Op kPujK- leeftijd» Aspikin Kunst in Haarlem en daarbuiten. Van tijdgenooten en Pekingmannen. WOENSDAG 18 JANUARI 1939 Algemeene ledenvergadering Vrijwillige Burgerwacht Amsterdam. Drie leden geroyeerd. De vereeniging „Vrijwillige Burger wacht Amsterdam" heeft Dinsdag avond haar algemeene vergadering gehouden in het gebouw van de bur gerwacht aan den Singel te Amster dam. Deze drukbezochte vergadering besprak het schorsingsbesluit t.a.v. eenige leden van de V.B.A., genomen door het hoofdbestuur. De bijeenkomst werd geopend door den com mandant, kolonel b.d. H. R. Boeree. Na het lezen van de notulen, handelende over de vorige vergadering, waarin een felle aanval op het bestuur is gedaan, gaf commandant Boeree nog een uitvoerige uiteenzetting van het huidige conflict. In deze uiteenzetting somde de voorzitter de grieven op, die het hoofdbestuur tegen de geschorste leden heeft en die reeds eerder in hoofdtrekken zijn ge publiceerd. Ook besprak kolonel Boeree het conflict met den Nederlandschen Bond van vrijwillige burgerwachten, een conflict, dat-tot het treden van de V.B.A. uit den bond leidde. Na de schorsing van de eerste drie leden ontving het hoofdbestuur dreigbrieven. Deze leden belegden zelfs geheime vergaderingen, die eenmaal werden bijgewoond door een lid van het bondsbestuur. Op een dezer geheime ver gaderingen was zelfs al een nieuwen comman dant aangewezen. Nadat ds. Knoppers, lid van het H.B. zijn houding nog had gemotiveerd, was het woord aan de leden. Namens de infanteriebrigade diende de heer Da Silva Soles een motie in, waarin de verga dering zich uitsprak voor het schrappen van de eerste drie geschorste leden, uit te voeren door het hoofdbestuur. Op verzoek van het hoofdbestuur stelde een commissie uit de leden eenige maanden ge leden een onderzoek in naar de grieven en be schuldigingen van de drie thans geschorste leden. Deze commissie achtte de grieven en insinuaties ongegrond. Uitvoerig zette in de vergadering een der leden dezer commissie, de heer J. Bokma, zijn zienswijze op het conflict uiteen. Van de be schuldigingen is totaal niets overgebleven, zei de spreker. De algemeene vergadering kan thans tot een van de drie volgende besluiten komen: le. Bekrachtiging van het schorsingsbesluit. 2e. Vernietiging van dit besluit. 3e. Instellen van een onpartijdige commissie om de zaak aan haar oordeel te onderwerpen. Spr. stelde voor tot bekrachtiging van het schorsingsbesluit met het uiteindelijk gevolg schrapping van de drie leden, over te gaan. „Tot iets anders kan de V.B.A. niet besluiten en de geschorste leden hebben helaas niet beter verdiend", besloot spr. onder bijval van verschillende zijden. Vervolgens ging men over tot de stemming over de motie, ingediend door de infanterie brigade. Met algemeene stemmen werd deze motie aangenomen. De voorzitter deelde hierop mede, dat de vergadering met algemeene stemmen heeft besloten de drie leden te schrappen. Onder daverend applaus der vergadering verzocht de heer Bokma de heeren Fuld en Rahusen, die als leden van het hoofdbestuur hebben bedankt per 1 Januari, op hun besluit terug te komen en weer zitting in het hoofd bestuur te nemen. Na eenige discussies over formeele moeilijkheden verkreeg de heer Fuld het woord, onder dankzegging aan de ver gadering verklaarde hij zich, mede uit naam van den heer Rahusen, bereid in het hoofd bestuur den strijd aan te binden tegen insi nuaties en moeilijkheden, die van binnen en van buiten de V.B.A. bedreigen. De vergadering werd een oogenblik ge schorst om het hoofdbestuur gelegenheid te geven zich over deze kwestie te beraden. Na heropening deelde de voorzitter mede, dat de heer Fuld door het H.B. is herkozen een besluit, dat door de algemeene vergadering bij acclamatie werd bekrachtigd. De heer Rahusen heeft zijn herintrede in het hoofdbestuur in beraad gehouden, zoodat over diens herverkiezing geen besluit kon worden genomen. Officier van Justitie spreekt van „loterij-f amilie". Straf daarom verzwaard. De Officier van Justitie bij de Haagsche recht bank eischte Dinsdag een principale hechtenis- straf van zes maanden tegen den 36-jarigen ex ploitant J. C. B., wien overtreding van de Lote- rijwet ten laste was gelegd. Zoo de rechtbank desniettemin een geldboete zou willen opleggen, dan beval de vertegenwoor diger van het O. M. een zeer hooge geldboete, nl. van f 5000 aan. De kantonrechter heeft een geldboete van f 3000 subs. 100 dagen hechtenis opgelegd. „Hoewel deze verdachte nooit eerder is ver oordeeld", aldus de Officier verder, „komt hij uit een familie, die voortdurend de Loterijwet overtreedt. Het eenige middel daartegen is op legging van de maximale hechtenisstraf. Dat de handelingen van verdachte strafbaar zijn, is reeds eenige malen door de Haagsche rechtbank uitgemaakt. Cassatie-beroep daartegen is steeds verworpen". Prijs van serum tegen mond- en klauwzeer niet te hoog. Op de vragen van den heer Weitkamp be treffende den prijs van het reconvalescentse- rug tegen het mond- en klauwzeer heeft de mi nister van Economische Zaken geantwoord, dat de prijs van het dusgenaamd serum in Neder land niet f 8.doch f 7.per liter bedraagt, terwijl het serum in België niet f 0.60, doch 150 franc of ongeveer f 9.50 kost, afgezien nog van het feit, dat men in België tot de serumin spuiting niet overgaat tenzij de veehouder vooraf verklaart zijn vee gratis voor het verder afne men van bloed ter beschikking te stellen. Voorts deelt de minister mede, dat het serum in ons land, alvorens te worden afgeleverd, op sterkte en type wordt onderzocht. MUTATIES BIJ DE MARECHAUSSEE. Naar wij vernemen, zal de districts-comman dant der Koninklijke Marechaussee te Gronin gen, kapitein G. Albarda worden overgeplaatst naar Amsterdam en worden opgevolgd door den kapitein jhr. G. A. Bowier, thans districtscom mandant te Nijmegen, die op zijn beurt wordt opgevolgd door den kapitein E. M. A. Suylen, thans districtscommandant van. de Kon. Mare chaussee te Amsterdam, Vorstschade in Zeeland zeer groot. Wintertarwe en koolzaad vrijwel vernietigd. Het blijkt, dat de vorstschade in Zeeland, vooral aan de te velde staande winterge- gewassen, van zulk een ernstigen aard is. dat c.p vele plaatsen van een algeheele mis lukking kan worden gesproken. Op verschil lende plaatsen is de wintertarwe voor 5080 pet. bevroren. Het koolzaad is nagenoeg verdwenen. Vorstschade van een dergelijken omvang is in Zeeland sinds menschenheugenis niet voorgekomen. Het zal waarschijnlijk niet mcgelijk zijn al de bevroren wintertarwe door zomertarwe te vervangen, daar de hoeveelheid zaaikoren niet toereikend zal zijn. Het zal voor velen een probleem zijn wat ze moeten zaaien op het vrijkomende land. Automobilist na aanrijding doorgereden Politie onderzoekt geval van man, die dood naast zijn rijwiel werd gevonden. Op last der justitie heeft dr. Hulst uit Leiden sectie verricht op het lijk van den 38-jarigen commissionair M. van H. uit 's Heer Arends- kerke, die Vrijdag jl. dood naast zijn rijwiel werd aangetroffen. Dacht men aanvankelijk aan een ongeluk, waarbij geen derden in het spel zijn, dokter Hulst is tot de conclusie gekomen, dat hier geen sprake is van een noodlottigen val, doch dat van H. waarschijnlijk met een auto in bot sing is gekomen, waarbij de bestuurder zou zijn doorgereden. heb je heel wat ondervonden. Don ben je niet meer zoo goedgeloovig. Dan blijf je bij datgene, wat je in al die jaren het best heeft geholpen en neem je bij hoofd pijn, verkoudheid of rheumatiek één of twee Aspirintjes. NE? PRODUCT VAN VERTROUWEN! (Adv. Ingez. Med.) Geineenle-ontvanger van Tegelen spoorloos verdwenen. Malversaties in boekhouding ontdekt. Als verdacht van verduistering en valsch- heid in geschrifte heeft de burgemeester der gemeente Tegelen Dinsdagavond opsporing en aanhouding verzocht van den 53-jarigen C. H. B., gemeente-ontvanger aldaar. Ten kantore van den ontvanger is Maan dagmorgen het periodiek accountantsonder zoek gehouden. De ontvanger is Maandag nog op normale wijze op het kantoor ver schenen, doch heeft Maandagavond omstreeks halfnegen zijn wearing verlaten. Sindsdien is hij spoorloos verdwenen. Het vermoeden ligt voor de hand, dat de ontvanger bij dit des kundig onderzoek ontdekking van onregel matigheden vreesde, en het wenschelijk heeft geoordeeld met de Noorderzon te vertrekken. Het onderzoek naar de malversaties duurt nog voort. De ontvanger is reeds ongeveer twintig jaar als zoodanig in Tegelen werkzaam. Tragisch ongeluk. Jongeman van den honger flauw gevallen en door auto aangereden. Maandagavond te kwart voor 10 bemerkte de postbode V. uit Leusden, dat er op den Arnhem- scheweg ter hoogte van Nimmerden een jongen uitgestrekt op den weg lag. Onmiddellijk waar schuwde hij -de Amersfoortsche politie, die spoe dig ter plaatse was met den chirurg dr. Aghina. Deze nam den jongen mee in zijn auto naar het St. Elisabeth ziekenhuis. Ondeiweg verklaarde de ongelukkige, dat hij afkomstig was uit Haar lem en in de omgeving van Amersfoort naar werk had gezocht. De jongeman had den ge- heelen dag niets gegeten en was flauw gevallen van den honger. Op het moment dat hij viel, werd hij aangereden door een vrachtauto. De bestuurder van de vrachtauto scheen van het ongeval niets bemerkt te hebben en is doorge reden in de richting Arnhem. De Arnhemsche politie is van het geval op de hoogte gebracht. De jongen bleek na aankomst in het ziekenhuis een hersenschudding en een wervelbreuk te hebben opgeloopen. Zijn toestand is zorgwek kend. Prof. ir G. B. van de Werfhorst overleden. Na een langdurige ziekte is Dinsdagmid dag te Vught op 50-jarigen leeftijd prof. ir. G. B. van de Werfhorst- overleden. Op 9 Maart 1888 te Mastenbroek geboren, studeer de hij na zijn gymnasiale opleiding te Kam pen aan de technische hoogeschool te Delft, waar hij in 1920 electrotechnisch ingenieur werd. Hierna trad hij als zoodanig in dienst bij de Siemens-Schuckert-Werke in Den Haag. Van 1928 af was ir. Van de Werfhorst werkzaam bij de N.V. Philips gloeilampenhan- brieken te Eindhoven, waar hij belast was met het uitbrengen van lichtteehnische ad viezen. In November 1934 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de verlich- tingskunde aan de rijksuniversiteit te Utrecht vanwege het universiteitsfonds in de ver- lichtingskunde. In talrijke publicaties en lezingen heeft prof. van de Werfhorst pionierswerk ver richt voor het juiste inzicht in de proble men van wegverlicht-ing. Ook in het buiten land heeft hij talrijke lezingen gehouden. De overledene, die lid was van verschillen de commissies van de Nederlandsche stichting van verlichtingskunde, heeft een werkzaam aandeel gehad aan de invoering van wegver- lichting met natriumlampen, waarover tal publicaties van zijn hand zijn verschenen, Prof. van de Werfhorst was ridder in de orde van Leopold II van Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1889. DE „TROMP" TE LISSABON. LISSABON, 17 Januari. (A.N.P.) Dinsdag heeft de president der Portugeesche republiek in het Belempaleis een noenmaal aangericht ter eere van kapitein-ter-zee L. A. C. M. Doorman, commandant van H.Ms. „Tromp" en de officie ren van dezen bodem. Vóór den maaltijd over handigde president Carmona kolonel Doorman de versierselen van groot-officier van de mi litaire orde van St. Benedictus van Aviz. Tussclien elf uur 's avonds en 7 uur 's morgens niet op straat. Straf aan lid van ïnbrekersbende opgelegd. De rechtbank te Almelo heeft Dinsdag een viertal Almelo'ers veroordeeld die in 1937 en 1938 tallooze inbraken in Twente hebben ge pleegd. Hun werden 23 inbraken ten laste ge legd, doch zij worden wel van het dubbele aan tal misdrijven verdacht. De opgelegde straffen waren de volgende: A. K. en J. A. K„ elk een jaar en negen maanden gevangenisstraf, met aftrek van de voorloopige hechtenis. Van de V. anderhalf jaar, eveneens met aftrek en J. L. zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar, in welken tijd hij tussclien 's avonds elf uur en 's morgens ze ven uur zijn woning niet mag verlaten. De eischen waren respectievelijk tegen A. K. twee jaar, J. A. K. en van de V. twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk en tegen J. L. ne gen maanden voorwaardelijk. Vorst deed aantal werkloozen sterk stijgen. In één week met 7.3 procent. De directeur van den Rijksdienst der Werkloos heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling deelt mede, dat blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek verstrekte voorloopige g vens in de week 26 t.m. 31 December 1938 bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloozen- kas waren aangesloten 569.923 personen (waar onder 74.932 landarbeiders). Van de 494.991 verzekerden, buiten de landar beiders, was het werkloosheidspercentage 32. (in de vorige verslagweek, 5 t.m. 10 December 1938, was dit percentage 25.2). Van de 569.923 verzekerden, met inbegrip van de landarbeiders, was het werkloosheidspercen tage 35.8. Hierbij moet worden opgemerkt, dat de thans in beschouwing genomen week viel in een pe riode van strenge vorst. In de overeenkomstige verslagweek van De cember was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten): 1932: 33.5 (32.4), 1933: 37.4 (32.7), 1934: 33 (32.4), 1935: 39.5 (36.7), 1936: 33.7 (32.3), 1937 32.2 (29.9.), 1938: 35.8 (32.5). Op 31 December 1938 waren bij de organen der openbare arbeidsbemiddeling ingeschreven 450.577 werkzoekenden, waarvan er 431.181 werkloos waren nl. 416.345 mannen en 14.836 vrouwen). Van de geheel werklooze verzekerden ontvin gen er in de verslagweek 91.307 uitkeering uit hun werkloozenkas. 18 Januari: Bij het nieuwe Gemeentelijke Muziek korps zijn reeds geëngageerd: als solo- clarinettist en violist de heer Th. Hof meester, als solo-oboïst de heer F. Liis- schen, als solo-fluitist de heer G. Schmidt en als solo-trombonist de heer J. F. Konings. Van het vroegere Stedelijk Muziekkorps zijn 15 muzikanten bij het nieuwe korps overgegaan en door het engageeren van solisten voor es-clarinet en piston en nog eenige degelijke muzi kanten, zal dit korps tegen Mei a.s. uit 34 a 36 leden bestaan. Voorloopig worden 4 repetitiën per week gehouden. Er is, voor wie de tentoonstellingen der schilders wenscht bij te houden, in Haarlem en omgeving alweer heel wat te zien, nu de eerste weken van het jaar, weken van rust en bezinning? verstreken zijn. Zoo men onze tijd- en stadgenooten, die in het Frans Halsmuseum exposeeren, nog niet be zocht heeft,, late men dat niet na; zij slui ten a.s. Zondag. In Teyler is een tentoonstelling van wer ken der Haarlemsche Doelisten uit vroeger jarendie exposities hebben daar altijd een langeren duur en er zal nog wel het een en ander van te vertellen zijn, wanneer wij alles rustig bekeken hebben. Bij onze buren in de hoofdstad kan men bij Van Wisselingh, op het Rokin, het werk van Hendrik Wiegers- ma den Deurne'schen dokter-schilder bewon deren of op Arti, een eindje verder, een keur uit het levenswerk van Maria van Regteren Altena, die onlangs zeventig jaar werd, in oogenschouw nemen, en van den eerste de breede allure, van de tweede de welbewuste zelfbeperking, die tot een voorname houding in de picturale verschijning leidde, waar- deeren. En het schildersgenootschap De Brug opende in het Stedelijk Museum zijn jaar lij ksche tentoonstelling, waarbij in de ope ningsrede gewezen werd op het streven dezer schilders, in hun kunst wederom het hand werk als zoodanig te plaatsen, waar het hoort, namelijk als het éérst-noodzakelijk. Het is niet geheel en al een nieuw geluid, deze eisch, noch staat het onomstootelijk vast dat alle Bruggenaren aan den eisch be antwoorden, doch het streven alleen kan im mers reeds schoon zijn. Wij hebben soortge lijke bewondering voor het „métier", voor de vakkundigheid van den artist, al eens meer van den toren hooren blazen, zonder dat zulks op de eenigszins chaotische beoefening der schocaie schilderkunst der twintigste eeuw een duidelijk merkbaren invloed heeft uit geoefend. Zoo was er in de jaren, die onmid dellijk aan den oorlog van '14 voorafgingen, onder de Parijsche jongeren, die pas cubisme, fauvisme en dergelijke, hadden doorgemaakt een vrij plotselinge en soms moeilijk te door gronden vereering voor den grooten Igres op gelaaid, waarover de meester zelf een zijner gebruikelijke woede-aanvallen zou gekregen hebben, indien hij het „werk" zijner vereer ders had kunnen aanschouwen, hetgeen ge lukkig voorkomen werd door het feit dat hij in 1910 al meer dan een halve eeuw dood was. Ingres, de onverbiddelijk strenge teeke naar, de in den goeden zin meest akade- mische schilder der na-Napoleontische perio de kwam in de mode bij de voor-oorlogsche jongeren, die onze tijdgenooten zijn, en men zag Picasso een draai nemen, die genoegelijk door taal van bentgencoten gevolgd werd. Reactie op een toch somwijlen sublieme ban deloosheid. die gevolgd was op een langzame verwatering eener even sublieme romantiek (Delacroix), of iets anders.... men kan de bronnen eener beweging in de kunstproductie zelden feilloos aantoonenmaar een tijd lang heeft de geest van Ingres weer een deel der jongeren bezig gehouden. Ook meer dan één Hollandschen jongere hebben wij in enthousiaste termen de wonder haarlijk-feillooze teekening van Ingres' Bain Turc hooren beschrijven, zonder daarna ooit iets van die feilloosheid in het werk van den jongere teruggevonden te hebben. Voor één méér dan platonische vereering van een figuur als Ingres is een vakkundig heid vereischt, waarover gansche legioenen van schilderende en teekenende medemen- schen nu eenmaal niet beschikken, terwijl de leek het verstandigst doet, het voorloopig maar op gezag te aanvaarden. Wat er aan grootsche bewogenheid achter dien schijn baar burgerlijken teekenmeester, dien ouden brombeer die hij geweest moet zijn, broeide en vlamde, moet men langzamerhand voor een zijner uitvoerige werken ondergaan, bij een eerste aanschouwing zal men zelfs die, kil-akademisch en overbeheerscht vinden. Maar dat verandert wel als men er zich toe zet, de bijzondere qualiteiten, waar aan hij niet voor niets zijn roem dankt, uit te vinden. Wij hebben daar echter in ons land weinig gelegenheid toe. Het dichtst in de buurt is misschien het levensgroote portret van Napoleon Bonaparte, dat hij voor de stad Luik schilderde en dat in het museum dier stad een der bezienswaardigheden uitmaakt. Door de openingsrede op „De Brug" werden wij aan den grooten meester herinnerd en de foto die ik indertijd uit het Luiksche museum meebracht, wordt hierbij gereproduceerd. Het staat, als besteld gala-portret misschien niet op de hoogte van het Turksch Bad of enkele beroemde vrouwenportretten, doch geeft van 's mans uitzonderlijke kundigheden toch wel reeds eenig idee. En het zou tevens voor onze lezers een tip kunnen zijn, bij een eerstvolgend uitstajpje over de grens dat in Holland weinig bekende museum eens te gaan zien. Er komt weinig bezoek, doch men zal er hoogst interessante zaken vinden, ook uit later tijd: beroemde schilderijen van den zeldzamen Evenepoel, van Laermans. van den curieusen voorganger van Rassenfosse, de Wit die van Hollandsche afkomst was. enz. enz. Men herinnere zich bij gelegenheid dit uit stapje J. H. DE BOIS. Soms staat er, tusschen alle actualiteit, een bericht in de krant, dat U even aangrijpt omdat het laat zien, dat wat er vandaag-den- dag en overmorgen geschiedt niet zoo ver schrikkelijk belangrijk is als ge wel geneigd zijt te denken. Daar is bijvoorbeeld dit ver haal over Dr. Franz Weidenreich, de autori teit o|> het gebied van den zgn. Pekingman, die heeft bekend gemaakt, dat te Tsjoukoutjen een hol is ontdekt, waarin overblijfselen zijn gevonden van zeven praehistorische wezens uit een veel later tijdperk dan de sin-antro- piden. Het betreft hier wezens, die al veel op den modernen menseh gelijken en die naar schatting niet ouder zijn dan tusschen de twintigduizend en honderdduizend jaar. Hier door zijn voor het eerst overblijfselen van ver tegenwoordigers van het ras uit het tweede paleolithische tijdperk op Aziatisch grondge bied gevonden (als men de vondsten in Pales tina niet meerekent). De zeven gevonden skeletten waren van personen van allerlei leeftijden, van mannen boven de zestig jaar tot aan een pas geboren kind toe. Allen wa ren de schedels ingeslagen met een bot voor werp, waarschijnlijk een Chineeschen of Mon- goolschen knots van het bekende type. Dr. Weidenreich verklaarde voorts, dat deze men- schen het type hadden van de prae-Colum- biaansche Amerikaansche Indianen. Indien nader onderzoek dit bevestigt, is er dus de mogelijkheid, dat hier de hand is gelegd op eenige van de eerste roodhuiden, die op weg waren naar een nieuwe wereld. Tot zoover deze exacte mededeeling, die wel heel dui delijk doet zien, dat U en ik niet zoo buiten gewoon belangrijk zijn, vergeleken bij deze opgebaggerde snaken die „niet ouder" dan honderdduizend jaar zijn. Ten slotte immers is hun (zeer) bloote aan wezigheid alleen reeds oorzaak van hun roem, iets wat van u en mij niet kan gezegd worden. Wanneer u, alleen maar als uzelf zijnde, over straat wandelt is er niemand die u be langwekkend genoeg vindt om „bonjour me neer Jansen" tegen u te zeggen. Daar is meer voor noodig. Bijvoorbeeld het voorzitterschap van de banketbakkersvereeniging „Kneedt Vroolijk", of de functie van hoofdcommies ter Provinciale Griffie en wanneer ik de rozet van het Grootkruis van den Waterdrager van Afghanistan niet op mijn jasje droeg, was ik lang niet zulk een geëerd en populair per soon als ik nu ben. Maar wanneer u over honderdduizend jaar wordt uitgegraven dan bent u ook zonder voorzitterschap belangwek kend. En wanneer u niet wordt opgegraven in het jaar 101.939 doch uw onaanzienlijke dag hit wel, dan oogst deze daghit allen mogelij ken roem en populariteit, terwijl gij, heur heer en meester, volslagen onbekend blijft. Wat zuur is voor u, doch wat, anderzijds, voor uw daghit wel heerlijke perspectieven opent. U moet dat kind ook wat gunnen. Overigens hen ik er wel erg nieuwsgierig naar, te weten wat dat nu precies voor snaken waren, die de geleerde Weidenreich ontwor steld heeft aan het stof der eeuwen. Veel hoop op uitsluitsel ten deze heb ik weliswaar niet, doch voor mij is de verbeelding meer dan de werkelijkheid, onaantastbaarder en vertrou wenwekkender en ik heb reeds bedacht dat deze zeven heeren Praehistorienses in hunne levende dagen wellicht eenvoudige mannen waren, voetveegjes, minieme ondergeschikten, hielenlikkers en bedelaars. En het doet mij een welhaast satanisch genoegen te beden ken dat hun meerderen volslagen nietigheid geworden zijn, terwijl op hen nu het oog van wereld en wetenschap met welbehagen en be langstelling rust. Zoo hebt u best kans dat deze zeven heeren honderdduizend jaar ge leden gedeballoteerd zijn voor de Sociëteit en dat de voorzitter van de ballotagecommissie heelemaal vergeten is terwijl zij nu juist zij het eenigszins verlaten roem oogsten. Gij lezer, die onlangs gepasseerd zijt voor Secretaris-penningmeester van de gezellige fietsclub „Trap", troost u met de behaaglijke gedachte, dat de heer van Delden, dat mis punt. die drie stemmen meer op zich vereenig- de, over 50.000 jaar eenvoudig niet meer be keken zal worden, terwijl gij dan wellicht juist de eerevitrine van het Museum voor Oudheden zult gaan bewonen. En dat prul van van Zwoll, die met die lieve Mientje verloofd is, terwijl ik achter het net mocht visschen, die zal over duizend eeuwen ieelijk op zijn neus kijken wanneer ik door de wetenschap met alle zorgzaamheid en reve rentie wordt omringd, die mij bij mijn leven niet beschoren schijnt te zijn. Neen, wij van 1939 zullen in opgebaggerden staat in interessantigheid zeker niet behoe ven onder te doen voor de oude lieden van dr. Weidenreich. Misschien zelfs wel niet wat den ingeslagen schedel betreft. Mr. E. ELIAS BESCHERMING VAN NATIONAAL CULTUREEL BEZIT IN OORLOGSTIJD. Verleden jaar hebben de ministers van Onder wijs en Binnenlandsche Zaken gezamenlijk inge steld een contact-commissie voor de bescherming van schatten van geschiedenis, kunst en weten schap in oorlogstijd. Dezer dagen kwam deze commissie bijeen in het departement van Onderwijs, ditmaal onder leiding van minister Slotemaker de Bruine, die met haar de maatregelen besproken heeft, welke getroffen moeten worden om althans een selec tie uit ons nationaal cultureel bezit in het bij zonder tegen het in oorlogstijd dreigend lucht- gevaar te beschermen. Dit geschiedde voorna melijk aan de hand van een rapport, dat inge volge opdracht, van den minister van Onderwijs K. en W. omtrent dit vraagstuk door dr. Kalf is opgemaakt en door de rijkscommissie voor de monumentenzorg aan dien minister is aangebo den. Het rapport, dat eenige dagen geleden de algemeene landsdrukkerij heeft verlaten, zal spoedig openbaar jvorden gemaakt, -*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7