vijf kinderen den
dood vonden. (Maart 1925.)
In de droomfabriek aan de
Duivendrechtsche Kade.
Het heele groote Amerika heeft één
Hollywood, Duitschland bezit één Neu-
babelsberg, maar ons kleine Hollandje
zou Holland niet zijn wanneer het
niet over zegge twee filmcentra be
schikte; in Filmstad staan prachtige
groote studio's met alle comfort in een
mooien rustigen tuin, in Duivendrecht
zijn in een oude fabriek studio's ge
ïmproviseerd aan den kant van een
drukken verkeersweg. En Holland zou
wederom Holland niet zijn, wanneer
die mooie studio in Den Haag niet
meestentijds wordt gelaten voor wat ze
is, en men zich in die leelijke droom
fabriek in Amsterdam, waar ze vroe
ger geloof 'k kinine maar nu droomen
maken, niet meestentijds inspannen
om de Hollandsche filmindustrie wer
kelijkheid te laten worden.
Ook in deze dagen ziet de fabriek van Cine-
tone er van binnen bedrijvig uit. Morgen gaat
het beter. Neen, 't is geen hatelijkheid jegens
de film, die ze daar momenteel maken, dat
„Morgen gaat het beter", die film heet zelf
zoo. En de Nederlandsche filmindustrie wil CJ
met deze film „Morgen gaat het beter" juist
toeroepen „Maar vandaag gaat het ook best".
Want er wordt voorspoedig gewerkt in de stu
dio. De stemming is er opgewekt.
Chris Baav lacht, en Lily Bouw
meester danst.
In studio A zijn eenige kamers modern inge
richt. Men zou zich in de etalages van een
meubelmagazijn wanen. Kamers zonder een
plafond. En als je naar boven kijkt loeren
groote lampen, soms aan soms uit, naar bene
den. Neen het zijn geen gezellig rustige kamers.
Misschien straks wel, als U ze op het witte
doek ziet. Dan zijn ook al die menschen, die
achter de "camera staan, of net om den hoek
zitten met nog een groote lamp, of die boven
over de muren balanceeren, er niet meer bij.
Lily Bouwmeester danst met Theo Frenkel.
Haar groote oogen schitteren in het licht.
Chris Baay staat er bij te lachen. Totdat me
neer Zelnik, de regisseur, iets zegt. Dan lacht
Baay harder. Zonder dat meneer Zelnik wat
grappigs heeft gezegd. Hij lacht en heeft schik
in het dansende paar in de kamer. Hoe langer
hoe meer schik. Al moeten Lily en Theo
de afkortingen vanwege het gemak nog
zooveel keer over dansen.
Chris begint het niet te vervelen. Integen
deel. De schaduwen bewegen zich op den muur.
Het dansende stel komt naar de deur waar
het camera-oog en een boel nieuwsgierige
menschenoogen doorheen loeren. En Lily
Bouwmeester zegt dat ze het dol geizellig
heeft gehad en dat het een goede gedachte
is geweest om even „aan te leggen". „Maar
nu moet ik weg, want anders staat de melk
boer met het ochtendblad al voor de deur".
Theo 'Frenkel zegt „zooals u wilt". En Chris
Baay informeert: „waar woont u?"
„Hier vlak boven", is het antwoord, en
Lily's vinger wijst naar het open plafond on
der het grijze dak van de studio.
Theo en Lily stappen de deur uit en strui
kelen bijna over de draden van de camera en
Chris doet met een meewarig gebaar de deur
toe.
„Maar meneer Baay, uw hand was veel te
vroeg aan de deurknop. Over die scène". Me
neer Baay loopt de kamer in. Boos van 't
standje? Neen, hij begint weer te lachen. En
Zelnik vindt het best. En Lily en Theo gaan
weer dansen. De schaduwen spelen op de
muur
Vier dikkerds en een plank.
Wie van de eene kamer naar de andere
wil gaan moet over 'een plank loopen. die
over een diepte is gelegd. Met angst wacht ik
't bericht wie of 't eerst door die plank heen-
gezakt zal zijn, of Rudolf Meyer, die pro
ductieleider of Otto Heller, de cameraman, of
Zelnik. de regisseur cf Teunissen, de man van
de montage. Want alle vier zijn ze even enorm
van omvang. En onder het gewicht van elk
hunner zucht de plank en buigt toegevend.
Werkt de filmstudio stimuleerend op den om
vang harer bewoners? Want niet alleen hier.
maar overal in Filmland zijn regisseurs en
productieleiders en andere menschen aan
gene zijde van de camera vaak „gewichtig"
Een gemakkelijk leventje hebben ze niet:
alsmaar staan en locpen. Misschien een
materieele reactie op de geestelijke kwelling
van 't steeds maar repeteeren steeds overnieuw
dezelfde scènes draaien, een lichamelijk aan
komen tegenover psychisch afvallen? De plank
verdiept zich niet in zulke problemen
kraakt alleen maar en piept, benieuwd tegen
wiens gewicht ze het 't eerst af zal leg
gen.
Gerda en Yessie.
Iets voorbij die plank zit een slanke vrouw
met een zonnebril op. Ze ziet eruit als een
heusche filmster, maar iedereen zegt „Gerda"
tegen haar en dat zegt niet iedereen tegen
een filmster. Zij is de 'stand-in voor Lily
Bouwmeester. Zij moet voor Lily invallen als
de camera wordt ingesteld en de belichting
wordt „gemixed". Dan gaat ze op de plaats
staan c«f zitten waar straks de filmster komt,
vangt de eerste stralen van de lampen op,
wacht eindeloos, moet dan hier en dan daar
heen gaan om te probereen waar of het 't
beste staat, en als ze klaar is komt Lily.
Ze is als het ware de jongste bediende van
de filmster, doet het grove werk en als dat
achter den rug is doet Lily Bouwmeester het
fijne. Er zijn merkwaardige beroepen. En dan
moet je hart hog per vergissing gebonsd heb
ben, omdat je een heusche filmster meende te
zien! Neen maar. Dan heeft „Yessie" eigenlijk
nog meer te vertellen.
.Yessie" dat is de hond van Lily Bouwmees
ter. Die speelt in de film mee, Een kunst om
aan zoo'n baan te komen als je vrouw aan de
film is. Maar intusschen is dat lieve dier
straks natuurlijk heelemaal bedorven als het
de gewone straat op moet. 't Zal zijn soortge-
noofen voortaan wel negeeren. Des morgens
had Yes al kuren. Hij moest opzitten en poot
jes geven aan Theo Frenkel. Maar „Yes" zei
„no" en of nu de befaamde meneer Zelnik al
zei dat hij het wel moest, 't gaf eerst niets. Na
veel zoete woordjes deed Yes pas wat van 'm
gevraagd werd. En onmiddellijk daarna maak
te hij dat-ie wegkwam. Maar in de studio is
iedereen er op bedacht deze „ster" niet te la
ten vluchten. Bij den ingang staat zelfs een
soort „manifest" om de deur te sluiten, op
dat het hondje van mevrouw Bouwmeester
niet ontsnappe. Verbeeldt U, zonder Yes zou de
film niet meer draaien kunnen.
Voor de montagetafel.
In de andere studios wordt onder leiding
van architect Wegeriff hard gewerkt aan nieu
we décors; een groote danszaal verrijst hier.
Iets verderop kan men meenen in een radio
studio inplaats van in een filmstudio te ver
blijven; dat is echter ook décor. Want de film
speelt deels in de radiowereld.
In een geheel aparte ruimte zit G. J. Teu
nissen voor de montagetafel. Teunissen heeft
al heel wat Hollandsche en buitenlandsche
films gemonteerd.
Een heel belangrijk werk, die montage; het
aaneenlijmen van de opgenomen filmstroo-
ken, zoo, dat de beelden logisch in elkaar over
gaan en rythmisch verloopen. Een filmc^tter
zoo wordt hij ook wel genoemd kan een
film maken en breken. Teunissen heeft bijv.
die uitnemende vaart in de film „40 jaren"
gelegd; een groot deel van het succes. Teunis
sen maakte eens als amateur films als „Piere
ment". Hij is een rasfilmidealist. Maar ook een
practisch man; een kundige en zeer gewilde
bediener van de montagetafel. Hij begon zijn
filmcarrière met idealen. Maar ook 100 pet.
amusementsfilms zijn mede, dank zij zijn vak
manschap successen geworden.
Lily Bouwmeester, die met Theo Frenkel en
Paul Steenbergen de hoofdrollen vervult in de
nieuwe film „Morgen gaat het beter", welke
momenteel door „Neerlandia" in de Cinetone-
studio's in Amsterdam geproduceerd wordt.
Het ziet er naar uit dat „Morgen gaat 't be
ter" 't wel goed zal doen bij het publiek. Het
is een luchtig gegeven, heel amusant. En 't zal
wel wat men noemt „goed gebracht worden".
Maar toch hoop 'k dat ook voor de filmidealis-
ten, voor hen, die goede zinvolle films
met een gedachte erin willen maken in Neder
land, de voorspelling geldt „Morgen gaat het
beter".
v. H.
Faillissementen in 1938.
In het arrondissement Haarlem 27 minder
dan in 1937.
Door de Haarlemsche Rechtbank zijn in het
jaar 1938 195 faillissementen uitgesproken, te
gen 222 in 1937.
Tegenslag voor Roosevelt in het
Congres.
WASHINGTON, 11 Januari (A.N.P.) Pre
sident Roosevelt heeft gisteren zijn eersten
tegenslag in het congres geleden.
Een subcommissie uit het Huis van Afge
vaardigden heeft n.l. het door den president
voorgestelde bedrag van 875 millioen dollar
dat moet dienen om tot 1 Juli a.s. de steun
verlening te financieren, met 150 millioen
dollar verminderd.
Werken van Joodsche compo
nisten in den ban.
Geschrapt van het Italiaansche muziek
repertoire.
ROME, 11 Januari. (Havas). In
een bijeenkomst op het ministerie van
cultuur werd besloten, dat muziekuit
gevers alle werken van Joodsche com
ponisten van het Italiaansche muziek
repertoire moeten schrappen.