De kogelgaatjes in ruiten. [Df fweuwkooingwl Hongarije aan den vooravond der anti-semietische wetgeving. Fransche persstemmen over de niet-inmenging Ook in Haarlem geconstateerd. E1AMM» Protesten van Katholieke en Protestantsche kringen. (Van onzen correspondent). BOEDAPEST 16 Januari. IN het Hongaarsche parlement zal dezer da gen nog een heftige strijd moeten worden gestreden naar aanleiding van de door de regeering ingediende ontwerpen der nieu we Jodenwetten. Reeds de vorige week is het in dit imposante, in neo-gotischen stijl opgetrok' ken gebouw aan den Donau buitengewoon ru moerig toegegaan en toen waren de anti-Joden kwesties nog niet eens aan de orde. Zij houden echter voortdurende iedereen in Hongarije be zig, want de Joden en de half- en de kwart- Joden vormen een integreerend deel van de be volking en spelen reeds sedert lang een buiten gewoon belangrijke rol in hlle takken van be drijf, op het gebied van kunsten en wetenschap pen en in het society-leven, dat vooral in de Hongaarsche hoofdstad nogal luxueuse vormen aangenomen heeft. Uit tal van breede kringen zijn vlammende protesten tegen de nieuwe voorstellen van de regeering-Imrédy opgestegen. Zoowel de Ka tholieken, waaronder de Jezuieten en de R.K. vrouwenorganisaties, als de Protestanten, wier woordvoerder de Hongaarsche bisschop dr. La- dislaus Ravasz is, verzetten zich krachtig tegen de invoering van het ras-principe. Deze hooge Protestantsche geestelijke verklaart in een ar tikel in de Pester Lloyd, dat het „tegen het Christendom" is en dat men geen verschil zal willen maken tusscben Joden, die den Israëliet! schen godsdienst belijden en Christenen, die van Joodsche afkomst zijn, waarbij dan nog het eigenaardige is. dat dit vaak juist ten nadeele van de Christenen met niet-arische voorouders zou kunnen uitvallen. Want het is zeker, dat ondernemingen van haar recht gebruik zullen willen maken zes of twaalf procent van hun per soneel Joden te laten zijn, en wel Joden, die tot de Joodsche kerkgemeenschap behooren. Op deze wijze zal het nog zoover komen, dat iemand zijn betrekking zal mogen behouden, omdat hij een Joodsche Jood is en dat een ander zijn baantje verliest, omdat hij weliswaar een Christen is, doch van niet-arische afstamming! De bisschop wijst er verder op, dat velen, die door Imrédy's nieuw-voorgestelde wetten tot de groep der Joden zouden moeten behooren, tot de hoogste waardigheden opgeklommen zijn, die een staat slechts aan diegenen pleegt te ge ven, die de besten van de natie zijn en hij noemt daarbij ministers, generaals, terwijl er verder ook tal van kunstenaars en geleerden zijn, wier namen men onmogelijk uit de bladen van de Hongaarsche cultuurgeschiedenis zou kunnen schrappen. Hij zegt, dat z.i. de nieuwe wetten niet van toepassing zouden mogen zijri op hen, die uit een Christelijke echtverbintenis geboren zijn, zonder dat het er iets toe doet van wat voor afstamming hun ouders en hun grootouders wa ren. Verder zou het aan te bevelen zijn, dat zij die tot een Christelijk kerkgenootschap behoo ren, maar volgens de wet nog bij de Joodsche volksgroep gerekend worden, na verloop van twintig of dertig jaar, wanneer zij bewezen hebben goede Christenen en goede Hongaren te zijn, ook niet meer onder de Jodenwetten be hoeven t.e vallen, evenmin als Christelijke gees telijken, nonnen of diaconessen. Bovendien zou het gewenscht zijn, dat niet alleen personen naar aanleiding van hun militaire verdiensten niet tot de groep der Joden behoeven te worden gerekend, zooals de dragers van gouden en zil veren medailles voor dapperheid in den oorlog, maai- ook zij, die op geestelijk en cultureel ge bied iets gepresteerd hebben, zooals o.a. de wel iswaar Christelijke, maar van Joden afstam mende leden van de Hongaarsche Academie van Wetenschappen, van de Kisfaludy-maat- schappij en van het Corvin-lichaam. „Last not least" zou men 't staatshoofd 't recht moeten ge ven bepaalde personen voor levenslang van de bapalingen der antisemieten wetten te bevrijden. Imrédy heeft veel tegenstanders en met zijn nieuwe beweging Magyar Elet Mozgalom, ofte wel Hongaarsche Leven-Beweging (bij afkor ting M. E. M.), wordt nogal de draak gesto ken. Het embleem van deze nieuwe strooming is een hert, het Wonderhert! Een oude sage weet te vertellen, dat dé Magyaren, toen zij meer dan duizend jaren geleden naar de streek gekomen zijn, waar zij tot op den huidigen dag zijn blijven wonen, door een reusachtig hert geleid werden, dat hen den weg wees. Het Wonderhert, op zijn Hongaarsch Csodaszarvas geheeten! Welnu, Zondag heeft men omstreelcs het mid daguur op een van de allerdrukste punten van Boedapest, op den hoek van het Apponyi-plein en van het Ferenriek (oftewel Franciscaner-) plein, aan het begin van de Kossuth Lajos utca, een wonderlijk schouwspel kunnen beleven. En dat wel juist toen de kerk uitging. Er stond een ezel aan een boom gebonden, met een geweldig groot gewei, dat men aan den kop bevestigd had. Aan den éénen kant stond met groote let ters „Imrédy" op het grauwtje geschreven, ter wijl men aan den anderen kant M. E. M. kon lezen. Een groep jongelui had den ezel op een vrachtauto hierheen gebracht. Men had het beestje afgeladen en was zoo spoedig mogelijk weer doorgereden. Weldra omringde een dichte menschenmenigte, die voortdurend grooter werd, onzen langoor. Er werd veel gelachen en het heeft de politie ontzettend veel moeite ge kost den tegenstribbelenden ezel, die maar niet van zijn plaats wilde wijken, eindelijk een stil lere straat in te trekken. Er wordt in Boedapest nog steeds veel met 'pamfletten en met strooibilletten gewerkt en ooi ziet men voortdurend weer opnieuw kleine ze geltjes en plakkaten met politieke opschriften en emblemen op de muren en de vensters van huizen en van winkels. Vanmorgen konden de wandelaars op de promenade langs den Donau weer eens iets nieuws ontdekken. Kleine stuk jes papier, die overal opgeplakt waren, droegen de volgende woorden: ,Jood, ken je het num- men 9323?" Dit is het nummer, dat de opgeslo ten anti-semietenleider Szalasi in zijn gevan genis heeft. Op een wandeling langs den Donau kan men ook eiken morgen een lange rij van menschen voor een gewoon particulier flatgebouw op de stoep zien staan, onder het toezicht van een po- litie-agent. Op de derde verdieping van dit ge bouw bevindt zich het Engelsche consulaat. Honderden Joden, half- en kwart-Joden hopen mettertijd nog eens een Engelsch visum te kun nen krijgen. En al is dit dan ook op dit oogen- blik nog onmogelijk, toch willen zij, dat hun naam al op de lijst van de aanvragers genoteerd wordt. Ook bij de andere consulaten heerscht eiken morgen een ongekende drukte. Vlak bij Boedapest is nu ook een concen tratiekamp voor Joden opgericht, die zich op het gebied der deviezenverordeningen aan het een of ander hebben schuldig gemaakt. Het bevindt zich te Kistarcsa, waar verschillende barakken staan, die nu tot huisvesting van de geïnter neerde Joden moeten dienen. Zij worden hier zonder een proces of zonder een vonnis „voor onbepaalden tijd" in opgesloten. De eerste zesendertig gasten arriveerden Zaterdag Zondag. Onder hen bevinden zich ook twee vrouwen. Twee hunner hebben al getracht zelf moord te plegen. Tot de hier opgeslotenen be hoort een beursmakelaar, die kort geleden met zijn auto minister Teleki omver gereden heeft. Mexicaansche ministers afgetreden. MEXICO, 18 Januari (Havas). Eug. Mugica, minister van verkeer, Avila Camacho, minister van landsverdediging en Sanchez Ta- pia de opperbevelhebber der Mexicaansche strijdkrachten zijn afgetreden. Hun namen worden genoemd als die van eventueele op volgers van president Cardenas. De ministers verklaren in een manifest aan de natie, dat hun aftreden niet moet worden uitgelegd als een aanwijzing dat zij candida- ten zullen zijn, doch voortspruit uit hun wensch de gemoederen te kalmeeren, daar zij van meening zijn dat -politieke agitatie, met het oog op presidentsverkiezingen, welke pas in Juli 1940 zullen worden gehouden, voorba rig is. PARIJS, Woensdag. De Fransche Kamer heeft gisteren het vraagstuk van inmenging of niet-inmenging in Spanje besproken. Het debat werd verdaagd tot Donderdag. Naar aanleiding daarvan schrijft Le Matin op een in het oogspringende plaats: „Frank rijk moet zich er meer dan ooit voor wach ten in den Spaanschen oorlog te interve- nieeren. De inmenging zou slechts één gevolg kunnen hebben, den burgeroorlog verlengen en misschien een buitenlandschen oorlog ont ketenen. Bailby (Le Jour) schrijft: de totalitaire staten hebben de gewconte aangenomen krachtig te spreken. Italië, een Middelland- sche Zee-mogendheid, verheft nog meer zijn stem dan zijn noordsche bondgenoot en al dus waarschuwt Rome, de landen die de re geering van Negrin zouden willen steunen ,niet het onherstelbare te bewerken". Wij hebben geen enkele behoefte aan waarschu wingen van Rome om ons te wachten voor deze domheid, welke betaald zou worden met Fransch bloed". In de Figaro: dat de nationale Spanjaar den er zich zeer zeker rekenschap van geven, dat Italië verwarring heeft gesticht. Men kan er zelfs zeker van zijn, dat indien de re geering te Rome haar standpunt zoo accen tueert om de klove tusschen het nationale Spanje van morgen en ons, te handhaven en nog te verdiepen. Peri (Humanite): eens te meer is er slechts een manier om de nachtmerrie der Middellandsche Zee te doen verdwijnen: het republikeinsche Spanje moet geholpen wor den. Blum schrijft in de Populaire, dat Mussolini einde 1936 de verplichting aanging geen wa pens te zenden, einde 1937 geen mannen te zenden en in Juli j.l. volgens het plan van Londen, de mannen terug te roepen, die hij had gezonden. Is deze belofte nagekomen? Tot wanner en in welke mate zal Frank rijk doorgaan met zich door hen gebonden en verplicht te beschouwen De Kerillis verklaart in FÉuoque de mee ning te deelen van zekere nationale Fran- schen, die meenen te kunnen rekenen op de goede persoonlijke gezindheid van Franco tegenover Frankrijk, doch hij vraagt zich af in welke mate Franco zich zal kunnen ont trekken aan de Italiaansch-Duitsche invloe den en zelfs aan de phalanxisten, die „goed schiks of kwaadschiks" hem direct na de ge meenschappelijke overwinning, zouden willen meesleuren in een operatie tegen ons. De Kerillis voegt hier aan toe: Het is thans ongetwijfeld te laat om te proberen op doel treffende wijze bij Franco de Italiaansch- Duitsche invloeden te bestrijden. Thans is het te laat en het zou overigens funest voor den vrede zijn te proberen de republeinen c«p nuttige wijze te helpen. Men berge het schietgerei op KATHOLIEKE STUDENTENORGANISATIE TE BERLIJN VERBODEN. BERLIJN, 18 Januari: De R.-K. Studenten- organisatie te Berlijn is ontbonden verklaard, op grond van het door den rijkspresident uit gevaardigde decreet tot bescherming van volk en staat. HAARLEM, Woensdag. Het aantal gaatjes, dat in deze dagen in ruiten gevonden wordt stijgt voortdu rend, en telkens weer speurt men ver geefs naar den dader. En dat is het on aangename van de zaak. Want in een heel enkel geval moge men pre cies weten, dat een jongen, hetzij met een flo bertbuks hetzij met een luchtdrukgeweer, een ruit als mikpunt heeft uitgekozen, in meerdere gevallen moge de zekerheid bestaan, dat men met een catapult straatschenderij bedrijft, te zelden weet men de daders op te sporen en een volkomen opheldering van het ontstaan van het gaatje in de ruit te geven. Feitelijk moest hier niet van opsporen gesproken behoeven te wor den. Het zal eenigen moed vereischen zichzelf te gaan aanmelden en te zeggen: op dat oogen- blik en op dien dag heb ik die ruit stuk gescho ten, maar in dezen tijd vooral mag de moed voor zulle een daad niet ontbreken. Zwijgen is in dit geval ongetwijfeld afkeurenswaardig. Omdat het zooveel ruimte laat voor allerlei, dikwijls onaan gename veronderstellingen. Is opzet in het spel geweest? Heeft men alleen de ruit willen tref fen of de persoon, die achter die ruit zat te wer ken? Is de inktwerper of de mantelsnijder op gevolgd door iemand, die ruiten wil vernielen? Met al deze mogelijkheden moet rekening worden gehouden, ook al mag men in eigen hart de stellige overtuiging koesteren, dat negen en negentig van de honderd gevallen tot een kwa jongensstreek kunnen worden herleid. Men moet immers, juist door de kans, dat er in dat ééne geval opzet in het spel kan zijn geweest, met alle waarschijnlijkheden rekening houden. Verreweg de beste oplossing zou zijn, dat alle catapulten, windbuksen, flobert-revolvers enz. voorloopig op een veilige plaats werden opge borgen en wil men zich toch met dit schietgerei blijven vermaken, men zorge, dat geen ruiten kunnen worden getroffen. En heeft men het ongeluk tóch een ruit te raken, men melde zich aan, vrijwillig, en late de kans niet open tot het ontstaan van legenden en fantastische veronder stellingen. Ook in Haarlem kogelgaatjes. Ook in I-Iaarlem zijn gaatjes in ruiten aange troffen, bij de firma wed. J. Leupen Zn., Gast- huisvest 9 en de Koffiehandelmaatschappij „Kah- weh", Gasthuisvest 5. Twee stuks. Beide erg klein en er erg ongevaarlijk uitziend. Maar toe vallig en misschien meer dan dat is, dat zij beide op dezelfde hoogte zitten, ongeveer 1 me ter boven den grond, juist boven het kozijn, den inkerbenedenhoek. Het-eene is vrijwel zuiver rond, het andere ongeveer driehoekig* Doch te klein om door een flobertkogeltje te zijn veroorzaakt. Als zij van een schiettuig afkomstig zijn, heeft men een kogeltje of kogel van heel klein kaliber gebruikt. Voorshands zou men tot deze conclusie overhellen^ gelijk ook de heer P. Leupen, directeur van de Firma Wed. J. Leupen Zn., doet, omdat er geen andere reden voor het ontstaan van de beide gaatjes is aan te geven. Het kunnen vrijwel zeker geen onder een autoband wegspringende steentjes zijn geweest, omdat er dan ook nog wel barstjes in de ruiten zouden zijn gekomen en het bovendien uiterst toevallig zou zijn geweest, dat zich zooiets twee maal ongeveer gelijktijdig zou hebben voorge daan. Want Vrijdagmorgen jL waren de ruiten nog in geen enkel opzicht beschadigd en Zater dagmiddag merkte men de gaatjes op, met wat glassplinters op het kozijn. Tusschen Vrijdagmorgen en Zaterdagmiddag is het dus gebeurd. Waarmee? Een steentje of een kogeltje is niet gevonden, hoewel zeer waarschijnlijk een kogeltje de beschadiging heeft veroorzaakt maar dit is niet te verwon deren. Allereerst is het kogeltje zeer klein ge weest, zoodat het gemakkelijk tusschen andere dingen verloren kan zijn gegaan en voorts heeft men niet terstond rekening gehouden met de mogelijkheid, dat er ergens op den vloer een ko geltje moet liggen. Misschien zal dit „geval" als zooveel andere onopgehelderd blijven, tenzijtenzij de „schuldige" zich aanmeldt. Daarmee zal hij den kop indrukken aan alle mogelijke fantasieën, welke langzamerhand misschien over het ont staan van gaatjes in ruiten kunnen worden ge lanceerd. In verband met het aantreffen van gaatjes in ruiten deelt een deskundige np autogebied ons mede, dat het zeer wel mogelijk moet wor den geacht, dat de gaatjes in ruiten ontstaan door het wegspatten van kleine steentjes als daar een auto overrijdt. Dit heeft met de snel heid van rijden niet te maken, omdat het er enkel op aankomt of een steentje wordt ge raakt door den uitersten zijkant van een auto band. ALS DE WIND ZUID OOST WAS KON LANDBOUWER NIET SLAPEN CopyTlghi P. B. Box 6 Copenhagen „Ik zie mezelf staan", zei de Pinksterbloem. „O, o, wat ruik ik lekker. Boven op een zolderkamertje, staat een danseresje. Nu verblinding. eens staat zjj op het eene, en dan weer op het andere been. Kijk eens, zij schopt naar de geheele wereld. Zij is één en al oog- Chamberlain krijgt steun van Dawes. CHICAGO, 18 Jan. (Reuter). In een hier ge houden rede heeft de thans 73-jarige bankier en staatsman, generaal Dawes, het accoord van München en de politiek van Chamberlain krach tig verdedigd. Hij meende, dat uit de bespre kingen tusschen Engeland, Frankrijk, Duitsch- land en Italië een duurzame vrede zou te voor schijn komen. Nu giet zij water uit een theepot op een stuk goed, dat zij in haar handen heeft. Ja, zindelijkheid is iets, dat alle menschen moeten kennen. De witte jurk die zij draagt, is ook met water uit den theepot gewasschen en daarna op het dak, in de zon en in den wind, gedroogd. Zij neemt nu een safraangele doek, welke zij om haar hals knoopt, zoodat haar -jurkje nog witter lijkt. O, o, wat pronkt ze nu. Trotsch als 'n pauw is ze. Ik zie mezelf, ik zie mezelf". FAILLISSEMENTEN Door de Arrondissements-Rechtbank te Haar lem zijn de volgende faillissementen uitgespro ken op Dinsdag 17 Januari 1939. J. H. Juffermans, bakker, wonende te Haarlem Reyer Anslostraat 36, Curator Mr. C. Blanke voort, te Haarlem. Popke Gjaltema, aannemer en bouwer, wonen de te IJmuiden, gemeente Velsen, Trompstraat 102. Curator Mr. L. Ali Cohen te Haarlem. Rechter-Commissaris in beide faillissementen Mr. C. G. Bijleveld, te Haarlem. Wegens het verbindend worden der Uitdee- lingslijst zijn geëindigd de faillissementen van: M. Vleeschhouwer, winkelier in meubelen en bedden, wonende te Haarlem. Curator Mr. J. H. Ekering te Haarlem. De N.V. Haringhandel v. h. K. Klok, gevestigd te IJmuiden, gemeente Velsen, Curator Mr. M. van Toulon van der Koog te Haarlem. Dan vreesde hij voor brand bij zijn buren. EN INDERDAAD BRANDDE HET TWEEMAAL De veehouder C. W. bewoner van het dorp Nibbixwoud (bij Hoorn) had zich Dinsdag middag voor het gerechtshof te Amsterdam te verantwoorden wegens twee hem tenslaste ge legde gevallen van brandstichting. Hij zou in den nacht van 26 op 27 December 1931 brand hebben gesticht in zijn boerderij, gelegen aan de Wijzend, met de bedoeling de verzekeringssom van een onderlinge brandwaar borg maatschappij machtig te worden. In October 1937 brandde de boerderij van W. opnieuw af en ditmaal waren de omstandighe den van dien aard, dat er termen aanwezig waren om hem te vervolgen. Eenige dorpsgenooten legden bezwarende ver klaringen af. Zoo wist er een te vertellen, dat verd. op zekeren dag tegen hem had gezegd, wijzende op zijn huis: „daar heb ik het aange stoken, maar je houdt je bek". Een dokter, die verd.'s geestvermogens had onderzocht, kwam in zijn rapport tot de conclü-- sie, dat verd. in den tijd van den laatsten brand verkeerde in een toestand van gebrekkige ont wikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geest- vermogens. Hij is niet als een normaal mensch in staat, zijn wil te bepalen. Psychologisch is het geenszins onmogelijk dat verdachte door een groote zorgeloosheid en lichtvaardigheid oorzaak werd van het in brand geraken zijner woning. Nogmaals vertelde verdachte, dat hij op 16 October 's avonds laat bezig was met het schoonmaken van zijn auto. Bij dit schoonma ken was hij in slaap gevallen en het lampje, dat naast hem stond zou z.i. den brand hebben veroorzaakt. Heel anders klonk het verhaal van een getuige met wien verdachte over den eersten brand had gesproken: „ik kon me wel voor m'n kop slaan toen de schuur er niet aan ging, de tweede keer zal ik er beter voor zorgen, dan zet ik stroo tus schen het huis en de „boet". In het dorp dacht men reeds bij den eersten brand aan brandstichting en men verwachtte algemeen, dat er nog wel eens brand zou ko men in de boerderij van W. ,k woon in de buurt, zeide een getuige, en iederen nacht als de wind Zuid-Oost was, ver wachtte ik brand, ik kon er niet van slapen Pres.: Dus u was blij toen het zoover was. Getuige: Zoo is het. Requisitoir. De procureur-generaal wilde rekening houden met verd.'s psychische gesteldheid en vorderde wegens brandstichting om de verzekerings maatschappij op te lichten schuldig verklaring doch zonder toepassing van straf en verd.'s plaatsing in een krankzinnigengesticht voor den proeftijd van een jaar en verd.'s ter beschik king stelling van de regeering Arrest 31 Januari. UITLOKKING VAN VERDUISTERING? Namens den heer C. van Geelkerken, plaats vervangend leider der N. S. B., heeft naar de persdienst van de N. S. B. ons meldt Mr. A. G. van Vessem, rechtskundig raadsman der N. S. B., bij den Officier van Justitie te Utrecht een klacht ingediend tegen een inwoner van die plaats wegens uitlokking van verduistering. De aanklacht houdt in dat de beschuldigde een jon gen kantoorlooper van het hoofdkwartier der N. S. B. door omkooping er toe gebracht heeft voor de N. S. B. bestemde poststukken aan hem af te staan, welke stukken gebruikt zouden zijn bij het opstellen van de pamfletten van het „Co mité door verzet tot zuivering". „Wat kan het mij nu schelen, dat jij jezelf kan zien", zei Gerda. .v dat wil ik niet hooren." En meteen stond het meisje op, „Neen, zoo iets behoef je heusch niet aan m\j te vertellen, want waarna zij hard wegholde. Waarheen zij ging? Naar het uiterste einde van den tuin. .(Wordt vervolgd.) MïKT lIKICflTIN VEEMARKT. Amsterdam, 18 Januari. Ter veemarkt waren heden aangevoerd: 215 vette kalveren: le kwaliteit 7078, 2e kwaliteit 6068, 3e kwaliteit 5458 per K.G. levendgewicht. 66 nuchtere kalveren 712 per stuk; 128 var kens: vleeschvarkens, wegende van 90110 K.G. 5657, zware varkens 5556, vette varkens 5455 per K.G. slachtgewicht. Aangevoerd 3 wagons geslachte runderen uit Denemarken. MARKT WOERDEN. Aanvoer 61 partijen kaas: met rijksmerk le kw. f 25 a f 26, idem 2e kw. f 24—f 25, Handel: matig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6