IJmuider Courant
i
1938: een gunstig jaar voor de
schatkist.
DAGBLAD VOOR VELSEN, IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN
De Besprekingen
te Rome.
Een napraatje.
Groote IJmuider Courant-
met Cm
Geldprijzen
Öeze fttifswcaafy is uit
sluitend. u. Onze alyannis
Met 32 Geldprijzen
Zullen tuinders meer
steun vragen?
Opbrengst ook boven 1937.
24e JAARGANG No. 65
Uitgave Lonren» Coster. Maatschappij
voor Courant Uitgaven en Algem,
Drukkerij N. V. Groote Houtstraat 93,
Haarlem, Tel. 10724. Bureau ijmuider
Courant: Kennemerlaan 42, IJ muiden,
Telefoon 5301, Postgiro 310791. Alle
Advertenties, opgegeven voor dit blad,
worden kosteloos opgenomen in de
Kennemer Courant
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
DINSDAG 17 JANUARI 1939
Abonnementen per week f 0.12'/a, per
maand f 0.52'/2, per 3 muanden f 1.55,
franco per post f 1.95 per kwartaal. Losse
nummers 3 cent per ex. Advertcntiëm
1-5 regels f0.60, elke regel meer 0.12.
Bij abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeelingen dubbelo
prijs. Advertenties van Vraug en Aanbod
1-3 regels f 0.25, elke regel meer f0.10.
Dat van het bezoek der Engelsche ministers
aan Mussolini en Ciano geen directe beslissen
de gevolgen te wachten waren was te voor
zien. Aan die verwachting is tevoren ook op
deze plaats uiting gegeven. Het feit dat
Frankrijk zelf zijn geschillen met Italië wel
zou behandelen, gevoegd bij Franco's falen in
het bereiken van een afdoend resultaat in
den Spaanschen oorlog, maakte dat duidelijk
genoeg. Niettemin blijkt zoowel uit het verloop
van het bezoek der Engelsche ministers als uit
de perscommentaren, die na afloop in beide
betrokken landen zijn gegeven, dat de
Engelsch-Italiaansche verstandhouding er
zeer mee gebaat is.
Onze correspondent te Rome, een Neder
lander natuurlijk, geeft ons zijn indruk daar
van in de volgende bewoordingen:
„Nu de Engelsche gasten den Italiaanschen
bodem weer hebben verlaten Lord Halifax
naar Genève reizend en Neville Chamberlain
via Parijs naar Engeland wordt ook in Ita
liaansche regeeringskringen de dichte sluier,
waarmede de Italiaansch-Britsche bespre
kingen tot dusver werden omgeven, geleide
lijk iets losser. Voor wat de gevoelswaarde be
treft, is de in de laatste maanden moeizaam
weer opgebouwde vriendschap tusschen de
twee landen zeker met sprongen vooruit ge
gaan. De Italiaansche burgerij durft eindelijk
weer vrijelijk aan haar in stilte steeds ge
koesterde voorliefde en bewondering voor veel,
dat specifiek Engelsch is, uiting te geven. In
het nu afgesloten tijdperk van de sanctie
jaren zou dit gevaarlijk zijn geweest. Nog
maar enkele weken geleden werd hij of zij, die
den euvelen moed had, in het openbaar
eenigerlei sympathie te toonen voor al wat met
de Engelsche taal of cultuur in verband stond,
als een soort volksverrader aan de kaak ge
steld. Nu ziet men Engelsche vlaggen en
Engelsche teksten door de geheele stad, en de
Britsche ministers werden door de burgers
van de Eeuwige Stad vriendelijk toegejuicht.
Een van de hoofdredenen voor dezen omme
zwaai is de erkentelijkheid van het Italiaan
sche volk jegens den man, aan wien de wereld
in de opgewonden Septemberdagen van het
afgeloopen jaar voor een zeer groot gedeelte
het zoo vurig gewenschte behoud van den
vrede heeft te danken. Daarnaast vindt deze
hartelijkheid haar oorzaak in de discipline
van den gemiddelden Italiaan, die bij voorbaat
genegen is, den Duce blindelings te volgen.
Mussolini heeft immers altijd gelijk!"
In een tijd als deze zou het wel zeer dwaas
zijn, de beteekenis van een dergelijke veran
derde stemming in Italië te onderschatten.
En vanzelf rijst hierbij de gedachte dat Mus
solini, die immers de propaganda, de pers en
de wijze-van-ontvangst der gasten volkomen
in eigen handen heeft, dit tevoren geweten en
bedoeld moet hebben. Hij vond het dus nuttig
en gewenscht, tegenover het Italiaansche volk
een bewijs van zijn vriendschap voor Enge
land te geven en van zijn sympathie voor den
man, dien de Italiaansche „man in the street"
als den vredestichter in Europa erkent. Riep
de menigte Chamberlain niet toe: „God
zegene u" en „Geef ons den vrede"? In die
zelfde sfeer had de officiëele ontvangst van
Chamberlain en Halifax door den Paus plaats.
De groote onderscheiding waarmee het Vati-
caan de Engelsche ministers ontving en de
woorden die het Vaticaansche blad, de Osser-
vatore Romano, eraan wijdde zullen' op het
Italiaansche volk, dat kennelijk even beducht
is voor oorlog als andere volken, hun uitwer
king niet gemist hebben. Chamberlain vond
hier een erkenning van zijn beleid die hij bij
de oppositie in zijn eigen land vergeefs zou
zoeken.
Waarschijnlijk moet dit wel als de voor
naamste beteekenis van het bezoek worden
beschouwd. Men zou iets verder kunnen gaan
en eruit afleiden, dat ondanks de „eerste
reeks eischen", door Italiaansche afgevaar
digden en dagbladen aan het Fransche adres
geuit, Mussolini niet van zins is die gewapen
derhand na te streven. Wel verkeert hij ken
nelijk in de meening dat Franco's overwinning
op til is en heeft hij daarom in zijn „Infor-
mazione Diplomatica" een waarschuwing aan
Parijs doen toekomen. Die houdt in dat Frank
rijk „op het laatste oogenblik geen pogingen
moet doen om de republikeinsche regeering
van Spanje te helpen, omdat Italië zich an
ders genoopt zou zien nieuwen steun aan
Franco te verleenen en de niet-inmengings-
overeenkomst, die reeds als een mislukking
wordt beschouwd, op te zeggen".
Hier ziet men den anderen kant van de zaak.
De overwinning van Franco zou voor Parijs,
dat dientengevolge met een fascistischen buur
man aan de Fransche Zuidgrens bedeeld zou
worden, van verstrekkende beteekenis zijn.
Als werkelijk Franco nabij de overwinning zou
zijn is het niet gemakkelijk aan te nemen dat
Parijs zijn wapenzendingen aan de regeering-
Negrin zou stopzetten. Te minder omdat an
derzijds nog steeds Italiaansche troepen aan
het Catalaansche front vechten en de Ita
liaansche steun aan Franco, met wapens en
vooral met vliegtuigen, blijkbaar heel belang
rijk is. Dus schijnt de kans der opzegging van
de zoogenaamde niet-inmengings-overeen-
komst door' Italië niet denkbeeldig. Maar die
houdt nog geen oorlog tusschen Italië en
Frankrijk in.
(De Directie der Spoorivegen heeft
per dienstorder aan het personeel
dank gezegd voor de voorbeeldige
wijze, waarop het zijn zware taak
in de dagen van strenge koude en
sneeuwval heeft verricht.)
Ja waarlijk, men mag onverbloemd beamen,
Wat die Directie zei is wèlgezegd.
Het heele personeel heeft toen tezamen
Veel eer met zwaren arbeid ingelegd.
Wij hoeven niet te twijflen, dat het werken
Voor hen toen niet maar een „koud kunstje"
was,
Al valt daar dadelijk bij op te merken:
Er kwam wel kunst en koude aan te pas.
Zij moesten doodeenvoudig constateeren,
Toen het hard vroor en sneeuwde naderhand,
Het kan verkeeren - en ziedaar, het kon
verkeer en,
Ook letterlijk bezien, in heel het land.
Wij passagiers mochten dan in die dagen,
Wanneer de trein weer niet op tijd vertrok,
In onze haastigheid soms bitter klagen
Om dit gebrek van rijden op de klok.
Maar als wij er dan later over- dachten,
Beseften wij, het is toch ook een ding,
Dan kregen wij berouw van onze klachten,
't Was mooi dat het nog ging, zooals het ging.
Nu dien ik hier direct aan toe te voegen,
't Was niet alleen het spoorwegpersoneel
Dat in die dagen extra hard moest zwoegen,
Ook andren kregen daarvan ruim hun deel.
Het personeel van trams en autobussen
Tobde natuurlijk in denzelfden geest,
Zij kregen ook problemen uit te plussen,
Zooals er jaren niet waren geweest.
En iedereen die van den vroegen morgen
Tot 's avonds groente, melk of vleesch of brood.
De krant, de post, of wat ook moest bezorgen,
Zag zich de lasten van zijn taak vergroot.
En dan natuurlijk daarbij de politie
En menig ander dien ik nog vergat,
Die evenzoo, op grond van zijn positie,
Zijn zeer speciale moeilijkheden had
Ik heb geen dienstorder te presenteeren
En bied hun allen dus eenvoudig aan,
Dit simpel blijk van dank en van waardeeren,
Voor moeilijk werk goed en goedsmoeds
gedaan.
P. GASUS
Wel valt uit dit alles af te leiden dat de
toestand inzake den Spaanschen burgeroorlog
door de Engelsch-Italiaansche besprekingen
volstrekt niet verhelderd is. Het conflict in
Spanje zal zich blijven voortsleepen als beide
strijdende partijen weer steun uit het buiten
land krijgen.
R. P.
Nederlandsche arbeiders in
Duitschland krijgen ontslag.
Geen oplossing te vinden voor het
uitbetalen van loon.
Aan 250 in Nederland wonende ar
beiders van de spinnerij Eilermark,
welke even over de grens te Glanerbrug
op Duitsch grondgebied is gelegen, is
met ingang van 28 Januari a.s. ontslag
aangezegd. De Nederlandsche directie
van deze fabriek heeft bekend gemaakt,
genoodzaakt te zijn alle in Nederland
wonende arbeiders te ontslaan, tenzij
nog een oplossing kan worden ver
kregen.
Tot nu toe gold namelijk een regeling voor deze
zoogenaamde grensgangers, dat zij hun loon.
dat voor tweederde in Nederlandsch geld naar
den deviezenkoers werd uitbetaald, en de rest
in Duitsche munt ontvingen, vrij naar Nederland
mochten meenemen.
De Duitsche regeering heeft deze op 1 Fe
bruari a.s. afloopende regeling niet willen ver
lengen.
Ook in de Duitsche textielfabrieken in Gro-
nau, waar veel Nederlandsche arbeiders werken,
zullen moeilijkheden ontstaan. In totaal zijn
zeven tot achthonderd arbeiders uit de gemeen
ten Enschedé en Losser hierbij betrokken.
Men hoopt, dat de besprekingen, welke op het
oogenblik te Berlijn worden gevoerd, nog tot
een oplossing zullen leiden.
De regeling gold tot nu toe voor het geheele
Nederlandsch-Duitsche grensgebied.
In ons blad van VRIJDAG
27 JANUARI A.S.
zal een zeer interessante
p r ij s v r a a g voorkomen,
welke een ieder in staat is
op te lossen.
Was U van plan U te abon-
neeren? Doe het dan direct.
Was U het nog niet van
plan? Doe het dan toch nu
Steunbedrag niet hoog
genoeg geacht.
De veilingorganisaties, vereenigd in het Cen
traal Bureau voor de Veilingen in Nederland
zullen naar verluidt, in samenwerking met de
neutrale, Christelijke en R.K. standsorganisaties
zich tot den minister wenden met een dringend
verzoek om verhooging van den tuinbouwsteun.
Tot dusver heeft de steun aan den tuinbouw over
1938 f 10 millioen gevorderd, doch naar het oor
deel der betrokken organisaties zal dit niet vol
doende blijken. Er is op verschillende producten
misoogst geweest, o.a. op boonen, augurken en
frambozen. Verder wordt reeds van 1933 af de
steun niet gegeven tot aan den productieprijs,
maar tot een prijs, daar 10 tot 15 pet. onder,
waardoor de achterstand zeer groot is geworden.
Daar komt bij, dat door de geweldige vorst-
schade de tuinders in het eerste kwartaal van
1939 op zeer weinig inkomsten mogen rekenen,
hoewel deze schade uiteraard op de rekening
over 1939 komt.
De tuinbouwsteun bedroeg over 1937 f 12 mil
lioen. Dat cijfer was ook als maximum voor 1938
genoemd.
Directe en indirecte belastingen brengen meer
op dan geraamd is.
Blijkens het overzicht van den
stand der rijksmiddelen op
ultimo December van het
dienstjaar 1938 was de opbrengst der
directe belastingen f 123.274.577 tegen
over f 110.564.848 over 1937, hetgeen
voor 1938 een voordeelig verschil van
f 12.709.729 beteekent.
Tot deze meerdere opbrengst hebben alle
directe belastingen bijgedragen en wel de
grondbelasting voor f 154.339, de inkomsten
belasting voor f 11.164.711, de vermogens
belasting voor f 682.813, de verdedigingsbe
lasting voor f 580.212 en de belasting van de
doc-de hand voor f 127.652.
De raming der directe belastingen werd met
ruim f 6.8 millioen overschreden.
Wat de overige middelen betreft, de divi
dend- en tantième belasting bracht over
December j.l. een bate van f 1.312.598, tegen
over f 822.746 over December 1939. De rech
ten op den invoer leverden over December
j.l. een opbrengst van f 8.222.170 (f 7.768.611)
het statistiekrecht f 181.758 (f 222.844), de ac
cijns op zout f 107.574 (f 73.683).
In totaal was de opbrengst der
„overige middelen" in December j.l.
f 36.632.772 tegenover f 37.605.231 in
December 1937, terwijl de raming per
maand voor 1938 op f 35.768.750 was
gesteld.
De geheele opbrengst van deze
middelen over 1938 heeft f 440.143.673
bedragen tegen over f 436.835.901 in
1937 alzoo in het afgeloopen jaar
ruim f 3.3 millioen meer dan in het
daaraan voorafgegane. De raming over
1938 was f 429.226.000 en zij werd der
halve met bijna f 11 millioen over
troffen.
De dividend- en tantièmebelasting bracht
over 1938 ruim f 4 millioen meer op dan de
raming bedroeg, de rechten op den invoer
leverden ruim f 1.1 millioen meer op. De
accijnzen op geslacht f 224.844, op wijn
f 63.352, gedistilleerd f 921.255, bier ruim
f 1.1 millioen, suiker ruim f 1.8 millioen en
tabak ruim f 1.5 millioen meer dan de ra
ming.
Voorts overschreden de raming: de be
lasting op gouden en zilveren werken mei
f 2.095, de omzetbelasting met ruim f 2.1 mil
lioen en de rechten en boeten van successie
enz. met niet minder dan ruim f 4.3 millioen
Daarentegen brachten de rechten en
boeten van zegel ruim f 4.8 millioen minder
op dan de raming over 1938 heeft bedragen,
terwijl voorts minder dan de raming op
brachten het statistiekrecht 40.810), de ac
cijns op zout (f 11.687), de couponbelastini
(f 998.332), de rechten en boeten van regis
tratie (f 394.390) en de loodsgelden (f 86.775)
De motorrijtuigenbelasting heeft over De
cember j.l. f 1.217.385 en de rijwielbelasting
heeft over die maand f 10.017 opgebracht.
Over 1938 bracht de motorrijtuigenbelasting
f 22.996.878 en de rijwielbelasting f 7.779.325
op, tegenover een raming van resp. f 23.200.000
en f 7.800.000.
De „Monte Santo" in beslag
genomen.
Van het Catalaansche front. Nationalistisch geschut in stelling bij Lerida.
Een cautie van 180.000 geëischt.
Het Italiaansche s.s. „Monte Santo", dat
Zondag in het Kanaal in aanvaring is geweest
met het Engelsche s.s. „Conifer", waarbij het
laatste schip gezonken is, is op verzoek van
de reederij van de „Conifer" ter reede van
Vlissingen in beslag genomen.
De Lon-densche reederij verlangt een garan
tie van 180.000. De „Monte Santo" zal waar
schijnlijk Vlissingen worden binnengebracht
en niet eerder kunnen vertrekken dan nadat
de gestelde cautie zal'zijn gestort.
De schipbreukelingen van de „Conifer" zijn
met de „Oranje Nassau" van de Stoomvaart
Mij. Zeeland naar Londen vertrokken.
Diefstallen in de Betuwe
opgehelderd.
Reeds geruimen tijd werden de kippen
houders in de. Neder-Betuwe geplaagd door
kippendieven.
Voor het gebied tusschen Tiel en Buren zijn
de diefstallen nog niet opgehelderd, maar
naar het zich laat aanzien is de rijkspolitie
er thans eindelijk in geslaagd den dader
en anders toch in ieder geval den belang
rijksten dader van de kippendiefstallen in
de streek tusschen Lieden. Maurik en Beu-
sischem op te sporen.
Na een zeer uitgebreid onderzoek slaagde
de brigadecommandant Slik uit Tiel er ten
minste dezer dagen in den dader van een
bepaalden kippendiefstal op te sporen. Het
bleek een ongeveer twintigjarige arbeider L.
uit Beusichem te zijn, die sedert eenigen tijd
als milicien in Venlo in garnizoen ligt.
Later bekende L. dat hij nog enkele andere
kleine diefstallen op zijn kerfstok had.
Graaf Csaky te Berlijn.
Audiëntie bij Hitier en een bespreking met
Von Ribbentrop.
Het D.N.B. meldt:
Maandagmiddag heeft Hitler in
tegenwoordigheid van den minister
van buitenlandsehe zaken, Von Rib
bentrop, den Hongaarschen minister
van buitenlandsehe zaken, graaf
Csaky, in audiëntie ontvangen. Dit is
het eerste bezoek van een buiten-
landsch minister aan de nieuwe rijks
kanselarij te Berlijn.
Ten aanzien van de besprekingen tusschen
Von Ribbentrop en graaf Csaky, welke hier
aan vooraf gingen, wordt van semi-officieele
Duitsche zijde gemeld, dat het geheel van
de betrekkingen tusschen Duitschland en
Hongarije ter sprake is gekomen. Een hechte
basis is gelegd voor deze betrekkingen, zoo
wel door de oplossing van de vraagstukken,
welke in verband staan met het Tsjecho-Slo-
waaksche probleem, als door den wil van de
Hongaarsche regeering de betrekkingen tot
Duitschland en Italië op vriendschappelijke
wijze te verbeteren. De toetreding van Hon
garije tot het anti-kominternverdrag heeft
reeds getoond, dat Hongarije zich in politiek
opzicht schaart naast de as Rome-Berlijn en
den driehoek Berlijn—Rome—Tokio in de be
strijding van de vernielende kracht van het
komintern, aldus de opvatting van deze
Duitsche kringen. De algemeene basis voor de
betrekkingen tusschen Duitschland en Hon
garije is een waarborg, dat ook de vraag
stukken, welke beide landen onmiddellijk be
treffen, in dezen geest zullen worden behan
deld. welke ontspruit aan de nauwe verbon
denheid van beide landen.
Leiders van bedrijven in de
Sovjet-Unie aangeklaagd.
Niet streng genoeg opgetreden tegen
ongedisciplineerdheid onder de arbeiders.
De procureur van de Sovjet Unie,
Wijinski, heeft gelast een aantal lei
ders van bedrijven in staat van be
schuldiging te stellen, aangezien zij
zich niet hebben gehouden aan het
jongste decreet tot het herstel van de
discipline in den arbeid. Tot nu toe
zijn dertien beklaagden bekend, doch
men verwacht, dat anderen zullen
volgen.
Den laatsten tijd werd er over geklaagd
zoo meldt Havas uit Moskou dat zekere
bedrijfsleiders weigerden werklieden, die te
laat op het werk verschenen of die op andere
wijze ongedisciplineerd waren opgetreden, weg
te zenden, onder het voorwendsel, dat zij niet
op slechten voet wenschten te komen met de
arbeiders of omdat zij werklieden tekort kwa
men. Om deze reden werd het decreet uitge
vaardigd, waarbij de leiders der bedrijven
werd gelast onmiddellijk streng op te treden
tegen werklieden, die niet gedisciplineerd op
traden.
VOLKSSTEMMING OP 22 JANUARI.
BERN, 16 Januari. Op 22 Januari zal in
Zwitserland een volksstemming worden ge
houden over het vraagstuk, van de beperking
der zoogenaamde „dringende besluiten van
den bondsraad".